Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer kennis heeft het woord.
Voorzitter, Vlaanderen heeft in de afgelopen jaren in Mozambique vooral rond gezondheidszorg gewerkt. We zien dat in de verschillende landenstrategienota’s die in de afgelopen periode werden goedgekeurd. We zijn momenteel aan de derde. Ook in het verleden was dit al het geval, dat is een belangrijke focus geweest voor Vlaanderen. Dat is al begonnen meer dan tien jaar geleden, in 2004, met de strijd tegen hiv/aids, onder andere met het Instituut voor Tropische Geneeskunde van Antwerpen.
Dat kwam aan bod in de eerste landenstrategienota van 2006, waarbij er aandacht was voor de bevordering van de seksuele en reproductieve gezondheid en van het beheer van gezondheidspersoneel in Mozambique. In de tweede landenstrategienota 2011-2015 waren er vier grote subthema’s en ook daar was seksuele en reproductieve gezondheid, waar hiv onder valt, een belangrijk onderdeel.
Recent heeft Vlaanderen – dit heeft mijn vraag gekruist, ik heb die informatie pas achteraf gekregen – een dossier goedgekeurd voor een subsidie aan de Belgische Technische Coöperatie (BTC) om bij te dragen aan de Focused contribution to the health system strengthening of Mozambique. Dat ging over 615.000 euro. Dus ook Vlaanderen heeft recent nog zijn engagement daar bevestigd op het vlak van gezondheidszorg.
De aanleiding voor mijn vraag was niet direct die beslissing – ik wist niet dat dat gepland was –, maar wel de informatie dat het aantal volwassen, 15- tot 49 jarigen, dat in Mozambique besmet is met hiv, nog altijd stijgt. Mozambique is een focusland binnen onze ontwikkelingssamenwerking. Waar dit cijfer in 2009 nog 11,5 procent bedroeg, was dat in 2019 gestegen tot 13,2 procent.
In sommige provincies is bijna een kwart van de volwassen hiv-positief. De nationaal directeur voor Volksgezondheid stelt dat hoogrisicogedrag niet vermindert en vreest zelfs dat de Mozambikanen te veel vertrouwen op antiretrovirale medicijnen. Ook de kennis van hoe hiv wordt verspreid – en dat is toch bijzonder – is achteruit gegaan tegenover 2009, zo blijkt uit interviews, terwijl men zou denken dat de sensibilisering en kennis toenemen. De Vlaamse Strategienota 2016-2020 Ontwikkelingssamenwerking tussen Mozambique en Vlaanderen legt, zoals ik net zei, de focus op het versterken van het gezondheidsstelsel in Mozambique, specifiek voor adolescenten, 10- tot 19-jarigen, met bijzondere aandacht voor meisjes.
De United Nations Programme on HIV/AIDS (UNAIDS) is voor Vlaanderen een belangrijke partner. Aangezien Vlaanderen in Mozambique een klemtoon legt op gezondheid en specifiek op de subsector seksuele en reproductieve gezondheid, kunnen de stijgende hiv-cijfers ons niet onberoerd laten. In de recente Strategienota wordt de prevalentie van hiv/aids in combinatie met een relatief hoog aantal patiënten dat nog toegang moet krijgen tot de behandeling, als opvallend benoemd bij de score op de algemene gezondheidsindicatoren van het land.
De strategienota legt de link tussen het groot aantal huwelijken van vrouwelijke adolescenten en kwetsbaarheid voor besmetting met hiv en/of andere soa’s, door het grote leeftijdsverschil tussen de partners. In 2003 is de wettelijke huwbare leeftijd van meisjes wel verhoogd van 14 tot 18 jaar, maar bij de naleving van deze wet worden heel wat vraagtekens geplaatst.
Minister-president, hebt u of uw administratie over de stijgende hiv-besmettingen contact genomen met UNAIDS, met de Mozambikaanse gezondheidsdiensten of met andere partners? Heel wat van de hulp die via de BTC gegeven wordt, is multilateraal. Er zijn ook andere landen zoals Nederland die op de BTC een beroep doen. Ik heb begrepen dat ook andere landen nog programma’s opzetten om samen daar problemen aan te pakken.
Kan Vlaanderen binnen het kader van de bestaande samenwerkingsakkoorden de inzet nog versterken om de verspreiding van dit vreselijke virus tegen te gaan?
Wordt er onderzocht hoe met medewerking van de lokale overheden en het middenveld in Mozambique de problematiek van de gedwongen adolescentenhuwelijken nog krachtiger kan worden aangepakt?
Minister president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Kennes, dat we nu over betrouwbare gegevens beschikken over de verspreiding van hiv in Mozambique, toont aan dat onze samenwerking met het Nationaal Gezondheidsinstituut, of het Instituto Nacional Da Saúde (INS), haar vruchten afwerpt.
In samenwerking met het Instituut voor Tropische Geneeskunde – u hebt eraan gerefereerd – investeert Vlaanderen in de capaciteit van het INS, dat onder meer de monitoring van de verschillende epidemieën op zich neemt, waaronder hiv. Momenteel is de tweede fase van dit belangrijk project met 689.755 euro in uitvoering.
In antwoord op uw eerste vraag moet ik zeggen dat dergelijke contacten niet plaatsvinden op een ad-hocbasis maar volgen een gestructureerde agenda. Voor UNAIDS zijn dat de sessies van de bestuursraad, de zogenaamde Programme Coordinating Board (PCB). Twee maal per jaar wordt een bestuursraad georganiseerd: eind juni en begin december.
Tijdens de PCB’s heeft Vlaanderen zich de afgelopen twee jaar sterk gekant tegen de door UNAIDS vertolkte boodschap over het einde van aids. De Vlaamse overheid heeft gesteld dat een dergelijke boodschap contraproductief is omdat ze niet wetenschappelijk te bewijzen valt en omdat ze de regeringen van donerende en ontvangende landen minder alert maakt voor de nog lange weg die we moeten afleggen. Hierdoor dreigt de reeds bestaande aidsmoeheid of ‘aids fatigue’ toe te nemen.
De Vlaamse overheid steunt de opvolging van de specifieke agenda voor meisjes van UNAIDS. Het gaat dan met name om de agenda voor een versnelde actie op landenniveau voor vrouwen, meisjes, gendergelijkheid en hiv. Er is geregeld bilateraal overleg tussen de Vlaamse Regering en de groep van gezondheidsdonoren waar Vlaanderen deel van uitmaakt.
Wat de Vlaamse inzet betreft, vormt het indijken van de aidsepidemie nu al een prioriteit. Dit gebeurt in samenwerking met diverse organisaties. We opereren mondiaal en regionaal in Zuidelijk Afrika en we werken ook nationaal in Mozambique. De inzet voor de komende jaren is ingepland in de landenstrategie in Mozambique en in de meerjarenovereenkomsten met de multilaterale partners.
Mondiaal geven we 750.000 euro aan ongeoormerkte steun aan de World Health Organisation (WHO), waarvan het Department of Reproductive Health and Research de problematiek van hiv en aids onderzoekt, becijfert en in kaart brengt. UNAIDS krijgt jaarlijks 250.000 euro aan ongeoormerkte steun. Het United Nations Children’s Fund (UNICEF) focust op de kinderrechten, wat de problematiek van de onveilige seksuele contacten omvat, en ontvangt jaarlijks 250.000 euro aan ongeoormerkte steun.
Regionaal is er, naast de core support aan UNAIDS, ook jaarlijks 500.000 euro voor de ondersteuning van de landenkantoren in Botswana, Lesotho, Malawi, Mozambique, Namibië, Swaziland en Zuid-Afrika. We ondersteunen tevens het International Partnership for Microbicides. Daarvoor is in 2014 150.000 euro en in 2016 400.000 euro vastgelegd.
Wat de nationale inzet betreft, zal ik natuurlijk niet alle projecten in Mozambique overlopen. In dat verband verwijs ik naar mijn beleidsbrief, waarin alle bilaterale initiatieven in detail zijn toegelicht en waarin alle bedragen staan opgesomd.
Op de problematiek van de gedwongen adolescentenhuwelijken ben ik al uitvoerig ingegaan in mijn antwoord op een vraag om uitleg van de heer Verstreken over de gedwongen kindhuwelijken. In het partnerland Mozambique strijden wij tegen de gedwongen kindhuwelijken. Dit past binnen onze inspanningen voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. De landenstrategie 2016-2020 wordt uitgevoerd door middel van verschillende projecten en programma’s. Het recent ondersteunde programma van ActionAid Mozambique heeft tot doel vrouwen en adolescente meisjes weerbaarder te maken ten aanzien van gendergerelateerde schendingen van de mensenrechten. In 24 lokale gemeenschappen worden schadelijke praktijken, zoals gedwongen kindhuwelijken, bestreden. In 2017 hebben we hiervoor 400.000 euro vastgelegd. Verder is er de geoormerkte steun van 500.000 euro aan UNICEF voor Malawi en Mozambique. Die steun is bestemd voor de realisatie van prioriteit zes betreffende de kinderbescherming. Hierdoor focust de Vlaamse overheid zich rechtstreeks op de problematiek van de gedwongen kindhuwelijken.
De heer Kennes heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw bevestiging dat de prioritaire focus op de gezondheid, de reproductieve gezondheidszorg en de voortzetting van de strijd tegen de kindhuwelijken blijft liggen. In Mozambique zijn de cijfers niet rooskleurig. Het gaat niet de goede richting uit. Het is dan ook belangrijk dat de Vlaamse overheid in haar contacten met UNAIDS, waar een te optimistische boodschap is verkondigd, een ander geluid heeft laten horen. Anders zal de aandacht snel verslappen en zal donormoeheid optreden. De cijfers tonen aan dat dit niet op zijn plaats is. Ik dank u voor het herbevestigd engagement.
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Minister-president, zoals u hebt verklaard, ondersteunt de Vlaamse overheid heel wat projecten. Het lijkt me zeer belangrijk de focus opnieuw op sensibilisering te leggen. We moeten ervoor zorgen dat de mensen opnieuw weten dat een condoom een besmetting met hiv kan tegenhouden.
De mensen denken nu dat ze in het beginstadium medicatie kunnen nemen. Ik ben er voorstander van de aandacht weer meer op sensibilisering te vestigen.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Ik ben het daarmee eens.
De vraag om uitleg is afgehandeld.