Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Vraag om uitleg over het uitblijven van een federale vliegwet
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, sinds het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest eind februari 2017 een strenger geluidsregime voor het luchtverkeer invoerde, zijn er in drie maanden in totaal 816 geluidsinbreuken vastgesteld. Dat blijkt uit de data die De Tijd ophaalde bij het departement Leefmilieu van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Een proces-verbaal leidt in principe tot een boete, maar gemiddeld duurt het één tot anderhalf jaar voor een vaststelling van inbreuk wordt omgezet in een boete die dan wordt verstuurd naar de vliegmaatschappijen. Luchtvaartbronnen melden dat maatschappijen als Brussels Airlines, TUI en DHL alvast op de hoogte zijn gebracht dat ze flink meer boetes mogen verwachten.
Het blijft helaas heel lang wachten op een doorbraak in het luchthavendossier, met name op het langverwachte vliegplan en de Vliegwet van federaal minister van Mobiliteit Bellot. Dreigen om naar het gerecht te stappen om de inwerkingtreding van het strengere geluidsregime in Brussel aan te vechten, zoals u deze zomer deed, zal geen zoden aan de dijk brengen. Door deze omstandigheden is het eigenlijk ontstellend te moeten vaststellen dat u blijkbaar wacht op een initiatief van federaal minister Bellot. De laatste bijeenkomst van de betrokken kabinetten dateert van 10 mei 2017. Zo klonk uw antwoord op de schriftelijke vraag van collega De Vroe. Ik had van u verwacht dat u uw federale collega’s op zijn minst zou aanjagen om vooruitgang te boeken in dit dossier.
Minister, kwam het luchthavendossier aan bod op het Overlegcomité van 6 september? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is hiervan de belangrijkste uitkomst? U hebt steeds gesteld dat dit dossier een politiek probleem is dat politiek moet worden opgelost. Op 29 juni stelde u nog dat er al veel werk ter zake is verricht en dat u het overleg alle kansen hebt geboden, doch de indruk wordt gewekt dat momenteel alle overleg tussen de verschillende gewesten en de federale overheid stilligt. Is het mogelijk een stand van zaken te geven van de werkzaamheden, onder andere van de werkgroepen en het overleg in de afgelopen drie maanden?
Minister, u stelde in de vergadering van de commissie Brussel op 29 juni 2017 u dubbel te zullen blijven plooien om bilateraal en via de Federale Regering de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot andere inzichten trachten te brengen. Moeten we daaruit begrijpen dat er voor de Vlaamse Regering geen compromis mogelijk is? Wat is het huidige standpunt van de Vlaamse Regering met betrekking tot de geluidsnormen rond de nationale luchthaven, de eventuele verlenging van het nachtregime en het aantal nachtelijke vliegbewegingen?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Naar aanleiding van de uitspraak op 20 juli 2017 van de Brusselse rechtbank van eerste aanleg mogen vliegtuigen de druk bevlogen Kanaalroute boven het centrum van Brussel niet meer gebruiken tussen 23 uur ’s avonds en 7 uur ‘s morgens. In de nasleep van die beslissing vragen de burgemeesters van Oost-Brabant en Halle-Vilvoorde en de provincie Vlaams-Brabant, die zijn verzameld in het Platform Luchthavenregio, dat er onverwijld werk wordt gemaakt van een bindende Vliegwet. Er is inderdaad nood aan die federale Vliegwet en het samenwerkingsakkoord die voor een evenwichtige oplossing en goede spreiding moeten zorgen.
Eind april besliste de Brusselse Regering om de strengere Brusselse geluidsnormen wel degelijk toe te passen, maar stelde daarbij dat er nog tijd is voor onderhandelingen, want tussen het moment van de vaststelling en het moment van de betaling of de inning van de boetes zit een administratieve procedure van anderhalf tot twee jaar. Op het Overlegcomité werd aangekondigd, aldus het antwoord van de minister-president eind april in de commissie Leefmilieu, dat er drie werkgroepen zouden komen. Een eerste werkgroep zou zich buigen over het samenwerkingsakkoord dat moet worden gesloten tussen de betrokken overheden. Een tweede zou het hebben over de aangepaste vliegprocedures en een derde zou zich buigen over de mogelijke gevolgen van de rechtszaken die op dit ogenblik nog lopen of die al zijn gevoerd.
Minister, op mijn schriftelijke vraag van begin juni antwoordde u dat de Vlaamse Regering wacht op een initiatief van minister Bellot. De laatste bijeenkomst van de betrokken kabinetten zou van 10 mei dateren, aldus uw antwoord.
De werkgroepen zouden begin juni dus nog niet eens zijn gestart. Er werd een voorstel gedaan om in eerste instantie over de contouren van een samenwerkingsakkoord te spreken. Hierop werd terugkoppeling beloofd, aldus uw antwoord. Begin juni was dit zonder gevolgen.
Helaas moet ik ook vaststellen dat er begin juni geen gesprekken lopende waren op vlak van het Overlegcomité.
Minister, wat is de stand van zaken van het overleg over het dossier van de geluidshinder rond de luchthaven van Zaventem? Op welke manier zal de Vlaamse Regering meewerken en oplossingen zoeken in dit dossier? Zijn de werkzaamheden van de drie werkgroepen intussen gestart? Welke concrete stappen hebt u sinds het overleg van begin mei genomen? Lopen er vandaag gesprekken in het Overlegcomité? Zo ja, hoe evalueert u die?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik kan vrij kort zijn met betrekking tot een stand van zaken: sinds de laatste bijeenkomst van 10 mei op het kabinet-Bellot zijn er geen officiële vergaderingen geweest over het dossier. De laatste keer dat het ter sprake is gekomen, was op het Overlegcomité van de maand juni.
Er zijn geen werkgroepen meer samengekomen omdat zij uitgewerkt zijn. Zij hebben alles geanalyseerd en rijp gemaakt voor politieke besluitvorming. Het enige waarvoor ze nog zouden kunnen samenkomen, is om zich te buigen over de contouren van een samenwerkingsakkoord. Wat echter de analyse en de voorgeschotelde vragen betreft, hebben zij hun werk afgeleverd. De objectivering is gebeurd door die werkgroepen, minister Bellot kent ook de standpunten van beide gewesten. Het is aan hem om met voorstellen te komen, wat ik ook verwacht met het oog op het vonnis.
Er zijn sinds mei wel wat informele contacten geweest met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest maar daaruit is snel gebleken dat de gespannen verhoudingen als gevolg van de onzekerheid over het voorbestaan van de vigerende meerderheid niet snel tot een oplossing zouden leiden. Dat was niet het moment om zwaar op tafel te kloppen. Integendeel, dat zou de zaak enkel verergerd hebben. De problematiek waar we het net over hadden, vormde de inzet van debat en profilering in hoofde van sommige partijen die wilden inbreken in de Brusselse meerderheid. Dat leek me niet het moment om dan voorzetten voor open doel te geven.
Intussen is er op 20 juli wel een uitspraak geweest van de Brusselse rechtbank van eerste aanleg. Het is natuurlijk niet dat de rechter bevolen heeft de kanaalroute niet meer te overvliegen tussen 23 en 7 uur. Inhoudelijk komt de rechter niet tussen, het is aan de politiek om wijzigingen aan te brengen. In het vonnis is wel sprake van onder meer een veroordeling tot het doen stoppen van de schendingen van het besluit over de geluidsnormen die voortvloeien uit het gebruik van de kanaalroute. Binnen de vier maanden na de betekening van het vonnis, die gebeurd is op 25 juli, moet de federale overheid het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest de operationele maatregelen uitleggen die het wenst te nemen om hieraan te voldoen. Indien geen operationele maatregel kan worden genomen, moet de brief aan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest een formele en materiële motivatie daarvan bevatten.
In het vonnis staat ook de veroordeling tot het maandelijks communiceren aan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van de lijst van vliegtuigen die de vorige maand de Kanaalroute hebben gebruikt tussen 23 uur en 7 uur, alsook hun quota count.
Verder is er sprake van de tenuitvoerlegging binnen de drie maanden na de betekening, een veroordeling van het doen stoppen van de schendingen van het besluit over de geluidsnormen die voortvloeien uit het gebruik van de Ringroute en van de landingsroute. Ook hier moet binnen de vier maanden een oplossing komen en indien dit niet kan, een formele en materiële motivatie ervan aan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
Verder staat in het vonnis dat de staat is veroordeeld om op zijn kosten een milieueffectenstudie te doen inzake de exploitatie van de luchthaven wat de geluidsoverlast betreft. Binnen de vier maanden na betekening moet men hiervoor een planning overmaken.
Naar ik begrepen heb, gaat de Federale Regering niet in beroep tegen deze veroordelingen en zal ze dus gevolg moeten geven aan de bepalingen ervan, uiterlijk tegen 25 november, vier maanden na de betekening van het vonnis op 25 juli.
Wij zullen deze materie ook agenderen op het Overlegcomité om in functie van het vonnis te weten wat de betrokken minister van plan is. Het standpunt van de Vlaamse Regering over de geluidsnormen is natuurlijk niet gewijzigd. Wij hebben belangenconflicten ingediend, wij zijn gekant tegen deze strenge geluidsnormen en overwegen niet om zelf gelijkaardige geluidsnormen in te voeren. Dat zou de luchthaven helemaal verstikken. Die luchthaven is voor ons economisch een aantrekkingspool.
Ik heb aan de bedrijven die een boete zouden oplopen als gevolg van de verstrengde geluidsnormen in de periodes van een belangenconflict en waarbij dus eigenlijk een de facto schorsing ontstaat van de bestreden maatregel waartegen een belangenconflict is ingediend, aangeboden om juridische bijstand te verlenen wanneer zij daartegen procederen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, ik kan alleen maar vaststellen dat er gedurende vier maanden weer niets is gebeurd. Er is gewoon niets gebeurd, dit dossier zit in een complete impasse, dit dossier ligt compleet stil. U hebt zich sterk gemaakt dat u iedereen zou blijven aanjagen en dat u zich dubbel zou plooien om de Brusselse Regering tot andere standpunten te brengen en dit op te lossen, maar er gebeurt niets. Sinds 10 mei zijn er geen vergaderingen meer belegd. U hebt er blijkbaar ook niet op aangedrongen. U laat het dossier gewoon liggen, en dat is ontstellend, want intussen is de economie enorm geschaad. De mensen in de Rand worden daardoor getroffen.
U zegt dat de werkgroepen zijn uitgewerkt en dat de tijd rijp is voor politieke besluitvorming. Ik veronderstel dat dat voor de vergadering van het Overlegcomité op 6 september was. U hebt daar niet op geantwoord, maar ik ga ervan uit dat u daarmee wilt zeggen dat het niet is besproken op 6 september. Mijn vraag is dan ook wanneer het volgende Overlegcomité gepland is. Zal het dossier dan wel worden geagendeerd? U kent ons standpunt: alleen belangenconflicten en juridische steekspelletjes zullen het dossier niet vooruit helpen. Uw antwoord bewijst dat opnieuw. Ik zal u opnieuw vragen om het denkspoor te onderzoeken om een intendant aan te stellen om het dossier uit de impasse te helpen waar het nu al maanden en jaren in zit.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de grondige toelichting bij de stand van zaken. Onze nationale luchthaven is van heel groot economisch belang, niet alleen voor de Vlaamse regio maar uiteraard ook voor Brussel, en zorgt voor heel veel werkgelegenheid, direct en indirect. Het gaat over ongeveer 60.000 jobs. Dat dossier is altijd een moeilijke oefening, het is zoeken naar een moeilijk evenwicht tussen leefbaarheid en economisch belang, maar ik denk dat het belangrijk is, en dat is ook wat de minister-president bij de vorige vragen benadrukt heeft, dat we openstaan voor die dialoog. We moeten streven naar een goed evenwicht, en we moeten zo snel mogelijk uit die rechtsonzekerheid geraken.
Ik heb begrepen dat de Vlaamse overheid heeft gevraagd zo snel mogelijk vooruit te gaan. De federale overheid en minister Bellot zitten echter stil. Het is van groot belang dat we vanuit Vlaanderen op dat overleg blijven aandringen. Ik verwijs natuurlijk naar het vonnis dat op 20 juli 2017 is geveld en op 25 juli 2017 is betekend. De timing van vier maanden is belangrijk, want 25 november 2017 is niet zo ver meer.
Minister, u hebt net verklaard dat u dit punt sowieso op de agenda van het Overlegcomité zult plaatsen. Ik zou graag vernemen wat de precieze timing is. Wanneer vindt die vergadering van het Overlegcomité plaats?
Verder ben ik tevreden dat de Vlaamse Regering niet de bedoeling heeft om, zoals ik in het verleden heb vernomen, de geluidsnormen in Vlaanderen naar de Brusselse normen te verengen. Dat zou heel nefast zijn voor de economie in onze regio.
Minister, ik kijk uit naar uw verdere reactie met betrekking tot het Overlegcomité. Wat zal de Vlaamse Regering nog doen om op snel overleg aan te dringen?
De heer Nevens heeft het woord.
Voorzitter, ik hoor hier graag praten over de grote economische belangen van de luchthaven, maar het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heeft nu grendels geplaatst op de werking van de luchthaven en op het mogelijk maken van een Vliegwet. Dit hypothekeert een gedragen oplossing voor de leefbaarheid van de mensen in de Vlaamse Rand en in Brussel. Wat de lasten betreft, mogen we niet vergeten dat 80 procent voor de inwoners van de Vlaamse Rand en 20 procent voor de Brusselaars is.
De uitspraak die de rechtbank naar aanleiding van de stakingsvorderingen heeft gedaan, bevat een aantal onderdelen. Op de vraag de nacht te verlengen, is de rechtbank niet ingegaan. De rechtbank is wel ingegaan op de vraag om de bocht naar links scherper te maken en om de Kanaalzone te schrappen.
Minister, u hebt verklaard dat de Vlaamse Regering niet in beroep zal gaan. Dit impliceert dat u tegen 25 november 2017 met een gemotiveerd voorstel voor de vliegroutes moet komen. Ik kan u nu al op een blaadje geven dat de Vlaamse Regering of de minister niet in beroep zullen gaan, maar dat de Vlaamse gemeenten naar de rechtbank zullen stappen. Ze zullen dezelfde eisen op tafel leggen als de Brusselse Regering nu op tafel heeft gelegd.
De vraagstellers vertegenwoordigen eigenlijk de kleuren van de partijen die in de Brusselse Hoofdstedelijke Regering zijn vertegenwoordigd. Nu wordt weer om een intendant gevraagd. De problemen zijn echter in Brussel gecreëerd. Als minister Bellot een vliegwet tot stand wil brengen en een draagvlak wil creëren, moet daar een opening worden gemaakt.
Wat mij betreft, is het bang afwachten tot 25 november 2017 en de motivering die minister Bellot tot stand zal brengen. Indien hij ermee akkoord gaat dat niet langer boven de Kanaalzone mag worden gevlogen en dat de bocht naar links wordt aangescherpt, zal de onverdeeldheid van de lasten voor de Vlaamse Rand nog groter worden. Wat de economische meerwaarde van de luchthaven betreft, zijn we dan met vuur aan het spelen. Ik geef nu in deze commissie al op een blaadje dat de toekomst van de luchthaven in Zaventem niet rooskleurig zal zijn.
Dat geef ik de commissie hier op een blaadje. Ik hoop dat de Brusselaars die nu op de luchthaven werken de eerste slachtoffers van de impact hiervan zullen worden. Dat kan toch niet anders. Het zou niet onredelijk zijn indien zij als eersten het slachtoffer zouden worden en hun job zouden verliezen.
Ik heb vernomen dat de Brusselse minister Gosuin een oplossing heeft. Hij wil de werklozen 4000 euro geven om zelfstandigen te worden. Dat zal in Brussel een dure maatregel worden. Ik hoop dat het gezond verstand eindelijk eens zal zegevieren. Dit is een werkgelegenheidspool voor vooral laaggeschoolden, wat in Brussel een grote problematiek is, die met het openbaar vervoer op 15 minuten van Brussel ligt. Ik hoop dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest eindelijk zal proberen om de economische realiteit ten volle te zien en een groot gedeelte van de lasten op zich zal nemen. Op die manier zou de rechtszekerheid voor de luchthaven en voor de werkgelegenheid kunnen blijven bestaan. We moeten alles eindelijk eens overboord gooien en logisch denken. We moeten het baangebruik en de veiligheid bij het landen en opstijgen allemaal in rekening brengen. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest draagt momenteel oogkleppen en denkt enkel aan het eigen belang.
De heer Doomst heeft het woord.
Voorzitter, ik vrees voor de landing van dit dossier. Ik voel dat er geen bereidheid is, bij geen enkele partij, om er echt in te vliegen en daar maak ik me zorgen om. Dat is enigszins de kern van het probleem. De afgelopen dagen hebben we geleerd dat confrontaties niet goed zijn en dat dialogen wel belangrijk zijn.
Minister, door dit naar formele overlegcentra, zoals het Overlegcomité, sturen, vrees ik dat we er niet zullen komen. Tijdens de vorige legislatuur waren er ook dossiers die onoplosbaar werden geacht, maar we zijn er doorgeraakt. Op een bepaald ogenblik was er de bereidheid om erin te vliegen en er werk van te maken.
Is er een echte overlegstrategie van onze kant uit om de zaken te doen vooruitgaan? Ik heb de indruk dat nu het systeem-Weiler wordt gebruikt. De ploegen stellen zich defensief op, maar hebben niet de wil om tot de aanval over te gaan.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik denk dat discretie in dit verband aangewezen is. Als die strategie vruchten afwerpt, is dat mooi meegenomen. De strategie van de heer Weiler heeft uiteindelijk ook tot een zoveelste landstitel geleid.
De eerstvolgende vergadering van het Overlegcomité vindt plaats op 25 oktober 2017. We zullen het punt daar agenderen. (Opmerkingen)
De agenda wordt pas enkele dagen op voorhand opgesteld. De agenda is nu alleszins nog open en moet nog worden vastgelegd. Dat gebeurt enkele dagen op voorhand. Het kan zeven dagen of tien dagen zijn, daar ben ik niet zeker van.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik begrijp echt niet waarom dit niet tijdens de vergadering van het Overlegcomité van 6 september 2017 is besproken. De werkgroepen, die precies zijn samengesteld om de resultaten naar het Overlegcomité te brengen, waren toen klaar. Ik ga ervan uit dat het op 25 oktober 2017 wel degelijk op de agenda zal staan.
Ik weet dat dit een rotdossier is. Velen hebben het al zo genoemd. Niemand wil zijn vingers verbranden. We voelen echter aan dat het tot na de verkiezingen zal blijven liggen. Dat is een schande, want ondertussen lijdt onze economie hierdoor een groot verlies. Voor de mensen in de Rand staat de leefbaarheid onder enorme druk.
Minister, de meerderheidspartijen zitten ook in de Federale Regering. Als het die partijen niet lukt, weet ik ook niet meer wat er nog moet gebeuren. Ik roep dan ook opnieuw op om een intendant aan te stellen. Hij kan met alle partijen en met alle actiegroepen rond de tafel zitten. Hij kan een analyse van de inzichten maken en in dialoog treden. Dat is de enige manier om boven het politiek gewoel en de communautaire spelletjes uit te stijgen. U moet het op die manier doen.
Ik weet dat dit een idee van de oppositie is. Dat is eigenlijk de enige reden waarom de Vlaamse Regering er niet op ingaat. Goede ideeën maken niet uit: dit is in het algemeen belang. U moet gewoon een intendant aanstellen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, discretie is met betrekking tot dit dossier belangrijk. De dialoog is zeer belangrijk. We kijken natuurlijk uit naar de vergadering van het Overlegcomité op 25 oktober 2017. Uiteraard zullen we u onmiddellijk nadien hierover vragen om uitleg stellen. We gaan ervan uit dat u dit punt sowieso zelf op de agenda zult plaatsen en dat het goed zal worden besproken. We moeten uit de impasse van de rechtsonzekerheid. Het economisch belang van onze luchthaven is te groot. We rekenen op u en we zullen u nadien hierover bevragen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.