Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik snijd opnieuw een thema aan dat we in de voorbije maanden meermaals hebben besproken. Er is wel een nieuw element in die zin dat vliegtuigmaatschappij Ryanair een manier blijkt te hebben gevonden om boetes voor geluidsoverlast boven het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest te vermijden.
Concreet probeert de maatschappij de vliegtuigen zo vroeg mogelijk de lucht in te krijgen wanneer ze opstijgen vanop baan 25R, de baan die het vaakst voor vertrekken wordt gebruikt op Brussels Airport. Hiernaast wordt piloten gevraagd en ook aangeraden om de motoren harder te laten draaien.
Met die maatregelen gaan de Ryanair-vliegtuigen eerder de lucht in, waardoor ze hoger boven de geluidsmeters rond de luchthaven vliegen. De piloten kunnen dan ook sneller afdraaien naar bijvoorbeeld de Ring-route of de noordelijke route, waardoor ze het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest meer kunnen vermijden. Dergelijke snelle vertrekken kosten uiteraard meer aan kerosine, wat de luchtkwaliteit in de gemeenten rond de luchthaven zeker niet ten goede komt.
Minister, hoe staat u als minister van Leefmilieu ten aanzien van de actie van vliegtuigmaatschappij Ryanair? Hebt u weet van andere vliegtuigmaatschappijen die dergelijke acties ondernemen? Op welke manier heeft zo’n actie een effect op de luchtkwaliteit van de gemeenten rond de luchthaven? Op welke manier sensibiliseert u de vliegtuigmaatschappijen om rekening te houden met de luchtkwaliteit en zo min mogelijk ultrafijn stof te produceren?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijn diensten en ikzelf waren niet de hoogte van de actie van Ryanair. Het gaat over operationele aspecten, zoals we dat noemen: de beweging van de banen, het landen en opstijgen, het glijden van de vliegtuigen naar de platforms. Dat valt allemaal onder de exclusieve bevoegdheid van Belgocontrol. Wanneer een piloot aan de controletoren vraagt om zijn vertrekprocedure aan te passen, dan is het aan de luchtverkeersleider om dat al dan niet toe te staan. Daarbij wordt ook rekening gehouden met weersomstandigheden, windsterkte, windrichting, verkeersdrukte, capaciteit en beschikbaarheid van banen.
De piloten van Ryanair zouden nu consequent een afwijking vragen. Uit de radartrackdata waarover wij beschikken, kunnen we dat inderdaad ook afleiden. Sinds 24 februari bereiken de vliegtuigen van Ryanair die opstijgen vanop baan 25R, gemiddeld een grotere hoogte dan voorheen boven de geluidsmeetposten van Diegem en Haren, die beide in het verlengde liggen van startbaan 25R.
Het is mij niet bekend of andere luchtvaartmaatschappijen inmiddels ook dergelijk acties ondernemen. Een beperkte screening van radartracks van de vliegtuigen van andere lagekostenmaatschappijen EasyJet en Vueling doet vermoeden dat dit niet het geval is. De activiteiten op de luchthaven beïnvloeden de concentraties van zwarte koolstof, fijn stof en stikstofdioxide slechts in heel beperkte mate, maar hebben een effect op de concentratie van ultrafijne stofdeeltjes. Of de concentratie van ultrafijne stofdeeltjes in de omgeving van de luchthaven stijgt door de acties van Ryanair, kan momenteel nog niet worden uitgemaakt.
Indien het klopt dat de motoren harder draaien bij het opstijgen, zou de emissie van ultrafijne stofdeeltjes hoger kunnen zijn. Anderzijds moet ook de mogelijke impact op de verspreiding van deze stofdeeltjes in rekening worden gebracht indien de emissie zich dichter bij de geluidsberm situeert.
De vloot van de vliegtuigmaatschappijen wordt voortdurend gestuurd richting meer milieuvriendelijke toestellen onder impuls van klimaat-, lucht- en geluidbeleid. Het vliegtuigdesign evolueert in de richting van zuinigere en schonere motoren. Ondertussen is op het vlak van emissiegrenswaarden voor vliegtuigmotoren binnen de International Civil Aviation Organization (ICAO) een internationale emissiestandaard goedgekeurd voor het zogenaamd niet-vluchtig fijn stof. Deze nieuwe bijkomende norm geldt voor alle motoren voor passagiersvliegtuigen die in productie zijn vanaf 1 januari 2020. Er wordt bovendien verder gezocht naar technologieën om de emissies van deze deeltjes verder te laten dalen, wat een aanscherping van deze norm mogelijk kan maken. De timing hiervan is nog onbekend.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, het is zeker niet de eerste keer dat ik mijn bezorgdheid uit over de luchtkwaliteit in de regio rond de luchthaven van Zaventem. Ik heb u al vaker gevraagd om die regio mee op te nemen in het luchtkwaliteitsplan. Uiteraard zal ik dat pleidooi ook in de toekomst blijven doen.
Momenteel heb ik alleen weet van Ryanair dat de actie om sneller de hoogte in te gaan en dat de afwijking consequent aanvraagt bij Belgocontrol, toepast. Ik zal dit uiteraard verder opvolgen. Dat moeten we doen, want u zegt zelf dat de ultrafijne en schadelijkste stofdeeltjes kunnen toenemen en dus een effect hebben op de omgeving.
Wat de nieuwe technologieën betreft en de betere scores inzake emissies van de toekomstgerichte vliegtuigen, heb ik eventjes contact opgenomen met Brussels Airport Company (BAC). Zij werken met een scoresysteem om geluidsarme vliegtuigen te bevoordelen. Ik heb hun als parlementslid en als regiobewoner gevraagd om toekomstgericht rekening te houden met de luchtkwaliteit en de emissies van de vliegtuigen. Minister, in de toekomst kan misschien ook vanop regeringsniveau meer worden gehamerd bij BAC en bij de Federale Regering om de luchtemissies in de regio rond de luchthaven te verbeteren.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, normaal volgt mevrouw Moerenhout dit dossier, maar ze kan er niet zijn en heeft me gevraagd om kort het standpunt van onze partij toe te lichten. Zij heeft gelijkaardige signalen gekregen dat de overlast en de ongerustheid in de noordrand en bij de omwonenden is toegenomen. Men wil daar echt wel zekerheid. Het is in ons aller belang om ervoor te zorgen dat de luchthaven een beroep kan doen op een groot maatschappelijk draagvlak. Zo niet, heeft de luchthaven geen toekomst. Dat betekent dat er een open gesprek moet zijn en een goede communicatie met de omwonenden en dat de onzekerheid die nu heerst, moet worden weggenomen. Er is een groot wantrouwen.
Mevrouw Moerenhout heeft al meermaals gevraagd naar het aanstellen van een intendant die het hele proces rond de toekomstige leefbaarheid en toekomst van de luchthaven samen met de omwonenden zou proberen aan te pakken. Zij vroeg me er nogmaals bij u op aan te dringen om de optie van het aanstellen van een intendant of een andere onafhankelijke instantie te overwegen en te zoeken naar een manier waarop de leefbaarheid kan worden gegarandeerd. De overlast voor de omwonenden moet kunnen worden aangepakt met een toekomst voor zowel de luchthaven als de omwonenden. Minister, staat u open voor die optie?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Mevrouw De Vroe, ik dank u voor uw pertinente vraag.
De luchthaven in het algemeen ligt ons na aan het hart en zeker ook de leefbaarheid van de activiteiten op de luchthaven voor de ruime omwonenden. Het klopt inderdaad dat de ongerustheid bij de mensen zeer groot is door het feit dat Ryanair heeft beslist sneller op te stijgen. Volgens Ryanair liggen de boetes die ze momenteel riskeren, hoger dan de meerkost die ze zullen hebben aan het meerverbruik van kerosine. De enige reden waarom ze lager opstegen, was om kerosine te besparen. We zien echter dat we winnen aan geluidsoverlast boven Brussel maar dat we verliezen op het vlak van luchtkwaliteit voor de omwonenden in de noordrand. Dat is een heel pervers effect, en dat kan niet als het enkel de bedoeling is om die boetes te ontlopen.
Zoals mevrouw De Vroe op het eind van haar antwoord aangaf, is het tijd dat de overheid veel strenger optreedt ten aanzien van die luchtvaartmaatschappijen. De Brusselse geluidsnormen die de laatste maanden de gemoederen hebben verhit, dateren al van 2000. Als vandaag blijkt dat nog altijd een pak vliegtuigen die norm niet halen, dan denk ik dat het tijd wordt om de vliegtuigmaatschappijen aan te manen om te blijven investeren in geluidsarme en emissiearme vliegtuigen. Ook op Europees vlak moet er actie worden ondernomen.
Ik ben blij dat Groen onze vraag naar een intendant blijft herhalen. Wij hebben gezegd dat we die vraag op tafel zullen blijven leggen omdat we er fundamenteel van overtuigd zijn dat we de complexiteit van dat dossier pas volledig kunnen aanpakken wanneer iemand wordt aangesteld die het dossier met de nodige deskundigheid en politieke onafhankelijkheid kan bekijken en in alle rust naar oplossingen kan zoeken. Ik dank Groen om die vraag te herhalen, want dat is de boodschap die ik eveneens aan de minister wil overbrengen.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, het feit dat die vliegtuigen van Ryanair mogelijk meer fijn stof uitstoten naar aanleiding van een politiek debat, maakt het bijna cynisch. Een oplossing voor deze discussie is dan ook des te dringender, maar voorlopig is daar geen uitzicht op.
Als je daarover nadenkt, is het wel vreemd. Een vliegtuigmaatschappij kan zomaar beslissen om meer uit te stoten, daar komt het eigenlijk op neer. Denk je in dat een bedrijf een dergelijke beslissing zou nemen: het kot zou te klein zijn, dat zou nooit worden aanvaard, onder meer binnen de milieuvergunning. Dit is dan ook een eigenaardige situatie.
Minister, het politieke debat over de Brusselse normen brengt meer teweeg dan alleen de terechte vraag of er nu meer luchtvervuiling zou zijn ontstaan. Ik krijg ook klachten, en ik denk ook andere collega’s, van bewoners dat er bijvoorbeeld meer activiteit of vliegroutes zijn in hun buurt. Vaak wijten mensen dat aan de discussie over de Brusselse normen. Als ik die vraag stel aan de federale overheid, is het heel moeilijk om informatie te krijgen. Dus misschien is het nuttig dat u als Vlaams minister van Leefmilieu eens vraagt wat er nu exact is veranderd de afgelopen maanden, sinds het debat over de Brusselse normen is gestart. Waarschijnlijk gaat het over meer dan Ryanair-vliegtuigen die hoger beginnen te vliegen of meer verbruiken.
De heer Nevens heeft het woord.
Collega’s, wat ik cynisch vind, is dat sommige parlementsleden vragen om een oplossing via een intendant, terwijl zij – of toch hun partij in Brussel – aan de oorsprong liggen om geluidsnormen en boetesystemen in te voeren. Ik zou vragen om dus eens aan te kloppen bij de collega’s van het Brussels Parlement om de lusten en de lasten van deze luchthaven op een billijke manier te verdelen en Brussel ook een deel van die lasten te laten dragen.
Vandaag moeten wij vaststellen dat sommige luchtvaartmaatschappijen overschakelen van passagiersvluchten naar acrobatische vluchten om toch maar die boetes te vermijden. Het is alsof we op de E40 een flitspaal zien staan, met alle macht op de rem duwen om te vermijden dat we worden geflitst maar daarna zo snel mogelijk terug optrekken tot aan de volgende flitspaal. Dat is wat vandaag gebeurt in de luchthaven bij bepaalde luchtvaartmaatschappijen om die boetes te vermijden. Die boetes worden opgelegd vanuit het Brussels Parlement om een no-flyzone te creëren boven Brussel en de last eigenlijk te leggen in Vlaams-Brabant, in de Rand rond Brussel, in de Noordrand, met als gevolg dat niet alleen ons leefmilieu eraan gaat maar ook de veiligheid. De manier van opstijgen creëert ook onveiligheid ten aanzien van wat in het luchtruim gebeurt.
Zoals de minister aangeeft, is de Vlaamse Regering of het Vlaams Parlement niet bevoegd, maar wel Belgocontrol. Minister, ik zou u willen vragen om Belgocontrol kennis te geven van de vragen die hier gesteld zijn over het fenomeen dat zich nu voordoet, over het feit dat dit een impact heeft op onze luchtkwaliteit, over het feit dat dit een impact heeft op de veiligheid in het luchtruim en over het logisch baangebruik zoals dat al jaren zou moeten worden gebruikt, rekening houdend met de windrichting en de veiligheid van piloten, passagiers en vliegtuig.
Minister, ik vraag u dus om actie te ondernemen en Belgocontrol erop te wijzen dat dit geen gezonde toestand is en de veiligheid in het gedrang brengt.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, in de hele discussie die er is naar aanleiding van de invoering en het effectief innen van de boetes bij het overschrijden van de Brusselse geluidsnormen zijn wij het die op tafel hebben gelegd dat niet alleen gekeken moest worden naar de geluidsoverlast, maar dat de luchtkwaliteit en de veiligheid ook heel belangrijke aspecten waren. Men moet die aspecten samennemen om tot goede oplossingen te komen die een goede spreiding hebben en er ook voor zorgen dat er een gedragen voorstel is. Het is ook op ons voorstel dat in de verschillende werkgroepen die tussen de federale overheid, de Waalse, de Brusselse en Vlaanderen lopen, dit ook aan bod komt. Daar worden ook de meest recente evoluties telkens op tafel gelegd. Er is dus wel een zicht op. Voor ons is het ook cruciaal dat de luchtkwaliteit en de veiligheid worden meegenomen in een globale oplossing die wordt bereikt. Het heeft volgens mij weinig zin om ieder individueel, per regio, aparte normen op te leggen en af te dwingen. Als we daarmee beginnen, zoals Brussel heeft gedaan, zijn we veel verder van huis en kunnen we veel beter zeggen dat er voor ons geen luchthaven hoeft te zijn.
Het lijkt me dus geen oplossing. Ik blijf geloven in een oplossing die wordt gedragen door alle verschillende betrokken overheden met alle verschillende aspecten die ook mooi naast elkaar worden afgewogen.
Ik weet dat de vraag voor een intendant leeft. Het is hier al een paar keer gevraagd. Het heeft natuurlijk maar zin om een intendant aan te stellen als alle betrokken partijen daarmee akkoord gaan en zich ook willen schikken naar een intendant. Als de andere partijen niet bereid zijn om mee te stappen met een intendant, heeft het geen zin. De werkwijze die is afgesproken op het Overlegcomité, is dat er werkgroepen aan het werk gaan en dat federale overheid dan met een voorstel zou komen.
Dat is de stand van zaken op dit moment. Nogmaals, de veiligheid en de luchtkwaliteit, collega De Vroe, is voor de Vlaamse Regering en zeker ook voor mezelf een van de belangrijke punten die we mee zullen opvolgen, naast natuurlijk ook de algemene geluidsoverlast die we mee in rekening brengen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, de nationale luchthaven is de tweede economische poort van ons land, waar we uiteraard enorm veel belang aan moeten hechten. Het is altijd zoeken naar een evenwicht tussen het economisch belang en de leefbaarheid van de omgeving. Uiteraard hebt u volledig gelijk dat de veiligheid prioritair is. Zoals collega Nevens ook al heeft gezegd, is de windrichting ook cruciaal.
Minister, ik wil u zeker bedanken dat u de suggestie die ik al meermaals heb gedaan om de luchtkwaliteit te meten, hebt meegenomen bij het overleg. Ik wil u daar uitdrukkelijk voor bedanken.
Ik denk dat het belangrijk is dat we als parlementsleden nu het overleg dat momenteel bezig is, alle kansen moeten geven. Uiteraard hopen we op een snel resultaat en – zoals u zelf zegt, minister – op een gedragen oplossing.
Ik zal het standpunt van onze partij over de geluidsnormen geven om discussies in de toekomst uit te sluiten: het is beter – en dat heeft ook mijn collega Tim Vandenput in het federale parlement al aangekondigd – om die geluidsnormen te herfederaliseren om in de toekomst zulke discussies uit te sluiten.
Minister, ik kijk verder uit en ik hoop op een snelle, gedragen oplossing.
De vraag om uitleg is afgehandeld.