Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het onderwerp van de nertsen is hier al geregeld aan bod gekomen. In uw beleidsnota kiest u voor “een verbod op de oprichting van nieuwe pelsdierhouderijen en op uitbreiding van bestaande pelsdierhouderijen”. Drie maanden geleden hadden we het er ook al over. De discussie kwam er op basis van een kwekerij in Moerbeke-Waas. Amper een maand na die goedgekeurde milieuvergunning die bedoeld is om het huidig bestand van 11.400 dieren uit te breiden tot 18.000 nertsen, oordeelt de Raad van State nu dat een bedrijf in Ravels een milieuvergunning kan krijgen voor een expansie van 17.800 naar maar liefst 38.000 nertsen. De redenering is dezelfde als voor Moerbeke-Waas: beleidsvoornemens alleen zijn een onvoldoende grond om een vergunning te weigeren. Het is een dossier dat wordt beheerd door uw collega-minister Schauvliege. Ik begrijp het standpunt van de Raad van State: beleidsvoornemens zijn geen harde legistieke argumenten.
Het is dus nodig om snel tot politieke besluiten te komen en die om te zetten in regelgevend werk. Zolang dat niet gebeurt, zal men willen uitbreiden, en dat zal een oplossing bemoeilijken. De heer Dochy zei me nog dat hij voor een warme sanering van de sector pleit. Terecht. Maar hoe meer dieren erbij komen, hoe duurder zo’n operatie wordt. Niet reageren komt erop neer dat de politiek zich in de eigen staart bijt. Ik wil u daarover enkele vragen voorleggen. Hebt u zicht op het aantal lopende dossiers waarin nertsenkwekerijen om een uitbreiding vragen? Hebt u hierover contact gehad met uw collega-minister Schauvliege? Vreest u dat de recente uitspraken van de Raad van State ook andere bedrijven kunnen aanmoedigen om een milieuvergunning voor een uitbreiding aan te vragen? Hoe verklaart u dat verschillende bedrijven willen uitbreiden, terwijl de intentie om de sector te laten uitdoven breed ondersteund en bekend is? In dit geval is de eigenaar een Nederlander, zou die geen Vlaamse kranten lezen? Treedt u hierover in dialoog met de bedrijven en de sector? Bemoeilijken deze individuele dossiers de onderhandelingen om tot een juridische en financieel sluitende oplossing te komen?
Minister Weyts heeft het woord.
Het gros van de milieuvergunningen moet niet op Vlaams niveau aangevraagd worden. Deze dossiers komen dan enkel in het kader van een beroepsprocedure op het bureau van de Vlaamse minister van Leefmilieu terecht. Dit geldt ook voor aanvragen van pelsdierhouderijen.
Uiteraard is het niet uitgesloten dat na het arrest van de Raad van State ook andere pelsdierhouders een uitbreiding van hun milieuvergunning zullen aanvragen. Vragen staat vrij. Het lijkt mij niet verstandig om in de huidige situatie te investeren in de uitbreiding van een pelsdierbedrijf. Mogelijk hopen zij dat er toch geen verbod zal komen, maar het is onze vaste wil om dat wel in te voeren. Ik weet wel dat het advies van de procureur in Nederland, die adviseerde om het verbod ongedaan te maken, ook de Vlaamse pelsdierhouders misschien een bepaald signaal had gegeven. Intussen is er in Nederland echter een definitief arrest gevallen, waarbij het verbod wel degelijk overeind is gebleven. Het kan ons inspireren, ook Europees. Er is een aanmelding geweest en er is een positief antwoord van de Europese Commissie gekomen. Dat kan ook als basis dienen voor onze regeling.
Los van het feit dat er nog heel wat andere dossiers zijn en dat we soms wel wat handen te kort komen, is het grootste probleem het uitwerken van een juridisch steekhoudende regeling. De Nederlandse regeling grijpt ook in op bevoegdheden die niet de Vlaamse zijn. Ze impliceert bijvoorbeeld ook een regeling aangaande de pensioenen, waar wij niet voor bevoegd zijn, wat het nog eens extra complex maakt om een sluitende Vlaamse regeling en een vergoedingssysteem te kunnen ontwerpen. In Nederland zou het verbod ingaan vanaf 2024. De vergoedingsregeling moet nog concreet worden uitgewerkt, maar ze heeft in ieder geval de juridische toets in de huidige stand doorstaan.
Voor alle duidelijkheid: individuele dossiers van afzonderlijke pelsdierhouderijen spelen geen rol bij het uitwerken van dit algemene kader.
De heer Caron heeft het woord.
Minister, ik hoop dat er dan snel een juridisch sluitende oplossing komt. Ik heb indertijd het vooronderzoek rond potentiële kosten doorgenomen. Het was niet eenvoudig om op basis van dat materiaal tot een conclusie te komen. Dat is vrij problematisch natuurlijk. Je botst op wetgevingen. Je kunt geen inzage krijgen in dossiers van individuele zelfstandigen. Het is een heel moeilijke kwestie om daarmee om te gaan. Ik begrijp dat.
U spreekt zich niet uit over de uitbreiding. Ook dat begrijp ik. Vragen staat vrij. Het is inderdaad zoals het is.
Ik hoop dat de investeerders met de uitspraak die u vandaag herhaalt, tot inzicht komen en ten minste eens nadenken over waar ze mee bezig zijn. Ik zal u een suggestie aan de hand doen: ik vind dat de warme sanering, het financieren van de kosten en van de schade die het verbod aan die ondernemers oplegt, ook in de tijd mag worden geprojecteerd. Ik bedoel dat, als je investeringen wilt doen een jaar voor de sluiting, men de afschrijvingsperiode niet helemaal moet terugbetalen aan die investeerder, want dat is rammelen met de voeten van de overheid, als ik het zo mag zeggen. Ik zou eerder voor een degressieve dan een progressieve terugbetaling kiezen. Maar nu loop ik voor op de feiten.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Het is inderdaad nog niet zo lang geleden ook aan bod gekomen naar aanleiding van andere gelijkaardige dossiers bij de Raad van State. Ik denk dat we de algemene bezorgdheid wel delen, namelijk dat de aangevraagde toegekende uitbreidingen een impact kunnen hebben op de vergoedingsregeling.
Zou het niet verstandig zijn – en u weet dat ik liever zou hebben dat het volgende maand dan op het eind van het jaar wordt beslist – om heel duidelijk te stellen aan de sector dat uitbreidingen vanaf een bepaalde datum geen invloed meer kunnen hebben op de verdere afhandeling? Zou dat geen manier zijn om het een beetje in te dijken? Want anders zullen we de komende maanden nog zulke dossiers zien opduiken, vrees ik.
Ik wil me graag bij de vraagstelling aansluiten. Ik begrijp een aantal bezorgdheden. De overheid gaat een besluit nemen, maar niks is natuurlijk definitief vooraleer er een besluit is. Omgekeerd hebben we te maken met ondernemers die onderzoeken op welke manier ze hun bedrijfsvoering verder kunnen uitbouwen. Ik denk dat ieder zijn rechten en kritische gronden heeft om na te gaan hoe we tot besluitvorming komen. Het lijkt me moeilijk om op basis van intenties, bij wijze van spreken, mensen op een of andere manier in een bepaalde richting te laten plooien. Ik vraag me af of je hier een juridische basis voor hebt.
Minister, we hebben altijd gezegd dat men een evenwicht moet vinden tussen dierenwelzijn en de economische impact voor de nertsenkwekerijen. Als er naar een verbod wordt gestreefd, moeten we nagaan op welke manier we in de nodige opvang voor de ondernemers kunnen voorzien.
Ik begrijp dat u duidelijk de analyse maakt van de manier waarop in Nederland wordt gewerkt, waar ook naar pensionering wordt gekeken en dus ook naar een vangnet. Er zijn misschien nog andere mogelijkheden als vangnet, maar het lijkt me belangrijk dat het voldoende stevig is. Minister, is er hierover overleg met de sector om na te gaan of zij mogelijkheden zien?
Er is al overleg geweest waarop men duidelijke signalen gaf dat men geen verbod wil.
Wat een vergoedingsregeling betreft: als een verbod wordt uitgewerkt, willen wij eerst een juridisch steekhoudende regeling ontwerpen op basis waarvan we verder overleggen met de sector. Ik heb gezegd: vragen staat vrij. We hebben ook geen rechtsgrond om iets anders te zeggen. We hebben geen rechtsgrond om te zeggen dat men geen aanvragen meer mag doen. Vandaar dat ik graag nog voor het einde van het jaar tot een sluitende regeling zou komen.
Minister, ik herhaal nog even dat ik vind dat mensen die investeren terwijl er een politieke intentie van de Vlaamse Regering is om een bedrijf te sluiten, al heel blij mogen zijn dat er een warme sanering gebeurt en dat een deel van de investeringen zal worden terugbetaald. Het hoeft ook niet. U zou ook gewoon kunnen beslissen dat een verbod ingaat in 2025 en dat er geen enkele tegemoetkoming is van de overheid. Omgekeerd vind ik ook dat, als de Vlaamse overheid dat doet, het niet kan zijn dat mensen die kort voor die deadline investeren, er dik voor worden vergoed. Ik noem dat eigenlijk oplichterij. Het is geen juridische oplichterij, maar het is wel misbruik maken van het systeem. Ik denk dat het goed zou zijn dat u op een of andere manier een stap in die juridische procedures zet zodat de buitenwereld nog eens heel duidelijk en formeel verneemt wat uw intenties zijn. Een van de verklaringen die u daarbij kunt doen, is zeggen dat het uw intentie is om een verbod in te stellen en dat u recente investeringen niet aan hetzelfde tarief zult vergoeden. U zou een voorstel moeten uitwerken zodat men ontmoedigd wordt, want dit is toch onaanvaardbaar.
De vraag om uitleg is afgehandeld.