Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Vraag om uitleg over de evaluatie van het Gordelfestival 2017
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Op zondag 3 september vond de vijfde editie van het Gordelfestival plaats, met nu als focusgemeente Sint-Pieters-Leeuw. In de pers werd alvast gesproken van een geslaagde editie: mede dankzij het goede weer – in tegenstelling tot vorig jaar – bracht het Gordelfestival immers aanzienlijk meer deelnemers op de been dan vorig jaar. Minister Weyts toonde zich vooral tevreden over de Gordelklassieker – de 100 kilometer lange fietstocht in peloton – en kondigde na afloop aan dat deze volgend jaar uitgebreid wordt, niet alleen met meer pelotons, maar ook met meer exclusieve wegen.
Nochtans waren er ook heel wat tegengeluiden te horen en waren veel trouwe gordelaars ontgoocheld dat ze niet langer op eigen tempo de echte klassieker, de fietstocht van 100 kilometer, konden afwerken. Dit heikel punt werd met name aangekaart door de Flandriens, een groep wielervrienden met roots in de Vlaamse Volksbeweging. Met hun actie bij de start hekelden ze tevens dat de bestaansreden van de Gordel, met name de focus op het groene en Vlaamse karakter van de Rand, naar de achtergrond dreigt te verdwijnen.
Datzelfde weekend lanceerde Brussels staatssecretaris Bianca Debaets tevens het voorstel om een verlengstuk aan het Gordelfestival te breien: Dwars Door Brussel.
Minister, graag had ik van u dan ook vernomen hoe u de afgelopen editie van het Gordelfestival evalueert en hoe u dit initiatief in de toekomst verder wilt vormgeven.
Minister, acht u het Gordelfestival 2017 een succes en, zo ja, wordt dit ook gereflecteerd in de deelnemersaantallen?
Hebt u begrip voor de kritiek op de vernieuwde Gordelklassieker? Zo ja, hoe plant u dit in de toekomst te remediëren? Philippe Paquay, voorzitter van Sport Vlaanderen, liet reeds verstaan voor volgend jaar Gordelpelotons aan lagere snelheid te overwegen, maar het rijden in peloton zal steeds een deel van de fietsende gordelaars uitsluiten.
Drie, bent u het met verontruste actievoerders eens dat de focus op het groene en Vlaamse karakter van de Rand in het hele Gordelfestival dreigt te verwateren? Hoe kan deze bezorgdheid in de toekomst worden weggenomen?
Wat vindt u ten slotte van het voorstel van staatssecretaris Debaets om het Gordelfestival uit te breiden naar Brussel?
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, 26.000 deelnemers, ik denk dat dat echt niet kwaad was.
Uit de ervaring ter plekke bleken alvast een goede sfeer en een goede organisatie.
Er was inderdaad de doelgroep van de wielertoeristen. Als je een gebrekkige voorbereiding had, was het inderdaad wat moeilijker om daarbij aan te sluiten. Maar het had wel iets.
Het blijft natuurlijk nog altijd belangrijk om het positief uitnodigende Vlaamse karakter te beklemtonen. Hoe meer Vlaamse zielen, hoe meer deugd. Misschien moeten we dat nog wat meer inzetten.
Minister, is de evaluatie al gebeurd? Zullen alle actoren – provincie, vzw Vlaamse Rand en gemeenten – daarbij worden betrokken? Hoe was het eigenlijk met de participatie van de faciliteitengemeenten? Dat lijkt mij heel belangrijk. Wat zijn de inspanningen geweest om inderdaad die anderstaligen en nieuwkomers – we moeten toch winst maken – erbij te halen? Tot slot, hoe is de verdeling van de budgetten geweest voor de diverse onderdelen?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik denk dat iedereen het erover eens is dat de laatste editie een schot in de roos was, mede dankzij het goede weer – vanzelfsprekend –, maar anderzijds ook omdat het wel snor zat met de organisatie en omdat we voor de nodige vernieuwing hebben gezorgd.
Het was zelfs zo dat er op bepaalde ogenblikken van de dag veel volk was om alle activiteiten open te stellen voor iedereen. Ik wil trouwens ook een pluim geven aan de medewerking van Sint-Pieters-Leeuw en de gemeenten, die er ook voor heeft gezorgd dat het een succes is geworden in het domein Coloma.
We hebben al een evaluatiegesprek gevoerd met de drie organiserende partners, vzw ‘de Rand’, de provincie Vlaams-Brabant en Sport Vlaanderen. Met de focusgemeente Sint-Pieters-Leeuw doen we dat nog op 10 oktober, maar uit mijn eerste persoonlijke contacten kan ik opmaken dat ook daar toch een en ander positief werd geëvalueerd. We doen dat echter ook altijd vooral om te kunnen leren, op basis van de ervaringen van de betrokken focusgemeente, in welke mate we onze organisatie nog moeten aanpassen of verfijnen in functie van lokale desiderata.
De rol van de faciliteitengemeenten blijft natuurlijk essentieel. Sinds ik ‘in office’ ben, heb ik ook getracht om de centrale rol van die faciliteitengemeenten opnieuw in ere te herstellen. Er zijn soms wel wat praktische beslommeringen die maken dat dat iets moeilijker is. Het is dikwijls ook afhankelijk van de keuze van de focusgemeente. In dit geval werd bijvoorbeeld gekozen voor Sint-Pieters-Leeuw, vrij dicht bij Huizingen, dus ook veeleer in de zuidrand. Bijvoorbeeld met het peloton van de 100 kilometer zijn we dus wel gepasseerd via faciliteitengemeenten, maar daar waren stopplaatsen op het tracé eenvoudigweg niet mogelijk. Voor die 100 kilometer hebt u trouwens niet echt zoveel voorbereiding nodig, kan ik getuigen. Dat valt best mee. Als je een toer van 100 kilometer wilt maken, dan moet je er natuurlijk voor zorgen dat je niet na 10 kilometer halt houdt, maar na 30 à 35 kilometer, en vervolgens ook nog eens 35 kilometer verder. Dat maakt dat de faciliteitengemeenten daarvoor nu net buiten de perimeter vielen. Daarom hebben we dus gekozen voor Grimbergen en Overijse.
Dat betekent natuurlijk niet dat de faciliteitengemeenten niet in het aanbod aan bod zijn gekomen. Integendeel, dat was enkel bij de pelotons van 100 kilometer. De Boesdaalhoeve in Sint-Genesius-Rode was het eindpunt van een grote wandeling vanuit Huizingen. Heel wat deelnemers hebben trouwens dat volledige traject afgelegd. Dat is een mooie wandeling. In de week vooraf heeft men, en dat is natuurlijk vooral de bedoeling, via het programma Plaat Préféré van Radio 2 ook specifiek ingezoomd op en uitgezonden vanuit twee faciliteitengemeenten, namelijk Sint-Genesius-Rode en Wemmel. Dat is het belangrijkste: dat we met de organisatie van het Gordelfestival specifiek aandacht genereren voor de thematiek van de Vlaamse Rand en bij uitstek de faciliteitengemeenten. Dat hebben we dus ook gedaan, via media-aandacht, onder andere via Radio 2. Twee voormiddagen was dat een schot in de roos, met heel wat lokale aandacht en promotie voor het Gordelfestival zelf.
Zoals gezegd is het natuurlijk de keuze van de focusgemeente die bepalend is om te definiëren welke rol de faciliteitengemeenten spelen, maar het blijft mijn zorg, en dat is ook de opdracht die ik altijd meegeef aan vzw ‘de Rand”, voor zover dat nodig is, om ieder jaar maximaal de zes mee te nemen in de schijnwerpers. Zij maken immers natuurlijk deel uit van het DNA van het Gordelfestival.
Ook dit jaar hebben we inspanningen gedaan om anderstaligen aan te trekken. Dat was een andere vraag. We hebben melding gekregen van onze mensen ter plaatse dat dat ook wel is gelukt, nog meer dan bij de vorige editie, toen we vaststelden dat ook heel wat mensen met een andere thuistaal dan het Nederlands ook hebben geparticipeerd en zeker geïnteresseerd waren. We hebben trouwens ook via Flanders Today specifieke aandacht geschonken aan het Gordelfestival.
Wat het kostenplaatje betreft, is het zo dat de Vlaamse overheid in het evenement investeert via vzw ‘de Rand’, via het Team Coördinatie Vlaamse Rand van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) en via Sport Vlaanderen. Vzw ‘de Rand’ investeerde een budget van 303.000 euro, waarvan 173.000 euro afkomstig is uit een projecttoelage van collega Muyters en 130.000 euro uit de algemene dotatie van de vzw. Het Team Coördinatie Vlaamse Rand investeerde op zijn beurt 20.000 euro en Sport Vlaanderen had 306.000 euro in de begroting opgenomen. De derde organisator, de provincie Vlaams-Brabant, investeerde dan weer 100.000 euro in het evenement. Ik kan nog geen bedrag kleven op de inbreng van de focusgemeente Sint-Pieters-Leeuw. Ik denk dat dat ook deel zal uitmaken van de evaluatiegesprekken.
De grootste nieuwigheid in 2017 was natuurlijk het rijden in peloton. We hebben het daar al even over gehad. We hadden 4 pelotons van 125 deelnemers. Die inschrijvingen gingen heel vlot. We hebben ze vroegtijdig moeten afsluiten wegens een zeer grote vraag. Het was absoluut mijn bedoeling om opnieuw enkele pelotons van rijders de 100 kilometer te laten doen, om die 100 kilometer opnieuw voor het voetlicht te plaatsen en ervoor te zorgen dat ook allerhande wielerverenigingen, vrijetijdsverenigingen zouden participeren. Dat is wel goed gelukt. Ik denk dat die ook de volgende jaren zullen terugkomen. Trouwens, hun deelname is ook minder weersafhankelijk. Die schrikken minder terug van een beetje regen. Hun voordeel was ook, en ik denk dat diverse mensen hier aanwezig dat ook konden vaststellen, dat er vanaf ’s morgens al heel wat beweging was, zowel in Huizingen als in Sint-Pieters-Leeuw. Vanaf zeven uur, half acht was er al heel wat activiteit, en dat is in de loop van de dag niet anders geweest. Het was plezant dat er daar onmiddellijk als je aankwam al heel wat leven was, dat al honderden mensen vroeg uit de veren waren en dat die zondag prettig begon.
We willen de formule ook uitbreiden. Er moet één keer een eerste keer zijn. Daarom hebben we gelimiteerd. Wat waren de praktische beslommeringen waarom we dat tot vier pelotons hebben beperkt? Omdat je natuurlijk rijdt onder begeleiding van een bezemwagen, van motards, en de kruispunten worden afgezet. Dat vergt dus wel wat organisatie, dat vergt wel wat mankracht, ook van de politie. Ik zou dat graag uitbreiden. Dat zal ons ook wel lukken, maar dat vergt dus wel wat extra mankracht. Dat zal echter wel lukken, en we gaan er dan ook voor zorgen dat er met lagere gemiddelde snelheden kan worden gereden. Nu was de laagste snelheid 26 kilometer per uur. Dat is niet zo veel in een peloton, geloof me vrij. Dat is niet echt koersen. Je wordt meegezogen in zo’n peloton. Je hebt ervaren rijders die voorop rijden en die letterlijk diegenen die daarop volgen, uit de wind zetten. Dat valt dus best mee, maar we zullen naar een lagere snelheid gaan. Anderzijds las ik bij sommigen de kritiek dat dit zou verhinderen dat gezinnen en mensen met bijvoorbeeld een bakfiets zouden deelnemen aan de 100 kilometer. Het zou me verbazen, mochten bakfietsen of gezinnen met kinderen deelnemen aan de 100 kilometer. Daarvoor is het toch wel een iets te lang en iets te zwaar parcours, zou ik denken. Ik zal mijn kinderen alleszins vooralsnog niet kunnen meenemen op die 100 kilometer, denk ik.
Ik bekijk echter ook of we dat parcours zelve nog wat aantrekkelijker kunnen maken, dat we er een uitzonderlijk tracé uit zouden pikken dat enkel op die dag kan worden bereden. Ik heb daarvoor bij de afgelopen editie al inspanningen gedaan. De federale wegpolitie is ter zake een beetje de moeilijke partner, begrijpelijkerwijs hoor, maar ik zal toch nog proberen om een nieuwe dappere poging te ondernemen, en ik wil dat het bij de volgende editie daadwerkelijk lukt om een exclusief tracé te kunnen aanbieden, waarop anders nooit wordt gereden en de fiets het eens overneemt van de wagen. Dat is dus absoluut de bedoeling.
Het Vlaamse en groene karakter van de Vlaamse Rand bevorderen blijft natuurlijk de basisdoelstelling van het Gordelfestival. We hebben ondertussen ook al de negentien gemeentebesturen van de Vlaamse Rand schriftelijk uitgenodigd om te kandideren om de volgende focusgemeente te zijn. We hebben daar zelfs al antwoorden op gekregen, in die zin dat ik me, denk ik, al verzekerd weet van een focusgemeente voor zowel 2018 als 2019. Dat zit dus al goed.
Wat de vraag betreft om dat uit te breiden naar Brussel-stad, ik begrijp de hunker naar de groene Vlaamse Rand, maar Het Gordelfestival focust net op het behoud van het groene en Vlaamse karakter, en dat koesteren we zeer graag. We zien Brussel heel graag, maar we zien Brussel ook heel graag daar waar het nu ligt en waar het mag blijven.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ongetwijfeld was het Gordelfestival een groter succes dan in 2016, want er waren toch 10.000 bezoekers meer. Toen was het triest. Als je tegen een forse kostprijs van 660.000 euro subsidie maar 16.000 bezoekers hebt, dan is dat een heel dure grap. Ik heb het even uitgerekend: dat was 41,6 euro per bezoeker. Nu ligt de kostprijs iets lager, maar het blijft toch een hoog bedrag. Dat is een positieve zaak.
Ik hoor dat er nu meer pelotons gaan komen, maar het is belangrijk dat ook de bakfietsende mensen met kinderen de ruimte krijgen om een deel van het parcours te rijden.
Minister, ik had niet anders verwacht dan dat u de suggestie van staatssecretaris Debaets radicaal zou afblokken. Ze heeft goede argumenten aangehaald. Brussel en de Rand staan voor dezelfde uitdagingen. Het zou leuk zijn om de mensen uit de Rand het mooie Brussel te tonen en de Brusselaars de mooie Rand te laten ontdekken. Sowieso krijgen we dan ook meer mensen op de fiets. Het is dan ook heel jammer dat u niet overweegt om dat idee van nabij te bekijken.
Minister, ik vond het een geslaagde organisatie, vooral het sportieve deel was op een goede manier uitgebouwd. Misschien kan het een beetje laagdrempeliger. Het groepsgegeven had iets en heeft ook succes gehad. Dat was dus de goede richting.
Het concept van wat we voor de faciliteitengemeenten willen doen, zou ik tegen de volgende keer wat concreter ingevuld willen zien – ook de manier waarop we nieuwkomers en anderstaligen daarbij proberen te krijgen. We moeten intenser en meer afgelijnd zoeken naar de doelgroepen. Brussel zou dan misschien een vijver kunnen zijn om in te vissen. We moeten volgend jaar explicieter de moeite doen om die groepen op te sporen en uitnodigend te benaderen.
Het voorgegeven via RINGtv en Radio 2 vond ik ook zeer goed uitgebouwd. Dat heeft in de maanden vooraf de sfeer rond de Gordel op een mooie manier laten gedijen.
Minister, wat zal de precieze kostprijs zijn voor de focusgemeenten in de komende jaren? Dat zouden we toch moeten weten vóór de kandidering door die gemeenten. Ik hoor dat voor 2018 en 2019 de 19 gemeenten zijn uitgenodigd. Misschien zijn er bij de 35 gemeenten wel geïnteresseerden. Misschien is het niet onnuttig hen uit te nodigen om mee te doen. Het is dan toch belangrijk om te weten hoeveel het zou kosten. Zo weet degene die zich engageert, waar het naartoe gaat. Ik neem aan dat dat objectief zal worden geselecteerd in de volgende maanden. Hoe zal dat gebeuren?
De heer Persyn heeft het woord.
Mevrouw Maes en de heer Segers hebben mij gevraagd om voor onze fractie het woord te voeren. Ze zijn hier verontschuldigd. Voor ons is de focus op de Vlaamse Rand en het groene karakter ervan heel belangrijk. Uitbreiden of een doorsteek maken naar Brussel vinden wij minder aangewezen, maar we zijn natuurlijk wel voor de mentale en de fysieke gezondheid van al onze medeburgers.
Dus waarom geen dwars door Brussel of iets dergelijks op hetzelfde of een apart moment?
Minister, de meeste aspecten en nuances zijn hier al aan bod gebracht en u hebt er ook op geantwoord.
Voor ons is het betrekken van de anderstaligen ook nog belangrijk. Denk aan de vele Engelstalige en Duitstalige Belgen. Tegenwoordig zijn er ook Slovaken die het goed doen in het wielrennen. Er wonen heel veel vertegenwoordigers van die communauteiten en ook van andere nationaliteiten in de Rand. Bovendien spreken heel wat van die mensen een aardig mondje Nederlands.
Misschien is het een extra aandachtspunt om die gemeenschappen, die helemaal niet zo moeilijk te bereiken en vaak heel goed verenigd zijn in gezelschappen, ook meer te betrekken.
De bakfietsende gezinnen kunnen vanzelfsprekend nog altijd deelnemen aan de andere tracés. We hebben verschillende afstanden: er is de ‘Proef de streek’-route, 20 kilometer, 40 kilometer, 60 kilometer. Dat kan allemaal, en dat zijn enkel de fietsroutes. Dan heb je nog verschillende wandeltochten. Het is voor iedereen echt toegankelijk.
Afhankelijk van onze focusgemeenten doen we het maximaal mogelijke om de faciliteitengemeenten zoveel mogelijk mee te nemen. Geloof me, dat is soms kunst- en vliegwerk, maar we slagen er altijd in en dat zal bij de volgende edities niet anders zijn.
Niet alleen via Flanders Today, maar ook via andere expatmedia hebben we geadverteerd. Daarenboven hebben we ook gezien na de analyse van de bezoekers op de website van het Gordelfestival dat er effectief een toename is van het aantal anderstaligen. Dat werkt dus wel.
De hoofdbrok van de participatie van de gemeenten bestaat uit logistieke steun. Dat wordt natuurlijk vertaald in extra infrastructurele en personeelskosten, dat spreekt voor zich. Verder is het vooral afhankelijk van wat de gemeente zelf op dat vlak wil investeren. Voor deze editie heeft bijvoorbeeld de gemeente Sint-Pieters-Leeuw zelf bijgedragen voor een grotere affiche in het Colomadomein. Voor Natalia, toch een grote naam met een ander prijskaartje, hebben ze extra geld op tafel gelegd. Dat is altijd een onderhandeling die afhankelijk is van het lokale ambitieniveau.
Mevrouw Segers heeft het woord.
De Gordel moet er zijn voor iedereen, ook voor de bakfietsen, zodat Vlamingen met hun kinderen kleine stukjes kunnen doen. Dat blijft heel belangrijk. Er zijn voldoende wielertoeristen die de 100 kilometer op hun eigen tempo zouden willen doen, maar zich niet houden aan het tempo van pelotons. Niet iedereen heeft trouwens de skills om in een peloton te rijden. Er gebeuren nogal wat ongelukken. Dat hebt u ook ondervonden, minister. U zou op z’n minst de suggestie moeten meenemen om een brochure te maken met het traject van de hele klassieker.
Minister, ik neem aan dat de 35 gemeenten de kans zullen krijgen om mee te doen. Welke zijn de 2 die al min of meer zijn geselecteerd? Of kunt u daar nog geen namen op plakken?
We hebben al een melding van interesse gekregen, maar ik heb die niet bij me. Tervuren is daar alleszins bij. We focussen in de eerste plaats op de negentien gemeenten van de Vlaamse Rand. Dat spreekt voor zich.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.