Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Remen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ruim driekwart van onze bedrijven, Limburgse of Vlaamse, zijn familiebedrijven. Veel van deze bedrijfsleiders, de doelgroep van de 55-plussers, hebben nog niet nagedacht over hun opvolging. 38 procent zit in een risicogroep en schuift de overdracht voor zich uit. Dat blijkt uit een studie van de werkgeversorganisaties VKW Limburg, de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) Limburg en de hogeschool PXL Hasselt. De boodschap luidde dan ook dat je nooit vroeg genoeg kunt beginnen met de voorbereiding van de overdracht van uw zaak aan de volgende generatie.
Er werken zo’n 200.000 mensen alleen al maar in de Limburgse familiebedrijven. Het voortbestaan van onze kmo’s is van levensbelang voor onze Vlaamse economie en voor het behoud van de tewerkstelling. Ondernemers zijn vooral bezig met het runnen van hun zaak en denken pas aan overname als ze zelf een stap terug willen zetten. Maar dan is het meestal te laat.
40 procent wil het bedrijf graag in familiehanden houden. 30 procent wil het liever verkopen aan derden. Bij overdracht spelen ook intermenselijke dynamieken en de ondernemerscultuur een rol. Dat mogen we niet vergeten.
19 procent denkt aan stopzetting. 18 procent heeft nog geen beslissing genomen.
De Vlaamse Regering voerde in 2012, onder uw beleid, minister, een schenkbelasting in van 0 procent voor bedrijven die geschonken worden aan kinderen of familie. Maar volgens dezelfde studie heeft het merendeel van de bedrijfsleiders nog nooit gehoord van deze fiscaal vriendelijke en stimulerende maatregel. Niettegenstaande dit gunsttarief en de vaststelling dat overdracht aan kinderen vaak in overweging wordt genomen, kent 80 procent van de microbedrijven, van de kleinhandelsbedrijven, deze maatregel niet.
Minister, welke maatregelen kunt u nemen, gezien de beperkte bekendheid van de schenkbelasting op het terrein, namelijk 6 op 10, om die meer bekend te maken en die op te voeren bij de familiale kmo’s?
Doet dezelfde problematiek zich ook voor in de andere Vlaamse provincies? Ik ga ervan uit van wel.
Ik heb u de afgelopen week al geholpen door dat te tweeten, mevrouw Remen.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik heb die maatregelen die u aanhaalt, nog in het leven geroepen toen ik minister van Financiën en Begroting was. Als minister van Economie kan ik effectief meer doen in die uitdraging. Wij organiseren elk jaar met het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) de Week van de bedrijfsoverdracht. Die wordt ook ondersteund met campagnes op de radio. Soms wordt er eens mee gelachen. Ik denk dat iedereen de spot wel kent. De spot in de spot was ook leuk, vind ik. Het lokte in ieder geval wel wat vragen uit.
Het programma van het startevenement van het laatste jaar, was specifiek gericht op micro-ondernemingen, zodat de kleinere ondernemingen beter zouden beseffen dat de informatie ook voor hen bestemd is. Vorig jaar was een van de sessies van het startevenement gewijd aan de fiscale aspecten van een overdracht. Ik denk eraan om die sessie eventueel opnieuw te organiseren bij de volgende overdrachtsweek, maar dan met specifieke voorbeelden van micro-ondernemingen.
In de aanloop van de Week van de bedrijfsoverdracht stuur ik elk jaar een brief naar 30.000 ondernemers die ouder zijn dan 55 jaar. Met die brief nodig ik hen uit om zich te informeren tijdens de Week van de bedrijfsoverdracht en moedig ik hen aan om het infopakket bedrijfsoverdracht aan te vragen bij VLAIO. In dat infopakket zit een brochure waarin de fiscale aspecten van bedrijfsoverdracht worden uitgelegd. Sinds oktober 2011 werd dat pakket 5672 keer aangevraagd.
Het staat vast dat, wanneer het over bedrijfsoverdracht gaat, er heel veel informatie beschikbaar is en dat die informatie gemakkelijk kan worden verkregen. Maar de individuele ondernemer moet natuurlijk ook zelf de stap zetten.
In de hervorming die ik indertijd heb gedaan, was het de bedoeling dat men er vroeger aan zou denken. Tevoren was het zo dat men bij erfenisrecht geen betaling moest doen. Men werd toen dus eigenlijk aangemoedigd om ermee te wachten. Door het bij schenking onder te brengen, breng je het naar voren en zeg je: denk op voorhand na over dat geheel. Dat is nog altijd het goede.
Er is genoeg informatie. Met die Week van de bedrijfsoverdracht en al wat daarrond gebeurt, doen we wat we moeten doen. Maar natuurlijk moet de bedrijfsleider zelf de stap zetten. Ik begrijp dat heel veel aspecten daarbij meespelen. Het gaat niet alleen over het financiële aspect. Soms speelt de vraag: zijn mijn kinderen wel geschikt? Soms zijn er familiale uitkoopsituaties en dergelijke. Soms zijn er andere redenen waarom men de schenking nog niet doet op een bepaald moment. We moeten dat dus ruim bekijken.
Met de brief die we elk jaar sturen naar iedereen die 55 plus is geworden – en dat zijn natuurlijk niet elk jaar dezelfde 30.000, want er komen elk jaar nieuwe 55-plussers bij – geven we hun de kans om er eens over na te denken.
Ik kan u ook garanderen dat het geen Limburgs probleem is en zelfs geen zuiver Vlaamse aangelegenheid. In alle Europese landen stelt men vast dat ondernemers te weinig nadenken over de bedrijfsoverdracht, zich te weinig informeren en er vaak te laat aan beginnen. Dat is een spijtige zaak. Maar wij blijven alvast informeren.
Mevrouw Remen heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het belang van mijn vraag is dan toch groot. Het is geen Vlaams probleem, zelfs geen Europees, maar een wereldprobleem. De kmo’s hebben een groot maatschappelijk belang, niet alleen een economisch.
De Week van de bedrijfsoverdracht is inderdaad belangrijk. Het wordt dit jaar voor de derde keer georganiseerd. Ik heb gelezen dat er nu ook extra aandacht wordt besteed aan het laten instappen van starters in familiebedrijven of in micro-ondernemingen. Dat vind ik ook heel belangrijk. Er zijn dit jaar veel starters. Dat is een goed cijfer. Maar het is goed om die mensen extra te stimuleren om in te stappen. Het is niet gemakkelijk en het is snel gezegd. Het is dus een belangrijke zaak om dat extra te stimuleren en bekend te maken.
Er is volgens mij een bijzondere taak weggelegd voor een externe adviseur. Dat was een vraag vanuit de studie. Ik denk aan een boekhouder, een accountant, een advocaat. Die mensen hebben de opdracht om het nultarief extra bekend te maken. Dat gebeurt nog te weinig. 80 procent van de doelgroep van de 55-plussers is nog nooit aangesproken geweest door een externe adviseur. En ze hebben toch allemaal een boekhouder of een accountant.
Zoals ik al zei, zal er tijdens de Week van de bedrijfsoverdracht bijzondere aandacht worden besteed aan potentiële starters die willen overnemen. Ik kom even terug op de cijfers van de studie. 30 procent van de ondernemers wil zijn zaak aan derden overlaten. Als daar ook al wat starters kunnen instappen, dan behouden we toch meer de lokale verbondenheid in plaats van dat een bedrijf of een klein bedrijf overgaat in een buitenlands filiaal. De tewerkstelling kan dan in Vlaanderen blijven.
Minister, ik heb nog één bijkomende vraag. Welke concrete, efficiënte initiatieven kunt u bijkomend nemen binnen het geplande budget van de Week van de bedrijfsoverdracht om ook de adviseurs van de ondernemingen gericht te informeren over de fiscaal vriendelijke en stimulerende Vlaamse schenkbelasting?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik kan het heel eenvoudig houden: ik hoef geen bijkomende initiatieven te nemen op dat vlak. Er zijn samenwerkingen met alle zelfstandigen die zulke adviezen geven en het VLAIO. Er worden daaromtrent allerhande workshops georganiseerd. Het is natuurlijk ook aan die adviseurs zelf om zich te informeren. Het is hun job om informatie in te winnen en door te geven.
Ook in de kmo-portefeuille bestaat de mogelijkheid om externe adviseurs in te huren. Dat versterkt die band nog eens: wie als adviseur optreedt bij de kmo-portefeuille, heeft ook nog eens de link met het VLAIO. Op die manier is dat volgens mij voldoende ingedekt.
Mevrouw Remen heeft het woord.
Minister, ik twijfel er niet aan dat u, als bedenker van dit nultarief tijdens de vorige legislatuur, er alles aan zult blijven doen om die maatregel te promoten. Want goed beleid verdient extra aandacht.
De vraag om uitleg is afgehandeld.