Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister, het nieuwe Vlaamse Logiesdecreet trad in werking op 1 april 2017. We zijn nu twee maanden verder en ik wil graag informeren naar de eerste reacties uit de sector.
Met dit nieuwe decreet kiest Vlaanderen voor de sprong voorwaarts. We hebben er een koepeldecreet van gemaakt waarin alle mogelijke logiesvormen zijn opgenomen die tegen betaling logiezen aan de markt aanbieden. We anticiperen ook op de vele snelle evoluties en innovaties die zich de laatste jaren in de logiessector hebben voorgedaan en zich in de toekomst nog zullen voordoen.
We hebben ook rekening gehouden met de opkomst van de internetplatformen en we hebben de regels duidelijk en eenvoudiger gemaakt. Daarnaast hebben we geprobeerd de administratieve lasten, zowel voor de logiesuitbaters als voor de overheid, te verminderen.
De overheid treedt vanaf nu ook niet langer louter sanctionerend op, maar neemt ook een coachende rol op om de sector op te volgen, te begeleiden en bij te staan met raad en daad. Om die taak uit te voeren zijn achttien personeelsleden van het Departement internationaal Vlaanderen overgedragen aan Toerisme Vlaanderen, waarvan twaalf inspecteurs. Los van de standplaats waar ze zich nu bevinden, is er vooral een wijziging gebeurd van sanctionerend optreden naar die coachende rol.
Minister, welke inspanningen doet Toerisme Vlaanderen, zeker in de beginfase van de inwerkingtreding van het decreet, om de sector te informeren over de nieuwe regelgeving? Hoe worden andere spelers zoals de sectorfederaties, provinciale toeristische bedrijven, mee ingezet om de nodige toelichting te geven aan die logiesverstrekkers? In welke mate is er afstemming tussen Toerisme Vlaanderen en de andere spelers?
We wilden de andere bestaande wetgeving uit het Logiesdecreet laten. Zij blijven gelden. Vooral wat de regelgeving Ruimtelijke Ordening betreft, zijn er veel vragen. U had daar al op geanticipeerd door samen met de bevoegde minister Schauvliege een brochure op te stellen specifiek voor die logiesuitbaters waarin de regelgeving Ruimtelijke Ordening die geldt voor die logiesuitbater uit de doeken wordt gedaan. Is die brochure al bezorgd aan de logiesuitbaters?
In het licht van het participatief traject met de sector om tot de uitvoeringsbesluiten te komen, werd op regelmatige basis overlegd met een begeleidingscommissie. Dat overleg is heel constructief verlopen en heeft tot goede resultaten geleid, maar zou eigenlijk niet mogen stilvallen. Zult u ook in de toekomst verder overleggen met die verschillende stakeholders? Op welke manier zal dat vorm krijgen?
Ik ben ook benieuwd naar de eerste reacties op het Logiesdecreet vanuit de sector, bijvoorbeeld over de gebruiksvriendelijkheid van het digitaal platform, de klantvriendelijkheid en de coachende opdracht van Toerisme Vlaanderen, de erkenningen en de erkenningsschildjes, de beschermde benamingen, de administratieve vereenvoudiging, de kansen voor innovatie in de sector. Hoe reageert de sector daarop? U hebt wellicht al contacten gehad met diverse stakeholders, sectorfederaties of logiesuitbaters op het terrein.
Minister Weyts heeft het woord.
Het nieuwe Logiesdecreet is intussen 2,5 maanden van kracht en we kunnen al mooie cijfers voorleggen. 104 logiezen hebben een vrijwillige erkenning gekregen waarvan 85 met comfortclassificatie. 9 logiezen hebben geen sterrenclassificatie gekozen, ook al hadden ze die mogelijkheid wel. De andere 10 zijn erkend als logies en konden dus geen sterren kiezen.
Er zijn al 341 nieuw aangemelde logiezen op 2 maanden tijd. In de aanloop naar het nieuwe Logiesdecreet zijn er in de maand maart alleen al 864 aanmeldingen binnengelopen waarvan heel wat in de laatste week.
De communicatie over de invoering van het nieuwe decreet heeft een mooi aantal logiezen boven de radar gebracht, meer dan 90 procent vakantiewoningen, dat zijn er 806 van de 864. Hoogstwaarschijnlijk speelt de overgangstermijn voor het brandattest hierin een rol. Wie zich nog aanmeldde voor april, kon gebruikmaken van een overgangstermijn om gefaseerd tegemoet te komen aan de vereisten inzake brandattesten.
Het lijkt me duidelijk dat de intense communicatie die we hebben georganiseerd, haar vruchten heeft afgeworpen. We hebben uitgebreide mailings gestuurd naar in totaal achtduizend uitbaters. Er waren vier verschillende versies opgesteld voor de vergunde logiezen, voor de aangemelde kamergebonden logiezen en voor de aangemelde openluchtrecreatieve terreinen. Daarnaast werden de vergunde logiezen in het Brusselse Gewest ook apart geadresseerd.
De website www.toerismevlaanderen.be/logiesdecreet bevat alle informatie,
doorverwijzingen en officiële documenten. De site is gebruiksvriendelijk en overzichtelijk opgebouwd. In de periode tussen 1 februari en 31 maart, dus voor de inwerkingtreding, telde de startpagina van het Logiesdecreet 11.000 unieke paginaweergaves. In de 2 maanden na de inwerkingtreding werden in totaal 18.000 unieke paginaweergaves in verband met het Logiesdecreet geteld.
Er is ook de brochure ‘Het Vlaams Logiesdecreet in één oogopslag’, waarin vooral de grote lijnen worden toegelicht. Horeca Vlaanderen heeft de papieren versie meegestuurd met de Horeca-krant aan zijn leden-logiesuitbaters. Ook alle gemeenten krijgen deze maand nog vijf exemplaren van de brochure toegestuurd en kunnen er bijbestellen. De projectleider zelf verdeelt de brochure ook op alle infosessies en via alle mogelijke kanalen.
We hebben daarover veertig informatiesessies georganiseerd sinds september 2016 doorheen heel Vlaanderen en vooral op vraag van een beroeps- of sectororganisatie zoals Horeca Vlaanderen, Logeren in Vlaanderen, de Provinciale Toeristische Organisaties (PTO), de Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB), de gildes van gastenkamers, de hogescholen Howest en VIVES, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en zelfs de federatie van bezinningshuizen.
Op die manier heeft Toerisme Vlaanderen al honderden uitbaters bereikt, maar ook provinciale logiesconsulenten, medewerkers van toeristische diensten, iedereen uit de sector.
Daarnaast verzorgde Toerisme Vlaanderen ook een provinciaal ‘kennismakingsmoment’ tussen de logiesadviseurs van Toerisme Vlaanderen en lokale logies-, regio-, en horeca-coördinatoren die als communicatief doorgeefluik zouden moeten fungeren. De komende maanden zullen de logiesadviseurs ook een bezoek brengen aan de lokale horeca-associaties: kust, Antwerpen, Mechelen, Brugge en Gent.
Ook de online platformen, zoals Airbnb, Belvilla en Campr werden proactief gecontacteerd om op die manier hun leden correct te kunnen informeren. Er werd ook een brochure ruimtelijke ordening opgemaakt, in samenspraak met Ruimte Vlaanderen, en die zal nog voor het zomerreces klaar zijn. Op termijn wil Toerisme Vlaanderen een analoge brochure uitbrengen in verband met btw en fiscaliteit. Ze zijn puur informatief voor de uitbaters, maar ook voor de coaches, die regelmatig op het terrein geconfronteerd worden met vragen hierrond. Via persberichten, de website en de social-mediakanalen van Toerisme Vlaanderen informeren we de consument.
Het is ook de bedoeling om de vinger aan de pols te houden op het terrein. Daarom heb ik ervoor gekozen om de algemene werkgroep, die samengesteld werd ter voorbereiding van de opmaak van de uitvoeringsbesluiten, aan te houden als werkgroep voor de monitoring van de uitvoering van het Logiesdecreet. De verschillende sectorfederaties hebben elk een vertegenwoordiger in deze werkgroep. Deze werkgroep zal twee tot drie keer per jaar worden samenroepen. De eerste vergadering is ingepland op 29 juni, om een eerste evaluatiemoment te organiseren.
Ik denk dat de algemene ervaring positief is. Het nieuwe uitbatersportaal is sinds 1 april online. Alle gegevens van vergunde en aangemelde logiezen werden automatisch overgezet vanuit het oude Vlaams Logiesinformatie Systeem (VLIS). De uitbaters hoefden daar zelf niets voor te doen. Het portaal is zeer gebruiksvriendelijk ontwikkeld. Zo worden bijvoorbeeld de gegevens van de vakantiewoningen aan de kust die de verhuurkantoren beheren, rechtstreeks vanuit de kruispuntbank van de Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB) in de logiesdatabank van Toerisme Vlaanderen geplaatst. Het gaat om 92 immokantoren, die samen 9000 logiezen beheren van het totale aanbod van ongeveer 20.000 logiezen. Er zijn nog nauwelijks documenten die ‘naar Brussel’ moeten worden gestuurd door de administratieve vereenvoudiging. De eerste erkenningsschildjes zullen kunnen worden verstuurd in de week van 12 juni. De nieuwe schildjes zijn momenteel in productie. Ik denk dus dat we een goede start hebben genomen.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het uitgebreide overzicht. Ik denk inderdaad dat er een mooi resultaat kan worden neergezet en dat de beginfase een goede start was en ook een mooie en zachte transitie. De doelstellingen van het project werpen nu al hun vruchten af. Ik denk dan aan de gebruiksvriendelijkheid van het platform, aan de administratieve vereenvoudiging, aan de informatiecampagne die u hebt opgezet. Ik wil u feliciteren en heel veel administraties kunnen er een voorbeeld aan nemen. Een goede informatie van alle stakeholders en alle logiesuitbaters is uitermate belangrijk.
Ik heb twee extra vragen. Omdat er nu meer logiezen worden gevat onder het decreet en er zeer snel aanmeldingen zijn – en ik weet niet of u hier onmiddellijk op kunt antwoorden –, vraag ik me af of dit een impact heeft op de workload voor de brandweerzones die de brandpreventieverslagen opmaken. Hebt u daar een zicht op?
We gaan naar een coaching en begeleiding van de logiesuitbaters, maar we mogen ook de controles niet uit het oog verliezen. Omdat er nu meer logiesverstrekkers zijn die moeten worden gecontroleerd, is het niet doenbaar om ze systematisch allemaal te controleren. In de debatten over het nieuwe decreet hebben we daar ook over gesproken. U zei dat het uiteraard aan de minister is om keuzes te maken en na te gaan waar er eventueel regionale problemen zijn en bijvoorbeeld mensen die voor het eerst in de sector stappen, van nabij te gaan begeleiden maar ook te controleren. Het controleren van grote logiezen blijft natuurlijk ook een taak. Hebt u al instructies gegeven aan de controlerende instanties welke prioriteiten zij moeten leggen?
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Zelfs tweeënhalve maand na de inwerkingtreding van het nieuwe Logiesdecreet zijn wij, de decreetindieners zelf, bijzonder geïnteresseerd in hoe het loopt. Het doet ons enorm veel genoegen dat u zegt dat binnen die korte tijdspanne het vrij goed loopt op het terrein. We stellen dat met tevredenheid vast.
Ik sluit mij aan bij mevrouw Coudyser dat die controlerende taak niet uit het oog mag worden verloren. De coachende rol is erbij gekomen en verankerd in het nieuwe decreet. Er komen achttien personeelsleden over van de dienst Internationaal Vlaanderen naar Toerisme Vlaanderen. Als die coachende rol meer zal moeten worden gespeeld, zal dit ongetwijfeld een cultuuromslag met zich meebrengen. Zijn die mensen er klaar voor om die coachende rol op te nemen? Is er geen bijkomende opleiding en begeleiding voor die mensen nodig om de doelstelling van meer coaching te bereiken, zonder de controlerende taak uit het oog te verliezen? De eerste taak is de mensen op het terrein helpen. Er zullen meer mensen onder het Logiesdecreet vallen, wat hoe dan ook een werklast met zich mee zou brengen. Zijn de mensen die overkomen van Internationaal Vlaanderen, klaar om die coachende rol, die zeer belangrijk en eigenlijk een beetje revolutionair is – in de goede zin van het woord dan –, op te nemen en de mensen op het terrein meer te helpen in plaats van te betuttelen?
Minister Weyts heeft het woord.
Het wordt zeer correct vertolkt dat de eerste taak van het ‘controleteam’ coaching is. Vanuit dat oogpunt hebben we specifieke opleidingen georganiseerd, want het vergt wel een mentale shift om die rol op te nemen eerder dan in hoofdzaak bezig te zijn met het tellen van de eierdopjes. Er is een versterkt team dat een aangepaste opleiding heeft doorlopen of aan het doorlopen is.
Op de workload bij de brandweer heb ik geen zicht. Ik vermoed dat er zeker het komende jaar een toenemende vraag zal zijn, maar dat is maar een eruptie die vervolgens zal gaan liggen. Ik hoop dat men dat goed kan verwerken en het werk zo kan organiseren dat men die vele vragen kan beantwoorden. Er is natuurlijk ook een overgangsperiode van een jaar. Tegen april volgend jaar weten we of er een opstoot zal zijn. Ik hoop dat de brandweerdiensten rekening houden met die mogelijke opstoot aan het eind van de deadline. Ze zouden dan tijdelijk overstelpt kunnen worden met extra vragen. Ik hoop dat ze daar nu al rekening mee houden en hun diensten voorbereiden.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik heb er niet veel meer aan toe te voegen. Ik stel vast dat er een goede start is genomen en dat we alles nauw opvolgen zodat, als er problemen zouden opduiken, we die snel kunnen aanpakken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.