Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over een kwaliteitsvol energieprestatiecertificaat (EPC)
Verslag
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Bij het te koop of te huur stellen van een woning dient een energieprestatiecertificaat, het zogenaamde EPC, dat de energiescore van het pand weergeeft, voorhanden te zijn. Om dergelijk instrument optimaal te kunnen gebruiken, is het van het grootste belang dat het door alle energiedeskundigen op een uniforme manier en op basis van dezelfde uitgangspunten en dezelfde interpretatie van gegevens opgemaakt wordt. In het verleden – ik baseer me op schriftelijke vragen die ik aan uw voorgangster heb gesteld – toonden testen aan dat op dat vlak verbetering nodig was. Op basis van een bevraging bij energiedeskundigen en suggesties die zij uitten, zou het protocol en de bijhorende softwaretoepassing voor het opmaken van EPC’s aangepast worden.
Om de kwaliteit van de certificaten te bewaken, zijn controles belangrijk. In 2015 werden bij iets meer dan één vijfde van de gecontroleerde certificaten fouten vastgesteld. In iets meer dan 40 procent van die gevallen werd de energiedeskundige verplicht om het certificaat aan te passen. In 2015 werd de manier waarop de steekproef van te controleren certificaten wordt samengesteld, grondig gewijzigd.
Uw voorgangster liet een proefproject opstarten inzake de controles ter plaatse bij het opmaken van energieprestatiecertificaten. Dit proefproject zou tot eind 2016 lopen met als doel meer controles ter plaatse uitvoeren en ook bij willekeurige steekproeven meer ter plaatse te gaan.
Minister, zijn het protocol en de software inderdaad aangepast? Kunt u meer cijfers geven over de controles op energieprestatiecertificaten in 2016? Op welke manier werd een steekproef getrokken en welke parameters werden gecontroleerd? Wat waren de resultaten van die controles en welke conclusies verbindt u eraan?
Kunt u toelichting geven over het proefproject dat uw voorgangster destijds heeft gelanceerd?
Tot slot wil ik de link leggen met het Renovatiepact, waarin er sprake is om het EPC te gaan opwaarderen en te spreken over EPC+, waarin niet alleen de score is vermeld, maar waarin ook een aantal kwaliteitsvereisten zouden worden opgenomen. Ik wou polsen hoe ver het daar mee staat en wat de verdere timing hieromtrent is.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik had begin mei al een vraag om uitleg gesteld, maar die was meer algemeen. De minister antwoordde dat ik beter een schriftelijke vraag stelde om een aantal cijfers op te vragen. Ik heb dat gedaan op 11 mei, en ik heb half juli een antwoord op mijn vraag gekregen. Op basis daarvan stel ik deze vraag om uitleg.
De Vlaamse regelgeving schrijft voor dat een eigenaar van een woning bij verkoop of verhuur beschikt over een energieprestatiecertificaat. Dat certificaat moet worden overhandigd aan de potentiële nieuwe eigenaars of huurders. Een aantal elementen uit het EPC moeten vermeld worden in de advertenties waarin de woning te koop of te huur wordt aangeboden.
Het EPC-attest is een zinvol instrument dat heel wat informatie verschaft over de woning. Op het EPC staat immers de energiescore. Hoe lager de EPC-score, hoe energiezuiniger de woning is. Daarmee beschikken nieuwe eigenaars of huurders over relevante informatie om beter te oordelen over de energiezuinigheid van de woning. Het certificaat geldt voor tien jaar. Alleen als de woning verder energiezuinig werd gemaakt, kan een nieuw EPC worden opgemaakt.
Minister, wat is de stand van zaken van de controles ter plaatse door het Vlaams Energieagentschap (VEA)? Welke conclusies worden eruit getrokken en welke verbeterpunten worden opgesomd? Op welke manier wordt het EPC inhoudelijk bijgesteld om het EPC beter te laten aansluiten bij de realiteit? Op dat vlak worden immers een aantal problemen vastgesteld. Op welke manier kan de computerapplicatie worden aangepast aan nieuwe ontwikkelingen en materialen?
Minister Tommelein heeft het woord.
Het aangepaste inspectieprotocol en de bijhorende softwaretoepassing zijn sinds 1 juli 2017 in werking. De aanpassingen zijn tot stand gekomen na een uitgebreide bevraging van de energiedeskundigen. Het is nog te vroeg om al conclusies te trekken, maar door het uitblijven van veel vragen of opmerkingen, kan er voorzichtig van worden uitgegaan dat de eerste bevindingen positief zijn.
In 2016 werden er 202 certificaten willekeurig gecontroleerd, 108 gericht en 11 op basis van een klacht. Elke maand werd een willekeurige selectie gemaakt van EPC’s die de maand voordien werden opgemaakt. Bij het merendeel van de EPC’s werd de invoer via een deskaudit gecontroleerd. Als er uitzonderlijke invoer met betrekking tot de eigenschappen van de isolatie, installaties of afmetingen werden opgemerkt, werden stavingsstukken en argumentatie van de energiedeskundige opgevraagd. Bij een kleiner deel van de EPC’s werd de woning ter plaatse geïnspecteerd en kon zo alle invoer worden gecontroleerd.
Na de controle van de bewijsstukken en argumenten bleek dat bij 31 EPC's 1 fout werd gemaakt, bij 13 EPC's 2 fouten en bij 30 EPC's meer dan 2 fouten. Die aantallen zijn echter te beperkt om er grote conclusies aan te verbinden. Indien er fouten werden vastgesteld bij de gecontroleerde EPC’s, werd de energiedeskundige verplicht om het EPC aan te passen.
Bij 9 van de 11 EPC’s die gecontroleerd werden op basis van een klacht, werden er meerdere fouten vastgesteld en werd de energiedeskundige verplicht om het EPC aan te passen.
Het maken van fouten heeft verschillende oorzaken. Eerst en vooral is er een verschil in het kennisniveau en de deskundigheid van de energiedeskundigen. Sinds dit jaar wordt dan ook ingezet op permanente vorming van de energiedeskundigen. De resultaten van de controles zullen hierbij ook worden gebruikt om zo de energiedeskundigen specifieker te kunnen onderrichten en om toekomstige fouten te vermijden. Daarnaast worden ook veel fouten gemaakt door onzorgvuldigheid. De tijd die besteed wordt bij de inspectie van de woning en het verwerken van de invoer in de software is bij sommigen veel te kort, waardoor bijna onvermijdelijk fouten worden gemaakt. Om dergelijke fouten te kunnen vermijden, moet de administratie blijven inzetten op kwaliteitscontroles.
Er werden in 2016 in totaal 39 plaatsbezoeken uitgevoerd, waarbij 21 controles op volledig willekeurige wijze werden ingepland. Bij deze willekeurige controles werden meerdere fouten ontdekt en werd gevraagd om het EPC aan te passen. Bij een plaatsbezoek kan grondiger worden gecontroleerd en kunnen fouten worden ontdekt die niet met een deskaudit opgespoord kunnen worden. Zo werd ook vastgesteld dat veel fouten gemaakt worden door onzorgvuldig werken van de energiedeskundige zelf. Aangezien controles ter plaatse een correcter beeld schetsen van de kwaliteit van de EPC’s, wordt het proefproject de komende jaren voortgezet. Ik wil in de eerste plaats inzetten op betere vorming, maar daarnaast ook op meer controles ter plaatse. Echter, dan moet VEA versterkt worden. Gezien de grote uitdagingen op vlak van energie, mag er wat mij betreft gerust een verschuiving komen binnen de Vlaamse overheidsdiensten.
Bij het maken van meerdere fouten of bij fouten met een grote impact op de energiescore legt het VEA een sanctie op. In de andere gevallen wordt enkel een waarschuwing gegeven met een argumentatie waarom een bepaalde invoer foutief is en hoe deze fouten in de toekomst vermeden kunnen worden. Het VEA stuurt ook regelmatig aandachtspunten en veelgemaakte fouten rond.
De rekenmethodiek voor het EPC+ werd uitgewerkt en in het najaar wordt gestart met de implementatie van de software en de uitwerking van het inspectieprotocol. Om beter rekening te kunnen houden met de problematiek van mede-eigendom werd voor appartementen een specifieke aanpak voor de gemeenschappelijke delen binnen het EPC+ uitgewerkt.
De vorm en de inhoud van het EPC+ werden samen met de gebruikers vastgelegd. Daarvoor werden interviews afgenomen tijdens de Batibouwbeurs van 2017.
Tegen midden 2018 zullen het inspectieprotocol en de software voor het EPC+ beschikbaar zijn zodat lesgevers zich kunnen bijscholen. Energiedeskundigen zullen zich in de tweede helft van 2018 moeten bijscholen over het EPC+, zodat vanaf 1 januari 2019 het EPC+ kan worden opgemaakt voor de verkoop of verhuur van een woning.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord en voor het weergeven van de cijfers van de controles die gebeurd zijn in 2016.
Ik ben het met u eens dat we moeten blijven inzetten op die permanente vorming van energiedeskundigen. Ik heb ook begrepen dat het proefproject waarbij er meer controles ter plaatse zullen gebeuren, zal worden voortgezet.
U zegt dat u klaar bent om EPC+ te gaan uitrollen vanaf het najaar 2017, vanaf nu dus. Mag ik nog eens polsen wat er dan precies verwacht kan worden en wat er allemaal in dat EPC+ zal staan?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Vandaag hebben energiedeskundigen niet de kans om een fout recht te zetten. Dat kan pas nadat een boete is toegekend. In Wallonië en Brussel wordt er meer overleg toegelaten en kunnen energiedeskundigen zich ten opzichte van de administratie verantwoorden om een dossier opnieuw open te stellen en aan te passen na een kleine fout of opmerking. Een fout gebeurt immers niet altijd opzettelijk. U zegt dat u graag meer controles zou uitvoeren, maar dat u dan meer mankracht nodig hebt. De vraag is dan of die meer mankracht binnen het agentschap moet komen of gaan we dat uitbesteden? Of denken we aan een interne zelfregulering? Dat is een debat dat de moeite waard is om te voeren.
Ik heb dan ook een bijkomende vraag. Als er automatisch een boete wordt toegekend of gepenaliseerd wordt, zou het dan niet goed zijn dat het ook in Vlaanderen mogelijk zou zijn dat bij een niet-opzettelijke fout het dossier opnieuw kan worden opengesteld en men de gegevens kan aanpassen, in plaats van het huidige systeem met eerst de boete en dan eventueel de opmaak van een nieuw dossier?
De heer Danen heeft het woord
Het instrument is heel erg belangrijk in functie van de energie-omslag, de energietransitie. We moeten daar maximaal op inzetten. Ik pleit niet per se voor meer controles of meer boetes, ik pleit ervoor dat het instrument op de goede manier wordt gebruikt. Ik vind ook, zoals de heer Gryffroy, dat er misschien modellen van zelfcontrole mogelijk zijn. Want zeg nu zelf, als er maar 100 plaatsbezoeken gebeuren per jaar, en je bent er bij en het is niet in orde, dan voel je je toch wel een stuk gepakt en oneerlijk bejegend, terwijl je buurman er niet bij is. De kans is zo klein. Ik pleit echt wel voor meer vorming en voor een systeem van zelfcontrole. Ik denk dat dat er wel zou toe kunnen leiden dat dit instrument beter wordt gebruikt.
Ik heb in de zomer een aantal problemen in verband met het instrument in het nieuws gebracht. Ik wil daar nu niet op terugkomen. Wat ik wel heb gemerkt, is dat daarna heel wat professionals mij hebben gecontacteerd daarrond. Er blijken toch heel wat mankementen aan het instrument te zitten. Ik zou in dit parlement een van de komende maanden een hoorzitting willen vragen rond het instrument om te kijken hoe we dat nog kunnen bijsturen.
Minister Tommelein heeft het woord.
Collega's, wat zit er in het EPC+? Dat is bijvoorbeeld gras. Ik zou heel de uitleg kunnen doen van hoe het systeem in elkaar zit, maar dat was niet het onderwerp van de vraag. Er is superisoleren als suggestie, en ook de prijsinschatting. Ik denk dat we dat ook moeten doen voor het dak en voor de muur. Dat zijn de zaken die daarin zitten. Ik kan nu niet uit de losse pols beginnen uit te leggen wat er in het EPC+ zit. Ik denk dat u dat wel begrijpt, maar we gaan dat zeker nog naar voren brengen en ik veronderstel dat u daar zeker ook nog vragen over zult stellen.
Wat betreft het boetesysteem: ik ben ook geen voorstander van grote boetes. Ik denk dat je de mensen de gelegenheid moet geven om hun gedrag bij te sturen. Maar op een bepaald moment zeggen ‘als ik word gecontroleerd ben ik de pineut en als ik niet word gecontroleerd, dan ben ik bij de gelukkigen’, ja, dat is natuurlijk wel zo. Als we ervan uitgaan dat in onze samenleving alles 100 procent gecontroleerd wordt, dan zullen we heel veel overheid en heel veel personeel moeten hebben. Het is bij verkeersovertredingen, alcoholcontroles en fiscale controles ook zo dat er op een bepaald moment een aantal stalen worden genomen en een aantal testen worden gedaan, willekeurig, ‘at random’ en op basis van klachten.
Ook in mijn vorige bevoegdheid van sociale fraudebestrijding was dat zo. Laten we beginnen met eerst de klachten te bekijken. We vragen ook om het aan te passen. Ik neem de suggestie mee om te kijken op welke manier wij iets minder repressief en meer preventief kunnen werken. Het ligt in mijn overtuiging dat dat beter is. Beter stimuleren en motiveren dan beboeten.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, misschien kan achteraf door uw kabinetsmedewerkers schriftelijk worden meegedeeld hoe het EPC+ er zal uitzien. Dat is toch belangrijk in de energieomslag, de transitie, waar collega Danen over spreekt. We zijn het er allemaal over eens: het EPC geeft enkel het E-peil weer. De vraag van het parlement en van het Renovatiepact is dat het EPC een slagkrachtiger instrument zou worden bij een transactie of bij de verhuur van een woning en dat er een groter rapport komt over de staat van die woning. Als het enigszins mogelijk is, minister, kunt u ons dan schriftelijk bezorgen uit welke nieuwe luiken het EPC+ in de toekomst zal bestaan?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Het is positief dat we dat EPC+ gaan hebben. Het is een vraag die ook door onze fractie twee jaar geleden al is gesteld. Je moet inderdaad bij aankoop niet alleen een EPC-attest hebben dat zegt wat het verbruik is, maar het moet ook in grote lijnen en in eerste orde inschatten wat de mogelijke kosten zijn om tot een energiezuinigere woning te komen.
Moet je een agentschap versterken, moet je de controles uitbesteden of moet je aan zelfregulering werken? Dat is een open debat waar we nu geen antwoord op moeten vinden. Misschien kan dat er komen in de vorm van een hoorzitting. In die zin ondersteun ik het voorstel van collega Danen. Dat kan misschien gebeuren op het ogenblik dat het EPC+ effectief gerealiseerd is en van toepassing is, waardoor we wat stof hebben om met de verschillende stakeholders daarover te debatteren.
Ik zal het ook verder opvolgen. Ik ben blij dat u mijn mening deelt dat we misschien moeten gaan kijken om in plaats van automatisch te penaliseren – ik verneem van de sector dat dit nu gebeurt –, eerst de mogelijkheid moeten laten om het dossier terug te openen en een aanpassing te doen, vooraleer men gaat penaliseren. Ik weet dat er soms fouten worden gemaakt, waarvan je denkt: ‘Hoe is dat in godsnaam mogelijk?’
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.