Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
– Bart Caron treedt als voorzitter op.
Op 22 december 2016 heeft de VRT bij de Vlaamse Regering een aanvraagdossier ingediend voor de opstart van een nieuw lineair kanaal, Ketnet Jr. Sindsdien hebben we daar al vaak en hevig over gedebatteerd. En aangezien het om een nieuwe dienst zou gaan, die niet door de beheersovereenkomst wordt gedekt, moet de Vlaamse Regering toestemming verlenen voor deze plannen.
Daartoe is het advies van de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) ingewonnen, conform het Mediadecreet, dat dat vastlegt. Het Mediadecreet stelt: “In zijn advies houdt de Vlaamse Regulator voor de Media rekening met de observaties van derden. Daarvoor zal de Vlaamse Regulator voor de Media een open publieke bevraging organiseren. De Vlaamse Regulator voor de Media publiceert het advies op zijn website. Het advies van de Vlaamse Regulator voor de Media houdt rekening met de belangrijke evoluties in de mediamarkt en in de technologie, met het evoluerende medialandschap en met de rol van de VRT daarin.”
De VRM had zes maanden om een advies af te leveren, met name tot 22 juni, vandaag dus.
Minister, ik wil u dan ook verzoeken om in detail het advies dat u hebt ontvangen van de VRM toe te lichten, met specifieke aandacht voor: ten eerste, de resultaten van de publieke bevraging; ten tweede, de impact van deze publieke bevraging binnen de totaliteit van het advies – daarover hebben we een aantal weken geleden al van gedachten gewisseld, met name wat het gewicht zal zijn van die publieke bevraging; ten derde, de factoren die verder in overweging werden genomen om de rol van de VRT in het evoluerende medialandschap te bepalen; ten vierde, hoe de VRM het nieuwe kanaal situeert binnen het bredere televisielandschap.
Minister, ten slotte wil ik graag vernemen welke standpunten u zult innemen inzake die nieuwe dienst bij de Vlaamse Regering. Is het opportuun om een derde lineair kanaal Ketnet Jr. te laten inrichten? Waarom wel of niet?
Minister Gatz heeft het woord.
De Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) heeft mij op 31 mei 2017 het gevraagde advies over Ketnet Jr. bezorgd. In de inleiding wordt een situering en de samenvatting van het voorstel voor Ketnet Jr. gegeven. De door de VRM gevolgde werkwijze wordt omschreven met onder andere aandacht voor, ten eerste, de manier waarop de deelthema’s worden behandeld en de methodiek die wordt gehanteerd om tot een gecombineerde score voor het eindadvies te komen; ten tweede, de wijze waarop observaties door derden werden ingewonnen via de publieke bevraging; ten derde, bijkomende informatie-inwinning; en ten vierde, adviesinwinning bij de experts van de leden van de kamer voor onpartijdigheid en bescherming van minderjarigen van de Vlaamse Regulator voor de Media zelf.
Vervolgens worden voor elk van de deelthema’s waarmee de VRM volgens artikel 18 van het Mediadecreet rekening moet houden, de argumenten pro en contra afgewogen en een deelscore bepaald. Deze deelscores resulteren samen in een eindadvies.
Het betreft de wijzigingen in de bedrijfseconomische situatie in het Vlaamse medialandschap. Het gaat ook over het algemeen media-aanbod in de Vlaamse markt. Het gaat uiteraard ook over technologische evoluties en internationale tendensen. Het gaat ook over de bescherming en de promotie van de Vlaamse cultuur en identiteit. En het gaat over de verwachtingen en behoeften van de mediagebruiker. Dit zijn allemaal zaken waar de VRM een afweging van moet maken.
Bij de uitvoerige nota van meer dan 70 pagina’s horen ook een aantal bijlagen: het projectvoorstel van de VRT uiteraard, de vragenlijst die de VRM heeft verstuurd en op zijn website heeft gepubliceerd om een publieke bevraging te organiseren, de lijst van aangeschreven belanghebbenden voor de publieke bevraging, de lijst van respondenten en hun antwoorden op de publieke bevraging, een gedetailleerde beschrijving van het Vlaamse media-aanbod, bevindingen die de VRM kon afleiden uit de opgevraagde bereikcijferinformatie, een aftoetsing van voorspellingen betreffende de verschuivingen van marktaandelen, en ook nog een internationale benchmark uitgevoerd door de VRM met medewerking van regulatoren uit de desbetreffende landen.
Van het rapport bestaat een publieke en een vertrouwelijke versie, zoals ik ook in mijn antwoord op 20 april 2017 aangaf. Zoals bepaald in artikel 18 van het Mediadecreet zal de VRM het advies publiceren op zijn website.
Het decreet heeft geen bepaling over de termijn waarbinnen dit advies moet worden gepubliceerd. De VRM heeft me eind vorige maand het advies bezorgd. Die had sinds 22 december vorig jaar daartoe zes maanden de tijd, luidens de beheersovereenkomst met de VRT. Vandaag zijn we 22 juni.
Gezien de passage in de beheersovereenkomst, alsook rekening houdend met het principe van openbaarheid van bestuur, lijkt het me wenselijk dat het advies vandaag online komt. Dat zal dus vandaag nog gebeuren, ik denk zelfs à la minute.
De Vlaamse Regering buigt zich momenteel over het advies van de regulator, dat de basis vormt waarop de regering al of niet toestemming verleent aan de VRT om de nieuwe dienst uit te oefenen. Gelet op de besluitvorming binnen de regering, houd ik me dan ook af van enig inhoudelijk commentaar op dit ogenblik op het advies van de VRM alsook van een standpuntinname. Ik ga dus ook niet in op de inhoudelijke analyse, deelscores en het eindadvies van de regulator.
Ik zal proberen vanuit de methode die de VRM heeft gehanteerd, op uw specifieke vragen te antwoorden. U vraagt om een toelichting bij de resultaten van de publieke bevraging en de impact van deze publieke bevraging binnen de totaliteit van het advies. Hiervoor kan ik de volgende informatie over het advies van de VRM delen. De antwoorden die de VRM van de diverse respondenten ontving, situeren zich binnen ondernemingen actief in verschillende fases van de televisiewaardeketen, maar ook middenveldorganisaties, experts en betrokken burgers. Dat is dus vrij divers. Deze antwoorden werden in een bijlage integraal bij het advies aan de Vlaamse Regering gevoegd en de publieke versie van de antwoorden zal ook op de VRM-website worden gepubliceerd.
De VRM heeft de informatie uit de bevraging voor elk van de deelthema’s gegroepeerd in een lijst met argumenten pro en contra. Dat is ook zijn taak. Die werden verwerkt in de adviesnota. Sommige argumenten illustreren eerdere bevindingen van de VRM, bijvoorbeeld gekend uit literatuurstudies, of vormden de aanleiding voor verder onderzoek door de VRM, bijvoorbeeld in het kader van de internationale benchmark. Argumenten die door meerdere respondenten werden aangehaald in het advies, werden gegroepeerd opgenomen, eventueel met vermelding van een categorie, bijvoorbeeld onderwijsinstanties, experts, distributeurs.
Andere antwoorden worden dan weer letterlijk geciteerd. Voor sommige elementen die door respondenten onder een bepaald deelthema werden aangebracht, was de VRM van oordeel dat ze beter in de argumentatie rond een ander deelthema konden worden ingepast.
U vraagt ook een toelichting bij de factoren die verder in overweging werden genomen om de rol van de VRT in het evoluerende medialandschap te bepalen en ook over hoe de VRM dit nieuwe kanaal situeert binnen het bredere televisielandschap. De factoren die in overweging werden genomen om de rol van de VRT in het evoluerende medialandschap te bepalen en hoe de VRM dit nieuwe kanaal situeert, komen doorheen de hele VRM-nota, zoals u zult kunnen lezen, uitgebreid aan bod.
In een bijlage bij hoofdstuk 3 van het advies geeft de VRM daarbij een gedetailleerde beschrijving van het Vlaamse media-aanbod, bevindingen die de VRM kon afleiden uit de opgevraagde bereikcijferinformatie en een aftoetsing van de voorspellingen van de verschuivingen marktaandelen volgens de VRT en verschillende respondenten.
Tot hier mijn antwoord. U zult zien dat de VRM zijn werk heeft gedaan en dat de Vlaamse Regering nog steeds in volheid van bevoegdheid met afweging van de pro’s en contra’s uit het rapport de beslissing zal moeten nemen en ook zal nemen. Mevrouw Segers, dat zal gebeuren voor het zomerreces.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw heel formeel antwoord. We zijn nog niet veel wijzer geworden. Het is alleszins zeer goed dat de VRM die job heel ernstig heeft gedaan in een rapport van 70 pagina’s. We verwachten natuurlijk niet anders van de VRM.
Samen met alle andere collega’s ben ik er erg benieuwd naar. Het staat nog niet online. Het valt af te wachten of de publieke versie verschilt van de vertrouwelijke versie die u op 31 mei hebt ontvangen. Ik zit met veel vragen, maar begrijp dat er nog geen antwoord zal komen. U stelt dat het allemaal nog vertrouwelijk is. In de media kan men nochtans al lezen dat het advies geen duidelijk standpunt bevat en dat het dus een zuiver politieke beslissing wordt. Ik begrijp dat die zal worden genomen tijdens de laatste superministerraad. Ik wens u veel sterkte en frisheid toe om uw collega’s ervan te kunnen overtuigen er een geslaagd project van te maken. Wij zijn alvast voorstanders van dit kanaal.
De heer Bajart heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de VRT heeft de plicht om kinderen en jongeren te bedienen, ongeacht hun leeftijd en interesses. De redenering achter een extra kinderkanaal is volkomen legitiem. Er kunnen inderdaad praktische problemen opduiken wanneer men de uiterst diverse doelgroep van 0- tot 12-jarigen wil bedienen. Een kind van 5 heeft andere interesses en noden dan een kind van 11 jaar. Het dossier van de VRT betreffende een extra kinderkanaal is goed onderbouwd. Uiteraard moeten we als beleidsmakers oog hebben voor de impact op het mediatieke ecosysteem. Een extra kinderkanaal zal een impact hebben op commerciële kinderzenders. De redenering van de VRT dat Ketnet Jr. zal focussen op de jongsten zal ervoor zorgen dat Ketnet in de oudere, commercieel interessante doelgroep van de 8- tot 12-jarigen sterker zal staan. Er zal dus een impact zijn voor de commerciële kinderkanalen. Daarom is het een goede zaak dat de VRM het dossier goed bestudeerde. Ik kijk erg uit naar het rapport.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, u kent ons standpunt. Er zijn waardevolle elementen. Zo kan men de doelgroep inderdaad beter bedienen. Eventueel zou men extra Vlaamse producties kunnen opzetten. Men werkt ook in een reclamevrije en veilige omgeving, wat bij de commerciële omroepen niet het geval is. Dat alles snijdt hout. Maar de andere elementen zijn ook relevant. De VRT heeft hierover bij de voorbereiding van de beheersovereenkomst met geen woord gerept. Zodra die er was, pakte men uit met dit plan. Dat is vreemd. In de loop van de tijd werden verschillende versies opgedist. Men begon met te zeggen dat het zoveel extra zou kosten. Vandaag stelt men dat het niks extra zal kosten. Eerst zei men dat men extra rechten zou moeten aankopen, maar dat zou nu niet langer het geval nog zijn. Er zit dus ruis op.
We weten ook dat er ooit is geëxperimenteerd met een extra lineair kanaal. De VRT heeft dat experiment uit eigen beweging stopgezet omdat men vond het om een achterhaalde format ging en dat men moest inzetten op het online aanbod en dergelijke. Nu is het ineens toch weer belangrijk. Het is dus een vreemd verhaal, met te veel ruis op de lijn.
Ik sluit af met wat de heer Bajart zei. Er is ons ook wat aan gelegen dat de pax media, het ecosysteem en de verhoudingen tussen de openbare omroep en de commerciële spelers in goede staat zijn. Het is allemaal broos en het ligt allemaal gevoelig. We moeten dat met zorg bekijken. We wachten dus op de beslissing van de Vlaamse Regering die dat in al haar wijsheid zal doen. Als dat op de superministerraad zal gebeuren, dan hoop ik dat we hier niet uw en onze vakantie zullen moeten onderbreken.
We kunnen vergaderen tot 20 juli. Als er vooraf een beslissing wordt genomen, dan roepen we een extra commissievergadering bijeen.
Voorzitter, minister, collega's, de vraag is interessant. Maar het antwoord is niet zo interessant, afgezien van de informatie dat de tekst vandaag wordt vrijgegeven. Voorts hebt u niet veel kunnen zeggen, en we begrijpen dat ook. U kent het standpunt van de CD&V-fractie: het belang van – in dit geval – het kleinste kind moet voor alles gaan. Het spijt me, mijnheer Bajart, maar kinderen van 8 tot 12 jaar beschouwen als een commercieel interessante doelgroep is niet onze visie. (Opmerkingen van Lionel Bajart)
U hebt dat zo gezegd. Ik ben daarvan geschrokken.
Wij denken net dat de allerkleinsten niet zo interessant zijn voor de commerciële media. Ik ben benieuwd hoe dat in het rapport tot uiting zal komen, maar wij merken alvast dat private tv-omroepen heel weinig in echt Vlaamse kwaliteitsvolle content investeren. Dergelijke content in een niet-commerciële omgeving kunnen aanbieden lijkt ons van zeer groot belang voor het kind en zijn persoonsontwikkeling. In dit dossier, minister, moet u de juiste afweging maken en mag u ook echt uw petje van minister van Jeugd opzetten. Denk ook even vanuit die hoek. Voor heel kleine kinderen is het belangrijk dat ze in een niet-commerciële omgeving waardevolle, kwaliteitsvolle, educatief interessante content kunnen krijgen die voor een deel door productiehuizen met Vlaamse roots wordt aangeleverd. In de hele afweging geven wij daaraan iets meer gewicht. We kunnen vermoeden, maar dat moet uit het rapport nog blijken, dat het commerciële belang van de heel kleintjes voor de andere zenders uiteindelijk niet moet worden overdreven, aangezien die commerciële omroepen toch niet zoveel in Vlaamse content investeren.
Er is ook het aspect van de taalontwikkeling. Dat kwam hier nog niet aan bod. U moet eens luisteren naar sommige zenders waar de programma’s constant in het Hollands worden gedubd. Dat willen we toch niet als de norm krijgen. Als de VRT vanuit haar doelstelling om alle Vlamingen, ook de allerkleinste, te bereiken met een liefst behoorlijk Nederlands, een nieuw kanaal wil opstarten, dan moeten we hun kansen geven.
Collega Vandaele, u zegt: ‘Het is toch erg, we hebben net een nieuwe beheersovereenkomst en daar zijn ze al.’ In de beheersovereenkomst zelf is opgenomen dat de VRT bij het ontwikkelen van nieuwe initiatieven deze procedure moet volgen en dat doet ze ook. We kunnen haar toch niet verwijten dat ze nieuwe initiatieven ontwikkelt en de procedure daarvoor, opgenomen in de beheersovereenkomst, perfect volgt. De VRM heeft nu zijn huiswerk gemaakt. Als ik het goed heb begrepen, is het niet zo eenduidig ja of nee en dan hoop ik dat de regering een goede afweging maakt en daarbij het belang van het kind voorop zet.
Ik wil ook graag namens mijn eigen fractie even het woord nemen. Er zijn heel veel argumenten pro die te maken hebben met content, het bestellen van programma’s, taalvaardigheid, pedagogie, en er is één argument contra, één, namelijk dat commerciële zenders of aanbieders mogelijk schade zullen lijden. Dat is natuurlijk een reëel argument, maar ik nodig de collega’s die dit argument aanvoeren uit het eens zelf te onderzoeken. Over welke zenders gaat het? Zijn het Vlaamse zenders? Maken deze zenders Vlaamse content? Plaatsen ze bestellingen bij Vlaamse productiehuizen? Zijn ze reclamevrij? Wat is de potentiële schade voor de commerciële spelers? Onderzoek het niet theoretisch, niet met grote woorden, want dat is de valse discussie die de hele tijd wordt gevoerd.
Niemand hier in de zaal wil tornen aan het bestaan van commerciële televisieomroepen in Vlaanderen. Iedereen beseft echter ook dat een zender voor de allerkleinsten geen commerciële tapkraan is. Op korte termijn is aan deze doelgroep geen geld te verdienen, tenzij met nevenproducten van het type Studio 100-rugzakjes of pretparkbezoeken. Laten we ons echter op de media zelf concentreren. Daar moet de afweging echt worden gemaakt wat het nieuwe kanaal bijbrengt voor de samenleving en de kinderen en wie er eventueel verlies lijdt. Mijnheer Vandaele, u was er zeker bij toen we tijdens ons bezoek aan de VRT een schatting kregen van de potentiële commerciële schade voor de commerciële omroepen en u weet dus ook dat dat verwaarloosbaar is.
Ik zal het plat zeggen: ik zou het heel erg betreuren als ten voordele van de Nickelodeons van deze wereld de VRT wordt belet een eigen kanaal voor die doelgroep te maken, verantwoord, in Vlaanderen gevormd en binnen het eigen budget. Op een bepaald moment moeten we echt de afweging tussen deze dimensies maken. Er zijn heel veel argumenten pro, inhoudelijke, commerciële en taalkundige, en één argument contra. We moeten de afweging maken en laten we dat alsjeblief niet doen in een denkkader van ‘het is nu genoeg geweest voor de VRT’. Want eigenlijk speelt dát op de achtergrond mee. Laten we ons alsjeblief met z’n allen concentreren op de kern van de vraag.
Minister, ik sluit mij graag aan bij de oproep van mevrouw Brouwers om dat dossier ook als minister van Jeugd te benaderen. We hebben nu een minister die Cultuur, Jeugd en Media in één hand heeft, en die die verschillende dimensies samen kan overwegen. Ik deel in elk geval namens mijn fractie die oproep.
Minister Gatz heeft het woord.
Mevrouw Segers, het verschil tussen de publieke versie en de vertrouwelijke versie is enkel geïnspireerd door mogelijke vertrouwelijke bedrijfsgegevens die tijdens de gesprekken tussen de stakeholders en de VRM aan bod zijn gekomen. Er is dus niet zoiets als een publieke versie en dan een versie die wegens allerlei verborgen argumenten het daglicht niet mag zien. Het gaat gewoon over bedrijfsvertrouwelijke gegevens.
Men verzekert mij nog steeds dat de publicatie van het advies nakende is. U zult daarin het volgende kunnen zien. Er staan in het rapport zeker argumenten die de ene of de andere stelling die hier al politiek naar voren is gebracht kunnen verrijken of onderbouwen. In die zin is het meer dan lezenswaardig.
In zijn conclusie evenwel is het advies even helder als onhelder richting Vlaamse Regering. Met ‘helder’ bedoel ik dat de VRM volledig heeft gedaan wat men mocht vragen. Maar de opportuniteitsafweging ligt toch wel degelijk bij de Vlaamse Regering omdat op bijna elk van de zes deelcriteria die ik bij het begin van mijn antwoord heb opgesomd de VRM een neutraal advies geeft. Ik heb daar verder ook geen commentaar op. Maar men geeft een positieve score ten aanzien van het Ketnet Jr.-project op het deelthema ‘Promotie, bescherming Vlaamse cultuur en identiteit’, en men geeft een negatieve score bij de bedrijfseconomische situatie in het Vlaamse medialandschap – niet dat dit nu geheel onverwacht is. Daar zal de regering in al haar wijsheid, ook rekening houdend met de argumenten die vandaag door u in deze bespreking werden geformuleerd, rekening mee houden.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik dank u, minister, en ik dank ook alle collega’s die vrij volledig nog eens de belangrijkste argumenten hebben opgesomd.
Het allerbelangrijkste argument is het belang van de allerkleinsten. Reclamevrije haven bieden aan kinderen, taalontwikkeling, kwalitatief aanbod: alle argumenten zijn op tafel gekomen. We hebben ook, zoals de heer Caron aangaf, de genuanceerde berekeningen gezien. Het potentiële verlies aan marktaandeel voor de commerciële kanalen is echt verwaarloosbaar. En op het enige argument dat dan nog overblijft in de tegenstand van de heer Vandaele, namelijk dat het niet in de beheersovereenkomst staat, zeg ik dat een clausule in de beheersovereenkomst het mogelijk maakt om in de loop van vijf jaar, waarin er op technologisch vlak zoveel kan gebeuren, wijzigingen door te voeren. Het zou dwaas zijn om vijf jaar lang een beheersovereenkomst in steen gebeiteld te hebben. Als er niets meer kan worden aangepast, negeer je de hyperdynamiek van die mediamarkt.
We zullen de heer Vandaele moeten overhalen om de juiste beslissing te nemen. Wij rekenen er alvast op dat dit kanaal voor de allerkleinsten een kans kan krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.