Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, mijn vraag is interessant om te zien hoe je met behulp van de techniek stappen voorwaarts kunt zetten in de richting van meer verkeersveiligheid. Zo wil ik mijn vraag duiden bij aanvang. Gisteren hebben we het nog gehad over dunne of dikke bomen langs de gewestwegen. Ook wat dat betreft is er veel meer dat ons verenigt dan wat ons scheidt. Als het over die problematiek gaat, zijn er kamerbreed grote overeenkomsten met verkeerseducatie. Heer zijn in het verkeer, is een opdracht voor ieder voor ons, en dat geldt ook voor de dames. De pakkans vergroten, is absoluut noodzakelijk om een beeld van feitelijke straffeloosheid te counteren. Ik denk ook dat het inschakelen van techniek mensen kan helpen om meer discipline in het verkeer aan de dag te leggen.
Er zijn momenteel meer dan een miljoen leden van de Coyote Community in België, 60 procent in Franstalig België en 40 procent aan de Nederlandstalige kant van het koninkrijk. Dat levert heel wat bruikbare gegevens op en daardoor kan men heel wat voertuigen bereiken met bepaalde informatie over calamiteiten op de weg. Coyote is ondertussen veel meer dan enkel de radarverklikker, want daar wordt die heel vaak mee geassocieerd, en dat is eerder een negatief beeld. Het is ondertussen een heus netwerk van weggebruikers geworden. Hierbij kunnen zowel geïntegreerde preventieve meldingen over bijvoorbeeld de bandenspanning of de rij- en rusttijden, als realtime informatie over de staat van het wegdek of files worden doorgegeven aan de bestuurder.
Laat het duidelijk zijn, minister, als ik ‘Coyote’ zeg, dan bedoel ik eigenlijk alle soortgelijke aanbieders. Ik ben hier niet de advocaat van één techniek. Als men mij dat in de schoenen wil schuiven, ‘so be it’, maar eigenlijk gaat het over de techniek ‘an sich’.
Collega’s, het is zeer opvallend dat de federale politie sinds 2013 en het Waalse Gewest sinds 2015 ondertussen vrij intensief samenwerken met deze firma. Ook voor de BOB-campagnes van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) in 2015 en 2016 was er een samenwerking waarbij elke Coyote-gebruiker een melding kreeg om niet te rijden onder invloed van alcohol.
Vanuit Vlaanderen is er geen dergelijk partnership. Minister, u bent daar nogal principieel in. Uw houding is om niet samen te werken met een verklikker die hardrijders faciliteert. Daar komt het eigenlijk op neer. In eerste instantie zou ik daar sympathie voor kunnen hebben, maar ik denk dat je dat toch ruimer moet bekijken. U laat u ook interviewen door Qmusic – ik zou dat ook doen – en daar zijn de ‘vallende sterren’ een vast item in elk radioprogramma. We hebben op alle mogelijke media berichtgeving over flitsers. Vandaag staan er trouwens zelfs langs onze wegen borden die aankondigen dat er over een bepaalde afstand flitspalen staan en dergelijke meer. Het is ons minder te doen om boetes te innen dan wel om mensen hun snelheid te doen temperen. Dat moet het uitgangspunt zijn.
Daarnaast moeten we het ook ruimer bekijken, bijvoorbeeld door met mensen in gesprek te gaan. Als je een hoorzitting organiseert, of het nu in Brasschaat is of in Lanaken, of het nu in Gent is of in Borgloon of Herk-de-Stad, overal krijg je de opmerking in woonwijken dat er te hard wordt gereden. Dan zegt de burgemeester of de bevoegde schepen: ‘Hoe kan dat nu, dat is toch een woonwijk?’ Er ligt geen winkel, geen café, geen populaire kapper, en toch. Eigenlijk kan men vandaag met diezelfde techniek bepalen wat de oorsprong is van de weggebruikers daar. Is dat bijvoorbeeld, wat we vaak aan den lijve voelen, 90 procent, 80 procent, 97 procent eigen bewoners? Of zijn het inderdaad bezoekers? Hoe wordt daar verkeersonveiligheid gecreëerd? Hetzelfde geldt voor sluipverkeer. Vandaag krijg je heel vaak opmerkingen over sluipverkeer, zeker als er in de buurt aan gewestwegen werken gebeuren, wat op tijd en stond moet gebeuren en dat is maar goed ook, ook in het kader van de verkeersveiligheid. Sommige mensen zeggen dan dat dat structureel is. Is dat waar of is dat niet waar?
Met deze techniek kun je daar inzicht in krijgen, naast uiteraard een aantal praktische zaken zoals de melding om je gordel vast te maken, elke vrijdagavond een melding over rijden en alcohol en het niet-rijden onder invloed, over smogalarm, over het tijdig controleren van de bandenspanning, of het weggedeelte in slechte staat is, de melding van een obstakel dat je kunt tegenkomen op je route, zoals een band of een tak, de melding van een spookrijder, de melding van de afstand tot het begin van de file die je gaat tegenkomen op je route, waardoor je preventief snelheid kunt verminderen. Naast verkeerseducatie, repressie en controle, naast het goed onderhouden van de wegen, kan je die digitale technieken omarmen om de verkeersveiligheid te verbeteren. In die zin vind ik uw principieel verzet meer symbolisch dan reëel, want Coyote levert bijvoorbeeld ook de data aan Be-Mobile en daar haalt het Vlaams Verkeerscentrum zelf haar data vandaan. Zo kan ik nog een tijdje doorgaan.
Nogmaals, het gaat me niet over Coyote, het gaat me over alle soortgelijke aanbieders. Minister, ik heb een aantal principiële vragen om ook de digitale techniek voluit kansen te geven met het oog op meer verkeersveiligheid en een onderbouwd verkeersbeleid.
Er bestaan meerdere mogelijkheden om een samenwerking met Coyote Systems Benelux of met soortgelijke aanbieders te starten. Is er overleg geweest met het Waalse Gewest over de samenwerking en over de tevredenheid aan die kant van de taalgrens?
Minister, wat de verkeersveiligheid betreft, grijpt u terecht elke mogelijkheid aan om een kleine winst te boeken. Waarom weigert u dan categoriek een systeem in te zetten waarbij het mogelijk is meldingen naar het voertuig van de weggebruiker door te geven?
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, ik krijg regelmatig de vraag samen te zitten met Coyote Systems Benelux. Het bedrijf verklaart dan dat het een partner in het verkeersveiligheidsbeleid wil zijn en dat het een veel ruimer aanbod aan diensten heeft dan enkel de verklikking van radarcontroles.
Mijn antwoord op die vraag is heel eenvoudig. Zodra Coyote Systems Benelux de dienst schrapt die de politiecontroles zeer locatie- en tijdsspecifiek verklikt, staat de deur van mijn kabinet wagenwijd open. Wat mij betreft, hoeft een volledige afschaffing zelfs niet. Een beleid zoals in Frankrijk, waar de dienst waarschuwt voor controles langs een bepaald langer traject, is voor mij prima. Telkens als ik dat tegenaanbod doe, blijft het echter stil en krijg ik geen reactie meer. Ik heb dan ook enige scepsis om dit bedrijf als een partner voor meer verkeersveiligheid te beschouwen.
Deze principiële houding verhindert me niet alle verkeersdata waarover mijn diensten beschikken, zo veel mogelijk te verspreiden en zo veel mogelijk open te stellen. Ik heb het dan, bijvoorbeeld, over de melding van een plotse gevaarlijke verkeerssituatie of van de variabele snelheidslimieten in schoolomgevingen. Ik ben me ervan bewust dat bedrijven als Coyote Systems Benelux of Waze dergelijke informatie zullen gebruiken om hun eigen data te verrijken. Ik wil dat ook niet tegenhouden. Dat is geen probleem.
Als minister van Mobiliteit en Openbare Werken is het mijn verantwoordelijkheid de informatie langs zo veel mogelijk kanalen te verspreiden, en dat doe ik ook. Dat belet me natuurlijk niet om de betrokken entiteiten of bedrijven voor hun verantwoordelijkheid te plaatsen. Ik doe dat ook op andere vlakken. Er is daarnet verwezen naar de vallende sterren van Qmusic. Ook op dat vlak neem ik initiatieven. Ik ga ervan uit dat dit tot een goed einde zal komen. Wat Coyote Systems Benelux betreft, ga ik ervan uit dat ooit zal worden ingegaan op de hand die ik heb gereikt.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, het gaat hier louter nog om dat ene principe. Overal langs de gewestwegen staan borden die de flitspalen aankondigen. De lokale radio’s berichten hierover. Die aankondigingen zijn eigenlijk overal de nationale sport. Ook op Facebook en langs eindeloos veel andere kanalen kunnen we vernemen waar overal flitsers staan. We kunnen daar een principieel standpunt over innemen. Een principe is een principe. Dat is vergelijkbaar met geloven of niet geloven. Ik kan daar respect voor opbrengen.
U zou ermee kunnen leven indien Coyote Systems Benelux dit tot de regio zou beperken. U reikt het bedrijf hiermee de hand. Er zijn echter talloze andere aankondigingen. Dit gebeurt zelfs door middel van officiële, goedgekeurde borden. Ook andere media kondigen in realtime aan dat er flitspalen staan en dergelijke. Facebook is nog het onschuldigst, maar daarnaast zijn er nog alle varianten van digitale media die dit aankondigen.
Het gaat me hier niet om Coyote Systems Benelux op zich, maar ook om alle anderen. We kunnen nog zo veel stappen voorwaarts zetten. De federale politie en de FOD Binnenlandse Zaken werken hier dus wel mee samen. U kent minister Jambon. Het gaat dan, bijvoorbeeld, om ongevallenanalyses. Ze vragen dan hoe het zit met de verkeersdruk en met de passages, wat de herkomst en het statuut van de betrokken voertuigen is en of het gaat om vrachtwagens, bestelwagens of auto’s. We zien dat andere overheden, niet enkel het Waalse Gewest in Franstalig België, maar ook de federale overheid en meer bepaald de politiediensten en het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) structureel met die partner samenwerken.
Ze werken hier niet mee samen omdat ze hieraan verknocht zijn, maar omdat data het begin van elk goed beleid vormen. Op een zeker ogenblik kunnen mensen enkel nog met feiten worden overtuigd. Wat de verkeersveiligheid betreft, zitten we inhoudelijk allemaal op dezelfde golflengte. We vinden allemaal dat we hier maximaal op moeten inzetten. Indien we resultaten willen boeken, moeten we echter keuzes durven maken. Hiervoor moeten we ons op harde data baseren. Dit kan absoluut helpen om de juiste klemtonen te leggen met betrekking tot tijd en plaats.
Minister, indien ik op uw stoel zou zitten, zou ik vooral mijn rekening maken. Dit zou snel gaan. Ik zou het wel doen. Het mag ook om een ander bedrijf dan Coyote Systems Benelux gaan. Ik zie gewoon veel pluspunten en een principieel nadeel. U hebt hierover zelf verklaard dat het voor u kan indien het bedrijf zich tot de regio zou beperken. Ik blijf herhalen dat anderen dit ook doen, zelfs door middel van erkende verkeersborden. Alle andere overheden, waaronder zelfs de federale overheid, werken structureel samen met dezelfde partners, en dit met het oog op een betere verkeersveiligheid.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, ik vind het een interessante vraag om uitleg. Ik begrijp uw reserves. Het wringt bij mij ook dat Coyote een functionaliteit heeft die de plaatsen verklikt waar wordt getracht snelheidsovertreders te pakken met radar en dergelijke.
U pleit voor het Franse systeem. Ik wil die vraag zeker onderschrijven, maar u moet zich wel eens informeren. Kwatongen beweren dat die zogenaamde zones in Frankrijk zich altijd op exact dezelfde afstand bevinden, ongeacht de ligging van de zone. Hierdoor weten bestuurders de facto wel exact waar het flitstoestel staat.
Maar dat is het punt niet.
Mijnheer Keulen, u hebt een punt wanneer u zegt dat Coyote alleen al 1 miljoen gebruikers heeft in ons land, samen met de honderdduizenden die ook andere gratis verkeersapps gebruiken. Dat is een onwaarschijnlijk communicatieplatform. Dat genereert een onwaarschijnlijke rijkdom aan data. Ik zou daar toch niet zomaar de ogen voor sluiten. Er zijn talrijke buitenlandse voorbeelden van succesvolle samenwerking tussen overheden en dergelijke diensten: in Wallonië, wat natuurlijk geen buitenland is, maar ook in de ons omringende landen. In de Verenigde Staten staat men daar al zeer ver mee.
Maar ook in Vlaanderen is dat zo. De stad Gent bijvoorbeeld heeft, naar aanleiding van de opmaak van een nieuw circulatieplan – iedereen weet wat daar bezig is –, een overeenkomst gesloten met de aanbieder Waze. Dat is een gratis aanbieder, een dochterbedrijf van Google Maps. De afspraak is: ‘Wij laten aan u weten waar de wegenwerken zijn en waar ons circulatieplan zal ingrijpen. U laat ons gratis gebruikmaken van de floating car data, de realtime informatie over de Gentse verkeersstromen.’ Het gevolg daarvan, minister, is dat vanaf dag één van het circulatieplan gebruikers van die dienst en van afgeleide diensten onmiddellijk wisten dat zij betrouwbare kaartinformatie hadden. Langs de andere kant kon de politie beschikken over zeer betrouwbare realtime informatie over hoe de verkeersstromen zich op de eerste dag ontwikkelden. Zo kon zij snel ingrijpen.
Ik zou daar toch met open geest naar kijken, en bekijken in welke mate samenwerking mogelijk is. Ik denk trouwens, minister, dat het Verkeerscentrum vandaag bedrijven betaalt voor floating car data, die volgens mij ook afkomstig zijn van die aanbieders waarmee u niet wenst samen te werken. Met andere woorden: we betalen op dit moment voor informatie die ons gratis ter beschikking zou kunnen worden gesteld, als we tenminste de openheid zouden hebben om er met die aanbieders samen te werken.
De heer Parys heeft het woord.
Mijnheer Keulen, het verschil zit in andere applicaties en vormen, zoals Facebookgroepen enzovoort, die u vertellen waar er snelheidscontroles zijn. Bij Coyote is het de essentie van hun handelsfonds. Zij verdienen geld met het kunnen omzeilen van controles. Wat u daarnet hebt gezegd over de dunne en de dikke bomen is ook hier meer wat ons verbindt dan op het eerste gezicht lijkt. Iedereen hier zegt het systeem zoals in Frankrijk te prefereren. Elke fractie die aan bod is gekomen, heeft dat hier al gezegd. De minister zegt dat hij graag met Coyote wil samenzitten als zij het systeem dat zij sowieso al in Frankrijk hanteren, ook in Vlaanderen invoeren. Dat lijkt mij een logische stap. Het kan voor Coyote, dat in Frankrijk zijn boterham verdient met het delen van dat soort informatie. De minister vraagt om hier in Vlaanderen dezelfde toepassing te maken en om dan samen te zitten om te bekijken waar er kan worden samengewerkt. Uiteraard is het interessant om met big data aan de slag te gaan om onze mobiliteit te verbeteren.
Minister, ik heb u vroeger al eens een vraag over Coyote System gesteld. Hebt u al contact gehad met uw federale collega De Croo, die hierin ook een deel van de bevoegdheid heeft? Wat was zijn antwoord in verband met het al dan niet samenwerken met Coyote?
Minister Weyts heeft het woord.
Dat antwoord staat mij, eerlijk gezegd, niet meer voor de geest. Ik heb ondertussen ook samengezeten met de federale politie. Ik weet niet of zij nu nog samenwerkt met Coyote. Er was alleszins weinig grote vreugde over die beslissing in hoofde van de huidige leidinggevenden. Ik denk dat ik in dezen redelijk sterk op één lijn zit met de federale politie. Ik weet ook dat het BIVV daarover samenwerkt. Ik verschil nogal grondig van mening wat dat betreft met het BIVV omdat Coyote dat natuurlijk doet om een wit voetje te halen. Sorry, dat is gewoon om een wit voetje te halen. Hun fonds de commerce is blijkbaar nog altijd die radarverklikker. Ik nodig hen van harte uit om daar afstand te nemen. Als ze toch zoveel diensten aanbieden, dan doet die ene functionaliteit er toch niet toe? Zodra zij daarvan afstand nemen, ga ik heel graag met hen in zee. Ondertussen gebruiken wij floating car data van allerhande aanbieders, ook via gsm-signalen. Ik kan nu niet exact voor de geest halen waar we ze allemaal vergaren. Het is een aggregatie van data. Dat blijft mijn uitgangspunt. Coyote kan, net zoals Waze en andere aanbieders, gebruikmaken van onze open data. Dat geldt voor iedereen, zonder onderscheid des persoons.
De heer Keulen heeft het woord.
We mogen nooit met de rug naar de toekomst staan. Dit zal binnen x tijd gebeuren. Dan gaat dat op een geruisloze manier plaatsvinden, al was het maar omdat men vooral de boni’s zal afwegen tegen de principiële manco’s. Wat dat betreft, denk ik dat we op dit ogenblik tijd verliezen door dat uit te stellen. Dit is iets wat niet tegen te houden is. Als we al die digitale mogelijkheden zouden omarmen, zou het beleid daar absoluut zijn voordeel bij doen, met het oog op meer verkeersveiligheid. We moeten keuzes maken om op die manier te zorgen voor meer verkeersveiligheid op onze gewestelijke maar ook op onze gemeentelijke wegen. Ook de steden en de lokale besturen – ook Antwerpen, met alle werken die daar bezig zijn op de Leien en de rest van de metropool – werken met dit soort aanbieders samen. Daar bestaan dezelfde principiële bedenkingen omdat verklikken niet bij onze aard past. Ik vind het zelfs een compliment voor onze aard. Maar ook Antwerpen doet dat omdat die stad nu voor zulke zware investeringen staat. Als je ze doet, gelden ze voor de volgende dertig, veertig jaar. Dus moeten ze goed zijn.
Tezelfdertijd zit je ook met ‘reuring’, zeggen ze in Nederland, met spanning in je samenleving. Want als je die keuzes maakt, weet iedereen het altijd beter. Dan kun je het voor een deel objectiveren, en draagvlak creëren voor bepaalde stappen die je zet waarvan mensen voor enige tijd de ongemakken hebben. Wanneer men dergelijke werken uitvoert, leidt dat tot aanpassingen in onze verkeersgewoonten.
Dus ook daar doet men het, en dat is niet om u een hak te zetten, minister, maar gewoon omdat men op een bepaald moment ook daar de rekening heeft gemaakt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.