Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, in Vlaanderen geldt voor alle kinderen en jongeren van 6 tot 18 jaar de leerplicht. Toch kunnen kinderen en jongeren een tijdelijke of definitieve vrijstelling van de leerplicht krijgen omdat zij “in de onmogelijkheid verkeren om onderwijs te volgen”. Het gaat voornamelijk om kinderen en jongeren met ernstige meervoudige beperkingen (EMB) en in mindere mate ook om kinderen en jongeren met ernstige gedrags- en emotionele problemen (GES).
Zo'n anderhalf jaar geleden oordeelde een commissie van experts en academici dat kinderen met intensieve zorgnoden te snel worden vrijgesteld van de leerplicht. Zij achtte het niet wenselijk om het huidige systeem van de vrijstelling van de leerplicht voort te zetten.
De experten zeiden “dat er geen wetenschappelijke argumenten zijn om aan te nemen dat een bepaalde groep kinderen niet zou kunnen leren en ontwikkelen”. Veel kinderen die nu een vrijstelling krijgen, zouden baat hebben bij een complementair en geïntegreerd onderwijs- en hulpaanbod.
In de vergadering van de commissie Onderwijs van 16 juni 2016 verklaarde u op mijn vraag om uitleg dat u het eens bent met de stelling van de wetenschappelijke commissie, dat te veel jongeren worden vrijgesteld en dat u bereid bent om het systeem van de vrijstelling van de leerplicht te herbekijken.
Minister, hebt u het systeem van de vrijstelling van de leerplicht herbekeken? Zo ja, wat zijn de bevindingen en conclusies? Zo nee, wanneer plant u dit te doen?
Hoe verloopt de samenwerking met het domein Welzijn in dezen? Hoe verloopt het uittekenen van een reglementair kader binnen Onderwijs en Welzijn om te komen tot geïntegreerde onderwijs- en zorgplannen?
Welke bijkomende maatregelen zult u nemen om ervoor te zorgen dat het vrijstellen van de leerplicht wordt vermeden indien die niet hoognodig of wenselijk is?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, er was in juni 2016 inderdaad een vorige vraag, en ik heb toen aangegeven dat ik het eens ben met de conclusie van de commissie criteria vrijstelling van leerplicht. Er zijn geen criteria om kinderen vrij te stellen van leerplicht. We hoeven daar verder niet op in te gaan, de conclusie van de commissie is gekend en ik denk dat we het er allemaal wel mee eens zijn.
Ik heb ook al eerder aangegeven dat ik veel voel voor het voorstel van de commissie om te werken met een geïntegreerd onderwijs- en zorgplan voor kinderen met ernstig meervoudige beperkingen en zeer ernstige gedrags- en emotionele stoornissen als hun beperking ertoe leidt dat voltijds naar school gaan geen haalbare kaart is, of toch minstens zeer sterk gefaciliteerd dient te worden met ondersteuning vanuit welzijn. Het geïntegreerd onderwijs- en zorgplan geeft weer waarom voltijds naar school gaan voor het kind niet haalbaar is want naar school gaan, is en blijft de allereerste optie, wat het onderwijsaanbod en wat het zorgaanbod zal zijn en geeft de afstemming en het overleg tussen alle actoren weer.
Ik heb al aangegeven dat we in het werkjaar 2017-2018 werk zouden maken van het reglementair onderbouwen en inbedden van het ‘geïntegreerd onderwijs- en zorgplan’. U weet dat er een beleidsdomeinoverschrijdende werkgroep Onderwijs-Welzijn ‘personen met een handicap’ aan het werk is. Deze werkgroep buigt zich over een aantal issues. Het onderwijs aan jongeren met ernstig meervoudige beperkingen en met zeer ernstige gedrags- en emotionele stoornissen is er daar één van. Het plan wordt op dit ogenblik uitgewerkt.
Ik zal aan het einde van dat proces over resultaten van het werk communiceren. Maar toch al dit: als we praten over een kader voor geïntegreerde onderwijs- en zorgplannen dan praten we ook over meer inzetten op inclusie, de rol en de invulling van de persoonsvolgende financiering, het toekennen van omkadering vanuit onderwijs en welzijn.
Iedereen is vragende partij voor een goede regeling, maar we stellen nu al vast dat scholen en voorzieningen soms ondersteuningsvormen gebruiken die niet voor dit soort situaties bedoeld zijn, zoals het tijdelijk onderwijs aan huis (TOAH) en permanent onderwijs aan huis (POAH). Het is nu van belang om het geïntegreerde plan af te wachten. Daarna kunnen we de discussie verder voeren.
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik begrijp uiteraard dat het een heel complexe situatie is en dat we niet mogen gaan voor een afschaffing van de vrijstelling van de leerplicht zonder een waardig alternatief.
Ik ben blij te horen dat de werkgroep aan het werk is en het probleem samen met Welzijn en Onderwijs onderzoekt. Ik denk ook dat elke jongere het verdient om zich te ontwikkelen en zich via het onderwijs te integreren in de maatschappij, hoe moeilijk het ook is. Ik weet ook wel dat het niet altijd zo eenvoudig is. Daarom is het belangrijk om het concept van de vrijstelling van de leerplicht te herbekijken, wat bezig is, en mogelijke alternatieven uit te werken.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, het is belangrijk dat u hebt gesteld dat u er tijdens dit parlementaire werkjaar effectief werk van wilt maken.
Op 16 juni 2016 heb ik er ook reeds op gewezen dat een voldoende aanbod en financiering belangrijk is, maar dat inderdaad meerdere aanpassingen in de wetgeving, zowel op het vlak van onderwijs als van welzijn, noodzakelijk zijn.
Ik heb begrepen – en ik denk dat het een goed basisprincipe is – dat maatwerk hoe dan ook het fundamentele uitgangspunt zal zijn voor de aanpak van deze probleemsituatie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.