Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Soens heeft het woord.
Minister-president, halverwege april hebben ruim 1500 Palestijnse politieke gevangen voor onbeperkte duur een hongerstaking aangevat. Ze noemen het de ‘staking voor vrijheid en waardigheid’.
Ze had als doel een humaan gevangenisregime af te dwingen. Hun concrete eisen waren onder andere het opheffen van restricties op familiebezoek, het verhogen van het aantal bezoekuren, aan ten minste de vrouwelijke gevangen familiebezoek zonder glazen wand toe te staan, zodat ze hun kinderen kunnen vastnemen, het herinvoeren van onderwijsfaciliteiten, het verbeteren van de toegang tot de medische zorg, maar ook het stoppen van mishandelingen tijdens het vervoer naar een andere gevangenis, het ziekenhuis of de rechtbank, en het stopzetten van gevangenschap zonder aanklacht of proces.
Eind mei kwam er een einde aan de staking, na een akkoord tussen de gevangenen en de Israëlische gevangenisadministratie. Rechten op familiebezoek, onderwijs en gezondheidszorg kregen ze terug. Tot dan was de enige reactie er een van collectieve bestraffing en repressie: tuchtmaatregelen, raids met inbeslagname van persoonlijke bezittingen, verspreiding van de hongerstakers over andere gevangenissen, opsluiting in een isoleercel, intrekking van het contact met hun advocaat, het schrappen van familiebezoeken. Bronnen stellen dat de actievoerders tijdens de hongerstaking nog zwaarder dan anders werden aangepakt. Zo werden bijvoorbeeld hun persoonlijke voorraden zout afgenomen. Dat is levensnoodzakelijk om een hongerstaking te kunnen overleven. De gevangenen kregen ook steun van 1500 Marokkaanse activisten in Rabat, die zelf een symbolische hongerstaking van 24 uur hielden.
Maar liefst 7150 Palestijnse gevangenen zitten opgesloten in 21 gevangenissen en detentiecentra. Op 1 na zijn die allemaal gevestigd in Israël, wat in strijd is met de Vierde Conventie van Genève. Er zitten ongeveer 6300 mannen gevangen, van wie 300 minderjarig zijn. Er zitten ook 53 vrouwen vast. 14 van hen zijn minderjarig. 536 mensen zitten in administratieve detentie – dat wil zeggen: zonder aanklacht of proces – en dat voor onbepaalde duur. Ze zijn allemaal voortdurend het slachtoffer van willekeur, mishandeling en zelfs foltering, onder meer tijdens ondervragingen. Enkele dagen voor het begin van de hongerstaking publiceerde Amnesty International nog een rapport waarin Israël werd opgeroepen te stoppen met het “onwettige en wrede” beleid ten opzichte van de Palestijnse gevangenen.
Ik stelde hierover al een vraag om uitleg op 16 februari vorig jaar, specifiek over de administratieve detentie. Daarom heb ik vandaag de volgende vragen voor u, minister-president. Ziet u een mogelijkheid om via uw bevoegdheden en het Vlaamse buitenlandse beleid de specifieke situatie aan te kaarten en daarmee ook de problematiek van het gevangenisbeleid in Israël aandacht te geven?
Zijn er initiatieven gekomen van de Europese Dienst voor extern optreden of vanuit de Europese Unie om deze situatie aan te kaarten? Zijn er al stappen ondernomen inzake de administratieve detentie?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega, ik was inderdaad op de hoogte van de situatie. Zoals u zelf vermeld hebt, hebben de ongeveer 1500 Palestijnse gevangenen na 40 dagen erkenning gekregen van ongeveer al hun eisen en hebben ze de hongerstaking stopgezet. Ik heb hier De Wereld Morgen voor mij, dat bevestigt dat die actie tot resultaten geleid heeft.
Ik verwijs naar de bevindingen van de Canadese speciale rapporteur van de VN, Michael Lynk. Hij ondernam een zending van vijf dagen naar het gebied, maar kreeg geen toegang van Israël tot de bezette gebieden. Hij riep in een perstekst van 16 mei Israël op om zich te conformeren aan de internationale wetgeving en de internationale standaarden op het vlak van detentie.
De VN-rapporteur vestigde er de aandacht op dat de meeste van de zesduizend Palestijnse gevangenen zich in gevangenissen in Israël bevinden en niet in de bezette gebieden, wat uiteraard het bezoek van familie uitermate moeilijk maakt, want die is afhankelijk van toelating door Israël. Hij gaf verder aan dat gevangenen het recht hebben om door hongerstaking te protesteren tegen hun leefomstandigheden en dat ze daarvoor niet mogen worden gestraft.
Ik had dus kennis van de bevindingen van de Canadese speciale rapporteur en had ook een vraag gekregen van professor emeritus Herman De Ley. Op 18 mei heb ik een brief geschreven aan de ambassadeur van Israël in België, met daarin de uitdrukking van mijn zeer grote bezorgdheid en de vraag om die bezorgdheid ook bij de bevoegde Israëlitische autoriteiten te uiten. Ik heb daar tot vandaag geen antwoord op ontvangen.
U weet ook dat het bezoek van president Trump aan de Westbank op 22 en 23 mei tot heel wat persaandacht over de hongerstaking geleid heeft. De staking is in elk geval op 26 mei, na een akkoord tussen de afgevaardigden van de gevangenen en de Israëlische autoriteiten, opgeschort. Een woordvoerder van de Israëlische gevangenisadministratie bevestigde de beëindiging van de staking. Het einde van de hongerstaking viel trouwens samen met het begin van de ramadan.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister-president. Ik ben blij te horen dat u al eerder het initiatief nam om een brief te sturen naar de Israëlische ambassadeur om de problematiek aan te kaarten. Het is natuurlijk spijtig om te horen dat daar vanuit de ambassade geen antwoord op is gekomen. Het valt uiteraard af te wachten in welke mate de rechten die ze nu hebben afgedwongen, ook effectief worden gerespecteerd, en of ze op termijn niet worden teruggeschroefd. Want we kennen de situatie in Israël allemaal. Het is niet dat de situatie in de gevangenissen de mensenrechten echt vooruit helpt.
In antwoord op mijn vraag over administratieve detentie zei u ook dat u een brief had gestuurd naar de Europese Dienst voor extern optreden en dat de Europese Unie al herhaaldelijk heeft aangedrongen op respect voor internationale mensenrechten, maar natuurlijk zien we in de praktijk dat Israël blijft doorgaan met mensenrechtenschendingen en dat dat in deze problematiek niet anders is. We blijven hier dus aandacht voor vragen en hopen dat op een bepaald moment toch ergens het licht kan verschijnen en dat Israël stopt met die praktijk van administratieve detentie en ervoor zorgt dat gevangenen op een waardige manier worden behandeld en alle rechten die ze hebben, ook effectief krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.