Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Van Esbroeck heeft het woord.
Minister-president, half mei verscheen er een opmerkelijk artikel in De Standaard met nieuw cijfermateriaal over de Belgische wapenuitvoer. Volgens het artikel was de wapenexport naar Saoedi-Arabië in 2016 goed voor 6,7 miljoen euro, terwijl dat het jaar voordien nog 10,2 miljoen euro betrof. De Belgische wapenexport naar Saoedi-Arabië zou dus in dalende lijn zijn.
De cijfers komen naar verluidt van het Agentschap voor Buitenlandse Handel en geven de uitvoer weer van onder andere de categorieën ‘chemische producten’ en ‘machines en toestellen’ naar het land in kwestie.
De nieuwe cijfers zijn op zijn minst frappant te noemen. Recent boog de commissie Buitenlands Beleid zich namelijk nog over het gloednieuw wetenschappelijk rapport ‘Wapenexport in België’ van het Vlaams Vredesinstituut. Volgens dat onderzoek tekende Wallonië met 1,1 miljard euro nog voor drie kwart van de totale Belgische wapenexport. Tot de helft daarvan is volgens de cijfers van het Vredesinstituut voor Saoedi-Arabië. Waals minister-president Magnette had het nog over 575 miljoen euro.
De cijfers uit het artikel verschillen danig van die van het Vredesinstituut en dreigen tot verkeerde conclusies te leiden. Ook wordt de indruk gewekt dat het toch mogelijk is om naast de vergunningen ook de effectieve uitvoer te meten, iets wat tot op vandaag technisch niet mogelijk is.
Minister-president, kunt u daarom duidelijkheid verschaffen over de correcte cijfers met betrekking tot wapenuitvoer naar Saoedi-Arabië?
Wat is de rol van het Agentschap voor Buitenlandse Handel in dit verhaal?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
De cijfers die genoemd worden in het artikel in De Standaard, zijn inderdaad helemaal niet correct en totaal niet representatief voor de export van wapens vanuit ons land naar Saoedi-Arabië. De journalist heeft zijn conclusie gebaseerd op de algemene exportcijfers van de Nationale Bank in verband met export naar Saoedi-Arabië. Deze exportcijfers, gebaseerd op douanegegevens, zijn opgedeeld in verschillende categorieën van goederen.
Een van deze categorieën is ‘wapens en munitie’, namelijk rubriek 93 van de douanecodes. Deze categorie geeft echter slechts een fractie van de reële export van wapens weer naar een betrokken land. Enkel vuurwapens en de daarbij horende munitie worden in deze categorie weergegeven.
Wat onder ‘wapens’ valt volgens de militaire lijst, zoals bepaald door de Europese Unie, die wij hanteren in het Wapenhandeldecreet en waarvoor vergunningen aangevraagd moeten worden, is een veel bredere groep producten die statistisch opgenomen zijn in diverse douanecategorieën zoals: machines, toestellen en mechanische werktuigen, optische instrumenten, apparaten en toestellen, kunststoffen en toepassingen, elektrische machines, apparaten en uitrustingsstukken, voertuigen voor vervoer over het land, dit allemaal weliswaar zonder onderscheid naar civiel of militair gebruik.
Om de totaaluitvoer van ‘wapens’ naar een bepaald land te bepalen, moeten bijgevolg ook alle goederen van de militaire lijst die in deze andere categorieën opgenomen zijn, meegeteld worden, wat in dit geval niet is gebeurd.
Een exacte methodologie om de reële grootte van de export van wapens te achterhalen is er, gelet op de verwevenheid van de statistische data tussen civiel en militair in deze categorieën, trouwens niet echt, waardoor de afgeleverde exportlicenties per jaar nog steeds als de beste maatstaf worden aanzien voor de export naar een bepaald land.
Voor Vlaanderen is dit voor 2016 één exportlicentie naar Saoedi-Arabië voor 179.300 euro, het gekende dossier van de ‘kijkers voor civiel gebruik’. In 2015 waren er geen goedgekeurde licenties.
Waals minister-president Magnette gaf in het Waals Parlement daarentegen aan dat er in 2015 voor 575 miljoen euro goedgekeurde licenties zijn afgeleverd voor Saoedi-Arabië en voor 2014 397 miljoen euro.
Het klopt inderdaad dat niet alle licenties in hetzelfde jaar aanleiding geven tot export, maar een dergelijke discrepantie tussen ‘goedgekeurde licenties’ enerzijds en zogenaamde ‘reële export’ anderzijds als verklaring voor het verschil in cijfers, is totaal onrealistisch en volledig fout. Het is bijgevolg ook volledig fout om te stellen, zoals het artikel insinueert, dat de 6,7 miljoen euro voor 2016 en de 10,2 miljoen euro voor 2015 de ‘reële’ exportcijfers zouden zijn van de wapenexport naar Saoedi-Arabië.
Deze volledige Belgische export is trouwens op het conto van Wallonië te schrijven. Vlaanderen exporteert in deze cijfers 0 euro.
Het Agentschap Buitenlandse Handel speelde in dit verhaal een neutrale rol van doorgeefluik. Zij leverden op vraag van de journalist de algemene exportcijfers van de Nationale Bank van Eurostat in verband met de export naar Saoedi-Arabië.
De heer Van Esbroeck heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor de verduidelijking dat het om een fout van de journalist gaat. Ik ben blij dat we in volle vertrouwen kunnen blijven samenwerken met het Vlaams Vredesinstituut.
De vraag om uitleg is afgehandeld.