Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Van Miert heeft het woord.
De kilometerheffing voor vrachtwagens bestaat intussen een jaar. Het algemeen oordeel mag zijn dat gezien de omvang van de operatie, die implementatie nagenoeg vlekkeloos is verlopen. Na het oplossen van veelal technische problemen en een aantal communicatieve conflicten met de uitbater Satellic worden toch nog altijd een aantal pijnpunten ervaren in de transportsector. De sector zou die ongemakken graag opgelost zien.
Mijn eerste vraag betreft de boetes. Wanneer die vrachtwagens niet in orde zijn met hun on-boardunit (OBU) om welke reden dan ook – het niet hebben van een unit of het niet werken van de unit – krijgt de eigenaar een boete van 1000 euro. De enige uitzondering hierop is wanneer vrachtwagenchauffeurs gps-stoorzenders inzetten. Dan kunnen de boetes oplopen tot 50.000 euro. Ook hier zouden er verschillende gradaties in boetes moeten zijn.
Uit gesprekken die ik met transporteurs heb gehad, blijkt dat verschillende chauffeurs al zijn beboet doordat hun OBU onderweg was uitgevallen. Uiteraard moet de chauffeur zelf controleren of de OBU aan staat, maar men mag ook niet vergeten dat in de meeste gevallen een vrachtwagenchauffeur meerdere, tot wel vijf toestellen in zijn stuurcabine heeft. Het lijkt me dan ook niet meer dan redelijk dat een chauffeur al eens iets niet opmerkt wanneer hij zijn aandacht op de weg heeft.
Het blijft natuurlijk wel de verantwoordelijkheid van de chauffeur en we zullen ook in dergelijke gevallen van pure pech moeten blijven beboeten om het systeem te laten werken, maar de boete hiervoor zou niet gelijk mogen zijn aan een boete voor iemand die bewust niet over een OBU beschikt. De vraag van de transportsector voor een billijker boetesysteem lijkt me dan ook redelijk.
Wanneer een en ander niet werkt in de stuurcabine, bestaat er in Duitsland een systeem, een website, Toll Collect, die kan worden gebruikt door de dispatcher zelf. Wanneer de ledlichtjes van de OBU rood kleuren en het bakje aan boord niet werkt, kan de dispatcher contact nemen met Satellic via die website en melden dat er iets mis is met de OBU van zijn chauffeur.
De chauffeur kan in dat geval nog gebruik maken van servicepunten waarbij hij binnen de 3 uren zijn toestel kan wisselen, maar in de praktijk is dat niet altijd even handig. Het is bovendien onpraktisch en duur. Dit zou eenvoudig verholpen kunnen worden met één telefoontje van de chauffeur naar de dispatcher met de vraag te worden aangemeld op de website zodat hij een ticket voor zijn rit kan bestellen waardoor hij in orde blijft met de kilometerheffing.
Minister, welke mogelijkheden ziet u om gradaties in te bouwen tussen de overtredingen en het boetesysteem daarmee in overeenstemming te brengen?
Welke mogelijkheden ziet u om een website, gelijkaardig aan die van het Duitse Toll Collect, in gebruik te nemen?
Wat is de initiële opzet van de servicepunten en worden deze ook op die manier gebruikt?
Minister Weyts heeft het woord.
U neemt me een beetje in snelheid in die zin dat momenteel politiek overleg daarover aan de gang is met het oog op de invoering van een zekere differentiatie vanaf begin volgend jaar. Het is de bedoeling om het huidige boetetarief te behouden voor de voertuigen zonder on-boardunit en eventueel zelfs te verhogen in gevallen van fraude. Daar ligt immers een heel duidelijke intentionaliteit aan de basis. Daarnaast is het de bedoeling om de boetes fors te verlagen voor alle andere gevallen. In het voorlopige voorstel – maar het gaat nog om een werkvoorstel – is sprake van een tarief van 500 euro voor een limitatief aantal opgesomde inbreuken waaronder het niet activeren van de OBU, dat is in de meeste gevallen niet intentioneel, en het blijven rijden met een OBU die aangeeft dat er een probleem is zonder de dienstverlener te contacteren. Voor andere inbreuken wordt een tarief van 100 euro gehanteerd. De boete – uitgezonderd die van 1000 euro – zou kunnen worden verlaagd wanneer het gaat om een eerste inbreuk.
Dat zijn voorlopig de grote lijnen, maar opnieuw onder voorbehoud aangezien dit voorwerp is van verder politiek overleg.
Wat het niet activeren van de OBU betreft, kan ik alvast melden dat er in juli bij Satellic is voorzien in een systeemupdate die zal zorgen dat de OBU automatisch in werking wordt gesteld als het voertuig vertrekt. Hierdoor kan het vergeten opstarten van de OBU worden vermeden en kunnen dus heel wat boetes worden vermeden.
Zodra alle details zijn uitgeklaard binnen het intergewestelijk politiek coördinatieplatform, zal ik zo snel mogelijk een ontwerp van decreet indienen in het Vlaams Parlement.
In Duitsland bestaat er een systeem als alternatief voor een dienstverleningsovereenkomst en OBU. Binnen Vlaanderen hebben we aanvankelijk gekozen om niet te werken met een parallel systeem voornamelijk om risico’s op ongelijke behandeling en non-discriminatie te voorkomen en beheersen. Maar de Vlaamse transportsector blijft erop aandringen om dit nader te bekijken. Als iemands OBU defect is, moet hij contact opnemen met zijn dienstverlener, die zo veel mogelijk zal proberen om technische problemen vanop afstand op te lossen. Als dit niet mogelijk is, moet de OBU hersteld of vervangen worden. Voor dat laatste moet men zich binnen de 3 uren naar het servicepunt begeven, wat soms een probleem blijkt te zijn. Normaal gezien zijn die servicepunten zo ingeplant dat ze vanop elke locatie in België binnen 3 uur bereikbaar zouden zijn, zelfs in geval van file.
Na overleg met de sector werd duidelijk dat er vanuit de praktijk toch nog de vraag is naar een alternatief met het oog op minder tijdverlies. Door dat tijdverlies kunnen de chauffeurs buiten de leveringsvensters vallen omdat er een cascade-effect ontstaat. Als men op een locatie te laat is, dan komt men op de volgende locaties ook te laat en staat men bij levering misschien zelfs voor gesloten deuren.
Na agendering van dit punt door het Vlaamse Gewest op het intergewestelijk politiek coördinatieplatform voor de kilometerheffing, blijkt er enige bereidheid te bestaan om Vlaanderen daarin tegemoet te treden. Men is bereid om daarover te praten in hoofde van de andere partners. Intussen werden voor de verschillende scenario’s een aantal kostenanalyses gevraagd aan Viapass en Satellic. Zodra we een politiek akkoord hebben over de te verkiezen optie, zal dit zo snel mogelijk worden ingevoerd.
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben blij dat uw acties mijn vragen vanuit de sector hebben doorkruist. Ik heb er ook alle vertrouwen in dat zeker de boetedifferentiatie een goed verloop zal kennen. Het is ook een goede zaak dat er wordt gepraat over extra ondersteuning vanuit de website.
Minister, ik heb geen extra vragen aan u, maar misschien een kleine opmerking. Als je de website van Toll Collect opendoet, dan staat er eerst “deutsch”, dan “français”, dan “english” en dan zelfs “polski”. Ik vraag me dus eigenlijk af wat de beweegredenen zijn van Satellic om daar niet gewoon een tabblaadje Nederlands aan toe te voegen. Ik kan me niet voorstellen dat dat zoveel geld kost, maar ik kan begrijpen dat Satellic, dat een zakelijke onderneming als een andere is, daar wel een en ander in ruil voor wil zien.
De heer De Clercq heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, collega Van Miert, ik dacht dat uw ‘Polski’ even goed was als uw Vlaams, dus dat komt wel goed. (Opmerkingen van Annick De Ridder)
In het Gents, ja. Dat is nog iets complexer.
Minister, alle gekheid op een stokje, ik dacht dat het op 13 juli is dat de evaluatie zal plaatsvinden van de voornoemde kilometerheffing, en ik denk dat de vraag inzake de mogelijke gradatie in boetes misschien ook tegen die datum voor een stuk kan worden onderzocht, misschien in een combinatie tussen uw kabinet en het kabinet van minister Tommelein. Anderzijds moeten we ons er inderdaad wel voor hoeden om het systeem van de handhaving nodeloos complex te maken door verschillende boetesystemen en -tarieven te gaan hanteren. In dezen is onze fractie ervan overtuigd dat de transportsector uiteraard vooral recht op duidelijkheid heeft. De problemen met de OBU’s die de collega aanhaalt, zijn echter pertinent. Ook via de diverse contacten in de transportsector komen die ons ter ore. De gebruiksvriendelijkheid is een terechte zorg, waaraan we aandacht moeten besteden. Het voorbeeld uit Duitsland toont aan hoe via een relatief eenvoudig systeem, zonder dat men het hele model overboord moet gooien, toch als het ware een bijkomende service kan worden geboden aan de sector wanneer zo’n OBU dienst weigert.
Minister, u bent wat vermagerd, maar ik denk dat u uw volle gewicht in de schaal moet werpen om de twee huidige dienstverleners ertoe aan te zetten om ook een platform zoals Toll Collect, ook in het Nederlands, vanzelfsprekend, op poten te zetten. Ik denk echter dat ook de gebruiksvriendelijkheid van de OBU een element kan zijn in de evaluatie op 13 juli aanstaande.
De vraag om uitleg is afgehandeld.