Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Het meldpunt voor dierenartsen werd op dinsdag 9 juni 2015 gelanceerd en bekendgemaakt. Het is tot stand gekomen op basis van overleg met de diverse dierenartsenverenigingen.
Het meldpunt moet een inzicht geven in de herkomst, de oorzaken en de bronnen van ziekten en zieke pups. Het doel is om aan de hand van diergeneeskundige diagnoses de oorsprong van deze aandoeningen in kaart te brengen en waar nodig en mogelijk beleidsmatig tussenbeide te komen om die problemen in de toekomst te voorkomen of te beperken. Het meldpunt is ondertussen reeds twee jaar actief.
Minister, uit eerder opgevraagde cijfers blijkt het aantal meldingen voor dit meldpunt laag te zijn, maar het biedt de inspectiedienst wel de verwachte informatie. Besluit u uit het laag aantal meldingen dat er minder problemen zijn? Of gebruiken de dierenartsen het meldpunt niet voldoende? Of is er een andere oorzaak? Hoe evalueert u het centraal meldpunt voor dierenartsen na twee jaar?
Minister Weyts heeft het woord.
Het meldpunt wordt inderdaad niet overrompeld, integendeel. Daaruit concluderen dat het aantal problemen daalt, zou ik wel willen, maar dat lijkt met toch wat voorbarig. Anderzijds betekent het ook niet dat het meldpunt zijn doel voorbijschiet. Integendeel, zeker sinds Dierenwelzijn een Vlaamse bevoegdheid is, is er een zeer groot aantal klachten en meldingen allerhande. Ik ken de cijfers niet uit het hoofd, maar dat aantal is, geloof ik, gestegen met bijna 150 procent. De administratie heeft dus wel wat werk om het kaf van het koren te scheiden, want er zit ook wel kaf tussen. Het afzonderlijke kanaal van het meldpunt voor dierenartsen zorgt er natuurlijk voor dat via die weg al een schifting kan gebeuren. Met de klachten die via dat meldpunt binnenkomen, gaan we natuurlijk onmiddellijk aan de slag. Daarvoor moet geen voorafgaande screening gebeuren om het kaf van het koren te scheiden. Daarvoor kunnen we onmiddellijk optreden. Dat is waardevolle informatie die bijdraagt tot het identificeren van kwekerijen waar er problemen zijn. Daardoor kunnen we gerichter controleren.
Doordat het aantal meldingen via het meldpunt beperkt blijft, gaat het identificeren van probleemkwekerijen iets minder snel, maar we mogen niet vergeten dat de strijd tegen de problemen in de hondenhandel niet verloren is, integendeel. Het meldpunt is maar een van de instrumenten die we hebben. Er zijn ook de meldingen van particulieren en daarnaast zijn er de onaangekondigde inspecties door de inspectiedienst van Dierenwelzijn, die verdubbeld zijn in aantal. Daardoor kunnen we een kordaat en krachtdadig controlebeleid blijven voeren.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Inderdaad, de cijfers van de meldingen zijn niet zo hoog, maar het meldpunt had in eerste instantie de bedoeling om kwekerijen te kunnen traceren waar vooral zieke pups worden verkocht. Dat doel wordt niet bereikt. De juiste informatie komt wel binnen, maar het totaalpakket van het aantal antwoorden kan misschien wel beter. Daar kan beleidssturend worden opgetreden.
Het meldpunt had in eerste instantie niet de bedoeling om elke melding apart te onderzoeken. Het heeft wel nog voor een ander effect gezorgd, namelijk dat elke melding apart kan worden onderzocht. Dat is een positief bijkomend effect van dit meldpunt. Men wacht niet tot men een totaalpakket heeft om de kwekerijen te onderscheppen die slecht bezig zijn, maar men is ondertussen bezig met het onderzoeken van de aparte meldingen, wat niet echt de doelstelling van dat meldpunt was, maar wat zeer positief is. Het is een instrument in de strijd tegen de verkoop van zieke dieren.
Wat mij enigszins verwondert, is het lage aantal meldingen, zeker omdat de Orde der dierenartsen bij de oprichting en de start van het meldpunt zeer enthousiast was. Het is misschien aan de orde om de dierenartsen nog eens op te roepen, om het meldpunt bij de dierenartsen nogmaals kenbaar te maken, misschien in een of andere nieuwsbrief. Dat kan de hondenhandel enkel ten goede komen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, merkt u een verschil in het gebruik per provincie?
Mevrouw Vermeulen zegt dat de dierenartsen misschien opnieuw moeten worden opgeroepen, want ze waren zeer enthousiast bij de aanvang. Merkt men ook een verschil afhankelijk van de leeftijd of de anciënniteit van dierenartsen, of tussen de mannen en vrouwen?
Als we het aantal meldingen met elkaar beginnen te vergelijken, moeten we goed opletten hoe we cijfers interpreteren. Enerzijds geven we aan dat er bij de inspectiediensten een grote stijging is, terwijl dat anderzijds niet bij het meldpunt voor dierenartsen is vast te stellen. Waar zou dat aan kunnen liggen? We kunnen daar eventueel veel aan koppelen, dus misschien is dat wel interessant om na te gaan. Mijn bedenking is of er een correlatie is te vinden tussen de meldingen die bij de inspectiedienst gebeuren en de meldingen bij de dierenartsen. Kunnen we zien of er grote gebreken eventueel niet kenbaar worden gemaakt of waarom bepaalde zaken niet bij het meldpunt voor dierenartsen terechtkomen? Voor de meldingen die bij het meldpunt voor dierenartsen komen, moet, zoals u zegt, minder schifting gebeuren, onder meer omdat de informatie die binnenkomt en de inschatting duidelijk is. Maar als zou blijken dat uit de meldingen bij de inspectiediensten toch grote gebreken naar voor komen die niet bij het meldpunt voor dierenartsen of via andere kanalen van de dierenartsen naar voren komen, dan zouden we misschien kunnen zeggen dat er nog een knelpunt is in verband met de kennis van het meldpunt. Ik stel me de vraag: is er een correlatie tussen beiden meldpunten?
U stelt me allerlei vragen over het meldpunt voor dierenartsen, maar statistisch kan ik daar geen uitspraken over doen, gewoon omdat het aantal te laag is. Noch over de provinciale verdeling noch over de man-vrouwverdeling kan ik uitspraken doen. Het cijfer is gewoon te laag. Dat geldt eveneens voor de correlatie ten aanzien van de toename van het aantal klachten. Voor het aantal klachten van particulieren hadden we een vergelijkingsbasis met vroeger. Dat hebben we niet met het meldpunt, omdat het nieuw is. Daarom kunnen we niet vergelijken met het verleden en kunnen we niet zien in welke mate er een toename is, naarmate er een toename is bij de meldingen van particulieren.
Ik zal in ieder geval, zoals ik al eens heb gedaan, aan de Orde der dierenartsen vragen om een inspanning te leveren om meer bekendheid te geven aan het meldpunt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.