Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Collega’s, recent onderzoek van de Université Libre de Bruxelles (ULB) en de Koning Boudewijnstichting toont aan hoe groot de armoederisico's zijn voor alleenstaande moeders.
Het probleem manifesteert zich – niet verrassend – het scherpst in de hoofdstad. Van de 42 procent Brusselse kinderen die geboren worden in een gezin waarvan het maandelijks inkomen lager ligt dan 870 euro per maand, komt 15,9 procent uit een gezin met een alleenstaande moeder. Ter vergelijking: in Gent is dat 14,5 procent, in Antwerpen 11,4 procent. De cijfers zijn lager, maar toch blijven ook de cijfers voor Vlaanderen veelbetekenend.
Uit het onderzoek blijkt dat de situatie van alleenstaande moeders er sterk op achteruitgaat tijdens de zwangerschap. Ondanks de wettelijke bescherming voor zwangere vrouwen blijkt toch dat ruim een tiende van de vrouwen die voor hun zwangerschap een job hebben, ze voor langere tijd kwijtraakt na de bevalling. De ULB stelt daarom voor dat er niet enkel geïnvesteerd wordt in meer zorg voor het jonge kind, zoals het creëren van flexibele en betaalbare kinderopvang, maar dat er ook actie wordt ondernomen om de sociaal-economische situatie van de moeders te verbeteren. De zwangerschapsperiode zelf is daarbij cruciaal.
Minister, welke maatregelen neemt VDAB nu al in verband met alleenstaande moeders? Hoe vertaalt het maatwerk zich ten aanzien van de begeleiding? Worden ook de private partners betrokken? Zijn er nog andere organisaties die begeleiding op maat mee kunnen ondersteunen? Zijn er plannen om alleenstaande moeders actiever aan een baan te helpen? In welke mate zal het zorgaspect worden gekoppeld aan het sociaal-economisch aspect, zodat men zo snel mogelijk na de bevalling en het bevallingsverlof weer aan de slag kan gaan en zo de voeling met de arbeidsmarkt niet verliest? Aangezien de problematiek van alleenstaande moeders zich nog veel meer uitgesproken in Brussel manifesteert dan in grote Vlaamse steden, stelt zich de vraag naar een gerichte aanpak inzake interregionale mobiliteit. Op welke manier kan er met Actiris worden samengewerkt?
Minister Muyters heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat u eigenlijk bijna weet wat ik ga antwoorden. De taak van VDAB is elke werkzoekende zo snel mogelijk aan passend en duurzaam werk te helpen. U weet dat ik doelgroepspecifieke maatregelen niet juist vind, omdat je ook bij die alleenstaande moeders op maat moet werken. Het is niet zo dat er een standaardaanpak voor die doelgroep bestaat. Voor hen, net als voor de rest, geldt de filosofie van maatwerk. Voor alleenstaanden met of zonder kinderen, ongeacht het geslacht, proberen we na te gaan op welke manier wij, vertrekkend vanuit een individuele competenties en noden, een oplossing op maat kunnen geven.
De ondersteuning start uiteraard met een correcte inschatting, samen met de werkzoekende, van de interesses, competenties, aandachtspunten, wensen en hindernissen. Op basis daarvan wordt bepaald welke acties nodig zijn om zo snel mogelijk de stap naar de arbeidsmarkt te kunnen zetten.
VDAB kan tegemoetkomen voor een aantal kosten die met deze acties zijn verbonden. Ik denk dan aan de terugbetaling van vervoerskosten of van de kinderopvang voor cursisten. Dat zijn zaken die worden georganiseerd. Tijdens de bemiddeling kan, samen met de werkzoekende zwangere vrouw, kinderopvang worden gezocht. Hierdoor kan de herintrede op de arbeidsmarkt na de bevallingsrust vlot verlopen. Daarnaast wordt, samen met de werkzoekende, nagegaan op welk netwerk ze een beroep kan doen om desgevallend te worden bijgestaan met betrekking tot kinderopvang. VDAB doet dat uiteraard niet zelf, maar kan hiervoor partners inzetten die een meer intense bemiddeling kunnen aanbieden.
Actiris en VDAB hebben geen specifieke afspraken over alleenstaande ouders gemaakt. In Brussel is Actiris bevoegd voor de arbeidsbemiddeling en bijgevolg ook voor het opzetten van de dienstverlening aan alleenstaande ouders. Er is een samenwerkingsovereenkomst tussen Actiris en VDAB die VDAB mandateert om ook Brusselse werkzoekenden in Brussel en in Vlaanderen te bemiddelen. Actiris leidt enkel bemiddelbare werkzoekenden naar VDAB. Actiris checkt op voorhand of de werkzoekende in Vlaanderen kan en wil werken. Indien de afstand tot het vinden van een job te groot is, leidt Actiris de betrokken werkzoekende niet toe. Dit staat los van de vraag of het al dan niet om een alleenstaande ouders gaat. Die samenwerking loopt goed en zal nog worden geïntensifieerd. Er zijn immers zeer veel vragen. Dat zit op het goede spoor.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Maatwerk is ook hier de oplossing, maar dat betekent dat we de heikele punten van de arbeidsmarkt moeten kennen, ook specifiek met betrekking tot alleenstaande moeders. We moeten hiermee rekening houden en dit voor ogen houden tijdens het maatwerk.
Het is zeker niet de bedoeling een aparte doelgroep voor alleenstaande moeders en vaders te vragen. Het gaat me om de bewustmaking. Ik wil de specifieke situatie even duiden. Een zwangerschap en een bevalling houden het risico in dat iemand even de voeling met de arbeidsmarkt verliest. Dat risico is reëel. Moeder zijn is op zich al een job. Ik spreek uit ervaring. Dat vergt een bijzondere aandacht.
Minister, in het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft mevrouw Dejonghe de minister van Werk een gelijkaardige mondelinge vraag gesteld. De minister heeft toen geantwoord dat Actiris een actieplan zou uitwerken met een aantal specifieke acties om eenoudergezinnen te ondersteunen. Ik vind daar verder niets van terug. Ik weet niet of u hier iets over hebt gehoord. U hebt vermeld dat er geen gezamenlijk actieplan, maar wel een algemene samenwerking is. U kunt misschien even polsen. We zouden die good practices dan ook in het Vlaams activeringsbeleid kunnen implementeren.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Voorzitter, als we naar de cijfers met betrekking tot de alleenstaanden kijken, blijkt eigenlijk dat onze samenleving op tweeverdieners is gebouwd. Als iemand alleen is, is de kans op armoede groter. Er is geen tweede inkomen, maar huisvesting en nutsvoorzieningen moeten toch worden betaald. Als we naar de alleenstaande ouders kijken, blijkt dat een vierde van de alleenstaande ouders afhankelijk is van een leefloon of een uitkering. Van zij die werken, werkt 40 procent deeltijds. Als we al die elementen, zoals het precair inkomen en het deeltijds inkomen, samenvoegen, is het natuurlijk niet verwonderlijk dat alleenstaande moeders en vaders met betrekking tot armoede een grote groep vormen.
Mevrouw Talpe, u hebt verwezen naar een actieplan, maar dat kan ruimer. Kinderopvang, mobiliteit, netwerken en andere partners maken er deel van uit. Ik ben ervan overtuigd dat een actieplan de enige manier is om dit aan te pakken. Dit moet echter niet enkel op werk of maatwerk slaan, maar om de totaliteit gaan. Als we daarin zouden slagen, zouden we dit misschien gedeeltelijk kunnen opvangen. Ik weet dat dit al meer binnen de bevoegdheden van de minister van Armoedebestrijding valt. We zouden op die manier sterk kunnen ingrijpen op de armoedecijfers. Voltijdse arbeid is gelinkt aan een vlotte mobiliteit, betaalbare kinderopvang en een netwerk van mensen die kunnen helpen. Dit is de enige manier om het probleem structureel aan te pakken.
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Claes, ik denk niet dat het de bedoeling is dat ik hierop reageer. Ik vind dat we binnen de bevoegdheid Werk doen wat we moeten doen. We werken op maat van het individu. Ik denk dat u dat kunt onderschrijven. VDAB heeft mogelijkheden, zoals terugbetalingen of mensen helpen om kinderopvang te vinden. We houden hier rekening mee. Dat is een goede zaak.
Mevrouw Talpe, ik ken dat actieplan niet. Ik zal bij de bevoegde Brusselse minister navraag doen over wat ze in dit verband willen opzetten.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Zoals daarnet is vermeld, gaat het niet enkel om de alleenstaande moeders of vaders: het gaat ook om de toekomst en het welzijn van de kinderen. We weten uiteraard allemaal dat kinderen die in armoede opgroeien heel wat minder kansen krijgen en ongediplomeerd uitstromen. Dat is een van onze bezorgdheden. We moeten hier proactief de nodige aandacht aan schenken. Daar moeten we niet over nadenken: we moeten dat gewoon doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.