Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Ik heb een kort vraagje omdat er wat gepingpong is tussen VDAB en het politieke niveau over de toepassing van praktijktesten. Minister, herinner u dat u in die discussie terecht aangaf dat u zelfregulering belangrijk vond. Wij hebben toen benadrukt dat we niets hebben tegen zelfregulering door de privésector, maar dat het goed zou zijn dat ook de overheid zijn deel doet en ook die zelfregulering toepast. U hebt dan verwezen naar het bestaande systeem bij VDAB, het centraal klachtensysteem, naar opleidingen die worden georganiseerd en naar streefcijfers voor stages en jobstudenten. Heel specifiek wat VDAB betreft, hebt u toen gezegd dat het aan de raad van bestuur is om te beslissen of men praktijktesten invoert of niet.
In de raad van bestuur van VDAB zijn de praktijktesten effectief ter sprake gebracht, maar VDAB zegt dat er geen politieke beslissing over is. Die kaatst de bal terug naar het politieke niveau. De werkgevers hebben dan terecht de kritiek geuit dat men werkt met twee maten en twee gewichten. Van de privésector zegt men dat hij zelfregulering moet toepassen, en dat praktijktesten prima zijn, maar als het over de eigen organisatie gaat, wordt de hete aardappel weer doorgegeven.
Minister, het is toch wel aan het politieke niveau om duidelijkheid te creëren, ook ten aanzien van VDAB. Als VDAB wacht op een politiek signaal, welk signaal zou u dan geven aan VDAB? Bent u bereid om naar analogie met wat Federgon doet, die zelfregulering ook toe te passen bij VDAB om ervoor te zorgen dat de dienstverlening van VDAB op dat vlak kan worden verbeterd, en meer in het bijzonder het diversiteitsbeleid?
U bent altijd zeer positief en enthousiast over het beleid van Federgon. Waarom het dan ook niet toepassen bij VDAB?
Minister Muyters heeft het woord.
Omdat het een organisatorisch aspect is. Ik blijf bij mijn standpunt van de vorige keer. Het is een organisatorisch aspect, en mijn signaal is heel duidelijk: de organisatie wordt uitgeoefend door VDAB en de raad van bestuur van VDAB. De dag dat we signalen krijgen dat er iets fundamenteel misloopt, zoals bij Federgon wel het geval was, zal ik ingrijpen. Maar ik krijg geen signalen dat er iets misloopt, en dan is het organisatorisch aan VDAB om de nodige maatregelen te nemen.
Ik kan alleen vaststellen dat men binnen VDAB vindt dat het preventiebeleid van sensibilisering en opleiding voldoende doeltreffend is om discriminatie binnen VDAB te voorkomen. Zij wensen het niet te doen. Mijn boodschap aan de raad van bestuur van VDAB is heel duidelijk. Als ze dat willen, voeren ze het in. Vinden ze het niet nodig, omdat er andere maatregelen zijn die voldoende efficiënt zijn, prima. De dag dat we duidelijke signalen krijgen dat er binnen VDAB iets misloopt, zal ik ingrijpen als de raad van bestuur het niet doet. Dat is de manier waarop ik werk, en niet anders.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister, uw antwoord verbaast mij, omdat het een beetje de omgekeerde wereld is. Als het over de privésector gaat, neem nu Federgon, zegt u dat u ervoor gezorgd hebt dat zij die praktijktesten in het kader van zelfregulering toepassen, terwijl Federgon dat uiteraard zelf beslist heeft – maar geen probleem dat u zichzelf daarvoor op de borst klopt. Hetzelfde wat de dienstenchequesector betreft. U gaat ze zelfs subsidiëren om interne kwaliteitscontrole toe te passen via die praktijktesten. Maar als het dan over een organisatie gaat die onder uw toezicht functioneert, een overheidsbedrijf, dan zegt u dat u er niets mee te maken hebt en dat het een organisatorische kwestie is.
Ik begrijp dat VDAB een politiek signaal verwacht op dat vlak. En het politieke signaal dat u dan geeft, is: trek uw plan. In die zin vind ik het een heel raar antwoord. Het getuigt niet van veel politieke moed. Het is jammer dat ik dat hier nog eens moet vaststellen. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
U hebt gezegd dat het om een organisatorische kwestie gaat.
En, als het misloopt…
Dus u roept op tot praktijktesten die dan georganiseerd worden vanop het terrein, zoals men dat eigenlijk ook bij Federgon heeft gedaan. De aanleiding voor de praktijktesten bij Federgon waren de schandalen. Dus u zegt dat u pas zult reageren als er schandalen naar boven komen. Ik had gehoopt dat u de goeie case van Federgon zou uitbreiden naar uw eigen organisatie, maar u zegt: ik wacht tot er iets gebeurt, en dan zal ik misschien reageren. Ik vind dat jammer. Ik had van u meer daadkracht verwacht.
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Ik vind dat collega Kherbache een zeer vreemde interpretatie geeft van het antwoord van de minister. Ik ben er zelf ook van overtuigd dat er moet worden ingegrepen als er iets misgaat. Zijn er dan veel klachten bij VDAB? Neen. Ik heb de cijfers van de laatste jaren eens bekeken: één klacht op twee jaar. Wij zijn voorloper op Europees vlak. We hebben ook een systeem waarbij we uitgaan van competenties en talenten. Dat is voor ons heel belangrijk. De minister doet samen met VDAB heel wat inspanningen op het terrein, om mensen met een migratieachtergrond aan te werven.
Ik kom zelf van VDAB en ik heb deze week eens naar een paar collega’s gebeld. Ik vond altijd dat VDAB daar echt een voorloper was om mensen – consulenten, bemiddelaars, bedienden en zo verder – aan te werven met een migratieachtergrond. Ik ben daar al een paar jaar weg. Ik dacht dat het misschien verminderd zou zijn, maar ik heb naar verschillende collega’s gebeld en dat is absoluut niet het geval. VDAB is daar echt een voortrekker.
De heer Annouri heeft het woord.
Collega’s, als het gaat over die meldingen en over discriminatie op de arbeidsmarkt, kun je niet zeggen: er zijn weinig meldingen, dus er is geen probleem. We hebben dat in het verleden ook gezien dat als er weinig meldingen zijn, dat vaak het signaal is dat mensen hun weg naar de meldpunten niet vinden en dat uit andere manieren om dat te onderzoeken, blijkt dat er wel degelijk een probleem van discriminatie is.
Dus als we het debat voeren over wat VDAB of Federgon of wie dan ook daarin onderneemt, gebruik het aantal meldingen dan niet als afleidingsmanoeuvre om aan te geven dat er geen probleem is.
Minister Muyters heeft het woord.
Collega Annouri, het gaat hier niet over een probleem op de arbeidsmarkt. Het gaat erover of er wordt gediscrimineerd door VDAB. Praktijktesten zouden betekenen dat je dat gaat controleren via anonieme telefoons en dergelijke meer.
Er waren signalen in de dienstenchequesector. Daar hebben we duidelijk gezegd dat wat er tot nu toe door de sector zelf is gebeurd, onvoldoende is en dat we daar gaan werken met mystery calls om te sensibiliseren. Ik ga dat niet doortrekken als een verplichting bij elke sector, want er zijn niet in elke sector dergelijke signalen. In de interimsector waren die signalen er wel, en daar is dat wel gebeurd. Bij VDAB zijn die er niet, en ik ga niet organisatorisch ingrijpen bij VDAB.
De werkgeversorganisaties waar u over spreekt, zitten daar zelf in. De vakbonden zitten daar ook in. Als zij vinden dat het nodig is – en dat is mijn politieke signaal – dat ze het dan doen, als zij vinden dat de werking bij VDAB vandaag onvoldoende is om te voorkomen dat er discriminatie is in de werking van VDAB – want dat is dan blijkbaar het signaal dat u absoluut wilt geven: er is binnen VDAB duidelijk nood aan mystery calls om te zien of VDAB discrimineert –, laat ons dat zo rap mogelijk invoeren. Ofwel is het gewoon om symbolische redenen, mevrouw Kherbache, ofwel is het omdat u denkt dat het echt nodig is binnen VDAB. Voor mij is dat laatste niet het geval, maar u nam dat niet mee in uw repliek van daarnet.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister, u hoeft zich niet zo op te winden in deze discussie. Waarom pleit ik voor een gelijk speelveld tussen de privé- en de overheidssector? Ik vind dat de overheidssector een voorbeeldfunctie heeft. Er blijkt nog altijd een grote misvatting te bestaan over die praktijktesten. Een praktijktest haalt enkel de realiteit naar boven, toont aan dat de grote meerderheid niet discrimineert, maar dat er in bepaalde gevallen wel echt problemen zijn. En daar kun je dan gericht op ingrijpen en een gericht beleid voeren.
U verwijst naar Federgon en de dienstenchequesector. Het is niet aan de hand van meldingen dat die zelfregulering uiteindelijk is opgestart. Dat was aan de hand van praktijktesten die op het terrein zijn uitgevoerd. Op die manier is het debat op gang gebracht. Ik heb het al herhaaldelijk gezegd: die praktijktesten hebben al bewezen dat ze een belangrijk beleidsturend effect hebben. Ze verbeteren de situatie. Een praktijktest is geen sanctie. Een praktijktest meet de realiteit beter.
Als er bij VDAB absoluut geen probleem is, dan toont een praktijktest dat ook aan. Nu is het niet correct om praktijktesten enkel toe te passen in de privésector, en niet bij de overheid. Een praktijktest is ook niet gericht op het sanctioneren van VDAB. Dat was bij Federgon ook niet het geval. Het is nu, via de zelfregulering bij Federgon, dat men vaststelt dat heel wat gebruikers soms discriminerende eisen hebben. Die consulenten kunnen er dan op ingaan, en zo worden ze getraind. Ze verbeteren dus hun werking. En zo kan VDAB ook zijn werking verbeteren, want zij worden ook met zulke vragen geconfronteerd. Het is beter om daar een helder zicht op te krijgen en die welles-nietesdiscussie te overstijgen.
Ik hoop dat u meer redelijkheid in het debat krijgt, minister, en u niet zo opwindt, elke keer als men het debat hierover in alle ernst wil voeren. Het is niet onbillijk om een gelijk speelveld te creëren, zeker niet als de VDAB ook als een neutrale partner op het terrein wil staan en duidelijk wil maken dat er grotendeels geen problemen zijn. De beste manier om dat te tonen, minister, is via een praktijktest.
De vraag om uitleg is afgehandeld.