Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, enige tijd geleden kondigde u aan dat er twintig bijkomende trajectcontroles op gewestwegen geïnstalleerd zouden worden. Omdat er bij verschillende burgemeesters, van onder andere Tielt-Winge en Wevelgem, vragen waren over het tot stand komen van de lijst, vroeg ik u in een schriftelijke vraag naar de werkwijze.
U antwoordde hierop: “De ongevalsgegevens dienen als enige parameter voor het bepalen van de prioriteiten waar een trajectcontrole zal worden geïnstalleerd. In het verleden werd enkel gewerkt met aanvragen van lokale politie en/of lokale overheden. Voortaan hanteert het Agentschap Wegen en Verkeer een top-downbenadering. Dit impliceert dus dat de aanvragen vanwege de lokale politie en/of lokale overheden komen te vervallen.”
De keuze voor een top-downbenadering is toch opmerkelijk. Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) investeert normaal sterk in de band met de lokale besturen en staat open voor dialoog. Het is dus vreemd dat in dezen de lokale overheden en politiezones genegeerd werden.
Verder schreef u in het antwoord ook: “Tijdens het selectieproces is gebleken dat de N8 in Wevelgem één van de twintig hoogst scorende wegvakken is. In de loop van dit proces werd nog geen contact opgenomen met het bevoegde gemeentebestuur en/of politiezone. In de volgende fase, onder andere bij het exact bepalen van begin- en eindpunt van het traject, zal er nauw overleg plaatsvinden met de lokale overheid en politie.”
Toen ik mijn vraag opstelde, was de burgemeester van Wevelgem nog niet gecontacteerd door uw diensten, en dat is tot heden nog altijd zo. Ook op zijn schriftelijke vraag van 3 juli aan u had hij toen nog geen antwoord gekregen. Toeval of niet, maar vandaag heeft het gemeentebestuur van Wevelgem, drie maand later, dan wel van u een antwoord gekregen. Toch vind ik dat laattijdig.
Wat is de beweegreden om de lokale overheden en politiezone niet te betrekken in de eerste keuze van deze trajectcontroles? Zal deze werkwijze ook voor bijkomende trajectcontroles gebruikt worden of kan hiervan afgeweken worden?
Minister Weyts heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat ik voor het koor preek als ik zeg dat trajectcontrole heel wat meer voordelen biedt dan de traditionele flitspaal. Ik zal die hier niet allemaal herhalen.
Hoe was de situatie vroeger? Flitspalen werden voor 100 procent gefinancierd door het Vlaamse Gewest, trajectcontrole, gezien de bredere inzetbaarheid waarvan ook lokale politiezones kunnen genieten voor ongeveer 40 tot50 procent.
Wat was het probleem? Eerst en vooral had je veel gemeentes die om budgettaire redenen voor de suboptimale flitspaal pleitten. Daarnaast deugde het onderliggende proces niet. De discussie diende eerst te worden opgestart in de Provinciale Commissie Verkeersveiligheid (PCV). Indien deze commissie zich positief had uitgelaten, kon dit tracé opgenomen worden op de prioriteitenlijst van AWV. Deze lijst werd jaarlijks aangepast op basis van de nieuwste ongevallencijfers en opnieuw geprioriteerd. Gevolg: een grote onzekerheid. Gemeenten dienden immers vaak jaarlijks een budget te reserveren zonder de zekerheid of hun traject dat jaar hoog genoeg zou scoren om in aanmerking te komen voor cofinanciering, dan wel of ze misschien na verloop van tijd uit de boot zouden vallen.
Tracés stonden dan ook soms jaren op de lijst. Indien het tracé dan uiteindelijk hoog genoeg op de prioriteitenlijst scoorde, haakten gemeenten dikwijls af wegens allerlei omstandigheden. Na verloop van tijd bijvoorbeeld werd het voorziene budget aan iets anders uitgegeven en werden er andere keuzes gemaakt in afwachting van. Het is ook helemaal begrijpelijk dat er wat onenigheid is bij de gemeente- of politieraad. Soms had er ook een coalitiewissel plaatsgevonden. Zelfs bij groen licht op lokaal niveau was er vaak nog discussie over de modaliteiten van het tracé. Mijn administratie meldt mij gemeenten waar ze tot vijf keer ter plaatse moesten gaan om over het tracé te discussiëren.
Wat doen we nu? Enerzijds sluiten we het tijdperk van de flitspalen met natte film af en gaan we radicaal digitaal. We springen waar mogelijk meteen naar trajectcontrole als oplossing om te handhaven. Daarnaast hebben we beslist om de logica om te draaien. Vlaanderen betaalt voortaan de rekening maar bepaalt waar de trajecten komen. We plaatsen deze eerst waar we potentieel het meeste levens kunnen redden en prioriteren dus aan de hand van ongevallenscores. Voor de prioritering van de eerste twintig tracés bekeken we de ongevallen in de periode 2011-2015. Elk tracé krijgt een onveiligheidsscore aan de hand van de enigszins lugubere optelsom waarbij elke dode een 5 oplevert, een zwaargewonde een 3 en een lichtgewonde een 1. Vervolgens lieten we ook nog Floating Car Data los op deze trajecten om te analyseren in welke mate de snelheidsbeperkingen worden overtreden. Je kunt niet accuraat vaststellen welke ongevallen er gebeurd zijn op basis van snelheidsovertredingen. Daarvoor zijn de ingevulde formulieren niet bepaald volledig betrouwbaar. Daarom maken we een combinatie van enerzijds het aantal ongevallen en anderzijds het nagaan via Floating Car Data of op de betrokken tracés de maximale snelheid veelvuldig wordt overschreden.
Bij bekendmaking van de twintig locaties heb ik de heer Keulen als antwoord op een actuele vraag gezegd dat de locaties indicatief zijn. Die moeten op het terrein nog worden gefinetuned. In de volgende fase, onder andere bij het exact bepalen van begin- en eindpunt van het traject, zal er nauw overleg plaatsvinden met de lokale overheid en politie. Ik ga mijn diensten vragen om voor elk van de locaties een duidelijk stappenplan te communiceren met de betrokken gemeenten. De realisatie van de verschillende installaties wordt op dit moment voorbereid.
Wat Wevelgem betreft, was er inderdaad een achterstand, om welke reden dan ook. Als de score of de locatie ter discussie wordt gesteld, dan kan ik zeggen dat het aantal ongevallen op het betrokken tracé op de tiende plaats stond. Het is niet dat men kan zeggen dat er geen dodelijke ongevallen waren of zwareletselongevallen. In de betrokken periode waren er twee doden, zes zwaargewonden en 55 lichtgewonden. Dat tracé komt dus zeker in aanmerking voor trajectcontrole. Met betrekking tot de exacte plaatsing van de palen zullen we overleggen met de lokale overheid.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik wil eerst duidelijk stellen dat ik niet tegen trajectcontrole ben, integendeel. Alle initiatieven die de verkeersveiligheid kunnen verhogen, kan ik alleen maar ondersteunen.
Ik blijf wel problemen hebben met een top-downbenadering. AWV hecht heel veel belang aan een samenwerking met de stadsbesturen. We hebben enkele weken geleden een uitnodiging gekregen voor een roadshow, waarin letterlijk staat: "Een van de belangrijkste klanten van AWV zijn de lokale besturen. Om deze partners nog beter te betrekken bij de werking van AWV organiseren we een roadshow." Het belang van samenwerking met de lokale besturen wordt hier nogmaals benadrukt. Ik vind de top-downvisie dan ook een rare benadering.
Ik ben voorzitter van de politiezone waar Wevelgem deel van uitmaakt. Het lokale bestuur en vooral de lokale politiezone zijn sterk bezig met ANPR-camera's. Enkele maanden geleden hebben we in de politieraad beslist om een ANPR-camera te bestellen op het kruispunt waar de trajectcontrole zou eindigen. Die beslissing is gevallen, maar gelukkig is de ANPR-camera nog niet besteld, want anders zouden er op één kruispunt twee ANPR-camera's geplaatst kunnen worden. Dat is niet opportuun. Ik vind het jammer dat er over de beslissing van AWV geen feedback is aan de gemeenten en politiezones.
U spreekt over ongevallen. Ik vraag me af over welk soort ongevallen het dan gaat. De N8, de bewuste weg, is een baan met heel wat zijstraten en heel veel winkels. Er zijn dus heel wat afslaande bewegingen. Er werd x aantal jaren gelden door de plaatselijke overheid ook al een enquête gehouden, waaruit bleek dat er heel weinig doorgaand verkeer is. Afslaande bewegingen zorgen voor de ongevallen. Ik vind het dan ook jammer dat daar geen duidelijk beeld van wordt gemaakt.
In het antwoord dat u aan de gemeente hebt bezorgd, staat er dat de snelheidsdata die worden gebruikt om tot die score te komen, afkomstig zijn van Floating Car Data. Ik vind het jammer dat de lokale politiezone en de gemeente Wevelgem niet op de hoogte worden gehouden van dergelijke metingen. Ik vind het heel belangrijk dat de verschillende actoren op elkaar worden afgestemd. Als u informatie over snelheid op lokale wegen hebt die blijkbaar belangrijk is, dan vind ik het erg jammer dat wij daar niet van op de hoogte worden gesteld. Het zou jammer zijn dat iedereen bezig is op zijn eigen domein zonder samenwerking en afspraak.
Ik vind het jammer dat er een top-downbenadering is, maar ik wil duidelijk stellen dat ik zeker niet tegen trajectcontrole ben in het kader van de veiligheid.
Mevrouw Fournier, ik wil er u op wijzen dat de vragen die hier worden behandeld, niet gaan over lokale problematieken maar over de algemene principes.
Voorzitter, verschillende vragen van mij over lokale dossiers zijn ook al afgewezen. We zijn hier nu al een uur bezig over één weg.
Ik ben absoluut nog geen uur bezig. Het gaat over het algemene principe. Het gaat over een case in Wevelgem, maar ook over een algemene top-downbenadering die wordt gehanteerd voor alle trajectcontroles. Ik heb er een dossier uitgelicht om dit punt aan te tonen. Er worden hier trouwens heel veel vragen behandeld over concrete thema's.
Met de algemene principes heb ik geen probleem, maar over de particuliere situatie vragen we de minister vandaag niet om een antwoord.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat betreft de grond van de zaak, namelijk de top-down: het is mijn bezorgdheid om verder te gaan in de strijd tegen de schande van de vierhonderd verkeersdoden die per jaar te betreuren zijn op Vlaamse wegen. Die aanpak blijkt te werken, vooral door de maatschappelijke mobilisatie, denk ik, eerder dan door het beleid zelf. We hebben vastgesteld dat in het verleden de bottom-upprocedure niet werkte en dat zelfs de middelen niet konden worden uitgegeven. Daarom zal het nu top-down gebeuren, om vooruit te geraken. Het is de snelste manier om ervoor te zorgen dat de trajectcontroles effectief worden gerealiseerd. We doen dat op basis van objectieve gegevens, die blijkbaar ter discussie worden gesteld. We bekijken ondertussen contractueel met Be-Mobile, dat ons die Car Floating Data levert, of we die ter beschikking kunnen stellen. We trachten maximaal onze eigen data te ontsluiten, maar bij dezen gaat het om data van een private partner. Dat zorgt er contractueel voor dat we daar niet zomaar mee kunnen doen wat we wensen.
We zorgen er vooral voor door het optrekken. We doen niet alleen een top-downbenadering, daartegenover zeggen we: ‘Neem 100 procent van de factuur over, neem 100 procent in plaats van 40 à 50 procent.’ We pompen er extra middelen in, om voortuit te geraken en ervoor te zorgen dat we meer investeringen doen voor de verkeersveiligheid is dit meest aangewezen tracé. Soms worden er beslissingen genomen en voorstellen gedaan die niet eerst in een lang participatietraject zaten. Dat is inderdaad de keerzijde van de medaille. Ik wil vooral voortgaan met de uitrol van de trajectcontrole.
Een kort slotwoord: ik vind het heel belangrijk, als er bepaalde gegevens zijn, over welke stad, welke baan dan ook, die met ongevallen en dergelijke te maken hebben, om deze aan de gemeenten door te geven. Dat mag Wevelgem zijn of gelijk welke stad. Het is belangrijk om dat door te geven.
Bij dezen, minister, bedankt om de financiering voor 100 procent op te nemen. Ik ben zeker niet negatief, het is gewoon omdat informatie-uitwisseling belangrijk is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.