Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over het uitblijven van een nationaal fonds voor de financiering van het converteren van het L-gasnet naar een H-gasnet
Vraag om uitleg over de oprichting van een energiefonds en de opportuniteiten bij de ombouw van het aardgasnet
Vraag om uitleg over de overschakeling van laagcalorisch naar hoogcalorisch aardgas
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
We hebben het al regelmatig gehad over de omschakeling van laag- naar hoogcalorisch aardgas. In Vlaanderen zijn er ongeveer 900.000 gezinnen die via het distributienet gas thuis krijgen geleverd dat afkomstig is uit Nederland. In de komende jaren zullen die gezinnen, als ze gasconsument willen blijven, gas krijgen dat afkomstig is van elders dan Nederland. Nederland heeft besloten om de uitvoer van gas naar België stop te zetten vanaf 2030. We hebben in de commissie ook al besproken dat er zelfs stemmen opgaan om dat sneller te doen. In de periode van 2024 tot 2030 zal de uitvoer naar België stapsgewijs worden afgebouwd.
Omdat het aardgas dat afkomstig is uit Nederland laagcalorisch is en het gas dat van elders ingevoerd zal worden hoogcalorisch is, gas met een grote hoeveelheid energie per kubieke meter, zal de omschakeling aanpassingswerken met zich meebrengen voor de transmissie- en distributienetbeheerders die de drukregelaars van het transmissie- en distributienet moeten bijstellen. Binnen in de huizen van de gezinnen zou de omschakeling normaal gezien geen probleem mogen geven omdat alle gastoestellen die na 1978 in België werden verkocht geschikt zouden moeten zijn voor de beide types van gas. Maar het is toch aangewezen dat de gastoestellen bij al die gezinnen worden gecontroleerd zodat het zeker is dat ze ook nog veilig kunnen werken met hoogcalorisch gas.
Bij de vorming van de Federale Regering was afgesproken dat er een fonds zou worden aangelegd om de omschakeling van laag- naar hoogcalorisch gas voor alle gezinnen in België te financieren. Helaas is, voor zover wij weten, dit fonds er nog niet. We dringen er nochtans hard op aan. Minister, we hopen dat u hetzelfde kunt verwezenlijken als met de terugbetaling van de federale bijdrage, namelijk een federaal initiatief.
Ondanks die onduidelijkheid hebben de distributienetbeheerders beslist om toch al te starten met de noodzakelijke voorbereidingen om de omschakeling in de komende jaren mogelijk te maken. Daarbij is sprake van een twee nieuwe proefprojecten, een eerste in Sint-Truiden en een tweede op het Kiel en in Borgerhout. Ze volgen op een eerder pilootproject dat liep in de omgeving van Houthalen-Helchteren in de periode maart tot juni 2016.
Ondertussen is daaromtrent ook een communicatie van uw federale collega gekomen. Bij ons weten is er echter nog altijd geen financiering. Dat is nochtans waarover het gaat, ook in het federale regeerakkoord. Er is niet alleen vanuit de Federale Regering een communicatie, er was ook een communicatie van de Nederlandse minister van energie. De Nederlandse minister vindt alle kosten voor de omschakeling van laag- naar hoogcalorisch aardgas onzinnig en verkiest blijkbaar andere alternatieven in plaats van die zware kosten te dragen. Mijn vraag daarbij is: als men in Nederland zelf die kosten te hoog inschat, waarom maken wij die kosten dan? Hoe groot schat u de kosten voor de omschakeling in?
Hoe ver staan we met de financiering van die omschakeling? Hoe ver staan we met de oprichting van het federale fonds? Hebt u daarover al overleg gehad met uw federale collega, eventueel in het Overlegcomité? Zullen de distributienetbeheerders opnieuw geld moeten lenen om die werken te kunnen betalen?
Welke stappen zult u ondernemen in de richting van de Federale Regering over de oprichting van het federaal fonds?
Welke lessen zijn er te trekken uit het pilootproject in Houthalen-Helchteren van vorig jaar?
Waarom is er besloten om twee nieuwe proefprojecten uit te voeren?
De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Bothuyne heeft het dossier geschetst. Het heeft dus weinig zin dat ik alles herhaal. De bottomline van onze vragen is natuurlijk: hoe wordt dit alles gefinancierd? De heer Bothuyne heeft verwezen naar het federale regeerakkoord. Voor de volledigheid van het verslag wil ik even citeren wat er daarover in het federale regeerakkoord staat: “Er wordt een nationaal fonds gecreëerd dat voorziet in de financiering van de ombouw van laag- naar hoogcalorisch gas. De regering zal een optimale financiering en kalender vaststellen.”
Na afgelopen maandag – blijkbaar had u maandag agendaproblemen – werd de infocampagne in verband met de omschakeling van gas op gang gebracht. Dat is natuurlijk een beetje ongelukkig, maar het is wel meer dan alleen maar agendaproblemen. Het is niet de eerste keer dat u in de clinch gaat met mevrouw Marghem. Ik hou mijn hart vast voor het Energiepact, waarover we het daarnet hadden, niet alleen voor de timing om het Energiepact eind dit jaar te halen, maar ook voor wat we op ons bord zullen krijgen. Over dit dossier is er duidelijk een meningsverschil. Ik citeer wat mevrouw Marghem gisteren in de Kamer heeft gezegd: “Dat nationaal fonds zal de principes van de bevoegdheidsverdeling moeten respecteren. De ontvangsten van één gewest kunnen niet gebruikt worden voor uitgaven voor de omschakeling van het distributienet in een ander gewest of voor het transportnet, net zoals de federale ontvangsten niet gebruikt mogen worden voor uitgaven verbonden aan de omschakeling van het distributienet.” Als argument gebruikt mevrouw Marghem natuurlijk het feit dat er meer gezinnen betrokken zullen zijn in de omschakeling in Vlaanderen dan in Brussel of Wallonië.
Ik wil er nog aan toevoegen dat de infocampagne – u zult misschien zeggen dat dat uw bevoegdheid niet is en verwijzen naar mevrouw Marghem – van start is gegaan tot ontevredenheid van de installateurs. Ook zij zeggen dat er nog geen enkele duidelijkheid is over hoe de omschakeling zal gebeuren en zeker ook al niet over de kostprijs van een en ander.
Daarom mijn vragen, die uiteraard aansluiten bij de vragen van de heer Bothuyne. Hoe staat het met de financiering? Waarom was u maandag niet aanwezig? Hoe moeten we verder met dit dossier?
De heer Danen heeft het woord.
Mijn vraag heeft een enigszins andere insteek. De basis is natuurlijk dezelfde. Het gaat over de omschakeling van ons gasnet.
Ik ga u de inleiding besparen, maar ik wil wel opmerken dat de prijs voor de controle of de aanpassing van de toestellen tussen de 50 en 150 euro zou schommelen, maar ik weet dat er ook andere bedragen circuleren, dus de prijs moet nog duidelijk worden. Die zal misschien ook afhangen van het type van toestel. Wat echter belangrijker is, is dat er ook oudere toestellen zullen zijn die niet meer converteerbaar zijn.
Deze aardgasklanten – we schatten ze op 40.000 tot 50.000 in Vlaanderen – zullen zich genoodzaakt zien om een nieuwe gasverwarming aan te schaffen of om eventueel te opteren voor een alternatief zoals een warmtepomp. U hebt in de pers al duidelijk laten verstaan dat de Vlaamse Regering niet geneigd is om een aankooppremie goed te keuren.
In het antwoord op een eerdere vraag van mij over de opportuniteitsafwegingen bij de ombouw van een laagcalorisch naar een hoogcalorisch gasnet, gaf u aan dat deze opportuniteitsafwegingen en de ombouw van het net twee verschillende zaken zijn die niet mogen worden vermengd. Maar in de feiten zal dat toch het geval zijn, want er zullen gasklanten zijn die geconfronteerd zullen worden met een niet-converteerbaar gastoestel waardoor zij op zoek moeten naar een nieuwe gasinstallatie of een alternatieve verwarmingsbron. Volgens ons geeft dat toch een aantal kansen. Daarom heb ik de volgende vragen voor u, minister.
Zijn de regionale regeringen en de Federale Regering tot een akkoord gekomen over het oprichten van een energiefonds? Wanneer zal dat dan gerealiseerd worden? Wat zijn de modaliteiten? Zullen de aardgasklanten die eigenaar zijn van een verouderde, niet-converteerbare aardgasinstallatie, enkel de aanbeveling krijgen om hun gasinstallatie te vernieuwen, of wordt er, de doelstellingen van het Renovatiepact indachtig, ook gecommuniceerd over mogelijke duurzame alternatieven voor een aardgasinstallatie? In uw antwoord tijdens de commissievergadering van 6 juli 2017 gaf u aan dat het de bedoeling is om de energieprestatie van het bestaande woningpark substantieel te verbeteren en aldus het fossiel aardgasverbruik te laten verminderen. Het vervangen van een verouderde gasinstallatie door een moderne installatie zal natuurlijk voor een substantiële verbetering zorgen, maar zal niet bijdragen aan de transitie naar een fossiele brandstofarme maatschappij.
– Valerie Taeldeman treedt als voorzitter op.
Moet uw antwoord van toen worden geïnterpreteerd als een vervanging van een oude gasinstallatie door een nieuwe installatie, of zult u toch stappen ondernemen om de oude installatie te vervangen door een fossielebrandstofvrij alternatief, wat mogelijk zou kunnen zijn bij de 40.000 tot 50.000 aardgasverbruikers met een niet-converteerbare installatie? Om welke stappen zou het dan gaan?
De heer Gryffroy heeft het woord.
We kennen het verhaal. De gaswinning in Groningen en de aardbevingen komen geregeld in de actualiteit en in dit parlement. Ik heb in het begin van de legislatuur er dan ook op aangedrongen om te kijken of we niet versneld moeten werken. Het contract loopt inderdaad tot 2030. Nederland zou het technisch kunnen oplossen, als ze weigeren nog gas te exporteren, door rijk aardgas te mengen met stikstof. Dan krijg je ook arm aardgas en dat is natuurlijk een ‘cashdrain’ voor een staatskas. Dan is de vraag hoe waterdicht dat contract is.
Niettemin citeer ik gewoon wat Bérénice Crabs zegt als secretaris-generaal van de koepel van de netbeheerders, namelijk dat als de focus op 2030 dreigt te vervroegen, we de planning dringend moeten herbekijken.
Ik zeg iets over de aantallen. 62 procent van de aansluitingen op arm aardgas situeert zich in Vlaanderen, 31 procent situeert zich in Brussel en 7 procent in Wallonië. Dan krijg je de discussie wat het moet kosten. In artikels op Belga en in De Tijd, maar ook in de Franstalige pers, is er nogal wat te doen geweest over de kostprijs. Daar zijn de vragen open. Men spreekt over een bedrag tussen 0 en 50 euro per gezin voor de controle van het toestel. Als ik het vlug uitreken, betekent dat 240 miljoen euro. Als ik minister Marghem en de kranten goed begrijp, is dat dan ten laste van de gezinnen. Voor de distributienetbeheerders (DNB’s) gaat over ongeveer 200 miljoen euro en voor het transportnet over 50 miljoen euro. Maar die 200 en die 50 miljoen euro zouden al gebudgetteerd zijn in de tarifering voor de komende tien jaar. Dat betekent dus 25 miljoen euro per jaar.
Dan krijg je inderdaad de discussie over wanneer er een grotere kost is. Dat gaat over toestellen die dateren van voor 1978, veertig jaar oud dus. Ik denk dat als je een ketel hebt staan van veertig jaar oud, het misschien interessant is om te overwegen om bijvoorbeeld een hoogrendementsketel of een condenserende gasketel te gaan plaatsen. Ik denk dat er weinig mensen zijn die nog een ketel hebben van meer dan veertig jaar oud. Als we in 2028 zijn, is die ketel vijftig jaar oud. Ik denk dus dat dat zal meevallen, maar men kan er inderdaad geen exact getal op te zetten. Het aantal mensen dat effectief zijn toestel zou moeten vervangen, zal meevallen.
Wat mij wel verwonderde, is dat minister Marghem plots een discussie voert over het verschil in definitie tussen een nationaal fonds en een federaal fonds. Dat vond ik een beetje een bizarre stelling. Een nationaal fonds of een federaal fonds: ‘What’s in a name?’ Er is inderdaad een duidelijk regeerakkoord. Ik stel vast – en dat is de vraag die moet worden besproken – dat het ofwel wordt betaald via de DNB’s ofwel via de transportnetbeheerder. Ik heb daarnet gezegd dat 62 procent van de aansluitingen op arm aardgas in Vlaanderen zit. Wel, als je van het totaal aantal aansluitingen gaat berekenen wat er in Vlaanderen zit, is dat 64 procent. Met andere woorden, ik denk niet dat het voor de Vlaamse consument een groot verschil zal uitmaken of het via het distributienet wordt verrekend of via het transportnet; het is vooral een strijd tussen Brussel en Wallonië. In Brussel spreekt men immers over alle aansluitingen, met 31 procent van alle aansluitingen op arm aardgas, en voor Wallonië slechts 7 procent. In verhouding is dat dan over de totaliteit 14 procent en 22 procent. Ik denk dat de discussie daar vooral speelt, en minder in Vlaanderen, ook al staat het in het regeerakkoord. Maar puur wat er in het regeerakkoord staat, mag ons niet beletten het ondertussen uit te voeren. Als het ons dat wel belet, dan stel ik voor om het toch uit te voeren.
Minister, wat werd er op het Overlegcomité beslist? Welke stappen zal de federale minister zetten? Er is een persconferentie geweest, maar wat is er dan concreet? Wie neemt nu de kostprijs op zich: het federale of niet het federale? Is er een nationaal fonds of een federaal fonds? Wat kunnen wij doen om de overschakeling in goede banen te leiden? Er zijn immers blijkbaar commentaren van mensen die zeggen dat ze onvoldoende weten en dat er meer campagne moet komen. Ik woon zelf niet in een gebied met arm aardgas. Ik kan er dus niet over meespreken. Ik veronderstel dat de gezinnen en de bedrijven reeds op de hoogte zijn waar het zal gebeuren en hoe het zal worden gecommuniceerd. Welke rol neemt de netbeheerder op zich?
Minister Tommelein heeft het woord.
Collega's, dank u wel voor de vragen. De totale financieringskosten, dus niet enkel voor de Vlaamse gezinnen, worden geschat op 500 miljoen euro. Om ervoor te zorgen dat alle Belgische aardgasverbruikers, de gezinnen en de bedrijven, in gelijke mate bijdragen aan de kosten als gevolg van de aanpassing van het distributienet, ongeacht waar ze wonen of gevestigd zijn, heeft de Federale Regering in volgende passage voorzien in het regeerakkoord: “Er wordt een nationaal fonds gecreëerd dat voorziet in de financiering van de ombouw van laag- naar hoogcalorisch gas. De regering zal een optimale financiering en kalender vaststellen.” Een deel van de investeringen situeert zich op het niveau van Fluxys. De Vlaamse distributienetbeheerders staan in voor de aanpassingen van hun eigen netwerk. Er zijn tot op heden nog geen nieuwe gegevens bekend over de kosten van de omschakeling.
Ik blijf er vanuit Vlaanderen op aandringen dat er een fonds komt, gezien het federaal regeringsakkoord en de afspraken die hierover gemaakt zijn binnen het Overlegcomité. Ik heb dat onderwerp ook op het Overlegcomité laten agenderen. Daar heeft de Federale Regering de opdracht gekregen om in overleg te gaan met de gewesten. Dat was de uitslag van het Overlegcomité begin september.
Ik stel inderdaad samen met u vast dat er al verklaringen worden afgelegd over dat fonds nog vooraleer de eerste uitnodiging voor overleg is verstuurd vanuit de Federale Regering. Ik ben het daar dus niet mee eens.
Ik vind het ook niet gepast dat daarover al verklaringen worden afgelegd. Ofwel overleg je met de gewesten, ofwel overleg je niet. De uitnodigingen voor het overleg zijn pas gisterenavond bij mij aangekomen, waarschijnlijk omdat ik er toch wel een punt van heb gemaakt dat er eerst overleg moet zijn vooraleer er uitspraken over worden gedaan.
Ik blijf erop aandringen dat er een fonds komt. Als er geen akkoord kan worden gevonden over het fonds, zal de VREG een methodologie uitwerken en overwegen om de kosten in de tariefmethodologie op een andere wijze te behandelen. Ik heb vastgesteld dat de verklaringen van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest al in die richting wezen en dat ze dat al verrekend hadden in hun tarieven. Ik kan duidelijk zijn dat de VREG dat niet heeft gedaan. We hebben er nog geen enkele stap voor gezet. Hoe het kan dat de Brusselse autoriteiten of de regulator dat al doen nog vooraleer er een akkoord is, begrijp ik helemaal niet. Het is de wereld op zijn kop.
Het is dus goed dat ik de kwestie geagendeerd heb op het Overlegcomité van 6 september. Gisterenavond om 19.01 uur is er een mail aangekomen met de vraag om samen te zitten. Ik heb een brief gestuurd heb aan mevrouw Marghem om nogmaals aan te dringen om de beslissing van het Overlegcomité en van het regeerakkoord onverwijld uit te voeren.
De omschakeling die in de zomer van 2016 gerealiseerd werd in Houthalen-Helchteren in het kader van een proefproject, werd toegelicht aan de taskforce. Infrax meldt dat de omschakeling in Houthalen-Helchteren succesvol is verlopen. In totaal ging het om 5242 aansluitingen. Er werd een overzicht gegeven van de planningswerkzaamheden voor het conversieproject, het verloop van de conversie met onder meer communicatie naar de afnemers en technische acties op het net, en ervaringen met aangetroffen gastoestellen.
De projecten die gepland staan voor juni 2018 zijn geen proefprojecten meer. Dit zijn de eerste gemeenten die zullen omschakelen in uitvoering van de indicatieve planning uitgewerkt door Synergrid – de organisatie die de distributienetbeheerders in ons land overkoepelt – die loopt tot 2029. Het zal dus meer dan een decennium lopen.
De communicatie met de eigenaar van het te vervangen toestel, wordt onder andere door de bevoegde installateur gedaan die de controle komt uitvoeren, en ligt dus niet rechtstreeks in mijn handen. Van mijn kant heb ik reeds aangegeven, en zal ik ook blijven herhalen, dat in de enkele gevallen – het blijkt maar een half procent te zijn – waarin klanten hun installatie moeten vervangen, dit best als een moment aangegrepen wordt om na te denken over duurzame alternatieven voor verwarming. Dat kunnen warmtepompen zijn, warmtepompen met zonnepanelen, zonneboilers, condensatieketels. Voor deze investeringen kunnen de bestaande premies en ook de energielening aangewend worden. Het is dus goed om de mensen ervan bewust te maken dat de omschakeling kan. Je kunt 1,6 miljoen Belgen zomaar niet van het net afsluiten en zeggen dat ze maar een andere oplossing moeten zoeken. De situatie in Nederland is niet gelijk aan die in België. Ik ga dan ook geen appels met peren vergelijken.
Mijn administratie en kabinet staan in nauw contact met de distributienetbeheerders, met de VREG en via de taskforce ook met de andere kabinetten en overheden. Mochten er zich wijzigingen voordoen aan de timing, dan zal dit overeenkomstig worden gepubliceerd via de overkoepelende website, www.gasverandert.be, alsook via het Vlaamse portaal en de websites van de distributienetbeheerders.
De algemene website www.gasverandert.be en de campagne over de omschakeling, die door de federale overheid getrokken wordt, zijn eerder deze week gelanceerd.
Op deze website zullen gezinnen en bedrijven via hun postcode kunnen controleren of hun gemeente zich in het omschakelingsgebied bevindt of niet. Voor specifieke informatie worden zij doorverwezen naar de websites van de gewesten en netbeheerders. Via de websites van de Vlaamse netbeheerders zullen gezinnen en bedrijven een voorlopige tijdslijn kunnen raadplegen waarop zij kunnen zien wanneer welk gebied omgeschakeld zal worden. Deze tijdslijn is indicatief en kan nog worden gewijzigd.
De gezinnen en bedrijven die in een specifiek conversiegebied gesitueerd zijn, zullen ruim voor omschakeling via de lokale netbeheerder op de hoogte worden gebracht van de komende omschakeling. In augustus 2017 heeft Infrax de eerste communicatieacties ondernomen voor de conversie in Zuid-Limburg en Hoboken. Meer dan 50.000 brieven zijn reeds verstuurd om de betrokken gezinnen en bedrijven te informeren over de komende omschakeling.
De installateurs zijn blijkbaar – ik heb het ook gelezen – niet tevreden over de communicatie, over het feit dat ze niet op de hoogte zijn van wat er zich allemaal afspeelt. Ze zijn op dezelfde manier gevat als burgers, maar ze zijn voornamelijk mistevreden over de communicatie van wat maandag gebeurd is. Ik heb de installateurs uitgenodigd voor overleg op mijn kabinet. Volgende week zal het overleg met de installateurs dan ook plaatsvinden zodat ik kan luisteren naar de problemen die zij hebben.
Ik geef nog even mee dat een gasinstallatie volgens een omzendbrief om de twee jaar moet worden nagekeken. Ik ben er mij van bewust dat blijkbaar een heleboel Vlamingen dat niet doen. Dit is natuurlijk een opportuniteit voor de installateurs, maar dat zal ik volgende week met hen bespreken.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
U spreekt over 500 miljoen euro kosten. In een andere communicatie spreekt men over 200 miljoen euro en 50 miljoen euro op het niveau van Fluxys. Misschien moet er nog wat duiding worden gegeven over welke kosten er wanneer, door wie en waar zullen worden gemaakt. Dat zijn drie elementen die belangrijk zijn.
Ik ben blij dat u aandringt om het federaal fonds effectief waar te maken. Het is een afspraak in het federale regeerakkoord. Het zijn inderdaad vooral de Brusselaars en de Vlamingen die er misschien iets meer gebruik van kunnen maken, maar op federaal niveau is men bevoegd voor de bevoorradingszekerheid, voor de afspraken met Nederland en voor de gevolgen van de gewijzigde afspraken met Nederland. De financiële gevolgen moeten door het federale niveau mee in rekening worden gebracht en er moet mee verantwoordelijkheid voor worden opgenomen, in goed overleg met de gewesten. In die zin is het alvast positief dat u een uitnodiging hebt gekregen voor overleg. Dat is stap één, en hopelijk volgt dan snel stap twee in de verdere afwikkeling van het opzetten van het fonds, wat toch een belangrijk onderdeel was van het regeerakkoord wanneer het gaat over energie.
De proefprojecten rond de omschakeling zelf op het terrein zijn gunstig verlopen. Meer dan 5000 gezinnen hebben in Houthalen-Helchteren de omschakeling al gemaakt. Een verdere uitrol van de omschakeling, conform de tijdslijn die Synergrid is overeengekomen, is zeer positief.
Ik steun wel het idee om zeker, waar mogelijk, duurzame alternatieven voor verwarming op aardgas of op fossiele brandstoffen maximaal te promoten en dat ook te combineren in de campagne die is opgezet. Het is een opportuniteit waarbij we heel veel gezinnen moeten bereiken vanwege de omschakeling. We moeten letterlijk binnengaan in honderdduizenden woningen in Vlaanderen om die omschakeling mogelijk te maken. Laat ons van die opportuniteit gebruikmaken om ook die gezinnen te vatten en duurzame alternatieven, duurzame verwarming, duurzame energievoorziening, energiebesparing ook, te promoten.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, u hebt ook verwezen naar het regeerakkoord. Ik denk dat het regeerakkoord duidelijk is. Wij ondersteunen dus ook de vraag naar een nationaal fonds. Misschien dat vanuit het nationaal fonds wat meer geld zal worden gebruikt voor Vlaanderen, maar dat is slechts een fractie van de transfers die wij jaarlijks naar Wallonië doen. Op dat vlak is er geen probleem.
Goed dat u een uitnodiging hebt ontvangen om eindelijk in overleg te gaan, want dit dossier is nogmaals een bewijs dat België niet werkt.
Ik zou u ook aanraden om het woordje ‘onverwijld’ niet te gebruiken. We hebben het hier al eens gebruikt, en het is niet goed afgelopen. Ik zou dus voorstellen om het niet meer te gebruiken.
Goed dat er ook overleg met de installateurs komt. Het is natuurlijk wel een beetje eigenaardig dat er een informatiecampagne op gang wordt getrapt waar u niet aanwezig was – ik verwijt u dat niet –, maar zeker dat er een informatiecampagne op gang wordt getrapt waarbij er nog onduidelijkheid is over de kostprijs, ook zeker bij de installateurs. Het is vooral mijn bekommernis wat dit aan de mensen gaat kosten.
En ik ben het met u eens dat dit kan worden gecombineerd met de tweejaarlijkse controle van de verwarmingsketel en dergelijke. U zult zeggen dat het om een minieme fractie gaat van mensen die met toestellen van voor 1978 zitten, maar dat zijn precies de meest kwetsbare en arme gezinnen. Sommige mensen hebben die toestellen nog omdat zij gewoon de middelen niet hebben om te investeren in nieuwe toestellen. U verwijst naar premies, maar zelfs in dergelijke gevallen zijn premies niet voldoende. We moeten vooral deze minieme groep van nabij opvolgen en zorgen dat ook zij mee zijn in dit verhaal.
Ik wil ook graag nog een suggestie doen. Er zullen tal van informatiecampagnes plaatsvinden, dat is al gebeurd, waarbij gezinnen en bedrijven op de hoogte worden gebracht maar misschien kunnen we ook de lokale overheden, de gemeenten inschakelen om ervoor te zorgen dat gezinnen en burgers voldoende op de hoogte worden gebracht.
De heer Danen heeft het woord.
Ik wil nog eens een pleidooi houden om van deze gelegenheid gebruik te maken om mensen te stimuleren om naar duurzame warmtebronnen te gaan. Ik heb het dan niet alleen over de mensen met oude toestellen of met toestellen van voor 1978, maar ook over mensen met toestellen die wat ouder en versleten zijn maar die nog niet per se aan vervanging toe zijn. Dit kan een opportuniteit zijn om mensen de kans te geven om over te schakelen naar duurzame energie. Ik heb de idee dat sommigen hier rond de tafel – en daarmee verwijs ik niet naar de heer Bothuyne die net ook dat pleidooi heeft gehouden – er automatisch van uitgaan dat iedereen die omschakeling moet maken, dat dit voor een deel door de algemene middelen en voor een deel door de persoon zelf wordt betaald, en dat een oude door een nieuwe gasketel zou worden vervangen. Ik vind dat geen evidentie, ik vind het eerder evident om de keuze te maken voor een duurzame energiebron wanneer die mogelijkheid zich voordoet. Ik ben ervan overtuigd dat de communicatie hierover een duwtje in de rug kan geven. Ik hoop dan wel dat de communicatie beter zal verlopen dan wat maandag is afgesproken, want wat maandag is gebeurd, was toch wel een beetje een slag in het water.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, wanneer de communicatie die in de krant staat niet klopt met de cijfers die u hebt meegedeeld, dan zal de eerste discussie op het eerste Overlegcomité over de cijfers gaan. In de pers staat duidelijk dat het transport 50 miljoen euro en de distributienetbeheerders 200 miljoen euro kosten, maar dan zegt Sibelgas dat dit al in de tarieven zit. Ik heb het omgerekend. Als we zoals minister Marghem zegt, 150 euro per gezin rekenen, dan komen we op 240 miljoen euro ten laste van de gezinnen. En als we die drie getallen bij elkaar tellen, komen we aan dat half miljard euro. Maar niemand kan die 240 miljoen euro hard maken. Is die 240 miljoen euro ten laste van de gezinnen de afspraak?
U zegt dat in Houthalen-Helchteren er in ongeveer 0,5 procent een probleem was met de binneninstallatie. Als ik dat vertaal naar Vlaanderen, dan betekent dit dat op 990.000 gezinnen die moeten omschakelen, ongeveer 5000 gezinnen een specifiek probleem zouden hebben. We kunnen dan discussiëren over de vraag of men tegelijk promotie moet maken voor duurzame energie, maar ik wil de aandacht niet afleiden van deze belangrijke vraag over de hoogdringendheid die al twee jaar aansleept. We moeten zo snel mogelijk in actie komen met alle mogelijke duidelijkheid over de cijfers en niet men een raming van een half miljard euro. Het is heel belangrijk om te weten waarover het hier gaat en wat de klant wel of niet, direct of indirect, zal moeten betalen om een bijkomende keuring te laten doen. Dat is momenteel de kern van de vraag.
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, u hebt gelijk. Ik zal de cijfers effectief op tafel gooien tijdens het eerste overleg. U leest het in de krant, ik lees het ook in de krant. Ik zie uitspraken, berekeningen en verklaringen over deze materie waar ik zogezegd bij betrokken zou moeten zijn volgens de beslissing van het Overlegcomité, maar waar ik momenteel nog niet door gevat ben. Op het overleg waarop wij uitgenodigd zijn, zullen wij eerst uitleg vragen over de cijfers die momenteel circuleren.
Ik ben het er niet mee eens dat ik het woord ‘onverwijld’ niet mag gebruiken, mijnheer Sintobin. Ik wens u er toch attent op te maken dat Brussel-Halle-Vilvoorde intussen gesplitst is. Als dat hetzelfde zou zijn voor het ‘onverwijld’ dat ik hier vandaag aankondig, dan ben ik gerust.
Ik heb het gehad over 0,5 procent van de toestellen die aangepast zouden moeten zijn. Het zijn dan niet allemaal ongelooflijk zware investeringen die moeten worden gedaan, soms gaat het over een aantal kleine aanpassingen, maar ik sluit me aan bij wat de heer Danen daarover zegt inzake de omschakeling naar duurzame alternatieven.
In 1978 was ik nog een puber, mijnheer Sintobin, sommige mensen in de zaal waren nog niet eens geboren. Als mensen veertig jaar aan een stuk nalaten om investeringen te doen in een aantal zaken, dan denk ik dat daar toch iets scheelt. Het is zeer kort door de bocht om dan te zeggen dat het vooral overal over sociaal zwakkeren gaat. We hebben geen enkele indicatie dat dit zo is. Ik kan u een pak voorbeelden geven van mensen die niet sociaal zwak zijn maar die gewoon gierig zijn of de tijd niet nemen om iets te doen. Sommige mensen zouden dat perfect kunnen doen, maar doen het niet.
Ook een aantal toestellen die in het buitenland zijn gekocht, komen daar in de problemen. Als men een toestel in het buitenland koopt, is dat niet omdat het daar duurder is, mijnheer Sintobin. Ik zou dan ook willen vragen een beetje voorzichtig te zijn. Vanuit bepaalde hoeken vraagt men me nu of ik geen subsidies of premies zal geven. Ik ga dat niet doen, ik baseer me op wat wij vandaag al geven inzake ondersteuning en premies. In de lijst van energieleningen en premies staat trouwens duidelijk dat energiezuinige huishoudtoestellen voor de sociale doelgroep effectief in aanmerking komen. Als u dus een probleem hebt met een toestel dat moet worden vervangen en u behoort tot de sociale doelgroep, dan kunt u bij de overheid aan 0 procent lenen. U hebt dan tien jaar de tijd om dat terug te betalen. Ik denk dus dat er voldoende alternatieven voorhanden zijn en dat het absoluut niet de bedoeling is om paniek te zaaien bij de mensen dat dit zou leiden tot geldverslindende oplossingen.
Dat de gemeenten moeten worden betrokken, daar ben ik het uiteraard mee eens. Maar als u de zaak vanop een afstand bekijkt, dan ziet u toch wie die omschakeling maakt, namelijk de distributienetbeheerders. Wie zijn de aandeelhouders en de eigenaars van de distributienetbeheerders? Dat zijn de gemeenten. Ik ga ervan uit, mijnheer Sintobin, dat de distributienetbeheerders met hun gemeentelijke aandeelhouders overleg plegen. Daarvoor zijn er tal van adviesraden en intercommunale verenigingen. Die zouden zelfs te uitgebreid en te omvangrijk zijn, dat staat al een hele tijd ter discussie.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de bijkomende informatie. Wat de becijfering van de reële kosten betreft, zou het goed zijn dat u een overzicht bezorgt aan het parlement over wat uw administratie zelf schat inzake kosten. Op die manier kan die discussie uit de wereld worden geholpen.
Wat het promoten van de duurzame alternatieven betreft, kan er nog meer dan wat er vandaag gebeurt door de netbeheerders. Ik hoop dat u dat kunt meedelen aan Synergrid en de netbeheerders die op dat vlak actief zijn. Zij beheren immers ook het hele premiearsenaal dat u in leven hebt geroepen om mensen aan te zetten tot rationeel energiegebruik. Het promoten van duurzame energie behoort ook tot hun taken.
Tot slot ben ik ook heel blij dat zelfs het Vlaams Belang zeer veel belang hecht aan het uitvoeren van het federale regeerakkoord. Ik ben blij dat ook de oppositie het federale regeerakkoord zeer goed vindt.
De heer Sintobin heeft het woord.
Ik zou kunnen reageren op de opmerking van de heer Bothuyne. Het gaat er niet over het regeerakkoord te steunen, maar wanneer een akkoord wordt gesloten, is het aan u allen om dat uit te voeren. Ik veronderstel, mijnheer Bothuyne, dat u ook de Waalse en Brusselse collega’s in het federaal parlement zult overtuigen om het regeerakkoord uit te voeren, en dit in het belang van de gezinnen en van iedereen.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik stel vast dat in een aantal gremia over die omschakeling is gesproken. Dat is zelfs besproken op plaatsen en momenten waar u niet bij was. Ik kan uw redenen gedeeltelijk begrijpen. Ik betreur evenwel dat er weinig maatschappelijk debat over dit thema is. Het wordt in gesloten gremia besproken en beslist. Ik wil dan ook oproepen om hierover wat meer maatschappelijk debat te organiseren. Ik weet dat de gemeentebesturen de beheerders van de distributienetbeheerders zijn. In principe zouden die debatten daar kunnen worden gevoerd. Ik stel echter vast dat dit niet gebeurt. Ik betreur dat.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Mijnheer Danen, twee jaar geleden heb ik geprobeerd dit maatschappelijk debat op de agenda te plaatsen. Ik heb toen op de urgentie gewezen. Ik heb opgemerkt dat we misschien te weinig installateurs zullen hebben en gevraagd of we de planning wel zullen halen. Ik heb ook gevraagd wat we zullen doen indien Nederland vervoegd afsluit. Ik ben dan ook blij dat u mijn vragen van twee jaar geleden nu ondersteunt.
Mijnheer Bothuyne, ik ondersteun ook uw woorden. Het zou goed zijn indien de administratie op basis van het proefproject in Houthalen-Helchteren zou proberen te achterhalen wat de kosten zouden zijn. Die moet worden geëxtrapoleerd voor 990.000 gezinnen. We zouden hierin inzage moeten krijgen. Op die manier zouden we weten over welke cijfers het Overlegcomité straks zal spreken.
Voor het overige kan ik enkel zeggen dat dit wordt vervolgd. Ik denk dat dit thema regelmatig zal terugkeren.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.