Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Vraag om uitleg over werkloze 45-plussers die een eigen zaak willen starten
Vraag om uitleg over de toekenning van een premie aan oudere werkzoekenden die een zelfstandige activiteit opstarten
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik heb een vraag naar aanleiding van het nieuws van vorige week waarbij werd aangekondigd dat een premie werd onderzocht om ondernemende werkzoekende 45-plussers te ondersteunen bij de opstart van hun zaak. Uiteraard ondersteunen wij het idee van ondernemerschap bijzonder sterk. Dat doet deze regering ook op verschillende manieren. Allicht is het voor veel werkzoekenden ook een goed idee om de horizon te verruimen en na te denken over ondernemerschap als finaliteit in plaats van gewoon een nieuwe job als werknemer of ambtenaar in dienstverband. We zien ook dat er de voorbije jaren aan is gewerkt. Er zijn initiatieven genomen om werkzoekenden toe te leiden naar het ondernemerschap. Veelal gaat het om begeleidingstrajecten waar SYNTRA, VDAB, UNIZO en andere een rol hebben in gespeeld. Er zijn ook de activiteitencoöperaties die de bedoeling hebben om begeleiding en financiële ondersteuning te geven voor werkzoekenden die het als ondernemer willen maken.
U speelt nu met het idee om die 45-plussers die werkzoekend zijn en de stap naar ondernemerschap willen wagen, rechtstreeks financieel te ondersteunen met een premie die in de eerste maanden blijkbaar zo'n 1000 euro bruto per maand zou bedragen en dan degressief zal worden afgebouwd.
Zoals gezegd, zijn er al heel wat initiatieven genomen om werkzoekenden te ondersteunen richting ondernemerschap, met positief resultaat. Ik denk dat er ook meer dan vroeger binnen VDAB aandacht aan wordt besteed.
Minister, hoever staat u met dit plan? Wordt dit of is dit besproken met de sociale partners en andere betrokkenen? Hoe verhouden deze plannen zich met de bestaande activiteitencoöperaties en de ondersteuning die daar wordt geboden? Vanwaar komt het idee? Zijn er buitenlandse voorbeelden van een dergelijke premie? Moet dit worden afgetoetst bij de Europese Unie inzake staatssteun, want een onderneming oprichten en financiële steun aangeven, is in principe onderhevig aan de staatssteunregelgeving? Als het idee wordt gelanceerd, gaan we ervan uit dat dit onderbouwd is met een studie waarbij zou moeten blijken dat oudere werkzoekenden effectief meer financiële ondersteuning nodig zouden hebben dan bijvoorbeeld jongeren of andere kansengroepen bij werkzoekenden die het willen wagen als ondernemer, of zelfs gewoon werknemers die de stap willen zetten naar een eigen zaak. Graag wat meer uitleg dus bij de onderbouwing van dit idee.
De heer Ronse heeft het woord.
Collega Bothuyne, ik wil u danken voor de mooie inleiding op mijn vraag. Ik heb eigenlijk dezelfde vraag. Vanwaar komt de beslissing om die actie te doen? Hoe ziet u de concrete uitwerking daarvan?
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, er is inderdaad al heel veel gezegd. Het is opmerkelijk maar het aantal starters bij de 55-plussers is de voorbije vijf jaar verdrievoudigd. Nochtans aarzelen velen om die stap te zetten naar zelfstandige in hoofdberoep vanwege de financiële onzekerheid. Daarom wil u nu een degressief systeem met een premie van 1000 euro bruto opstellen. Ik verwijs ook naar de werkhervattingstoeslag voor 45-plussers die wegvalt.
De stap naar zelfstandigheid door oudere werknemers en werkzoekenden heeft verschillende redenen. Niet alleen komen ze op een leeftijd dat ze de tijd rijp achten om werk te maken van een lang gekoesterde ambitie of passie. Maar er is ook de vergrijzing in combinatie met het feit dat ondernemingen bij herstructureringen hun oudere werknemers vaak als eerste proberen de laan uit te sturen. Omdat ze minder gemakkelijk aan de bak komen op de arbeidsmarkt, terwijl ze toch beschikken over een flinke bagage ervaring, neemt een stijgend aantal onder hen het heft in handen door het opstarten van een zelfstandige activiteit.
Minister, ik vind het bijzonder positief dat u inspeelt op deze ontwikkelingen en voor werkzoekenden met ambitie de opportuniteit helpt te creëren om de stap naar zelfstandig ondernemerschap te zetten.
Minister, wat zijn de concrete modaliteiten van de premie? Op welke termijn hoopt u deze premie te laten ingaan? Welke impact zal de afschaffing van de werkhervattingstoeslag hebben? Overweegt u op termijn de uitbreiding van de premie naar de 45-plussers? Deze groep heeft immers doorgaans minder financiële reserves dan oudere werkzoekenden en kijkt dan aan tegen een nog grotere drempel om de stap naar zelfstandig ondernemerschap te zetten.
Minister Muyters heeft het woord.
Collega's, als je kijkt naar het Vlaams activeringsbeleid, kun je wel zeggen dat we van werkloosheid naar werknemer alle stappen zetten en er ondersteuning voor hebben. Wat we wel zien, is dat de stap voor een werkzoekende om een eigen zaak op te starten op dit moment minder evident is. Een werkzoekende die het werk hervat als werknemer, heeft immers vanaf de eerste dag recht op een loon, daar waar een inkomen voor beginnende zelfstandigen helemaal niet gegarandeerd is. Hij of zij verliest de werkloosheidsuitkering zonder te weten of er iets tegenover zal staan. Heel veel mensen weten dat de start van een zaak altijd een financieel risico inhoudt, zeker de eerste maanden en meer dan de eerste maanden.
Ten tweede benadrukt het Vlaams regeerakkoord de noodzaak en intentie om in te zetten op ondernemerschap. Hoewel er een groot potentieel is aan werkzoekenden met interesse in een zelfstandige activiteit – 11.806 werkzoekenden zeggen hiervoor interesse te hebben –, is het aandeel van werklozen uiteindelijk daarvoor kiezen maar heel beperkt, namelijk 2 tot 3 procent van alle instromers. Om deze redenen heeft de Vlaamse Regering beslist om de middelen van de huidige werkhervattingstoeslag te heroriënteren naar onder andere een nieuwe premie voor het stimuleren van de transitie van werkzoekenden naar ondernemerschap. Deze premie wordt dan ingezet op het reeds genoemde cruciale ‘kantelmoment’ bij de overgang van werkzoekendestatuut naar zelfstandige. Ook in de andere gewesten is een soortgelijke beweging bezig en wordt de werkhervattingstoeslag hervormd of gewijzigd. In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest gaat men de uitbetaling van de werkhervattingstoeslag eind 2018 stopzetten en gaat men zelfstandigen die een zaak opstarten een ondersteunende premie geven. In Wallonië plant men eveneens om op langere termijn de werkhervattingstoeslag af te schaffen, maar zijn er geen alternatieven.
Wat betreft de vraag naar studies en buitenlandse voorbeelden, zijn er inderdaad Europese studies die uitwijzen dat het gebrek aan financiële zekerheid en veiligheid personen met een ondernemersidee afschrikt om de stap naar zelfstandige arbeid te zetten. Met een ondersteunende premie om het financieel risico te verkleinen, zullen meer personen met een ondernemersambitie de stap naar ondernemer zetten. En er zijn voorbeelden in onder meer het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Spanje. Bekijk gewoon de statistieken. Men zal merken dat vanaf 45 jaar het aantal serieus omlaag gaat.
De Vlaamse Regering heeft inderdaad een advies gevraagd aan de sociale partners over de werkhervattingstoeslag en de hervormingen die ik daarmee wens te doen. Zij hebben geantwoord dat ze ten volle het belang van een stimulanspremie voor ondernemerschap onderschrijven, maar dat ze tegelijkertijd ook graag de werkhervattingspremie willen behouden. Ze wensen de premie voor langdurig werkzoekenden of arbeidsongeschikten en invaliden te laten bestaan. Maar je kunt het geld maar één keer inzetten, en we moeten keuzes durven te maken.
Zoals gezegd, is de inkomenssituatie gedurende de eerste periode zeer precair voor opstartende ondernemers. Wanneer we werkzoekenden naar ondernemerschap kunnen toeleiden, is dit vanuit het perspectief van de werkzaamheidsgraad een win-winsituatie: het doet werkzoekenden uitstromen uit de werkloosheid en maakt het tegelijk mogelijk dat zij zelf op termijn weer nieuwe medewerkers aanwerven.
Wat betreft de verdere uitwerking van dit plan, zijn er een aantal zaken die ik belangrijk vind. De premie wordt toegekend na het succesvol doorlopen van een voorbereidend ondernemerschapstraject. Ondernemen is niet iets wat zomaar kan gebeuren. Zeker voor iemand die werkzoekend is en waar wij de begeleiding doen, is dat heel belangrijk.
Er wordt gevraagd of er in begeleiding wordt voorzien en of er voorwaarden zijn rond het beschikken van bepaalde getuigschriften of diploma’s. We gaan geen diplomavereisten opleggen, maar we gaan de premie wel enkel maar geven na een goede voorbereiding. Zo kennen we vandaag onder meer de ESF-oproep ‘Maak werk van je zaak’. Dit zijn begeleidingstrajecten die werkzoekenden ondersteunen en zou een goede voorbereiding kunnen zijn. De aansluiting op een voorbereidend ondernemerschapstraject betekent dat de premie niet zonder meer wordt toegekend, maar dat doorheen het traject wordt toegekeken op het engagement van de betrokkene en de haalbaarheid van het ondernemingsplan. We hebben er ook niets aan om iemand te laten beginnen als het ondernemingsplan geen kans op slagen heeft. Of ook de bestaande activiteitencoöperaties hiervoor in aanmerking komen, zijn zaken die nog moeten worden onderzocht.
Een maandelijkse premie wordt verstrekt aan een werkloze die een zaak start als zelfstandige in hoofdberoep in het Vlaamse Gewest.
We maken de maandelijkse premie degressief. We beginnen met het hoogste bedrag en we bouwen in twee jaar af. In het begin is de inkomensonzekerheid immers het grootst.
We leggen de leeftijdsgrens op 45 jaar. Als we naar studies kijken, dan zien we dat mensen op jonge leeftijd veel meer de stap naar ondernemerschap durven te zetten. Ik zou zeggen dat ze ook nog minder te verliezen hebben. Cijfers van VDAB wijzen uit dat het aandeel van werklozen die uitstromen naar werk en daarbij kiezen voor een zelfstandige baan vanaf 45 jaar, snel begint te dalen. Ook cijfers van de Nationale Bank wijzen op deze knik. Deze leeftijdsgroep beschikt vaak ook over zekere competenties, werkervaring, netwerken die de slaagkans van een ondernemerstraject verhogen. Enkel de onzekerheid houdt hen tegen. Als we dat geven, hebben een aantal mensen wel het gevoel dat we de drempel wegnemen om de stap te zetten.
Er wordt momenteel hard gewerkt aan een ontwerp van decreet. Als het enigszins kan, probeer ik het nog op de ministerraad te agenderen voor de vakantie. We zullen zien of dat lukt. Nadien komen dan de uitvoeringsbesluiten. Vandaar dat ik op de timing en de verdere modaliteiten vandaag niet verder kan ingaan.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Het lijkt me altijd een goed idee startende ondernemers financiële zekerheid te bieden. Zekerheid is belangrijk voor mensen die de belangrijke beslissing nemen te investeren en risico’s te nemen. Indien we een gedeelte van die risico’s kunnen helpen afdekken, is dat altijd positief.
Ik ben ook blij met uw antwoord dat de premie pas na een traject volgt. De mensen moeten zich eerst scholen of op het ondernemerschap voorbereiden. Dat is iets waar we best niet te lichtzinnig mee omspringen.
De doelgroep bestaat uit 45-plussers. Ik kan me hier gedeeltelijk bij aansluiten. In een ondertussen ver verleden heb ik zelf nog met VDAB en met de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) projecten opgezet om die groep werkzoekenden naar het ondernemerschap te begeleiden. Ik kan enkel toejuichen dat op dit vlak nog een tandje wordt bij gestoken.
Ik wil er wel voor pleiten dit zo goed mogelijk af te stemmen op de bestaande initiatieven. De activiteitencoöperatieves hebben al veel waardevolle kennis in huis. Ze bieden een combinatie aan van financiële ondersteuning, zekerheid, begeleiding en opleiding. U zou hierover het best een gesprek voeren met minister Homans. U moet voor de afstemming van dit initiatief zorgen.
Ik ga ervan uit dat dit, zodra het verder is uitgewerkt, opnieuw naar de Vlaamse Regering gaat en dat allicht ook opnieuw het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) zal worden gevraagd. Op die manier kunt u voorzien in de inbedding in het Vlaams sociaal-economisch beleid.
Minister, de enige vraag is welke timing u concreet voor ogen hebt. U zult dit najaar allicht nog een voorstel uitwerken. Volgt dan een inwerkingtreding vanaf 2018?
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, u hebt me eigenlijk dubbel tevreden gemaakt. De werkhervattingstoeslag wordt afgeschaft. Als we daar eens over nadenken, is die werkhervattingstoeslag eigenlijk heel absurd. Dat is een koterijmaatregel die ooit is ingevoerd om een fundamenteel probleem, namelijk het verschil tussen werken en niet werken, op een kunstmatige wijze af te zwakken. Aangezien het verschil tussen werken en een uitkering ontvangen eigenlijk minimaal is, geven we een subsidie of een premie aan iedereen die het werk opnieuw aanvat. Het is een goede zaak dat dit wordt afgeschaft. Het is ook een goede zaak dat in het zuiden van België is beslist die werkhervattingstoeslag af te schaffen.
Daarnaast is het ook een goede zaak dat u ervoor kiest de budgetten waarin hiervoor was voorzien in het ondernemerschap te investeren. U kiest zeer bewust voor het stimuleren van de werklozen die ouder dan 45 jaar zijn. Dat is zeer positief.
Ik vraag me nog iets af. Kunnen we er eventueel voor zorgen, zoals we met betrekking tot de hinderpremie hebben gedaan, dat de federale overheid die premie niet zal belasten? Misschien is die premie sowieso niet belast. Op die manier kunnen de mensen de premie als een netto bedrag ontvangen.
Minister, weet u eigenlijk wat ze in Wallonië zullen doen met de budgetten die hiervoor zijn uitgetrokken?
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, zoals u zelf hebt aangehaald, is het zelfstandig worden soms een sprong in het onbekende. Ik noem het geen sprong in het duister, want dat klinkt negatief. We moeten die mensen net een pluim geven voor het lef dat ze tonen door die stap te zetten. Die premie kan net dat ene duwtje in de rug vormen. Dat is de doelstelling waarom de premie wordt ingevoerd.
Een algemeen initiatief voor ondernemerschap in het algemeen en voor werkzoekenden in het bijzonder ondersteunen we volop. Als we volop willen inzetten op de valorisatie van de elders verworven competenties kan dit absoluut in het zelfstandigenstatuut. Het gaat dan om oudere werknemers die zich aan het gezag onttrekken, op autonome wijze hun activiteiten naar eigen inzichten inrichten en hun arbeidsuren en arbeidsprocessen zelf in handen nemen.
Minister, er zijn al heel wat detailvragen gesteld. Een aantal vragen zijn al beantwoord en op een aantal antwoorden zullen we uiteraard moeten wachten. Ik zou echter nog twee concrete vragen willen stellen waarop ik volgens mij nog geen antwoord heb gehoord.
Ten eerste, is deze premie combineerbaar met de bestaande Vlaamse ondersteuningspremie (VOP) voor personen met een handicap? Ik veronderstel dat dit een evidentie is, maar ik zou u dat graag nog eens horen bevestigen.
Ten tweede, we hopen allemaal dat de mensen die een zelfstandige activiteit starten een happy end kennen en dat het allemaal voorspoedig gaat. Helaas vallen ziekte, faillissement of andere tegenslagen niet uit te sluiten. Hoe pakken we dit aan als het mislukt? Is er een vorm van terugkeergarantie naar de werkloosheidsverzekering of is het inherent aan het systeem dat iemand zelfstandig wordt? Dit is natuurlijk een federale aangelegenheid. Kunt u dit eens nader bekijken in samenspraak met de RVA en met de bevoegde minister?
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, we zullen dit uiteraard op de bestaande initiatieven afstemmen. We zullen hier maximaal op inspelen. Zodra we een eerste principiële goedkeuring hebben, moeten we de normale weg volgen. Na de eerste principiële goedkeuring moeten we adviezen vragen. Ik hoop dat we het ontwerp van decreet in het najaar effectief kunnen bespreken. Ik wil hier geen datum opplakken. Ik wil nooit verklaren hoe het Vlaams Parlement zal of moet werken. Het is aan het Vlaams Parlement om de snelheid mee te bepalen.
Mijnheer Ronse, ik ben natuurlijk blij dat ik u opnieuw tweemaal gelukkig heb gemaakt. Ik vind het een goed idee om de vrijstelling van belasting op de premie met minister Van Overtveldt te bespreken. Ik zal nagaan wat al dan niet mogelijk is.
Ik heb uitdrukkelijk gesteld dat we weten dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest die beslissing heeft genomen. Ik heb er geen idee van wat in Wallonië zal gebeuren. Misschien is het een besparingsmaatregel. Daar hebben we nu geen zicht op.
Ik zou het tijdens de uitvoering moeten checken, maar ik zie geen hindernis om dit met een toekenning van een VOP te combineren. Ik zou ook niet weten waarom dit andersom wel het geval zou zijn. We moeten dit eens bekijken. Ik wil hetzelfde doen als voor alle andere zelfstandigen. We zullen een zelfstandige die werkloos is geweest niet anders behandelen dan een zelfstandige die niet uit de werkloosheid komt. Als de ene zelfstandige de VOP kan krijgen, moet de andere zelfstandige die premie ook kunnen krijgen. Dat moet de referentie zijn.
Mevrouw Talpe, dit is meteen ook een antwoord op uw laatste vraag. Zodra ze de keuze hebben gemaakt, zullen we die mensen helpen. Ze kunnen starten, maar dan worden ze zelfstandigen, met de risico’s die de zelfstandigheid inhoudt. Er is geen terugkeer. We begeleiden hen op voorhand en verwachten dat ze een traject volgen. Dat vraagt een engagement, maar het biedt hun ook genoeg zicht op de vraag of ze een zaak kunnen starten. Dat zou voldoende moeten zijn. Zodra de stap is genomen en de hulp is geleverd, zijn ze volwaardige zelfstandigen. Ik denk dat de andere zelfstandigen het niet leuk zouden vinden indien een groep hierop zou kunnen terugvallen en de rest dat niet zou kunnen. Ze vallen dan onder dezelfde maatregelen als de andere zelfstandigen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw bijkomende antwoorden. We kijken uit naar de bespreking tijdens het najaar.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, ik weet niet wie het heeft gezegd, de heer Van Eetvelde of uzelf, maar ik heb een fijne quote gelezen: “55 is het nieuwe 45”.
Dat was ik. Ik word 55 jaar. (Gelach)
Minister, als prille veertiger vind ik dat persoonlijk een geruststellende gedachte. Zelfstandigen pieken effectief rond de leeftijd van 40 jaar. Ervaring is een doorslaggevende factor. We kunnen u enkel steunen. Meer nog, we kunnen u een pluim geven met betrekking tot dit initiatief. We kijken uit naar de concrete uitvoeringsmodaliteiten. We zullen daarover in deze commissie wellicht nog van gedachten kunnen wisselen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.