Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Ik verwijs naar Steunpunt Wonen dat een studie heeft uitgevoerd over de vereenvoudiging van het sociaal huurstelsel, een beetje de bijbel voor de sociale huisvestingsmaatschappijen op basis waarvan huurders hun sociale woning krijgen toegewezen in Vlaanderen. Het sociale huurstelsel is een complexe regelgeving. In de beleidsnota en in het regeerakkoord wordt een herziening aangekondigd van de sociale huurregelgeving.
Steunpunt Wonen heeft de studie afgerond en de resultaten bekendgemaakt. In het rapport worden twee sporen voor vereenvoudiging voorgesteld: enerzijds een opsomming van mogelijkheden tot vereenvoudiging op het niveau van de verschillende onderdelen van de regelgeving en anderzijds een ingrijpende herziening die wijzigingen van meerdere aspecten van de wetgeving combineert en zo kansen biedt tot een zeer verregaande vereenvoudiging.
Minister, wat is uw reactie op de resultaten van de studie van Steunpunt Wonen? Hebt u een voorkeur voor een van de twee sporen? Welk traject wordt er gevolgd in het kader van die herziening? Ik veronderstel dat er ook intensief overleg is met de sociale huisvestingsmaatschappijen zelf die door hun expertise waarschijnlijk ook zeer goed geplaatst zijn om knelpunten en vereenvoudigingen voor te stellen in het sociaal huurstelsel.
Minister Homans heeft het woord.
Wat mijn reactie is op de resultaten van de studie inzake vereenvoudiging van het sociaal huurstelsel, kan ik natuurlijk enerzijds verwijzen naar het regeerakkoord, maar anderzijds ook naar de beleidsnota, die allebei het voornemen bevatten om de sociale huurwetgeving grondig te vereenvoudigen en de lokale autonomie in dezen te verhogen. Ter voorbereiding van die aanpassing had ik het Steunpunt Wonen, zoals u zelf ook al hebt aangehaald, gevraagd om de huidige regelgeving te evalueren. Het onderzoeksrapport geeft een zeer goed overzicht van de vastgestelde knelpunten op basis van literatuur, op basis van beleidsdocumenten, ook op basis van kwantitatieve gegevens en op basis van gesprekken met het werkveld tijdens de zogenaamde focusgroepen.
In het rapport heeft het steunpunt vervolgens voorstellen uitgewerkt die een antwoord kunnen bieden op de knelpunten. Enerzijds werkte het steunpunt thematische verbetervoorstellen uit. Anderzijds stelde ze ook meer ingrijpende wijzigingen voor over de verschillende thema’s heen.
U vraagt welke van de twee pistes mijn voorkeur wegdraagt. Ik kan daar heel duidelijk in zijn. Ik ben absoluut gewonnen voor de ingrijpende wijziging. Dat is de voorkeurspiste en ook de piste die de Vlaamse Regering zal volgen. De ingrijpende wijziging zou kunnen leiden tot een verregaande lastenverlaging voor zowel de sociale verhuurder als de huurder, wat toch wel heel belangrijk is. Het voorstel combineert ook aanpassingen op diverse onderdelen van het sociaal huurstelsel.
Waarom die ingrijpende wijziging? Omdat het ook een vereenvoudiging is en een aantal praktische zaken worden aangepast. Er worden ook heel veel onduidelijkheden weggewerkt. Als je natuurlijk onduidelijkheden wegwerkt, is dat niet alleen in het voordeel van de verhuurder, in casu de SHM, maar natuurlijk ook in het voordeel van de huurder. Ik denk dat dit dus de beste piste is om te bewandelen.
Wat de onderzoekers concreet hebben geformuleerd wat de ingrijpende wijziging betreft aan krachtlijnen, kan ik u de belangrijkste vier opsommen.
Ten eerste worden de woningen op een andere manier toegewezen. De grote meerderheid van de toewijzingen, de zogenaamde standaardtoewijzingen, gebeurt daarbij volledig geautomatiseerd, wat een grote vooruitgang is, en volgens een mathematisch model dat uitgaat van punten gebaseerd op een aantal criteria. De overige toewijzingen, de bijzondere toewijzingen, gebeuren na advies van een lokaal toewijzingscomité, waar ook weer het verhogen van de lokale autonomie mee wordt aangetoond, op basis van een uitgewerkt dossier en volgens vooraf vastgelegde principes.
Een tweede krachtlijn is dat er veel meer ruimte komt voor keuzevrijheid en daarmee ook verantwoordelijkheid van de klant bij de kandidaatstelling voor een sociale woning.
Een derde is dat het systeem vertrekt van een maximale digitalisering. We moeten meegaan met onze tijd, Vlaanderen anno 2017. Wij streven naar een maximale digitalisering, zowel voor de inschrijving als voor de bekendmaking van het woningaanbod, de kandidaatstelling en de toewijzing.
Een vierde krachtlijn is het toezicht op de toewijzingen, dat verschuift van een toezicht op de individuele beslissingen van verhuurders naar een toetsing van beslissingen aan principes.
Welke concrete stappen zal ik ondernemen inzake de vereenvoudiging van het sociaal huurstelsel en op welke termijn zal dit gebeuren? Ik heb u gezegd dat mijn voorkeur uitgaat naar de ingrijpende piste van het onderzoeksrapport. Dat houdt natuurlijk in dat een en ander nog moet worden geconcretiseerd.
Voor de uitwerking en de concretisering heeft mijn administratie een projectteam opgericht. In dat projectteam worden naast een paar leden van mijn administratie en kabinetsmedewerkers ook een aantal experten uit het werkveld betrokken. Ook hier wordt dus het middenveld betrokken, wat hier altijd terecht wordt gevraagd. Wij komen dan ook tegemoet aan deze bekommernis.
Het is de bedoeling dat ze constructief mee nadenken over haalbare methodes. In een tweede fase – en die tweede fase komt na de eerste principiële goedkeuring – wordt er een ruimere consultatie van belanghebbenden georganiseerd via het advies van de Vlaamse Woonraad. Het projectteam is tot hiertoe drie keer samengekomen. Ik heb een strakke timing vooropgesteld: een principiële goedkeuring van de gewijzigde wetteksten – wijziging van de Vlaamse Wooncode en wijziging van het kaderbesluit Sociale Huur – voor het kerstreces.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord en om ook al heel duidelijk de richting mee te geven van de wijziging van het sociale huurstelsel. U wilt voluit gaan voor de ingrijpende wijziging.
Er wordt gewerkt aan een puntensysteem, wat toch wel nieuw is, zeker in de sector van de sociale huisvestingsmaatschappijen. Het puntensysteem is echter niet nieuw bij de sector van de SVK’s. SVK’s werken al met zo’n puntensysteem.
Ik heb een bijkomende vraag. Men hoort vaak dat er andere modaliteiten zijn voor het toewijzen door een SVK of door een SHM. Is het dan de bedoeling dat die twee meer op elkaar zullen worden gericht of is het de bedoeling dat een SVK en een SHM nog altijd apart zullen worden behandeld bij het toewijzen van een woning? Of is het de bedoeling om tot meer synergie te komen tussen de twee sectoren op vlak van toewijzing?
Het is natuurlijk wel belangrijk om aan te stippen dat een SVK niet helemaal dezelfde doelstelling of taak heeft als een SHM. Maar, het is absoluut wel onze bedoeling dat de regelgeving van de SHM’s enerzijds en die van de SVK’s anderzijds maximaal op elkaar zullen worden afgestemd.
We kijken dan uit naar de resultaten in het najaar, want ik heb begrepen dat het behoorlijk snel zal gaan als er tegen het kerstreces al een besluitvorming zal zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.