Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Collega’s, elk kind dat schoolloopt in een erkende school in Vlaanderen, gaat naar het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) voor een medisch onderzoek. Dat is verplicht in de eerste en tweede kleuterklas, in het eerste, derde en vijfde leerjaar van het lager onderwijs en in het eerste en derde jaar van het secundair onderwijs. De CLB-arts en -verpleegkundige testen de ogen, de oren, de lengte en het gewicht van het kind, kijken de tanden en de houding na en monitoren de ontwikkeling van het kind. Het CLB kan snel beginnende ziektes opsporen en erger voorkomen. Als de CLB-arts een probleem vaststelt, dan bezorgt die een advies aan de ouders, bijvoorbeeld om een specialist nader onderzoek te laten doen. De arts en verpleegkundige volgen ook de inentingen van het kind op.
De CLB’s verzamelen door hun onderzoeken ook belangrijke informatie over de algemene gezondheidstoestand van onze Vlaamse kinderen en jongeren. Ze nemen ook maatregelen in geval van besmettelijke ziekten op school, zoals bof, hepatitis B of hersenvliesontsteking.
Minister, u stelde dat het de bedoeling is om de huidige aanpak te evalueren en de taken tussen verplegend, paramedisch personeel en artsen goed te verdelen. Dat kan mogelijk ruimte scheppen om artsen meer te betrekken bij moeilijke situaties en de multidisciplinaire werking.
Vanuit het werkveld krijgen we evenwel ongeruste reacties. Men vreest dat het medisch onderzoek door het CLB niet langer verplicht zou zijn, en in de toekomst louter vraaggestuurd zou werken. Nochtans is het medisch onderzoek een van de weinige instanties die systematisch een grondige screening doet van alle Vlaamse kinderen. Het zorgt er ook voor dat de gezondheid van kinderen en jongeren preventief wordt opgevolgd. Kindermisbruik kan eventueel vroeg opgespoord worden. En jongeren kunnen ook in vertrouwen vragen stellen aan het medisch en paramedisch personeel van de CLB’s rond seksualiteit, geaardheid, hygiëne. Het niet meer verplicht maken van het medisch onderzoek dreigt volgens een aantal terreinwerkers vooral kansarme kinderen hard te treffen.
Uit een eerdere tevredenheidsbevraging van de CLB’s blijkt dat 59 procent van de leerlingen uit het secundair onderwijs alleen maar via het medisch onderzoek met het CLB in aanraking kwamen. Het medisch onderzoek biedt zo een toegangspoort naar verdere hulpverlening.
Minister, welke plannen hebt u met de verplichte medische onderzoeken die momenteel door de CLB’s worden uitgevoerd? Overweegt u om de medische onderzoeken louter vraaggestuurd te laten werken? Zo ja, welke alternatieve werkwijze wordt mee in overweging genomen? Welke instanties consulteert u om de expertise vanuit het werkveld mee in rekening te brengen, alvorens tot een hervorming van de CLB’s te komen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Gennez, de preventieve gezondheidszorg (PGZ) in de CLB’s, en meer bepaald de medische consulten, zijn een heel belangrijk instrument in het vroeg opsporen van gezondheidsproblemen. We geven daarmee de goede ontwikkeling van elk kind alle kansen. Ik deel 100 procent uw bezorgdheid rond kinderen en kansarmoede, en bij uitbreiding alle kinderen bij wie medische opvolging niet altijd een evidentie is, bijvoorbeeld kinderen van vluchtelingen.
Bij het evalueren van het begeleidingsdomein PGZ bleek al snel dat het verplichte karakter van de medische consult elke leerling ten goede komt, niet het minst de kinderen en de jongeren die we zonet benoemden. Het is dus niet de bedoeling om die medische onderzoeken vraaggestuurd te gaan organiseren. Ik wens het verplichte karakter van deze medische consulten te behouden. Sterker nog, in de doelgroep leerplichtige kinderen en jongeren is er vandaag nog een groep die buiten vizier blijft, de leerlingen huisonderwijs. In het kader van de hervorming leerlingenbegeleiding bekijken we dan ook hoe die groep bereikt kan worden met de verplichte medische consulten.
We hebben de invulling van het begeleidingsdomein preventieve gezondheidszorg echter ook breder geëvalueerd. Zoals aangekondigd in de krijtlijnennota voor een hervorming van de leerlingenbegeleiding in Vlaanderen, is ook gekeken naar de invulling van de medische consulten en de verdeling van de taken tussen het verplegend personeel, het paramedisch personeel en de artsen. Er is daarvoor overleg geweest met de vertegenwoordigers van de CLB-netten, de scholieren, het Agentschap Zorg en Gezondheid en de Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg. Die evaluatie had tot doel om enerzijds de doelstellingen en de resultaatsverwachting van elk medisch consult te verfijnen en ‘meten om te weten’ te voorkomen, en anderzijds de taakverdeling tussen het medisch personeel te herschikken, zodat hun expertise en bevindingen meer geïntegreerd kunnen worden in de multidisciplinaire werking van de CLB’s, om zo van die medische consulten niet langer een eilandje te maken in de CLB-werking.
Het belang van de medische consulten wordt dus zeker niet ter discussie gesteld. Ik beschouw het als een cruciaal onderdeel van de leerlingenbegeleiding en wil dat zeker ook als taak houden binnen de CLB’s.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Dat zal op het terrein voor veel geruste reacties zorgen, denk ik. Zoals u ook aangeeft, minister, vinden we het vanuit sp.a zeer belangrijk dat alle kinderen medisch opgevolgd worden. Dat dat binnen de onderwijscontext gebeurt via de CLB’s, is daarbij een goede zaak. Ook de uitbreiding kan op onze steun rekenen.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Ik ben ook gerustgesteld dat het niet de bedoeling is dat het vraaggestuurd zal gebeuren. In heel de reorganisatie zeggen we dat er een aantal belangrijke taken zijn. De taakverdeling is heel belangrijk.
Ik wil nog het volgende pleidooi houden. In de audits die we gekregen hebben, staat heel expliciet dat de CLB’s ouders uitnodigen naar aanleiding van een medisch onderzoek, om zo ook een vertrouwensrelatie op te bouwen. Ik vind dat een heel belangrijk element dat meegenomen wordt in dat medisch onderzoek. Als we dat vraaggestuurd maken, moeten we daar ook op inboeten. Dat wou ik nog even onderstrepen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik ben ook zeer blij dat u dat continueert, minister, maar telkens als een kind naar het periodieke gezondheidsonderzoek moet, krijgen de ouders een vragenlijst om in te vullen. Dat is een vragenlijst waarop ouders alle gegevens van hun kind moeten invullen: wie het is, waar het woont, bij welke arts het gaat, maar ook vaccinatiegegevens. Dat is eigenlijk heel bizar, want het CLB heeft al die gegevens, ofwel in een eigen databank, ofwel in Vaccinnet. Minister, kunt u niet oproepen, ook in het kader van planlast voor de ouders, dat de CLB’s de vragenlijst vooraf ingevuld meegeven aan de ouders, met de vraag om te corrigeren wat niet juist is? Want je krijgt nu iets heel bizars: je belt als ouder naar het CLB om te vragen wanneer het CLB je kind heeft ingeënt, om dat dan in te vullen op de papieren van het CLB. Dat is toch al te gek. Ik spreek voor een deel uit ervaring.
Mijn tweede punt betreft de gezondheidstoezichten, in het licht van arbeidsgeneeskundige toezichten. Ik heb leerlingen gehad die op maandag naar het CLB gaan – meten, wegen, ogen, oren – en op dinsdag bij Mediwet binnenstappen, waar dan hetzelfde gebeurt, in het licht van preventief geneeskundig toezicht voor de stage. Dat is zonde, want als school betaal je dan nog eens 90 euro, om dan het verschil in weegschaal te zien. Die leerling is dan blijkbaar op een dag tijd anderhalve kilogram verloren. Dat kan natuurlijk. Of alle leerlingen groeiden op een dag tijd 1 centimeter. Zeer fijn om te weten. (Opmerkingen)
Ik denk dat we daar toch naar efficiëntere middelen kunnen gaan, collega’s.
Die twee concrete zaken zou ik u willen voorstellen, minister, om daar ook werk van te maken.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Krekels, de ouderbetrokkenheid blijft sowieso behouden, niet alleen in de preventieve gezondheidszorg.
De vraag om uitleg is afgehandeld.