Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, uw federale collega van Telecom, tevens partijgenoot, Alexander De Croo liet op 24 mei weten dat hij de procedure heeft opgestart voor de veiling van de 5G-licenties. Er is een consultatie gestart over de koninklijke besluiten die de vergunningen van de mobiele operatoren regelen. Meer concreet gaat het over de bestaande frequenties die vrijkomen en om de frequenties in de 700 megahertzband die gebruikt zullen worden voor 5G. Een deel van de frequenties wordt automatisch toegekend aan de operatoren Proximus, Orange en Telenet, een ander deel wordt geveild. Minister De Croo stelt: “Om de groei aan mobiel dataverkeer op te vangen worden voor de mobiele operatoren nieuwe frequenties beschikbaar in de 700 megahertzband, die voor 5G zal worden gebruikt. De opbrengst van de veiling zou 679 miljoen euro opbrengen.”
U weet dat ik het dossier van de frequentiepakketten en de verdeling van de opbrengsten hier al een aantal keren op tafel heb gelegd. We hebben daarover al vaak van gedachten gewisseld.
Vlaanderen is met name bevoegd voor de audiovisuele en auditieve mediadiensten en is via het Overlegcomité betrokken bij de procedure voor de veiling van toekomstige frequenties. U gaf dat ook aan in uw antwoord op mijn vraag om uitleg van 18 februari 2016: “De Vlaamse Gemeenschap is net als de andere gemeenschappen betrokken bij de toekomstige veilingen van de 700 en de 1400 megahertzband en de aflopende licenties.” En verder: “Er werd nog geen akkoord gesloten over hoe de toekomstige verdeling zal gebeuren van de toekomstige opbrengsten van nieuwe licenties voor mobiel spectrum dat ook voor omroeptransmissie wordt gebruikt. Ik onderhoud hierover het nodige contact met mijn federale collega.” Ook in uw beleidsbrief Media 2016-2017 hebt u het over het onderwerp.
Met betrekking tot de 800 megahertzband is de verdeling van de inkomsten tussen de federale overheid en de gemeenschappen vastgelegd op het Overlegcomité van 24 maart 2013. Toen werd afgesproken dat 20 procent van de inkomsten tot 360 miljoen euro voor de gemeenschappen zou zijn en 50 procent van de inkomsten boven dat bedrag.
Ondertussen zijn we ruim vijf jaar verder en stellen we vast dat het mobiele videodataverkeer substantieel toegenomen is en nog steeds toeneemt. Dat blijkt uit allerlei onderzoeken, ook uit een internationale studie van Cisco, die aangeeft dat het mobiele videoverkeer in 2016 goed was voor 60 procent van het totale mobiele dataverkeer. Dezelfde studie verwacht dat in 2021 meer dan drievierde van het wereldwijde dataverkeer gebruikt zal worden door mobiele videotoepassingen. Het is belangrijk als we het hebben over de verdeling tussen federaal en de gemeenschappen wat juist het aandeel is van media, want dat is een bevoegdheid van de gemeenschappen.
Gelet op de cijfers die ik noemde, is het duidelijk dat het afgesproken aandeel van 20 procent van de opbrengsten onder een bepaald bedrag en 50 procent erboven, eigenlijk te laag liggen, gezien het toenemende belang van het aandeel media in het mobiele dataverkeer. Vandaar mijn vragen.
Is Vlaanderen betrokken geweest bij de federale raadpleging en het ontwerp van koninklijk besluit? Zo ja, hoe is dat gebeurd? Zo neen, welke inspanningen hebt u al gedaan of bent u van plan nog te doen om de betrokkenheid van Vlaanderen in dit dossier te verzekeren? Zal de Vlaamse Gemeenschap antwoorden op de raadpleging door het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT)? Zo ja, welke vragen, eisen en opmerkingen bent u van plan daar formuleren? Hebt u reeds een zicht op welk aandeel van de inkomsten naar de gemeenschappen zal komen? Kunt u, gelet op het toenemende belang van het aandeel media binnen mobiele telecomtoepassingen, ijveren voor een meer proportioneel, zeg maar billijker, aandeel in de opbrengsten van frequentieveilingen voor de gemeenschappen?
Minister Gatz heeft het woord.
Ik wil de eerste twee vragen samen nemen. De raadplegingsprocedure voor het regelgevingskader voor de openbare mobiele netwerken, en meer in het bijzonder voor de frequentiebanden 900 megahertz, 1800 megahertz, 2 gigahertz, 1400 megahertz en ook de 700 megahertz, is inderdaad opgestart. Net zoals de 800 megahertzband, maakt deze 700 megahertzband deel uit van het zogenoemde digitale dividend, als gevolg van de overstap van analoge televisie naar digitale televisie. Het ontwerp van koninklijk besluit betreffende toegang in de 700 megahertzband definieert de voorwaarden om gebruiksrechten te verwerven en te gebruiken die zijn toegekend aan de mobiele operatoren in de 700 megahertzband.
Vlaanderen is vandaag nog niet formeel betrokken geweest bij dit ontwerp van KB. We weten en wisten uiteraard wel dat men federaal op dergelijk KB aan het werken was. Ik breng u nog even de procedure in herinnering die aangeeft wanneer wij juist in het overleg met de federale overheid aan bod komen. Via het samenwerkingsakkoord van 17 november 2006 tussen de federale overheid, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende het wederzijds consulteren bij het opstellen van regelgeving inzake elektronische communicatienetwerken, het uitwisselen van informatie en de uitoefening van de bevoegdheden met betrekking tot elektronische communicatienetwerken door de regulerende instanties bevoegd voor telecommunicatie of radio-omroep en televisie en het daartoe in artikel 8 voorziene Interministerieel Comité voor Telecommunicatie en Radio-omroep en Televisie alsook via het Overlegcomité bestaat er een geïnstitutionaliseerde procedure waarbij de gemeenschappen hun bedenkingen en bemerkingen doorgeven aan wetgevende initiatieven van andere overheden over telecom en omroep. De Vlaamse Gemeenschap heeft niet de gewoonte om te antwoorden op dergelijke raadplegingen door het BIPT. Deze raadplegingen richten zich namelijk hoofdzakelijk tot de markt.
De consultatie is nu gestart en loopt tot 4 juli. Daarna komt dit dossier op niveau van de federale ministerraad en volgt ook de procedure van het Interministerieel Comité en het Overlegcomité, waarvan zonet sprake. Na het zomerreces komen de gemeenschappen dus wel degelijk mee aan zet.
Vandaag is er nog geen precies zicht op het aandeel van de inkomsten dat naar de gemeenschappen komt. U hebt terecht een goed perspectief aangegeven waarbinnen bepaalde dingen zouden kunnen. We kennen beide het advies van de Raad van State van 2013 dat de federale bevoegdheid in deze materie bevestigde. Hoe de verdeling van de opbrengsten van de 700 megahertz zal gebeuren, maakt deel uit van het proces na de zomer. Het spreekt voor zich dat dit van zeer nabij zal worden opgevolgd. Ik wil u volledigheidshalve meegeven dat ik deze week een overleg over de 800 megahertzband gepland had met de Franse Gemeenschap, maar dat door een aantal tribulaties in het Franstalige landsgedeelte die afspraak niet heeft plaatsgevonden.
De heer Vandaele heeft het woord.
Wordt dus weer vervolgd, minister. Het is iets om op uw lijstje voor de zomermaanden te zetten.
Ik ga ermee akkoord dat u niet in de rij gaat staan tussen de marktspelers als er een raadpleging van het BIPT is. U hebt gelijk, wij zijn de Vlaamse overheid, we moeten op een andere manier worden betrokken.
De monitoring van wat media en wat telecom is, blijft ook altijd nog belangrijk. Daar zijn we nog niet helemaal uit. Ik herinner me dat voormalig minister Vande Lanotte dat al in het vooruitzicht had gesteld, maar echt goede manieren zijn nog niet gevonden.
U hebt het daarnet gehad over gesprekken met de Franse Gemeenschap. Dat is inderdaad niet onbelangrijk want in 2013 werd beslist om die 72 miljoen euro naar de gemeenschappen te schuiven, maar dan moeten die ook nog verdeeld worden tussen onze beide gemeenschappen. Wij gaan ervan uit dat een 60/40-verhouding Vlaanderen-Franstaligen zeer redelijk zou kunnen zijn. Maar als ik goed ben ingelicht, heeft de Franse Gemeenschap daar een andere mening over. Dat u daarover onderhandelt, is zeker nuttig. Ik denk dat u een vork en een mandaat hebt om mee aan de slag te gaan.
Ik zou in elk geval zeggen dat u niet alleen wat assertiever mag zijn in de onderhandelingen met de Franstalige collega’s, maar zeker ook, in het kader van de nieuwe dossiers die eraan komen, dat u zich bijzonder assertief mag gedragen richting federaal niveau. Wij zullen u daar zeker in ondersteunen.
We boeken wel enige vooruitgang, zoals uit de antwoorden op uw vorige vragen bleek, over het aflijnen van wat mediabundels zijn en wat telecombundels zijn om – laat ons zeggen – het debat wat te objectiveren wat het aandeel van de gemeenschappen in dit debat kan zijn. Het is ook het uitgangspunt voor ons gesprek met de Franse Gemeenschap met betrekking tot de 800 megahertzband. Dat zijn objectieve cijfers aangeleverd door derden die wij ook ten aanzien van de federale overheid in het bredere debat toch wel zullen en kunnen aanwenden.
Dat laatste is natuurlijk bijzonder belangrijk. Het gaat inderdaad niet om communautaire discussies of welles-nietesdiscussies. Het is belangrijk om dat min of meer objectief te kunnen onderbouwen. Als u vooruitgang boekt wat de monitoring betreft, is dat een zeer goede zaak.
De vraag om uitleg is afgehandeld.