Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Soens heeft het woord.
Minister, ons land geeft onderdak aan heel wat jongeren die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld. Heel vaak arriveren die jongeren hier alleen, zonder ouders of enige andere familie. Het is belangrijk dat die jongeren worden begeleid om hun plek in onze samenleving te vinden. Integratie gebeurt uiteraard niet enkel via de ‘administratieve’ ondersteuning van die jongeren. Ze moeten ook daadwerkelijk jong kunnen zijn in ons land: participatie boven isolatie. Vaak kregen ze daar thuis niet echt de kans toe, door de conflicten die er heersen. Door sociaal-cultureel jeugdwerk bekend en toegankelijk te maken bij die jongeren, bevorder je hun integratie en geef je hun eigenlijk ook een deeltje van hun jeugd terug.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen vraagt dan ook de structurele ondersteuning van enkele specifieke doelgerichte werkingen met jongeren die op de vlucht waren. Zo ondersteunde u reeds het project ‘Altochtonen van de toekomst’. Ik vind dat trouwens een zeer mooie naam voor een project. De deelnemers eraan hebben u een tijdje geleden ook een bezoek gebracht, als ik me niet vergis. Daarnaast werken ook NIEMO en het PSC-Vluchtelingenwerk (Protestants Sociaal Centrum) met die doelgroep. Vluchtelingenwerk Vlaanderen wil die werkingen structureel verduurzamen, maar kan dat uiteraard niet alleen. Er is tot op vandaag nog steeds een blijvende ondersteuning nodig. Dat lijkt ook te passen in uw besluit om zelforganisaties te gaan ondersteunen. Op die manier kan men een meer categoriale aanpak realiseren, die kan dienen om de jongeren succesvol toe te leiden.
De ‘Altochtonen’ stelden diverse aanbevelingen voor u op om tegen eind dit jaar te realiseren. Daarnaast gaven ze ook input over het onthaalonderwijs, waarover ik minister Crevits al eerder ondervroeg.
Hun algemene doelstelling is dat sociaal-cultureel jeugdwerk bekend en toegankelijk zou worden gemaakt voor jonge asielzoekers en vluchtelingen, en dat jeugdwerkers daarvoor een aangepaste vorming zouden krijgen. De jongeren gaven zelf aan hoe ze dat graag gerealiseerd zouden zien: met het realiseren van buddyprojecten die lokale jongeren en jongeren in asielcentra samenbrengen, met het organiseren van ontmoetings- en infomomenten waarop het lokaal jeugdwerk zich kan voorstellen aan jongeren in asielcentra, met het organiseren van activiteiten door jeugdgroepen in en rondom asielcentra en door jongeren in asielcentra actief uit te nodigen voor lokale jeugdactiviteiten.
Op zich zijn dat uiteraard kleine ingrepen, maar ondertussen staan we na de aanbevelingen al een jaar verder. Minister, wat hebt u ondernomen om de aanbevelingen van die jongeren om te zetten in daadwerkelijk beleid? Kunt u een stand van zaken geven in dezen? Naar aanleiding van een eerdere schriftelijke vraag, waarop ik onlangs een antwoord kreeg, verwees u ook naar een masterplan diversiteit dat er in februari aan zou komen. Sluit dat onder andere daarbij aan? Hebt u hieromtrent overleg gepleegd met de jeugdwerkorganisaties die opereren in Vlaanderen? Volgden er reeds initiatieven vanuit deze diverse organisaties? Hebt u die aanbevelingen van de jongeren ook behartigd op lokaal niveau? Het gaat immers in belangrijke mate over lokaal jeugdwerk.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik probeer een zo goed mogelijk overzicht te geven van waar we staan en wat we doen.
Voor het onderzoek naar de vrijetijdsparticipatie van kinderen en jongeren in migratie werd een budget vrijgemaakt. Het is nog niet duidelijk of de bevraging zal plaatsvinden bij kinderen en jongeren in asielcentra of in OKAN-klassen (onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers), waarvan een groot deel van de leerlingen in asielcentra verblijven. Het zou ook in de beide kunnen, maar de laatste optie lijkt momenteel methodologisch haalbaarder. Pas na overleg met de onderzoekers zal echter worden vastgelegd hoe we verder het best te werk gaan. Het onderzoek zal kinderen en jongeren die recent in Vlaanderen aankwamen, bevragen over de beleving en de invulling van de vrije tijd. Het zal ook trachten de drempels tot participatie aan het bestaande jeugdwerkaanbod in kaart te brengen, met als doel beleidsaanbevelingen te kunnen formuleren. Eerstdaags zal de oproep ten aanzien van onderzoeksinstellingen worden gelanceerd. De bedoeling is dat het onderzoek wordt afgerond in het voorjaar van 2019. In 2017 subsidieerde ik het experimenteel project ‘Altochtonen van de Toekomst’ van Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Zij willen met dit project jonge vluchtelingen in staat stellen om hun stem te laten horen. Daarnaast wil de vzw inspelen op de nood aan een zinvolle vrijetijdsbesteding voor die kwetsbare doelgroep. In maart organiseerden de steunpunten De Ambrassade, FARO, Socius en Kunstenpunt in samenwerking met mijn departement en het Agentschap Integratie en Inburgering drie info- en ontmoetingsmomenten, in Antwerpen, Gent en Leuven, over werken met en voor vluchtelingen in kunst, cultuur en jeugdwerk. Naast info over statuut, juridische en sociale rechten van mensen op de vlucht werd er heel wat praktijkervaring gedeeld en werden er tips en tricks uitgewisseld. Het project Wereldspelers van De Ambrassade groeide uit tot een netwerk van meer dan dertig intersectorale partners, waarin goede voorbeelden van verbinding tussen jonge vluchtelingen en het jeugdwerk centraal staan. Alle praktijkervaring die De Ambrassade opdeed tijdens dat project, wordt nu gebundeld in nieuw ondersteuningsmateriaal, dat zijn plaats zal vinden op de website www.wereldspelers.be. Op 28 november van dit jaar organiseert De Ambrassade ook een inspiratiedag Wereldspelers. Zij pakken deze zaak dus wel degelijk zeer systematisch aan, waarvoor mijn waardering.
Ondertussen bereiden we ook een masterplan ‘Diversiteit in/en het jeugdwerk’ voor, waarin we vanzelfsprekend aandacht vragen voor de opportuniteiten die het jeugdwerk kan bieden voor jonge asielzoekers en vluchtelingen. Bedoeling is dat lokale partners dat masterplan mee zullen dragen. Ik nodigde daarom de Vereniging Vlaamse Jeugddiensten en -consulenten (VVJ) en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) uit om deel uit te maken van de kerngroep die de opmaak van het plan verder zal coördineren. Vluchtelingenwerk Vlaanderen en de jongeren die deelnamen aan dat project ‘Altochtonen van de Toekomst’ deden daarvoor zeker al een hele reeks interessante aanbevelingen. U hebt er ook al enkele genoemd, zoals het idee van buddyprojecten voor jongeren in asielcentra, het organiseren van ontmoetings- en infomomenten waarop lokaal jeugdwerk zich kan voorstellen aan jongeren in asielcentra, samen activiteiten doen met jongeren uit asielcentra enzovoort. Initiatieven zoals Wereldspelers zijn dus een stap in de goede richting. Jongeren zijn op zoek naar activiteiten, naar contacten met andere jongeren, maar kennen het aanbod niet altijd of niet, of de weg ernaartoe. In dezen blijft De Ambrassade met zijn project een prima partner.
Wereldspelers is dus meer dan de weekends in Dendermonde en Lint, waarmee het allemaal is begonnen, of de samenwerking met leefgroepen bijzondere jeugdzorg. Wereldspelers omvat alle goede initiatieven vanuit het jeugdwerk met jonge vluchtelingen. Men zal die dan ook een verdiende plaats geven op de vernieuwde website en in het beleid. Men wisselt er in samenwerking met JINT vzw bovendien ook een aantal dingen over uit met betrekking tot het Europese niveau. Een medewerker van de Ambrassade zal voor Vlaanderen de EU-expertgroep inzake jeugdwerk voor jonge migranten en vluchtelingen actief opvolgen. Ook individuele jeugdwerkorganisaties organiseren activiteiten met en voor vluchtelingen. Zo is er bijvoorbeeld NATURE, dat The Vertical Club uitwerkt tot een klim- en speleologieclub in Brussel voor vluchtelingen en jongeren met een migratieachtergrond. Er is Tumult, dat interculturele kampen organiseert waaraan vluchtelingenkinderen kunnen deelnemen en dat jongeren ook vormt tot jeugdleider. Er is Bouworde, dat ook bouwkampen in asielcentra organiseert waar jongeren activiteiten en workshops organiseren. Er is bijvoorbeeld ook Roeland, dat sensibiliserings- en taalactiviteiten voor anderstalige nieuwkomers organiseert.
In opvolging van de resolutie over het ondersteunen van jeugdwerk met jonge vluchtelingen, asielzoekers en ontheemden, die al op 25 november 2008 werd aangenomen door het Comité van Ministers, kan ik hierbij alvast melden dat de Raad van Europa sterk geëngageerd is om met de lidstaten vorming te organiseren en een aantal beleidsvoorstellen uit te werken voor de ondersteuning van jonge vluchtelingen. Mijn administratie volgt die besprekingen nauwgezet. In het kader van de Raad van Europa kan anderzijds ook worden verwezen naar het actieplan voor de bescherming van vluchtelingen en migrantenkinderen in Europa en de strategie voor de rechten van het kind. Op het niveau van de Verenigde Naties is er de Verklaring van New York voor Vluchtelingen en Migranten van 2016 en zijn er de VN-ontwikkelingsdoelen, de duurzame doelstellingen, waarbij in het bijzonder doelstelling 4 inzake kwaliteitsonderwijs en doelstelling 16 over vrede, veiligheid en sterke publieke diensten van toepassing zijn, en er is natuurlijk ook de Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling. Ik probeer mijn beleid uit te bouwen in lijn met die internationale verordeningen.
Ik was opgeklommen tot het wel heel hoge niveau van de VN, maar afsluitend daal ik graag eventjes terug af naar het project Wereldspelers. Ik wil bekijken hoe ik in mijn actieplan diversiteit, dat nu in opmaak en voorbereiding is, de goede doelstellingen en goede praktijken van dit project op het terrein beleidsmatig kan integreren, rekening houdend met het feit dat wij beleidsmatig een aantal extra aansturingen moeten kunnen doen. Tegelijkertijd hebben we, zoals u weet, de sector nodig om dit alles levend te maken en te houden. Dit is dus eigenlijk de meer concrete aanpak, de verbinding tussen Wereldspelers en het actieplan diversiteit. Ik weet nog niet uit het blote hoofd of dat zo is bij de beleidsbrief, maar we kunnen daar zeker op terugkomen. U zult er in elk geval toch meer over horen in de eerste helft van volgend jaar.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is goed om te horen dat er vanuit het jeugdwerk zelf al heel wat initiatieven komen. Dat is niet alleen nationaal, en dan denk ik bijvoorbeeld aan De Ambrassade, maar ook lokale jeugdgroepen in de buurt van asielcentra doen best wel wat moeite om de jongeren daar te betrekken bij hun werking en hun dat deeltje van hun jeugd terug te geven.
De vraag zal natuurlijk zijn hoe we dat structureel kunnen verankeren. Ik kijk dan ook erg uit naar het masterplan diversiteit. Ik had er in mijn vraag ook al naar verwezen. Ik denk dat we daar bij de bespreking van de beleidsbrief zeker op kunnen terugkomen, want je voelt natuurlijk wel dat de discussie leeft, zowel bij ons in het parlement, als ik kijk naar de volgende vraag die op de agenda staat, als in de maatschappij, over de vraag hoe we ons jeugdwerk nog diverser kunnen krijgen dan het vandaag eigenlijk al is. Er zijn immers uiteraard goede initiatieven gaande.
De vraag zal natuurlijk zijn in hoeverre de acties die zullen worden opgesomd in het masterplan diversiteit, ook middelen voor de uitvoering ervan zullen krijgen. Er zijn immers al een aantal masterplannen geweest waarin heel goede initiatieven werden vermeld, maar de budgetten afwezig bleven, of waarbij werd gezegd dat die acties zullen gebeuren binnen de huidige budgetten. Dan is het natuurlijk altijd moeilijk om nog boven op de goede dingen die vandaag al gebeuren te werken aan zoiets belangrijks als diversiteit, hoewel dat uiteraard wel al gebeurt. Ik stel echter voor dat we dat sowieso hernemen bij de bespreking van de beleidsbrief.
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Collega, ik dank u voor de interessante vraag. We delen uiteraard ook de bekommernis.
Minister, ik ben blij te horen dat er heel wat aan het gebeuren is, ook vanuit de sector. We zijn er toch ook wel van overtuigd dat de integratie van de jonge vluchtelingen in onze samenleving een specifieke en coherente aanpak vraagt. We zijn er ook van overtuigd dat het heel positief is wanneer jonge asielzoekers een plaats kunnen vinden binnen die jeugdwerkcontext.
Er zijn heel wat interessante voorstellen. Maar ik vraag mij af in hoeverre zij inspiratie kunnen vinden, bijvoorbeeld in de voorbeelden van het inburgeringstraject. Zijn er soms overlappingen met het inburgeringstraject en de integratie rond asielzoekers, vooral dan rond jonge vluchtelingen? Gebeurt daarover overleg met minister Homans? Ik denk dat er toch wel wat overlappingen zouden kunnen zijn.
Er is nog een bezorgdheid die ik u graag meedeel. We moeten erover waken dat we onze jeugdverenigingen niet met alles en nog wat blijven belasten. Verschillende partijen hebben dat al gezegd. De instrumentalisering is nooit ver weg. We moeten opletten dat we niet afdwalen naar een dwangmatige integratie, waarbij de jeugdbewegingen zich dan verplicht voelen om mee te volgen. Ik denk dat het dan niet altijd de juiste kant zal uitgaan. Want ik denk – en ook de minister heeft dat gezegd – dat we ervoor moeten zorgen dat we in dit verhaal de jeugdbewegingen mee hebben.
Minister, in hoeverre is er overlapping met integratie en inburgeringsprojecten?
Minister Gatz heeft het woord.
Mevrouw Van Eetvelde, ik zal u de bevindingen van die verschillende info- en ontmoetingsmomenten in Antwerpen, Gent, en Leuven bezorgen. Daar is er namelijk een intense discussie geweest, een constructieve uitwisseling tussen de steunpunten uit onze sector en het Agentschap Integratie en Inburgering. Ik denk dat ik het best inhoudelijk, op basis daarvan u wat achtergrondinformatie bezorg van hoe die dingen elkaar hebben geraakt en al dan niet overlappen.
Verder sluit ik mij inderdaad aan bij de hoop van mevrouw Soens dat we hier bij de opmaak en de uitrol van het Masterplan Diversiteit op zullen terugkomen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.