Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, over blockchain hebben we in het verleden in de commissie Algemeen Beleid al een paar vragen hebben gesteld. Het is eigenlijk toepasselijk in de brede Vlaamse administratie, in alle administraties eigenlijk, en dus ook bij Welzijn zeer bruikbaar.
De technologie kwam voor het eerst ter sprake bij de bitcoin enkele jaren geleden. Het was een opvallende eerste toepassing. Inmiddels is blockchain uitgegroeid tot een computertechnologie waarin veel geïnvesteerd wordt. In Vlaanderen gaat het bijvoorbeeld ook om de belangrijke fintech-sector. Het heeft het potentieel van een zeer disruptieve technologische ontwikkeling.
Blockchain is een specifieke methode van registratie die zoveel mogelijk fouten moet uitsluiten. Normaal moet een officiële transactie genoteerd worden bij een officiële autoriteit of relevante private speler, zoals het kadaster, een bankcomputer, een hypotheekregistratiekantoor voor de hypotheek, een overheidsbureau. Blockchain vervangt al die verschillende instellingen. Op die manier is de info onbreekbaar doordat ze in een ketting aan elkaar wordt gehangen.
Dat maakt het ook mogelijk om de samenvloeiing van administratieve processen te versnellen en eenvoudiger af te handelen.
Verschillende gerenommeerde tijdschriften zien het een beetje als een hype. Voor dergelijke zaken worden verschillende categorieën gehanteerd en blockchaintechnologie schuift nu op van de overdreven verwachtingen naar een soort realitycheck. We zijn dus een beetje over de hype heen, en dat is het moment waarop de overheid op een innovatie moet inpikken, namelijk op het moment dat de grote illusies voorbij zijn en er werkelijk toepasbaarheid wordt aangetoond. Er zijn inmiddels wel heel wat voorbeelden van zeer concrete belangstelling vanwege overheden en private spelers. Het Nederlandse ministerie van Financiën doet er proeven mee en in het totaal lopen er al 27 verkennende projecten bij de Nederlandse overheid. De stad Antwerpen doet proof-of-conceptprojecten voor het vereenvoudigen van verhuisadministratie en het bijhouden van de levensloopinfo van de burger op de dienst Burgerlijke Stand. Een grote containerrederij, Maersk als ik me niet vergis, stapt in verschillende projecten.
Het is zeker nuttig dat ook de Vlaamse overheid zich over de toepassingsmogelijkheden van blockchaintechnologie buigt. Het Nederlandse Zorginstituut stelde in november 2016 een eerste demotoepassing voor: ‘Blockchain in de plaats van een logboek op het aanrecht’. Het gaat om een applicatie waarbij zorgverstrekkers die thuiszorg leveren, via een blockchain-app info noteren in plaats van die neer te schrijven in het logboekschriftje op het aanrecht. Er worden nog verdere proof-of-conceptinitiatieven in het vooruitzicht gesteld.
Hebt u, minister, voor het beleidsdomein Welzijn al eens bekeken of er toepassingsmogelijkheden voor deze technologie zijn? Zo ja, welke precies?
Blockchaintechnologie wordt ook gezien als een middel tegen het opgesloten houden van informatie. Daarnet heb ik in de commissie Bestuurszaken al het woord ‘verkokering’ gehoord, een fenomeen dat men in de Vlaamse administratie wil tegengaan. Ook daar kan blockchain heel nuttig voor zijn. Personen in de zorg zoals patiënten, jongeren met zorgbehoeften enzovoort komen vaak met heel wat zorgverstrekkers en voorzieningen in contact. Informatie over hun zorg wordt opgeslagen in deze settings en in de bovenliggende structuren. Blockchain kan mogelijkheden bieden om deze waaier aan gefragmenteerde informatie op een veilige wijze te bundelen op het niveau van de zorgbehoevende zelf. De zorgbehoevende krijgt dan ook zelf meer controle over die data. Zijn er studies over hoe we met die informatie omgaan of denkt u daar zelf over na, minister?
De recente evoluties in blockchaintechnologie gaan verder dan het gebruik als een middel om iets op te slaan en te certificeren. Zogenaamde ‘smart contracts’ worden mee ingebouwd, waardoor administratieve processen volledig automatisch lopen. Zouden we het daardoor bijvoorbeeld zonder zorgkassen kunnen stellen voor het uitbetalen van de kinderbijslag?
Hebt u kennis van internationale voorbeelden waaruit uw departement kan leren?
Mijn vraag in het algemeen en voor de verschillende beleidsdomeinen is of onze ministers en administraties met de nieuwe technologieën bezig zijn en met de bijbehorende realitycheck om na te gaan of ze wel zo bruikbaar zijn als we denken.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Blockchain werd reeds in de stuurgroep eBeleid van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) besproken. Het IT-team van het Departement WVG overlegde ook met deskundigen van onder meer de researchafdeling van Smals en volgde diverse opleidingen. Er werd ook geluisterd naar de blockhainexpert van het agentschap Informatie Vlaanderen.
We moeten omzichtig zijn met het delen van gevoelige gezondheidsinformatie. We hechten veel belang aan wie eigenaarschap en verantwoordelijkheid draagt in de keten van de gegevensdeling. De technologie is in volle evolutie en voor het aspect gegevensdeling in de zorg moeten we blijven nagaan welke mogelijkheden dit kan bieden. Maar wat we reeds hebben ontwikkeld, bevat elementen van blockchain, zoals data decentraal bewaren en netwerken met andere netwerken verbinden.
Voor de registratie van diverse parameters – bloed, hart, glucose enzovoort zie ik wel mogelijkheden om blockchaintechnologie in te schakelen. De registratie van parameters genereert veel data, en die data delen is een uitdaging. Die centraliseren is geen optie, dus decentraal bewaren is het uitgangspunt. Mogelijk kan blockchain een antwoord bieden op de vraag hoe we die kunnen delen, zeker omdat die technologie ‘garanties’ biedt dat er niet wordt geknoeid, dat er dus geen manipulatie en vervalsing van data is. Zoals gezegd: er blijven nog veel vraagtekens, zeker op het vlak van veiligheid en privacy.
Er werd onderzocht of blockchaintechnologie in de toekomst een rol kan spelen in de werking van het departement WVG. Voor zover we daar nu zicht op hebben, zijn er wel mogelijkheden voor smart contracts, als die technologie verder evolueert.
Het agentschap Jongerenwelzijn maakt nog geen gebruik van blockchaintechnologie en heeft ook geen plannen om er in de nabije toekomst gebruik van te maken. De beide grootste ICT-leveranciers van Jongerenwelzijn, HB+ en Smals, hebben momenteel wel pilootprojecten waarin ze blockchaintechnologie uittesten.
Kind en Gezin heeft de mogelijkheden van blockchain bekeken, maar nog niet omgezet in concrete plannen of projecten.
Binnen het projectplan van de ‘eerste lijn’ overwegen we een pilootproject op te zetten in een belangrijk pakket rond digitalisering en gegevensdeling. We zitten daar nu in de verkennende fase.
Blockchain is op het ogenblik nog niet geschikt om op een bruikbare wijze medische informatie op te slaan en te delen. Het voornaamste bezwaar is dat elke betrokkene op elk moment een kopie van de hele ketting bewaart, met daarin alle gegevens over alle betrokkenen. Dat is prima voor publieke informatie, niet voor zeer gevoelige persoonsgegevens. Encryptie biedt nog geen goede oplossing voor dit probleem. Om de gefragmenteerde informatie op een veilige wijze te bundelen op het niveau van de zorgbehoevende zelf verwijs ik graag naar Vitalink en naar de roadmap eGezondheid, waar onder meer wordt ingezet op een ‘personal health record’. Maar niets sluit uit dat bij nader onderzoek deze technologie op termijn aanvullende mogelijkheden kan bieden.
De automatische rechtentoekenning binnen het groeipakket zal gebaseerd zijn op het samenbrengen van meer dan veertig informatiestromen of fluxen die samen nodig zijn om in alle mogelijke situaties het recht op het groeipakket vast te stellen. Het volledig benutten van het toekomstig potentieel van smart contracts vereist het herdenken van de wijze waarop we omgaan met transacties en informatiestromen waarvan we in de meeste gevallen niet de eigenaar of de authentieke bron zijn. Het is momenteel nog niet duidelijk welke potentiële efficiëntiewinsten smart contracts in dit verband kunnen hebben. Anderzijds implementeren we, in het kader van ontwikkeling van het groeipakket, wel een systeem waarin de burger, over alle uitbetalingsactoren heen, zijn transacties met de uitbetalers kan volgen. Hoewel dit zeker niet gebaseerd is op blockchaintechnologie, is het wel mee gebaseerd op de filosofie die ook voor blockchain bestaat. Rechten zoals kinderbijslag, een studietoelage, een zorgpremie, ... moeten zoveel mogelijk automatisch worden toegekend op basis van de gegevens waarover de overheden al beschikken, zodat de mensen die ze het meest nodig hebben, ze ook krijgen, zonder dat ze erom moeten vragen, met welke technologie dan ook. Voor het grootste deel van het reguliere werk van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin – erkennen, subsidiëren, inspecteren, enzovoort – is de smart contract-technologie op dit moment nog niet bruikbaar. De nodige kwalitatieve beoordelingen kunnen op dit moment nog niet vervangen worden door algoritmes uit smart contracts.
Voor zover we weten, zijn er op dit moment geen goede voorbeelden van het gebruik van blockchaintechnologie in de departementen welzijn of gezondheid in het buitenland. Wat de proof of concept van het Nederlandse zorginstituut betreft: in Vlaanderen wordt dit soort applicaties typisch zonder blockchaintechnologie gemaakt. Ik denk dan aan het e-zorgplan, Vitalink, enzovoort. De overheid van Estland is gestart met een project om de medische data van hun burgers te beheren via deze technologie. We volgen deze toepassingen op de voet, maar we zijn voorzichtig met pionierswerk rond nieuwe technologie met gevoelige gegevens van kwetsbare mensen.
De heer Diependaele heeft het woord.
Dank voor uw antwoord, minister. Ik hou er een beetje een dubbel gevoel aan over, zoals meestal in dergelijke zaken. Ik heb behoorlijk wat begrip voor het feit dat we met een nieuwe technologie altijd een zeker risico lopen. Dat is altijd zo, en enige terughoudendheid daarbij kan ik in zekere zin begrijpen. We moeten ook altijd zeer voorzichtig zijn.
Ik wil nog een paar zaken opmerken, en ik begin bij het decentraal bewaren van data en het verbinden van netwerken. Bij blockchain komen er natuurlijk een paar omgevingszaken kijken, maar ze vormen geen essentieel onderdeel van blockchain. Het verbinden van netwerken en het ‘kruispuntbanken’ moeten we al veel vroeger doen en staat los van de eigenlijke blockchaintechnologie.
U merkt op dat er angst bestaat dat er met de data wordt geknoeid. Net dat kunnen we met blockchain oplossen. Doordat de data op verschillende plaatsen zitten en met elkaar in contact komen, gaan de fouten er net uit. Ik neem het voorbeeld van Maersk, het best beschreven voorbeeld dat ik tot nog toe gelezen heb. Ergens in Afrika vertrekt een container. Hij wordt daar geregistreerd bij de douane, btw, overheidsdiensten enzovoort. Al die formaliteiten, een dertigtal in totaal, komen bij elkaar en het systeem zorgt ervoor dat er nergens in die schakels een fout kan zitten, want elke schakel wordt door al die andere schakels gecorrigeerd. Op die manier wordt het geknoei eruit gehaald.
Enerzijds vind ik het een goede zaak dat over nieuwe technologie wordt gepraat en nagedacht en dat ze in de gaten wordt gehouden, anderzijds vind ik het jammer dat we nalaten zelf in de ‘driver’s seat’ plaats te nemen om die technologie te ontwikkelen. Daar bezondigen we ons in Vlaanderen veel te veel aan en collega Van Malderen kan getuigen dat we in de vorige legislatuur al tientallen keren hebben gediscussieerd over innovatief aanbesteden en dergelijke meer. In uw antwoord heb ik u verschillende keren horen zeggen: “We houden de technologie in de gaten, we kijken hoe ze evolueert en gaan na wat we ermee kunnen doen.” Dat is natuurlijk de omgekeerde wereld, want zo bouwen we sowieso een achterstand in.
Eigenlijk moeten we wel zelf proefprojecten opzetten en die ontwikkelingen mee sturen, zoals dat in Estland gebeurt en ook in Nederland, zij het iets terughoudender. Het is natuurlijk jammer dat we daar zelf niet meer werk van maken. Ik weet dat er in verschillende geledingen van de Vlaamse administratie wel interesse voor blockchaintechnologie is en ik kan alleen maar hopen dat de passie die zij daarvoor hebben, naar de andere kokers doorstroomt en dat we snel komen tot een toepassingen van deze technologie, zodat we daar geen achterstand oplopen, maar mee aan de kar kunnen trekken.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik heb ook gezegd dat we proefprojecten opstarten.
Heel goed.
De vraag om uitleg is afgehandeld.