Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Minister, dat de selectie van de verhuurder deel uitmaakt van het verhuurproces, is evident. Maar er is natuurlijk altijd een dunne grens met discriminatie. En het is cruciaal dat die wordt tegengegaan.
In mijn geschreven vraag heb ik vrij uitgebreid verwezen naar allerlei studies die hierover al verschenen zijn. Ik zal al die cijfers en procenten niet voorlezen. Ik denk dat ik niemand in deze commissie, noch daarbuiten ervan moet overtuigen dat er jammer genoeg gediscrimineerd wordt en dat er daarover al zoveel cijfers bestaan. Men weet dat er nu eenmaal geselecteerd/gediscrimineerd wordt op het inkomen, op de afkomst, op het al dan niet hebben van huisdieren, op het al dan niet hebben van kinderen. Er zijn allerlei vormen die onder discriminatie zouden kunnen vallen.
Dat het financiële aspect de belangrijkste rol speelt bij die selectie lijkt evident. Het is natuurlijk logisch dat de eigenaar-verhuurder een rendement wil en daardoor zal kiezen voor de huurder waarvan het meest gegarandeerd is dat hij de huurgelden tijdig en altijd zal betalen.
Langs de andere kant moet men ermee rekening houden dat bij het selecteren van een kandidatuur die kandidaat ook recht heeft op privacy en dat er uiteraard niet mag worden gediscrimineerd. Dat de solvabiliteit van de kandidaat-huurder wordt nagegaan, dat men daarvan op de hoogte moet zijn, lijkt mij buiten kijf te staan. Maar het moet wel geval per geval worden beoordeeld. Men kan niet bepaalde inkomstenbronnen bij voorbaat al uitsluiten.
Bij de selectieprocedure is het vaak voor de verhuurder, die met de beste bedoelingen zoveel mogelijk wil weten, niet altijd duidelijk wat hij precies mag vragen. Noch is het voor de huurder altijd duidelijk wat er precies van hem mag worden gevraagd. Om hieraan tegemoet te komen, is er een aantal jaren geleden door het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars, Unia en de Privacycommissie een modelformulier opgemaakt. Daarin staan inlichtingen met betrekking tot identiteit, burgerlijke staat, samenstelling van gezin en financiële info van de kandidaat-huurder. Zo’n infofiche bestaat dus. Het lijkt mij een heel nuttig instrument, maar het gebruik ervan is vrijblijvend.
In Frankrijk is zo’n standaard inlichtingenfiche wél wettelijk geregeld. Op die manier verloopt de selectie toch meer objectief en lijkt het me toch dat het risico op discriminatie kan worden verminderd.
Minister, ik heb daarover een aantal vragen. Mijn vraag is een aantal weken geleden ingediend. Ik hoop dat u zult zeggen dat er misschien iets mee van zal worden opgenomen in het decreet van de private huurmarkt. Daarop is het nog even wachten. Maar in afwachting heb ik dan toch een aantal vragen.
Minister, wat is volgens u een correcte procedure voor de selectie van de kandidaat-huurders? Welke inlichtingen mogen al dan niet gevraagd worden in deze fases? Hebt u al maatregelen genomen om instrumenten voor de selectie van kandidaat-huurders te verduidelijken? Hoe denkt u erover om de standaardinlichtingenfiche in te voeren voor alle kandidaat-huurders en dat al dan niet decretaal of op een andere manier te verankeren?
Minister Homans heeft het woord.
Collega, u kunt mij blijkbaar zeer goed lezen, want u hebt inderdaad gelijk dat ik, net zoals ik vorige week heb gedaan met vragen die werden gesteld over de huurwaarborg, ook hier verwijs naar het Huurdecreet dat nog voor het zomerreces wordt goedgekeurd. De laatste ministerraad vindt plaats op 14 juli. Ik kan u al wel meegeven dat op alle problematieken die u aankaart, een antwoord zal komen in het zogenaamde Huurdecreet. Ik wil u vragen om nog twee weken geduld te oefenen en dan kan ik voluit antwoorden op al uw vragen. Ik heb niet de gewoonte om op voorhand, voor de Vlaamse Regering zich daarover heeft gebogen, al uitspraken te doen. Ik heb er een goed oog in dat het door de collega's ook zal worden aanvaard en dat we een zeer goede stap in de juiste richting hebben gezet en een goed Huurdecreet zullen kunnen lanceren.
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Minister, ik kan daar eigenlijk niet veel op zeggen, behalve dat we nog een paar weken zullen moeten wachten.
Ik geloof er persoonlijk echt in dat een uniforme inlichtingenfiche een praktisch werkbaar instrument zal zijn. Discriminatie is een flou begrip. Het is strafbaar gesteld maar het is ook zo moeilijk om de bewijsvoering te voeren. Het lijkt mij een van de weinige – maar ik hoop dat u er nog veel meer naar voren kunnen schuiven – echt praktische en concrete instrumenten die discriminatie kunnen tegengaan. Ik heb er dan samen met u een goed oog in dat we er een goede oplossing voor zullen vinden in het decreet.
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
U kijkt verrast omdat mijn collega Ann Moerenhout u normaal gezien zou bevragen, maar het was voor haar niet mogelijk om hier te zijn. Ze kijkt ook ongeduldig uit naar het Huurdecreet en ook voor haar is anti-discriminatie, voor heel Groen natuurlijk, heel belangrijk.
Ik wil persoonlijk een pleidooi houden dat discriminatie binnen de woonsector gigantisch is. Er zijn mondeling geen cijfers vermeld, maar ze staan wel in de schriftelijke vraag en ze blijken ook uit het Grote Woononderzoek wat een beetje het referentiepunt is voor deze beleidslegislatuur rond wonen. Er staan heel duidelijke cijfers in. We hebben nu heel snel maatregelen nodig. We rekenen op een sterk en goed hoofdstuk in het Huurdecreet. Minister, het zal u niet verbazen, maar ik wil een pleidooi houden om eventueel na te gaan of standaardinlichtingenfiches een mogelijkheid zijn. Iedere piste is relevant, maar ook praktijktesten waarbij u een instrument geeft om discriminatie op te sporen en aan te pakken, zijn een mogelijkheid op korte termijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.