Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de federale energiebijdrage
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, verbruikers betalen via de federale bijdrage mee voor een aantal maatregelen van de federale overheid. Het gaat bijvoorbeeld om de kosten van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) en voor de nucleaire passiva. Hoe de modaliteiten van doorrekening van de federale bijdrage zijn georganiseerd en hoe de bijdrage wordt gefactureerd, is bij de minister en in deze commissie genoegzaam bekend. Dat staat ook in de geschreven voorbereiding van deze vraag om uitleg.
Feit is dat de voorbije jaren voor tientallen miljoenen euro’s te veel federale energieheffing is aangerekend aan de Vlaamse elektriciteitsverbruikers. Gezinnen en bedrijven hebben jarenlang te veel betaald. Het zou gaan om ongeveer 75 miljoen euro. Blijkbaar werd in Brussel en Wallonië de te veel geïnde bijdrage reeds teruggestort. In Vlaanderen gebeurde dat nog niet. In Brussel en Wallonië zou er sprake zijn van een wankele juridische constructie. Het is een feit dat er nood is aan sluitend regelgevend initiatief om te vermijden dat ook in de toekomst te veel federale bijdrage wordt geïnd en dat de te veel geïnde bijdrage wordt teruggestort.
Midden juni stelde bevoegd federaal minister Marghem dat er een juridische analyse liep om deze kwestie op te lossen. Ze had het over enkele weken vooraleer alles klaar zou zijn. De Vlaamse Regering zou het dossier agenderen op het Overlegcomité van 6 september 2017.
Minister, wat is het resultaat van het agenderen van dit dossier op het Overlegcomité van 6 september 2017? Hoe moet het nu verder met de terugbetaling van de te veel geïnde bijdrage?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, we spreken over een federale energiebijdrage van 0,3411 eurocent per verbruikte kilowattuur. In totaal gaat het over een te veel geïnd bedrag van 75 miljoen euro. Dat komt doordat de federale energiebijdrage wordt berekend op het gedeelte dat over het transportnet verloopt. Doordat de elektriciteit opgewekt door wind- en zonne-energie niet over het transportnet loopt, is er een discrepantie tussen wat op het Elianet zit en wat op het Eandis-/Infraxnet zit. Wallonië en Brussel hebben dit reeds teruggestort aan de klanten. Ik weet niet of het om een juridisch wankele constructie gaat. Zij hebben het gedaan en wij niet. Wij zitten met die pot van 75 miljoen euro, waar ook de distributienetbeheerders vragende partij zijn om daar een sluitende oplossing voor te vinden.
Tijdens de commissievergadering van 24 mei 2017 stelde u dat het geld zo snel mogelijk moet worden teruggestort. U stelde dat u een juridisch sluitende oplossing wilde en geen wankele oplossing zoals in de andere gewesten. De vraag is wat een wankele oplossing zoals in de andere gewesten is. Ik denk niet dat de federale overheid dat geld zal terugvorderen in Brussel en Wallonië. Ondertussen hebben de verbruikers het wel ontvangen, terwijl wij wachten op een juridisch sluitende oplossing.
Minister Marghem heeft dan de opdracht gekregen om een wettelijke regeling uit te werken om dit probleem op te lossen. Midden juni zou de federale regulator de analyse afronden – dat gaat over de toekomst – om de pot van 75 miljoen euro niet nog groter te laten worden, want elke dag dat er langer wordt gewacht om op federaal niveau een wetswijziging door te voeren, wordt die 75 miljoen euro straks misschien 80 miljoen euro. Hoe meer zonnepanelen er worden geplaatst, hoe groter het bedrag wordt en hoe sneller het bedrag zal stijgen.
Er is dan inderdaad het Overlegcomité geweest op 6 september. Welk voorstel werd daar besproken? Op welke manier zal dit worden opgelost, niet alleen voor de toekomst maar sowieso ook voor wat is opgespaard in het verleden? Wanneer krijgen we onze centen terug?
Minister Tommelein heeft het woord.
Het Overlegcomité van 6 september 2017 heeft akte genomen van de vraag van de Vlaamse Regering, van mij dus, naar terugbetaling van de te veel geïnde federale energiebijdrage en een correcte juridische oplossing.
Het Overlegcomité heeft de Federale Regering ermee gelast zo snel mogelijk de volgende actie te ondernemen. Ten eerste, een gepaste juridische oplossing goed te keuren die toelaat de te veel ontvangen sommen aan federale bijdrage elektriciteit terug te betalen aan alle betrokken eindafnemers. Ten tweede, de huidige reglementering te wijzigen met het oog op een correcte uitvoering van de federale bijdrage in de toekomst en een gepaste juridische reglementering te creëren voor de behandeling van de saldi van de federale bijdrage die eventueel nog in de toekomst opgebouwd zullen worden.
Federaal minister Marghem moet nu een voorontwerp van wet uitwerken die dit juridisch zal regelen en de correcte basis biedt aan de netbeheerders om dit te kunnen terugstorten. Dit zou normaal gezien opnieuw geagendeerd moeten worden op het Overlegcomité van oktober. Via een zeer gunstige wind heb ik vernomen dat dit deze week al geagendeerd staat op de federale ministerraad. Er komt dus schot in de zaak. Ik hoop dat men op het federale niveau de ‘sense of urgency’ van dit dossier inziet zodat dit in de Kamer kan worden goedgekeurd tegen het einde van dit jaar en kan worden meegenomen in de vaststelling van de DNB-tarieven van 2018.
Ik heb een suggestie, mijnheer Gryffroy. Als we het snel willen doen gaan, dan kunnen misschien de meerderheidspartijen in de Kamer – u bent lid van de grootste meerderheidspartij – een wetsvoorstel indienen zodat de Kamer zeker voor het einde van dit jaar deze zaak kan goedkeuren. Het zal dus van de Kamerleden afhangen of het snel gaat of niet, niet van de Vlaamse minister. Aangezien we ook federaal in de meerderheid zitten, zou het goed zijn om ervoor te zorgen dat we dat zo snel mogelijk in de Kamer laten goedkeuren.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, dit is uiteraard goed nieuws. Ik ben ervan overtuigd dat de grootste partij in de Kamer dit mee zal goedkeuren en ondersteunen, want het is natuurlijk de bedoeling om zo vlug mogelijk de te veel geïnde bijdrage aan de mensen terug te geven.
Ik heb nog één klein vraagje, gewoon uit interesse. Hoe komt het dat in Wallonië en Brussel er blijkbaar wel al een terugstorting is gebeurd van het te veel geïnde bedrag? Ergens schreef een krant dat het een wankele juridische constructie is. Maar ze hebben het toch maar al teruggekregen. Ze zijn er natuurlijk sterk in, in wankele juridische constructies.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik heb dezelfde opmerking als de heer Sintobin. We hebben gewoon de guts niet om het te doen. In Wallonië spreekt men van ‘la redevance voirie’ waarop men geen btw moet betalen. Daar doet men die terugstorting omdat men weet dat het federale niveau toch niets gaat doen.
Ik zal mij informeren of het nu vrijdag op de ministerraad komt. Dan kunnen we inderdaad bekijken of we een wetsvoorstel indienen. Maar, minister, u zit ook in die regering. We hebben u evenzeer nodig. Zonder uw partij hebben wij ook geen meerderheid in de Federale Regering. We zullen dus bekijken of we met uw collega’s in de federale Kamer tot een snelle oplossing kunnen komen. Want als het maar eind dit jaar wordt goedgekeurd, krijg je dat normaal gezien niet meer rond in de tarieven van 2018 en is het voor de tarieven van 2019.
Het is gewoon onze mentaliteit, we zijn gewoon te braaf! We wachten tot er een juridische oplossing is. We brengen het braaf op een overlegcomité. Maar laat ons eens doen als een ‘Brusseleir’ en een Waal, die zeggen gewoon: ‘Ik stort dat terug en we zien wel wat ervan komt.’
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, ik was eigenlijk niet van plan om te reageren omdat het inderdaad goed nieuws is dat er schot in de zaak komt op het federale niveau. Maar, collega’s, ik denk niet dat we te braaf zijn. Haastwerk is in dezen absoluut niet nuttig. Als mensen op een wankele basis die euro’s waar ze recht op hebben zouden terugkrijgen, is dat vooral: onzekerheid creëren. Haast en spoed is hier niet goed, hoewel ik wel hoop dat er nu snel vooruitgang zal worden geboekt. Ik ga er ook van uit dat men op het federale niveau het licht heeft gezien en een constructie zal kunnen opzetten die ervoor zorgt dat de mensen van Vlaanderen het geld waar ze recht op hebben inderdaad snel terugkrijgen. Dat gebeurt het liefst op een goede juridische basis.
De heer Danen heeft het woord.
Volgens mijn fractie duurt het allemaal een beetje lang. In mei werd deze kwestie in deze commissie aangeraakt. In de vakantie is er van alles gebeurd. En nu zijn we al in de herfst. Als we geluk hebben, zal er in de lente van volgend jaar een oplossing zijn. Ik vind dat het erg lang duurt. Ik wil ook meegeven dat ook wij in de Kamer willen meewerken aan een juridisch solide oplossing. Hopelijk kan dat dit jaar nog gebeuren.
Minister Tommelein heeft het woord.
Ik vind het eerlijk gezegd nogal straf dat parlementsleden de minister oproepen om zich van decreten en wetten en juridische basis helemaal niets aan te trekken en maar gewoon voort te doen. Collega’s, ik ben zeer gedreven en wil zaken in beweging zetten. Maar als u mij als minister vraagt om de wetten niet te respecteren, zal ik daar niet op ingaan. Voor wat Wallonië en Brussel hebben gedaan, hoef ik als Vlaams minister geen verantwoording af te leggen. Zij moeten verantwoording afleggen ten overstaan van hun eigen parlement, in Brussel en in Wallonië. Ik hoef als Vlaams minister niet te verantwoorden waarom zij dingen doen die niet op een juridische basis gestoeld zijn.
Mijnheer Danen, sneller kan ik echt niet gaan. U zegt dat dit in mei is aangekaart. Ik heb het al op het Overlegcomité gebracht, en het ligt nu al op de tafel van de federale ministerraad. En het kan, het kán, voor het einde van dit jaar worden goedgekeurd, zodanig dat het effectief in de tarieven van volgend jaar kan worden verrekend. Dan stel ik vast dat ik niet sneller kon gaan. Het enige sluitstuk dat nu nog ontbreekt, is dat het inderdaad vrijdag op de federale ministerraad moet komen, waarna het wetsontwerp naar de Kamer kan worden gestuurd. Ofwel kan het eventueel worden versneld in de Kamer op basis van de gegevens waarover iedereen beschikt, met uitzondering van de heren Sintobin en Danen, die niet weten wat er op de agenda van de federale ministerraad staat. Ofwel gaat dat met een bij hoogdringendheid te behandelen wetsontwerp, ofwel door het wetsvoorstel als Kamerlid in te dienen. Het sluitstuk ligt dus niet bij de Vlaamse minister, het sluitstuk ligt bij de federale Kamer. Ik hou mij aan de wetten en decreten van dit land.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik heb u geen verantwoording gevraagd voor wat er is gebeurd in Wallonië en Brussel. Ik heb alleen uit interesse de vraag gesteld.
Ik hoop in elk geval dat de samenwerking tussen uw partij en de partij van de heer Gryffroy wat vlotter verloopt dan, bij momenten, in deze commissie, zeker wat dit dossier betreft. Zo kunnen de mensen tijdig en zo snel mogelijk hun geld terugkrijgen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik heb nergens gesteld dat we iets onwettigs moeten doen. Het feit dat er zo’n grote onduidelijkheid bestaat en dat we met een grijze zone zitten, waardoor Wallonië en Brussel gemeend hebben dat ze dit onmiddellijk konden doen, en het feit dat men daar inderdaad zoveel juridisch werk rond nodig heeft, bewijst juist dat het niet gaat over het feit dat ze iets onwettigs of illegaals hebben gedaan. Het bewijst gewoon dat ze iets hebben gedaan in een grijze zone.
Ik stel het volgende voor. We moeten, als het nu vrijdag wordt besproken, checken of het een wetsvoorstel kan zijn vanuit de Kamer, niet alleen over de toekomst maar ook over het verleden. Het moet dan enkel over Vlaams geld gaan, niet over het verleden van Brussel en Wallonië. De toekomst is inderdaad voor volledig België. Daarom roep ik hier alle partijen van meerderheid en oppositie op om dit wetsvoorstel over het verleden zo snel mogelijk in te dienen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.