Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Soens heeft het woord.
Minister-president, van 6 tot 8 juni vindt de ISDEF-expo (Israel Defence Exhibition) in Tel Aviv, Israël, plaats. Ik nam de standhouderslijst door en zag daar twee Belgische bedrijven op staan. Het gaat over het bedrijf Luciad in Leuven, dat met geospatiale realtime software werkt, die geïmplementeerd kan worden in commando- en controlesystemen. Het tweede bedrijf dat op de standhouderslijst terug te vinden is, is Ticto uit Zellik, een start-up die een mobiel systeem ontwikkelde om onmiddellijk te kunnen zien of personen of objecten gemachtigd zijn om op een specifieke plaats te zijn.
De aanwezigheid van Belgische bedrijven op een defensiebeurs in Israël is natuurlijk niet evident. De schendingen van de mensenrechten en het internationaal recht, de voortdurende bezetting van de Palestijnse gebieden, de rol van de defensiegerelateerde industrie in het conflict, het is om die redenen dat Vlaanderen al een aantal jaren een speciaal beleid ten opzichte van Israël voert als het op wapenhandel aankomt. Zo kan militair materieel niet definitief uitgevoerd worden naar Israël.
Minister-president, was u eerder al op de hoogte van de aanwezigheid van de Belgische bedrijven op de defensiebeurs in Israël?
Heeft Flanders Investment & Trade (FIT) de aanwezigheid van de Belgische bedrijven op de defensiebeurs op een of andere manier gestimuleerd?
Zijn er producten van de aanwezige Belgische bedrijven die op de militaire lijst staan en dus vergunningsplichtig zijn? Zijn er producten die onder ‘catch-all’ zouden kunnen vallen? Zijn er producten van die Belgische bedrijven die onder ‘dual use’ vallen?
Hoe rijmt u de aanwezigheid van Belgische bedrijven op een defensiebeurs in Israël met het speciale gevoerde beleid vanuit Vlaanderen?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw Soens, het antwoord op uw eerste vraag is negatief.
Op de tweede vraag kan ik antwoorden dat FIT geen bekendheid heeft gegeven aan deze vakbeurs en ook op generlei wijze betrokken is bij dat initiatief. FIT heeft ook geen steunaanvragen gekregen en heeft geen subsidies toegekend voor de beursdeelname van de vermelde bedrijven.
Voor beide bedrijven geldt dat het geen producten zijn die op de militaire lijst staan en dat het geen producten zijn die onder tweeërlei gebruik of ‘dual use’ vallen, en dat de producten niet onderhevig zijn aan ‘catch-all’, zoals gespecifieerd in het Wapenhandeldecreet. Ze zijn met andere woorden niet vergunningsplichtig.
Het staat die bedrijven vrij om naar beurzen te gaan. Wij hebben daar uiteraard geen enkel zeggenschap over.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Dat was toch wel een heel kort antwoord. (Opmerkingen van minister-president Geert Bourgeois)
Ook een heel duidelijk antwoord, maar ik vraag me af of het antwoord op de derde vraag wel helemaal volledig is, omdat ik denk dat de planningssoftware van Luciad wel degelijk onder militaire categorie 21B valt en dus vergunningsplichtig is.
Ik vraag mij ook af of software die dienstig is voor surveillance, ook niet op de ordehandhavingslijst zou moeten komen, zeker gezien wat er in Israël mee gebeurt, eventueel met de beperking dat ze specifiek aangepast moeten zijn voor ordehandhaving of politionele of militaire doeleinden.
We moeten ook eens nagaan of we niet een soort verplichting moeten invoeren, zoals onlangs in Frankrijk gebeurd is, waarbij een bepaalde verantwoordelijkheid bij bedrijven wordt gelegd, om te voorkomen dat ze zouden bijdragen aan mensenrechtenschendingen. Ik denk dat de aanwezigheid op een defensiebeurs in Israël wel degelijk een aantal risico’s op mensenrechtenschendingen inhoudt.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijn antwoord op uw derde vraag was heel duidelijk. Dat is het antwoord dat de Dienst Controle Strategische Goederen mij verstrekt heeft. Die hebben dat dus gecontroleerd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.