Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) heeft twee weken geleden de resultaten van een onderzoek bekendgemaakt. Daaruit bleek dat we in Vlaanderen – op andere plaatsen op de wereld zal dat wellicht ook zo zijn – een stuk meer uitstoten dan we denken. Om concreet te zijn: de koolstofvoetafdruk van de Vlaming is op dit moment tien keer zo groot, als we die vergelijken met wat nodig is om de klimaatopwarming te stoppen.
De Vlaming stoot op dit moment jaarlijks 20 ton schadelijke broeikasgassen uit. Als we de klimaatopwarming willen stoppen, mogen we tegen 2050 – over 33 jaar dus – nog maar gemiddeld 2 ton per jaar uitstoten. De nieuwe cijfers tonen aan dat ons consumptiegedrag helemaal anders moet. Het zal een impact hebben op de manier waarop we leven, op de kleren die we dragen, onze gsm’s, tablets, laptops, tv’s enzovoort tot hetgeen er op ons bord ligt en de reizen die we maken.
Minister, u reageerde op dat onderzoek terecht dat dit een probleem is dat internationaal moet worden aangepakt, waarbij zowel consumenten als overheden een rol moeten spelen door te kiezen voor CO2-arme producten en onnodige transporten te vermijden.
Minister, het lijkt mij redelijk utopisch dat de consument plots zijn outfit aanpast, de vervangingsgraad van zijn gsm verlaagt, zijn vliegreis cancelt en enkel nog veganistisch, lokaal en bio gaat koken. Of toch niet zonder enige aanmoediging. Hoe wilt u als deel van de overheid uw verantwoordelijkheid hierin opnemen? En hoe gaat u de consument overtuigen de zijne op te nemen in functie van het verlagen van de koolstofuitstoot?
De uitbesteding van koolstofdioxide neemt steeds maar toe. Tussen 2003 en 2010 verdubbelde dat aandeel in onze koolstofvoetafdruk van 20 naar 40 procent. Dat was ook een van de resultaten van het onderzoek. Hoe wilt u dat aanpakken? Als we in die trend voortgaan, zijn we nog veel verder van huis dan we eerst hadden gedacht.
Recent bleek nog dat de herstelbaarheidsgraad van steeds meer goederen afneemt. Kan en wil de Vlaamse overheid een rol spelen om dit probleem aan te pakken?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Als we de koolstofvoetafdruk van de Vlaming willen verkleinen, moeten we op twee vlakken werken: op het vlak van de productie en van de consumptie. We moeten dus op de vergroening van onze economie inzetten, maar ook van onze manier van consumeren. Dit betekent concreet dat zowel de vraag van de consument als het aanbod anders zal moeten zijn. Er is een volgehouden inspanning vereist die op termijn tot een duurzaam gewijzigde gewoonte aanleiding zal geven.
We doen dat via het Natuur- en Milieueducatiepakket (NME), waarbij we inzetten op de vorming van leerkrachten, lerarenopleiders en andere vormingswerkers om met complexe duurzaamheidskwesties zoals het klimaatvraagstuk aan de slag te gaan. Met het Ecocampus-programma wordt beoogd dat docenten, onderzoekers en studenten bijdragen aan de verdere ontwikkeling van een duurzaam hoger onderwijs en via experimenten en innovatie ook hun steentje bijdragen.
Er is natuurlijk ook het MOS-project (Milieuzorg op School). We begeleiden basis- en secundaire scholen om van de school een milieuvriendelijke en duurzame leeromgeving te maken. Speerpunten in de komende schooljaren liggen op het opzetten van een klimaattraject in het basis- en secundair onderwijs waarbij niet alleen educatieve winst wordt nagestreefd, maar ook de koolstofvoetafdruk wordt teruggedrongen.
Als we over de consumptiezijde spreken, zijn er drie domeinen waar het leeuwendeel van de milieu-impact zeer groot is: mobiliteit, huisvesting en voeding. Mijn diensten werken samen met de diensten van collega Weyts aan een aantal initiatieven om de voetafdruk van onze Vlaamse mobiliteit te verminderen. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan het voorbereidend werk voor het invoeren van een kilometerheffing voor personenwagens.
Het mobiliteitsgedrag van een persoon is dan weer sterk afhankelijk van waar hij of zij woont. Daarom willen we de Vlaming sensibiliseren om daarin juiste keuzes te maken door voor elk huis een Mobiscore uit te werken. De Mobiscore of M-score is de score van een huis of perceel die weergeeft hoe goed voorzieningen, met inbegrip van het openbaar vervoer, te voet of met de fiets bereikbaar zijn. De gebruiker moet op die manier gemakkelijk kunnen berekenen wat de score van de woning is. Onlangs sloot ik een Green Deal Gedeelde Mobiliteit af met tachtig organisaties, om zo in te zetten op duurzaamheid.
Inzake huisvesting werken we samen met de minister van Energie en Duurzame Ontwikkeling en met de minister van Wonen. We willen woningen verduurzamen. Een derde belangrijk aspect voor de voetafdruk is natuurlijk de voeding. In de Visie 2050 geeft de Vlaamse Regering aan dat we willen zoeken naar geïntegreerde oplossingen, innovatieve waardeketens en systeeminnovaties in het voedselsysteem. We zetten ook volop in op het tegengaan van voedseloverschot, maar ook de productiviteit, de voedselproductie willen we nog verbeteren.
Onze consumptie van voeding in Vlaanderen zal moeten veranderen, en ik zet dan ook in op gedragsverandering. Door de ontwikkeling van goede informatie en handelingsperspectieven, zetten we de burgers op de goede weg. Daarnaast verkenden we met een aantal wetenschappers het potentieel van gedragsinzichten en nudging om meer milieuverantwoorde consumptie te stimuleren. Dit deden we met een supermarkt en een aantal bedrijfsrestaurants om mensen aan te zetten tot meer verantwoorde voedselconsumptie.
Het is ook belangrijk in te zetten op de circulaire economie om de koolstofvoetafdruk naar omlaag te krijgen. Door goederen te delen, ze langer te laten meegaan, in te zetten op hergebruik en recyclage, vermijd je de productie van steeds weer nieuwe producten of de ontginning van primaire materialen. Op die manier wordt de koolstofvoetafdruk van de Vlaamse consumptie verlaagd. In het kader van Vlaanderen Circulair wordt de komende jaren ingezet op de circulaire stad, circulair aankopen en circulair ondernemen. Ook de lopende beleidsplannen en programma’s rond huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, materiaalbewust bouwen en biomassareststromen zullen bijdragen aan het verlagen van die koolstofvoetafdruk. De maatregelen die hierin zijn opgenomen, leiden tot afvalpreventie, hergebruik en recyclage.
Zo wordt op dit moment door de OVAM gewerkt aan een instrument om de ecologische voetafdruk, waaronder ook de koolstofvoetafdruk, van een gebouw te bepalen, rekening houdend met de milieu-impact van alle bouwmaterialen die nodig zijn voor de constructie. Dit instrument wordt uitgewerkt samen met de andere gewesten en de federale overheid en zal dit najaar worden gelanceerd.
Gelijkaardige tools zijn ontwikkeld voor het meten van de ecologische voetafdruk van producten: de Ecolizer. Dit instrument wordt geïntegreerd in diverse opleidingen zodat de ontwerpers en ingenieurs van de toekomst hier meer aandacht voor krijgen.
Ook als Vlaamse overheid zijn we een organisatie die werkt en consumeert, en hebben we bijgevolg een belangrijke rol te spelen. We dragen bij tot onze eigen beleidsdoelstellingen door onze CO2-uitstoot te verlagen en geven zo ook het goede voorbeeld aan andere organisaties. Met het Klimaatplan dat we hebben opgemaakt, stelden we onszelf tot doel om 40 procent van onze CO2-uitstoot uit mobiliteit en het energieverbruik van gebouwen en technische installaties te reduceren tegen 2030.
Het klimaatprobleem is ook een mondiaal probleem dat een mondiale aanpak vereist. Gelukkig zijn sinds het Akkoord van Parijs nagenoeg alle landen van de wereld betrokken en is er een verbintenis om inspanningen te doen voor het klimaat en te evolueren naar een klimaatneutrale en -bestendige wereld. De koolfstofimpact van onze import zal dus sowieso dalen. Dit neemt niet weg dat wij een voorlopersrol willen blijven opnemen inzake energie-efficiëntie, koolstofarme productieprocessen, circulaire economie en duurzame consumptie. Dit zal ook opportuniteiten opleveren voor de Vlaamse industrie, die nu reeds in het toppeloton zit qua energie-efficiëntie. Daartoe worden onder andere een Vlaamse Klimaatvisie 2050 en een Vlaams Klimaat- en Energieplan 2021-2030 uitgewerkt.
Specifiek willen we de komende jaren de impact van die indirecte emissies, dus emissies die in het buitenland worden geproduceerd, maar door onze consumptie worden geïmporteerd, ook beter in kaart brengen. Ik erken uiteraard het belang van herstelbaarheid en van effectief herstel met het oog op hergebruik. Zo heeft de OVAM samen met kennisinstellingen en architectenverenigingen ontwerprichtlijnen opgesteld voor veranderingsgericht bouwen. Dit houdt in dat gebouwen demontabel worden ontworpen zodat ze gemakkelijk kunnen worden aangepast aan nieuwe noden of op het einde van hun leven kunnen worden ontmanteld. Zo lopen er voorbereidingen om in het kader van de herontwikkeling van een blackfieldsite De Potterij in Mechelen de principes van veranderingsgericht bouwen toe te passen.
Recent sloot ik met 130 lokale overheden, bedrijven en ondersteunende organisaties ook een Green Deal Circulair Aankopen af. Het is de bedoeling om lerend van elkaar een netwerk te installeren en 150 circulaire aankoopprojecten te realiseren. De aankoop van producten die gemakkelijk herstelbaar zijn met het oog op het verlengen van hun levensduur, is hierin een aandachtspunt. Via de jaarlijks uitgereikte Ecodesign Awards worden professionele ontwerpers en studenten uitgedaagd producten te ontwerpen die voldoen aan de principes van ecologisch ontwerpen. Een van die principes is het ontwerpen van producten op zo’n wijze dat ze gemakkelijk kunnen worden gedemonteerd met het oog op vervanging van defecte onderdelen.
Ik ondersteun vanuit mijn bevoegdheid Repair Cafés om hen te helpen op te schalen en een structurele werking uit te bouwen voor het herstellen van goederen. Deze projectondersteuning loopt van januari 2017 tot en met december 2018 en moet Netwerk Bewust Verbruiken in staat stellen de herstelbeweging in Vlaanderen te versterken door het opzetten van een stevige organisatiestructuur.
Ook in onze eigen aankopen hebben we aandacht voor herstelbaarheid en hergebruik. Circulair aankopen is één aspect van duurzame en innovatieve overheidsopdrachten waarop de Vlaamse overheid sterk inzet. In het uitvoeringsplan voor huishoudelijk en vergelijkbaar bedrijfsafval en huishoudelijke afvalstoffen is het de bedoeling tegen 2022 7 kilogram per inwoner aan hergebruikte goederen te verkopen via de kringloopcentra. In het kader daarvan bekijken we hoe de kringloopcentra beter toegang kunnen krijgen tot productinformatie die hen in staat moet stellen gemakkelijker defecte producten te herstellen.
Dit is maar een greep uit wat we allemaal doen om onze koolstofvoetafdruk naar beneden te halen.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, u zegt terecht dat mobiliteit, huisvesting en voeding, met daarbij ook landbouw, belangrijke domeinen zijn als het gaat over CO2-uitstoot of over de koolstofvoetafdruk, zoals de studie van VITO dat noemt. U hebt enkele zaken vermeld die lopen of die u onderneemt, waarvoor dank.
Op het vlak van mobiliteit, goederenvervoer en personenvervoer zijn er toch enkele zaken die me zorgen baren. Het is heel moeilijk om de tendens in het goederen- en personenvervoer in koolstofvoetafdruk structureel te verlagen. Ik vraag me af of dat er met de maatregelen die u aankondigt, gaat komen. Ik denk bijvoorbeeld aan vliegtuigtickets die steeds goedkoper worden, waar bepaalde kosten, zoals we allemaal weten, naar de maatschappij worden geëxternaliseerd. In de prijzen van die vliegtuigtickets zitten relatief weinig kosten. Wilt u daar iets aan doen? Het is niet onmiddellijk uw bevoegdheid, maar het is toch iets dat u kunt meenemen, aangezien Vlaanderen een deel van de klimaatbevoegdheid heeft die ons land moet inbrengen in de internationale context.
Ik zie een aantal zaken gebeuren die in de Vlaamse Regering de noodzakelijke gedragswijziging van de burgers veeleer verhinderen in plaats van stimuleren. Er wordt bijvoorbeeld bespaard op het openbaar vervoer, meer vlees eten wordt gepromoot. Dat rijmt toch niet helemaal met wat u hier net komt te zeggen. Is dat een tendens waarin u wilt voortgaan? Of zegt u dat dit een tijdelijke situatie is, waar u achteraf of binnenkort in wilt matigen?
Minister, u hebt ook gesproken over onnodige transporten in uw communicatie vlak na de studie en zonet weer. Als ik zie dat u de export buiten de Europese Unie van landbouwproducten promoot, dan vraag ik me af hoe het zit met die koolstofvoetafdruk, want dat is soms toch wel gigantisch, zeker als het gaat over producten die ook in het buitenland kunnen worden geproduceerd.
Ik erken als eerste dat dit geen gemakkelijke bevoegdheid is. We hebben een systeemverandering nodig. Soms heb ik het gevoel dat er warm en koud wordt geblazen. Ik wil u echt vragen om daarmee te stoppen en om met de goede initiatieven die u zeker ook neemt, door te gaan en die te versterken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.