Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, op 27 juni organiseerde u samen met minister van innovatie Philippe Muyters ‘Gamedia’, een bijeenkomst van 100 bedrijfsleiders en professionals uit de gaming- en mediasector om te brainstormen over de vraag hoe het beleid bedrijven uit die sectoren kan ondersteunen om beter te samen te werken, te innoveren en te internationaliseren.
U kent de resem vragen die over innovatie in de mediasector in deze commissie en ook in de commissie Economie en Innovatie, waar dit eigenlijk een eerste resultaat van is. Ik ben dus heel benieuwd hoe dat gelopen is. Het enige aanknopingspunt dat we hadden, was de persmededeling die u nadien hebt verspreid, maar die ga ik hier niet voorlezen. U zult een en ander misschien nog toelichten in uw antwoord.
Minister, kunt u een kort verslag uitbrengen over deze bijeenkomst? Welke beleidsconclusies trekt u?
Welke concrete afspraken werden er gemaakt met de gamingsector enerzijds en de mediasector anderzijds om het innovatieve in deze sectoren maximaal te ondersteunen vanuit de Vlaamse overheid?
Welke concrete acties zult u samen met minister Muyters ondernemen ter ondersteuning van de innovatie in de mediasector en de digitale creatieve economie?
Minister Gatz heeft het woord.
De organisatie van Gamedia kan een succes worden genoemd. Er waren 100 inschrijvingen, finaal namen er 68 mensen actief deel: 23 uit de gamesector, 17 uit de mediasector en 28 uit het ondersteunende middenveld. Een mooi en evenwichtig resultaat voor het eerste overheidsevent in Vlaanderen dat de game- en mediasector dichter bij elkaar probeert te brengen.
Het event bestond uit vier programmaonderdelen: een brainstorm, een debat, een informatieve expo en een afsluitend netwerkmoment. Dit laatste werd gefaciliteerd door de app Conversation Starter, waar 46 deelnemers gebruik van maakten om 66 speeddates met elkaar in te plannen.
Tijdens de brainstormsessies leverden de deelnemers hun noden en interessante beleidsinput aan rond drie relevante thema’s: samenwerking, innovatie en internationalisering. Het volledige uitgebreide verslag van de brainstorm is nog in opmaak, we zijn nog maar een week na het event, maar ik kan u nu al enkele topics meegeven die aan bod kwamen.
Uit de brainstorm over samenwerking is gebleken dat er meer moet worden gewerkt aan awareness, communicatie en sensibilisering rond gaming. Daarmee wordt bedoeld dat de gamesector, zeker in ons land, nog altijd het gevoel heeft als een veeleer perifere sector te worden beschouwd omdat het alleen maar over ‘spelletjes’ zou gaan. De samenleving en de politiek zien onvoldoende in dat het een groeiende economische sector is. Er moet een matchmaking-platform voor beide sectoren komen dat toegankelijk is voor iedereen in die sectoren. Men denkt aan een steuninstrument voor arbeids- en kapitaalintensieve ontwikkeling in de gamesector. Men wil ook dat voor de bescherming van ideeën en het behoud van confidentialiteit bij de samenwerking tussen media- en gamebedrijven oplossingen worden gevonden. Ik denk dat dit vooral een kwestie is van normale juridische non-disclosure-zaken tussen partijen. Ik zie daar niet direct een rol voor de overheid. Men wil meer ‘touchpoints’ tussen beide werelden. Ik koppel dit wat meer aan dat platform dat ik daarnet vernoemde. Men is zeker vragende partij voor nog meer gezamenlijke events waarin spelers elkaar ontmoeten. Rond virtual reality in het bijzonder is een nauwere band tussen game- en mediasector noodzakelijk, om zeker op het gebied van de inhoud meer samen te werken. Er wordt ook gevraagd naar financiële incentives bij samenwerking. Dat koppel ik ook aan wat men in zeer algemene termen een steuninstrument noemt.
Wat betreft innovatie wil men meer duidelijkheid over bestaande subsidies en regelgeving. Vreemd genoeg blijkt niet iedereen de bestaande kanalen voldoende te kennen. Men wil ook de kruisbestuiving tussen beide sectoren stimuleren – maar niet exclusief voor games en media. Men pleit voor een experimentele en/of innovatieve lijn bij het Gamefonds van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF). Men pleit voor meer begeleiding van gameontwikkelaars voor of vlak na de beëindiging van hun hogere studies. Er zijn ook ideeën geformuleerd rond specifieke incubators. Dat wordt geconcretiseerd in het verslag. In het algemeen zegt men ook dat er meer bruggen moeten worden gebouwd tussen alfa- en bètaprofielen binnen en buiten het onderwijs.
Wat betreft internationalisering wordt gevraagd naar een budget voor reiskosten binnen Europa zodat de bedrijven individueel kunnen gaan scouten en deelnemen aan events. Men wil ook een betere samenwerking tussen de spelers Agence wallonne à l'Exportation et aux Investissements étrangers (AWEX), Flanders District of Creativity (Flanders DC), Flanders Investment & Trade (FIT), Creative Wallonie, het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) en dergelijke meer. Men wil op die manier een sterk verhaal of een sterke visibiliteit om een eigen Belgische of deelstaatoverschrijdende gamescene op te bouwen. Men wil ook een kwaliteitslabel. Men vindt dat er een professionalisering moet zijn van de bestaande organisaties die ondersteunen of die ondersteund worden. Men wil meer ondersteuning vanuit FIT en het VAF, en stroomlijning van de verschillende steunpunten.
Aansluitend op de brainstorm volgde een panelgesprek, waarin ik samen met minister Muyters, Dirk Vanhegen van MediaNet Vlaanderen en Timothy Vanherberghen van Triangle Factory reflecteerde op deze thema’s en voorstellen.
De partners die Gamedia mogelijk hebben gemaakt, plannen een vervolgoverleg. Een evaluatie en de volgende stappen staan al op de agenda. Het is momenteel nog te vroeg om al te kunnen spreken van concrete afspraken. Laat ons zeggen dat alle lijnen die ik net heb genoemd nu open liggen. We zullen bekijken wat er prioritair moet of kan gebeuren en wat wiens verantwoordelijkheid is. Alle input die werd aangeleverd in de brainstormsessie en tijdens het debat zal wel degelijk worden meegenomen in het traject dat momenteel loopt in het uitwerken van een visie op het Vlaamse gamebeleid. Dat zit dan meer bij mij, in functie van de beheersovereenkomsten. We zullen dit in het najaar kunnen concretiseren. Het doel blijft in elk geval om tot een beter geïntegreerd gamebeleid te komen, met samenwerking en innovatie tussen en in de verschillende sectoren, en met een sterkere inzet op de crossmediale-innovatieve content.
Innovatie is belangrijk en zeker voor de mediasector en de bedrijven die actief zijn binnen de digitale creatieve economie. Dat kwam in het panelgesprek ook uitvoerig aan bod. Minister Muyters heeft in elk geval tijdens het debat aangegeven dat hij ook openstaat voor bijkomende samenwerkingsprojecten in de volgende call die hij zal lanceren.
Het event Gamedia, dat ik samen met minister Muyters organiseerde, is een eerste stap in onze samenwerking rond media-innovatie. De komende maanden zullen we onderzoeken welke verdere gezamenlijke acties we op het getouw kunnen zetten. Ook dit zal in het najaar concreter worden. De algemene teneur in de zaal was dat het een goed idee was om dit eindelijk gedaan te hebben. We moeten verder inzetten op deze ontmoetingsmomenten en op de kruisbestuiving van dat beleid.
Voorzitter, ik veroorloof mij om naast mijn antwoord nog te wijzen op een spanning die ik in het debat heb gevoeld. Het is daarom geen slechte spanning. Een aantal initiatieven uit de sector zullen naar ons toe moeten komen. Men vroeg bijvoorbeeld waarom wij geen internationale game- en mediabeurs hebben in Vlaanderen. Sommigen vinden dat de overheid dat moet organiseren. Volgens mij is het zinvoller dat de sector met een beredeneerd voorstel naar mij en naar minister Muyters komt. We zien dan wel hoe we daarmee omgaan. Indien ik dit initiatief zou willen nemen, zou ik aan de sector vragen wat zij willen doen. Ik zeg niet dat zij het moeten doen. Ik daag hen positief uit. Ik ben er zeker niet tegen. Ik vraag hun om met een voorstel te komen, we bekijken dan wel hoe we het op het getouw kunnen zetten. Die positieve spanning van wie doet wat en wie neemt het initiatief en wie neemt wanneer over was aanwezig op het debat. Ik verwacht dus wel dat er vanuit de sector een aantal zaken zullen komen. Ik wil toch graag het sensibiliseren en het lobbyen vanuit de sector versterkt zien. (Opmerkingen van Bart Caron)
Ja, ik ben een voorstander van lobbying. Dat is volgens mij een gesprek tussen welke sector dan ook en een overheid. Wie zegt dat de overheid hem niet voldoende kent en ondertussen zichzelf niet voldoende verkoopt bij die overheid: dat wijst op een gebrek aan lobbying. Ik heb op mijn reis naar Quebec in de paasvakantie Larian bezocht, het paradepaardje van onze Vlaamse gamesector. In Quebec werkt een kwart van het personeelsbestand van Larian. De rest zit in Gent en Sint-Petersburg. Wat zij betekenen voor de Vlaamse gamesector valt nauwelijks te becijferen. Men zou eigenlijk via een platform meer moeten kunnen aantonen wat de gamesector in Vlaanderen juist inhoudt.
Voorzitter, ik geef een laatste voorbeeld. Men vroeg waarom we voor de gamesector de taxshelter niet kunnen uitbreiden. Ik heb hun enig perspectief gegeven met de sprong van de taxshelter in film naar de podiumkunsten. Zij vonden dat een nogal politiek antwoord. Zij verstaan niet waarom die omweg langs de podiumkunsten moet gebeuren. Ik zei dat er geen verband is en dat er enkel een verband is tussen hoe de taxshelterinstrumenten werken op een terrein en hoe de taxshelter dan kan worden uitgebreid. Ik heb hun vriendelijk en vaderlijk toegesproken: ‘Als jullie willen dat de taxshelter wordt uitgebreid, zullen jullie daarvoor een beetje moeten lobbyen. Ikzelf en minister Muyters zijn er voorstander van, maar de vraag is of iedereen daar voorstander van is en wanneer we dat kunnen doen.’
Als het zo is dat alle ons omringende landen fiscale impulsen hebben in de gamesector en wij niet, dan moet de sector dat zichtbaar maken en bepleiten. Wij hebben met andere woorden elkaar gechallenged: zij ons om te vragen of het iets meer kan zijn, en wij hen door te zeggen dat ze met concrete vragen moeten komen. Ik verwacht daar wel een aantal zaken. Maar, mevrouw Brouwers, voor een heel concreet resultaat is het – dat geef ik toe – nog net iets te vroeg. We zullen dat in het najaar opvolgen. Ik ben er zeker van dat we een goede start hebben genomen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, dank u voor het feit dat dit event werd georganiseerd. Daar was blijkbaar nood aan. De noden zijn ondertussen in kaart gebracht. Het is inderdaad straf dat onze innovatiesubsidies, waar dit toch allemaal voor een deel over ging, zo weinig gekend zijn in de media- en gamesector. Denk aan de steun die je kunt krijgen van FIT om in het buitenland zaken te doen. Het is goed dat zoiets naar boven komt. Dat betekent dat wij als subsidiërende overheid een beetje falen in onze communicatie naar de bedrijven, en zeer specifiek naar die vaak jonge bedrijven in de media- en gamesector.
Het ging vooral over gaming. U zei dat er 23 mensen uit de gamesector waren en 17 uit de mediasector. Toch heb ik het gevoel dat dit heel sterk richting gaming gaat. Het hele verhaal van daarnet, over een totaal vernieuwend crossmediaal meetsysteem, zou ook een innovatie kunnen zijn voor de media. Versta mij niet verkeerd: ik ben niet tegen gaming. Maar als ik hoor dat een van de ideeën een game- en mediabeurs in Vlaanderen betrof, dan denk ik toch dat er in Amsterdam al een heel grote dergelijke beurs is. Misschien kan er worden samengewerkt met Nederland. We zitten toch in hetzelfde taalgebied? Hoewel, in die sector wordt vooral Engels gesproken. Het zou wat gek zijn om nu plots een Vlaamse mediabeurs te hebben. Een gamingbeurs kan wel, maar dan zitten we weer op het terrein van gaming. De vragen die ik indertijd stelde aan u en aan minister Muyters waren er in de eerste plaats vanuit het media-oogpunt gekomen, na het afschaffen of het opdoeken van het Media Innovatie Centrum (MiX), dat in de vorige legislatuur tot stand was gekomen. Het werd om allerlei redenen – terechte en onterechte – afgeschaft, oké, maar er moest iets in de plaats komen. Maar dat kan zich dan niet uitsluitend op gaming toespitsen. Misschien is mijn indruk fout, maar we moeten er toch voor zorgen dat de media voldoende aan bod blijven komen in het verhaal en in de opvolging ervan.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Wij besteden hier terecht aandacht aan de gamingsector. Binnen de creatieve industrie in ons land, of alleszins in Vlaanderen, is deze sector heel belangrijk, economisch maar ook cultureel. Wij staan daar heel sterk in en dus is de aandacht die wij eraan besteden heel terecht.
Minister, ik ben blij dat u zelf begon over de uitbreiding van de taxshelter. De sector meldt dat hij, in tegenstelling tot de ons omringende landen, geen aanspraak kan maken op de taxshelter. Vorige week hadden wij het over de uitbreiding van de taxshelter naar de podiumkunsten. Wij kennen heel goed de verzuchtingen vanuit de muzieksector. De Belgian Entertainment Association (BEA) is al heel lang absoluut vragende partij voor een uitbreiding van de taxshelter naar muziek en gaming. We zullen hierover met de federale collega’s moeten spreken. Mijn fractie is absoluut voorstander om te onderzoeken of we de taxshelter, die toch een fantastische impuls heeft gegeven aan de filmindustrie, kunnen uitbreiden naar andere sectoren.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik trap een open deur in: het was een goede zaak dat dit werd georganiseerd. Het was, als ik het goed voorheb, de bedoeling om de samenwerking tussen de gamingsector en de media te onderzoeken. We moeten niet blijven zeggen dat er zoveel media en zoveel gaming was, neen, het was de bedoeling om de samenwerking te promoten en om over het muurtje te bekijken wat we daarin samen kunnen doen. Minister, u zei, helemaal in het jargon, dat de ‘awareness’, het bewustmaken, nog steeds een issue, een belangrijk thema, is. Ik schrik daar een beetje van. Die beurs is een goed idee, minister, maar ik begrijp uw standpunt. Men moet inderdaad met ideeën en voorstellen komen, die dan eventueel kunnen worden ondersteund door de overheid.
Ik ben ook blij dat men naar de toekomst wil kijken. In het verleden waren er bedenkingen bij zaken die werden afgeschaft of die werden ondergebracht in een groter geheel. Het is goed dat die sector naar de toekomst kijkt en dat er inderdaad een bijeenkomst was van producenten en designers van de beide sectoren. Ik kijk dan ook uit naar het najaar, wanneer we concreter zullen zijn. Dan zal er wel een vraag om uitleg opborrelen in de breinen van de commissieleden. Dan zullen we verder bekijken hoe we daarmee omgaan. Het is alleszins positief, maar we zullen zien hoe concreet we daarmee gaan worden.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
We zullen dit verder opvolgen. Mijn collega kan blijkbaar in onze breinen kijken. Ik denk ook dat we minister Muyters eens zullen vragen in welke mate dit alles verder evolueert.
De vraag om uitleg is afgehandeld.