Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, het fietsdeelsysteem Blue-bike is een succes. Blue-bike is aanwezig in meer dan vijftig stations en is goed voor meer dan 16.000 abonnees en 180.000 ritten. In 2016 heeft men voor het eerst ook Blue-bikes geplaatst aan bushaltes en park-and-rides (P+R’s). In het kader van combimobiliteit en ook in de toekomstige uitrol van het concept basisbereikbaarheid spelen dergelijke fietsdeelsystemen een belangrijke rol.
B-Parking, een dochteronderneming van NMBS, heeft 52 procent van de aandelen van Blue-bike in handen en De Lijn 32 procent. TEC, Fiets en Werk zijn kleinere aandeelhouders.
In de plenaire vergadering van 26 oktober 2016 zei u dat er een ambitieus businessplan besproken werd voor Blue-bike. Daarbij had men de ambitie om het aantal gebruikers te doen stijgen naar 55.000 en het aantal Blue-bikelocaties naar 115. Daarvoor plande men een kapitaalsverhoging. Vlaanderen zou 310.000 euro moeten bijdragen, de NMBS 180.000 euro. Dat zou ertoe leiden dat Vlaanderen en de federale overheid allebei een gelijke participatie zouden hebben, namelijk 42,5 procent. U zag dat wel zitten. Wel moesten er verder nog een paar modaliteiten worden bekeken, bijvoorbeeld of men via De Lijn of rechtstreeks vanuit de Vlaamse overheid deze participatie wilde realiseren. De beslissing bij de NMBS werd uitgesteld.
De kapitaalsverhoging is essentieel voor de expansieplannen van Blue-bike. Aangezien er talrijke gemeenten wachten op de realisatie van een Blue-bikepunt is het belangrijk dat er in dit dossier snel een doorbraak wordt gerealiseerd.
Minister, wat is de stand van zaken van de kapitaalsverhoging voor Blue-bike? Bent u er al uit of de participatie vanuit Vlaanderen via De Lijn of via het departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) zal geschieden? En waarom die keuze? Welke initiatieven zult u verder nemen om het aantal Blue-bikepunten verder uit te bouwen, onder andere aan de haltes van De Lijn, in het kader van het principe van basisbereikbaarheid?
Minister Weyts heeft het woord.
De vermelde kapitaalsverhoging die was opgenomen in een businessplan van de nv Blue-mobility dateert ondertussen van september 2016. Toen was er sprake van een streven naar een gelijke participatie van 42,5 procent van B-Parking en De Lijn. Dat zou dan overeenkomen met een extra financiële injectie van onze kant van 310.000 euro. De bijdrage van B-Parking zou worden gereduceerd tot 187.000 euro.
Nu, ondertussen is gebleken dat ook andere organisaties willen participeren. Verder bleek ook dat B-Parking zijn aandeel wil behouden en dus meerderheidsaandeelhouder zou willen blijven.
Ik begrijp dat die pistes nog niet helemaal concreet zijn en dat het dus even afwachten is wat de raad van bestuur van de NMBS en de raad van bestuur van B-Parking ter zake beslissen. Dat is nu ook de reden waarom ik in dezen geen gedetailleerd businessplan kan voorleggen.
Anderzijds hebben we aan onze kant de afspraak gemaakt dat het departement MOW als zijnde de regisseur van mobiliteitsbeleid de participatie van De Lijn sowieso overneemt. Ik denk niet dat het een taak is van De Lijn om die participatie aan te houden. We hebben daarentegen, ook in de transitiebeheersovereenkomst die we hebben afgesloten tussen De Lijn en het Vlaamse Gewest voor 2020, uitdrukkelijk vermeld dat het beleid ten aanzien van vervoersknooppunten wordt uitgestippeld door de modus onafhankelijke regisseur, zijnde het departement MOW. Men houdt zich daar ook verder bezig met de uitbouw van kwaliteitsvolle fietsinfrastructuur. Dat is eerder een taak van het departement dan van De Lijn, die op dat vlak wel een adviserende rol kan behouden.
Wat nieuwe initiateven betreft inzake de uitbouw van Blue-mobility, geef ik graag mee dat we, ten eerste, door Blue-mobility een screening hebben laten uitvoeren op vraag van mijn kabinet, om na te gaan wat het potentieel is van de inplanting van een deelfietssysteem op mobiliteitsknooppunten in Vlaanderen. Nu zitten we nog sterk ‘geaxeerd’ op de stations. We zouden daar willen uitbreken. We zijn nu al bezig met belangrijke bushaltes. Maar hoe kunnen we vanuit de idee van mobiliteitsknooppunten daarop aantakken met het bus- en tramnet? Ook P+R’s zijn zeker een opportuniteit.
De resultaten van die oefening werden recent opgeleverd. Blue-mobility beschikt alleszins over een concrete leidraad naar gemeenten toe om ten minste proactief een aanbod te doen naar de gemeenten en een concrete invulling te geven aan potentieel houdende locaties. Omdat men binnen de proefregio’s basisbereikbaarheid momenteel bezig is met de opmaak van de mobiliteitsplannen, heb ik mijn administratie gevraagd om zeker de link te leggen tussen het Blue-bikeonderzoek en de lopende oefeningen in de proefregio’s basisbereikbaarheid.
Ten tweede, door het zeer grote succes van de derdebetalersregeling, waarbij Vlaanderen voor 1 euro bijdraagt in de ritprijs, kent het gebruik van Blue-bike nog steeds een exponentiële groei. We zien dat Blue-bike in 2013 nog 30.000 ritten had. In 2016 waren dat er al 180.000. Maal vijf op drie jaar tijd dus. Ook geeft Blue-mobility zelf aan dat een groeipercentage met het huidige deelfietsenaanbod in de toekomst niet kan worden aangehouden. Want een fiets kan uiteraard maar aan één iemand tegelijk worden ontleend. Op sommige locaties zal men dus echt aan het plafond van de capaciteit geraken. Maar het is alleszins een duidelijk signaal om te blijven inzetten op een verdere uitbreiding van dat deelfietsenaanbod.
Het initiatief om Blue-biketerminals te plaatsen, gaat vandaag in eerste instantie uit van de lokale overheid. De plaatsing van een terminal met fietsen is natuurlijk altijd een grote investering. Ik heb daarom mijn administratie de opdracht gegeven om te onderzoeken op welke wijze we het bestaande netwerk concreet kunnen uitbouwen en welke financiële stimulansen we daarvoor in het leven zouden kunnen roepen. We willen daarbij vooral vertaling geven aan niet alleen mijn overtuiging, maar ook de kamerbrede overtuiging hier dat deelfietsen perfect passen in ons verhaal rond combimobiliteit en aansluiten op andere vervoersmodi.
De heer de Kort heeft het woord.
Bedankt, minister, voor uw antwoord en uitgebreide toelichting. Wat B-Parking betreft, is er een bepaalde reden waarom de NMBS haar meerderheid zou willen handhaven? Oorspronkelijk zou het immers uitgroeien tot een gelijkwaardig aandeel. Op dit moment schijnt het dossier daarop geblokkeerd te zitten. Is er een perspectief binnen welk tijdspad er een doorbraak zou kunnen zijn?
Dat er verder een aanbod zou worden geboden ten aanzien van de gemeenten en dat u de administratie de opdracht hebt gegeven om dat bij de lopende proefregio’s in het kader van basisbereikbaarheid ook verder mee aan te bieden, vind ik zeer positief.
U geeft ook aan dat dit systeem door het succes ook wel op zijn limieten zit. Ik denk dat het interessant is dat de verschillende fietsdeelsystemen die er nu zijn, die elk hun eigen aanbod en werking hebben, door de administratie ook verder in kaart zouden worden gebracht. Het Velo City-systeem in Antwerpen is natuurlijk een ander systeem dan het fietsdeelsysteem van Blue-bike, dat voornamelijk gekoppeld was aan de stations. Maar misschien moeten we daarnaast nog een meer aangepast aanbod verder mee uitwerken, in samenwerking met de lokale besturen.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik beaam de stelling met betrekking tot de verdere uitbouw, niet alleen vanuit Blue-bike, maar ook met de alternatieve systemen.
Wij hadden aanvankelijk een vergadering belegd met Blue-mobility om een nieuw businessplan te bespreken in mei, maar gelet op de gewijzigde posities, die dan nog niet bekrachtigd zijn door de raden van bestuur van B-Parking en de NMBS, hebben we dat uitgesteld. Er is wel een nieuw momentum, namelijk eind deze maand. Ik hoop dat er tegen dan nieuws zal zijn vanuit de raden van bestuur en dat er duidelijke opties worden genomen. Op 28 juni is er een nieuw overleg ter bespreking van dat businessplan met Blue-mobility gepland.
De vraag om uitleg is afgehandeld.