Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Minister, uit een onderzoek van de West-Vlaamse hogeschool VIVES in samenwerking met de KU Leuven blijkt dat 65-plussers nood hebben aan verrijkte voeding. We wisten al dat ondervoeding een ernstig probleem is bij ouderen. Ouderen hebben dikwijls minder zin in eten, maar hebben uiteraard wel nood aan voldoende voedingsstoffen. Ouderen zijn zich vaak niet bewust van het probleem, maar onderzoek toonde aan dat 7 procent van de ouderen die thuis woont ondervoed is, en 29 procent loopt het risico op ondervoeding.
Supplementen proteïnen of vezels in poedervorm of pillen kunnen een oplossing bieden, maar de onderzoekers ontwikkelden nog een andere methodiek om het probleem op te lossen. Ze ontwikkelden voeding waarin extra proteïne is ingebracht. Ze lieten deze producten ook proeven door ouderen en blijkbaar was dat wel een succes.
Ondervoeding van ouderen is terecht een aandachtspunt binnen de gezondheidsdoelstelling Voeding en Beweging, maar de promotie van het gebruik van verrijkte voeding is daar tot op heden nog niet in opgenomen.
Minister, hoe staat u tegenover het gebruik van verrijkte voeding om ondervoeding bij ouderen te voorkomen? Bent u bereid om sensibiliseringscampagnes te voeren om ouderen ervan bewust te maken dat zij nood hebben aan verrijkte voeding en het risico lopen op ondervoeding? Zeker in de gezinszorg, waar voeding toch een belangrijk onderdeel vormt in de dagelijkse ondersteuning, zijn er mogelijkheden om dat bewustzijn te creëren. Ziet u daar een rol voor de gezinszorg weggelegd?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Mevrouw Taelman, momenteel is het Vlaams Instituut voor Gezond Leven, het vroegere VIGeZ, bezig met een studie omtrent preventie van ondervoeding bij ouderen. Op basis hiervan zal dan bepaald worden welk preventief beleid er nodig is om ondervoeding bij ouderen te voorkomen. Het toedienen van verrijkte voeding aan iedere 65-plusser is op dit moment zeker niet aan de orde. Het is mogelijk dat in het preventieve beleid van ondervoeding de verrijkte voeding wel een plaats zal krijgen, maar dan zeker niet als enige en belangrijkste maatregel. Verrijkte voeding heeft zeker wel zijn plaats in de behandeling van ouderen met ondervoeding, maar dit opstarten hoort dan tot de courante zorg en behandeling.
Verzorgenden van een dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg spelen een belangrijke rol in het voorzien, bereiden en/of toedienen van gezonde, voldoende en waar nodig aangepaste voeding van hun cliënten. Indien nodig kunnen zij ook een rol spelen in de bewustmaking van ouderen wat het gebruik van verrijkte voeding betreft. Vooraleer hierin te voorzien, dienen er eerst duidelijke richtlijnen te komen rond de promotie van verrijkte voeding en het gebruik ervan. Deze informatie kan vervolgens deel uitmaken van opleiding en/of navorming van verzorgenden.
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord en voor de openheid om het probleem op te nemen in studies en daarover eventueel richtlijnen te ontwikkelen. Wordt verder opgevolgd!
De vraag om uitleg is afgehandeld.