Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Moyaers heeft het woord.
Lange tijd heerste er onzekerheid over het project van de overdekte wielerpiste in Zolder. Eerst vanwege niet ingecalculeerde btw die dan toch betaald diende te worden, later ook door strengere bouwkundige voorschriften die extra kosten met zich meebrachten. Toch werd er zowel door u, minister, als door Sport Vlaanderen bevestigd dat deze structurele meerkost niet noodzakelijk het einde van het project hoefde te betekenen. En zo bleek ook, want in april keurde de Vlaamse Regering het besluit over de realisatie van de wielerpiste in Zolder goed. Er werd beslist om over te gaan tot de oprichting van een vzw Velodroom waarin Sport Vlaanderen als meerderheidsaandeelhouder de belangen van Vlaanderen en de sport bewaakt.
Dat het oorspronkelijk geraamde bedrag van 19 miljoen euro – zonder btw welteverstaan – niet langer zou volstaan, was al lang geen verrassing meer. Via de pers konden we onlangs vernemen dat de velodroom uiteindelijk 20,3 miljoen euro zou kosten: bijna 1,5 miljoen euro meer dan oorspronkelijk gepland. Volgens uw administratie zou er ten opzichte van de raming van 2014 zelfs een meerkost van 2,1 miljoen euro zijn. En dan moest er nog stevig worden gesnoeid in het voorziene aanbod, om die meerkost zoveel mogelijk te beperken. Zo zal er bijvoorbeeld toch geen fitnesszaal in het complex komen.
Wat mij wél enorm verbaasde, was het feit dat er opnieuw overheidsgeld zou worden gebruikt om de meerkost van dit project te dragen. Het gat van 1,3 miljoen euro zou via een lening bij Limburg Sterk Merk en een tussenkomst van de Nationale Loterij gedicht worden. Zo blijft er van het oorspronkelijke politieke compromis, waarbij zowel Vlaanderen, Limburg als de privésector voor een derde van het budget zouden zorgen, niet veel meer over. Meer nog, ook de gemeente Heusden-Zolder zelf investeert al fors in dit project waardoor een zeer ruime helft van het budget exclusief uit Limburg komt. Een dure droom met een wel heel erg bittere financiële pil voor Limburg, als je het mij vraagt.
Laat één ding duidelijk zijn: ik ben zeker niet tegen de wielerpiste, integendeel! Limburg heeft absoluut nood aan die extra topsportinfrastructuur, maar politiek draait ook om prioriteiten. Daarom hoop ik, minister, dat u duidelijke antwoorden kunt geven op de volgende vragen.
In een vorige legislatuur is er een één derde-compromis gemaakt waarbij Vlaanderen, Limburg en de privé sector evenredige middelen ter beschikking zouden stellen. In welke mate is er nog sprake van een engagement vanuit de privésector? Wie draagt uiteindelijk welk budget bij?
Voor wiens rekening zijn eventuele exploitatieverliezen?
Welke afspraken zijn er gemaakt omtrent het gebruik van de sportvelden op het middenplein en de gymnastiekhal op het ogenblik dat de wielerpiste in gebruik is?
Is er ondertussen – nu al overal te lezen valt dat de Limburgse velodroom zich in de laatste rechte lijn bevindt – al zicht op de concrete planning en timing voor de bouw van de overdekte wielerpiste?
Een wielerpiste zit nooit in de laatste rechte lijn. Minister Muyters heeft het woord.
En ik ga niet surplacen.
Voor alle duidelijkheid, ik wil wel graag een signaal krijgen. Als Limburg mij het signaal geeft dat het niet hoeft, hoeft het voor mij ook niet. We kunnen andere sportinfrastructuur vinden die zeker nuttig is. Ofwel zetten we ons met onze neuzen allemaal in dezelfde richting, ofwel zoeken we iets anders. Voor mij is dat nogal duidelijk. Geef mij het signaal van alle partijen of we dat doen of niet. Dat is voor mij essentieel.
Ik heb mij geëngageerd in de vorige legislatuur, niet voor één derde maar voor 6 miljoen euro, op een moment dat ik voor de hele legislatuur niet 1 euro voor infrastructuur had. Die 6 miljoen euro staat er nog altijd, en ik doe er via de terbeschikkingstellingsvergoeding iets bovenop.
Mijn engagement is er. Maar mensen, alstublieft, als het niet hoeft, dan hoeft het voor mij ook niet. Ik doe het omdat anderen het vragen, niet andersom. Ofwel wijzen de neuzen in dezelfde richting, ofwel zoeken we, weet ik veel waar, iets anders.
Het kader is ‘en cours de route’ – om het in het schoon Vlaams te zeggen – gewijzigd. Ik heb daarover heel open en transparant in deze commissie op vragen van onder meer u, mijnheer Moyaers, maar ook van anderen, heel duidelijk altijd de nieuwe situatie naar voren gebracht. Ik verwijs daar ook naar. Ik ga dat niet allemaal herhalen, ik denk dat ik dat ook niet moet en mag doen. Maar als ik het toch wat samenvat, komt het erop neer dat het oorspronkelijke scenario over 18 miljoen euro exclusief btw ging. Er zat van alles in, onder meer een fitness, horeca, een binnenplein, noem maar op. De belangrijkste financiers waren toen Vlaanderen, voor 6 miljoen euro – ik heb mij geëngageerd met 6 miljoen euro, niet met een derde – en Limburg Sterk Merk (LSM). En voor het laatste derde kwamen dan heel snel de gemeente Heusden-Zolder, voor 3 miljoen euro, en de wielerbonden, 1 miljoen euro. De resterende 2 miljoen euro kwam van een private fitnesspartner, een sportlabo, Lotto, de vzw Cycling Friends. Aanpalend zou er dan nog een gymgebouw komen, maar dat was voor Heusden-Zolder, 1,1 miljoen euro. Dat zat buiten het budget. Het ging dus om 18 miljoen euro min 1,1 miljoen euro. Maar voor mijn part mocht dat ander 0 zijn of 500 of weet ik veel, het interesseert me niet, maar dat zat daarbuiten. Dat was de situatie.
Dan hebben we de btw-problematiek gehad. We hebben de exploitatie verschoven van Sport Vlaanderen naar de vzw Velodroom. De vzw Velodroom was samengesteld uit Sport Vlaanderen maar ook de gemeente Heusden-Zolder, het circuit Terlaemen en de vzw Cycling Friends. Bovendien moest die exploitatie een actieve verhuur zijn. Het ging niet alleen over de investering maar ook over de exploitatie, zodat we een nieuw financieel model moesten uitwerken. Daarbij werden naast de investeringskost ook de Life Cycle Costs meegenomen: de investerings-, werkings- en personeelskosten, maar ook de inkomsten. Het hele project, inclusief de Life Cycle Costs, werd dan herberekend. De actuele bouwprijzen en de strengere bouwkundige voorschriften zijn natuurlijk nooit van die aard dat ze de kosten verlagen. Het project werd duurder.
De partijen kwamen overeen dat iedereen zijn financiële verantwoordelijkheid zou nemen, maar volgens zijn behoeften. We gingen de behoeften van het bouwprogramma proportioneel maken. De gemeenschappelijke delen zouden met een verdeelsleutel worden verrekend. In de herberekening werd duidelijk dat de oorspronkelijk afgesproken bijdrage voor de fitnesspartner onvoldoende was om de bouwkost te dekken. Opdat iedereen zijn verantwoordelijkheid zou nemen, hebben we ervoor gekozen om de fitness niet meer in het basisbouwprogramma te steken, maar als een optie te lichten, zodat de partner zelf kan beslissen of het nog haalbaar is. Dat werd zo besproken met de fitnesspartner. Ofwel komt er een fitness in, en dan moet de fitnesspartner die betalen, ofwel komt die er niet in, en dan moet er niet voor worden betaald.
Met uitzondering van die wijziging, is het bouwprogramma hetzelfde. De totale kostprijs exclusief btw wordt geraamd op 20,5 miljoen euro. De belangrijkste financiers zijn nog altijd dezelfde. Ieders bijdrage in de investering is ook nog altijd hetzelfde. Maar je moet een onderscheid maken tussen wat cash beschikbaar is en wat niet. Op het geraamde project van 20,5 miljoen euro is er een engagement van de verschillende partners tot 2,1 miljoen euro. 17 miljoen euro is direct beschikbaar voor het bouwproject. 3,5 miljoen euro zal dus door de vzw moeten worden geleend. Hiervoor zal de vzw een dossier indienen bij Limburg Sterk Merk (LSM). LSM moet dat goedkeuren. Het voorstel zal zijn om die lening over zeven jaar terug te betalen. De terugbetaling van de lening zit, samen met de personeelskosten, onderhoudskosten en alle kosten mee vervat in het financieel model, en dus in de jaarlijks te indexeren terbeschikkingstellingsvergoeding. Die vergoeding is berekend op ieders aandeel binnen het geheel. Zo zal Sport Vlaanderen het grootste aandeel betalen van de terbeschikkingstellingsvergoeding, te weten 675.000 euro per jaar. Daarom zeg ik dat ik eigenlijk meer doe dan oorspronkelijk voorzien was. Wij doen dat omdat wij het grootste deel van de sportinfrastructuur, met name de velodroom, zelf zullen invullen. Heusden-Zolder heeft ook een groot aandeel, 132.000 euro. Dat is omdat zij die gymhal hebben.
De recurrente kost is vandaag zichtbaar omdat het in de vorm van een terbeschikkingsvergoeding gaat. In de vorige versie moesten we daarin ook voorzien. Toen moesten we ook personeel en uitbating enzovoort betalen. Maar dat werd toen voorzien op de begroting van Sport Vlaanderen en de gemeente, voor de exploitatie van het centrum.
– Miranda Van Eetvelde treedt als voorzitter op.
Ook hier heeft de fiscale administratie nog een uitspraak te doen. De vraag werd gesteld of die nieuwe vzw op de sportgerelateerde beschikbaarheidsvergoeding 6 of 21 procent moet afdragen. Het standpunt van de fiscale administratie is dus cruciaal om te zien of dat project haalbaar blijft. Ik kijk daar samen met alle partners naar uit. Ik hoop dat dit haalbaar is en lukt.
Samenvattend wil ik u toch zeggen dat de transparantie er altijd is geweest. We hebben daarover nooit tegenstrijdige informatie gegeven. De informatie wijzigde soms door de omstandigheden, maar werd altijd duidelijk gecommuniceerd.
U vraagt ook nog op wiens rekening eventuele exploitatieverliezen kunnen komen. Eigenlijk zijn die niet mogelijk. We hebben alle kosten op voorhand ingeschat en er mee ingestoken. Die zijn dan vertaald in die beschikbaarheidsvergoeding. Via bilaterale samenwerkingsovereenkomsten met de vzw zal de gegarandeerde inkomensstroom verzekerd zijn, om zo de stabiele kosten te dekken. We weten wie wat wanneer zal huren, enzovoort. Het kan dus eigenlijk niet. Indien het toch zo zou zijn, zal het proportioneel verdeeld worden.
In verband met de afspraken over het gebruik van de sportvelden kan ik kort zijn. Dat zal, zoals in veel infrastructuren, jaarlijks door de betrokken maatschappijen worden opgemaakt. Het is juist om het op die manier te doen.
Wat betreft de concrete planning en timing moet ik nog even wachten. Onze indicatieve timing hebben we in een nota aan de Vlaamse Regering gezet. De actualisering zal gebeuren als wij een uitspraak hebben van de btw-administratie.
Mijnheer Moyaers, dit is voor mij heel duidelijk: samen of het lukt niet. Ik heb duidelijk nog eens het engagement van Vlaanderen in kaart gebracht. Heel eerlijk, wij hebben ons engagement verhoogd. Ik hoop dat het nu meevalt met de fiscale administratie, zodat we het kunnen realiseren.
De heer Moyaers heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoorden. Ik neem aan dat u de meest actuele stand van zaken hebt gegeven. Dat was uiteindelijk ook het doel van de vraag.
U hebt het over neuzen in dezelfde richting. Elke overheid die hierin bijdraagt, heeft de neus in dezelfde richting. Maar ik blijf wat op mijn honger zit met betrekking tot de vraag hoe het nu zit met dat privébudget dat eraan zou moeten worden toegevoegd. Als ik tussen de regels versta dat Heusden-Zolder zijn bijdrage bijna als een private partner aanschouwt, dan vind ik dat een rare zienswijze want uiteindelijk is dat ook overheidsgeld. Dat gaat over 3 miljoen euro. Als dat zou horen bij het deel dat uit de privé zou moeten komen, vind ik dat eigenlijk geen juiste weergave.
Ik heb gisteren het antwoord ontvangen op een schriftelijke vraag. Ik bleef nog met een aantal vraagjes zitten.
Over de knopen waarmee het project worstelde en die de realisatie ervan tegenhielden, zei u dat het over een paar kleine juridische en budgettechnische issues zou gaan: dat zijn dan diegene die u net hebt opgesomd?
Waar ik ook mee zat, is dat de media spraken van een meerkost van 1,3 miljoen euro. In het antwoord dat ik kreeg, was het 2,1 miljoen euro. Waar zit het verschil dan precies?
Begin vorige maand werd de nieuwe aanvraag naar de btw-administratie gestuurd. Wanneer verwacht u de uitspraak? En, in het ergste geval, wat als de uitspraak negatief blijkt en de bouw niet van de volledige btw-aftrek kan genieten? Welk gevolg zal dat hebben voor het project? Wie zal dan voor die meerkost opdraaien, als we toch allemaal graag, met de neuzen in dezelfde richting, die wielerpiste willen bouwen?
De heer Wynants heeft het woord.
Ik was toch enigszins verbaasd, mijnheer Moyaers. Ik heb uw reactie gelezen in Het Belang van Limburg. Ik ben dan even in de archieven gedoken. Ik wil even een uitleg geven wat betreft dat systeem van één derde.
In 2014 was Vlaanderen een engagement aangegaan voor 5,6 miljoen euro. Vanuit de provincie was dat 6 miljoen euro. Dat was destijds een totale kostprijs van 18 miljoen euro, exclusief btw. Dat is al twee derden van de kostprijs. Maar toen was er ook wel sprake van een inbreng van Heusden-Zolder van 2 à 3 miljoen euro. Als je op die manier spreekt van 14 miljoen euro investeren op een bedrag van 18 miljoen euro, dan is Heusden-Zolder eigenlijk de andere partner, waarvan gezegd was dat die ook konden mee investeren. Dat is dan niet alleen een privépartner. Dat heeft daar niets mee te maken. Op dat moment was het al geëngageerd voor twee derden, en had die ene derde niet alleen te maken met de private partners. Dat is nooit gezegd. Dat kan ik nergens terugvinden, in geen enkel schrijven.
Dit is een waardevol project. In Vlaanderen heeft men alleen in Gent zo’n piste. Ik zou het toch fantastisch vinden, mocht er in Vlaanderen nog zo’n piste komen. Bij zo’n project komt zowel topsport als breedtesport ter sprake. We hebben in het nieuwe decreet gezegd dat we alles wat bovengemeentelijk is en wat topsport is, gaan financieren. Hier komt men daar volledig aan tegemoet. Ik begrijp dit dus niet, mijnheer Moyaers. Uw gouverneur van sp.a stond daar volledig achter. Uw partij zit ook in de meerderheid in Heusden-Zolder, en die staat daar ook achter. Misschien mag dat in uw partij, ik weet niet hoe dat werkt. Het interesseert mij ook niet.
Als u die redenering dan doortrekt, dan wilt u in de toekomst niet dat meerdere gemeenten samen, eventueel samen met LSM of andere vehikels, investeren in bovenlokale sportinfrastructuur. Want dan heeft Limburg te veel betaald. Ik vind dat een zeer eigenaardige logica.
Ik kan mij wel vinden in uw pertinente vragen wat betreft de exploitatiekosten en btw. Maar zoals de minister zegt: ofwel komt de sp.a de engagementen na waar ze in het verleden altijd voor gestreden heeft, ofwel verklaart u openlijk: ‘we stoppen ermee’, en dan zullen we dat geld ergens anders investeren.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik denk dat er hier en daar ooit verwarring is geweest tussen een derde privé en een derde andere, en zelfs over het begrip ‘een derde’. Er was een engagement van ons voor 6 miljoen euro. Zoek het op. Ik weet waar. Als minister van Financiën en Begroting hebben we Lottogelden gebruikt om ons deel van de investeringen mee te financieren. Die ruiter kan niet geïndexeerd worden, niet aangepast worden, of weet ik veel wat. Dat was dus mijn engagement. We doen er nu toch nog iets bovenop. Dat is heel duidelijk.
Die prijzen zijn altijd schattingen van de bouwkosten. Het laatste dat ik nu heb, is dat het 20,5 miljoen euro zal kosten. Laat ons hopen dat als we dat ooit aanbesteden, we betere prijzen krijgen. We moeten dat ook opvolgen, zodat er geen meerkosten bij komen. Dat is altijd een uitdaging. Mijn partijvoorzitter zegt soms dat je bij Openbare Werken moet vermenigvuldigen met pi. Ik hoop dat dat hier niet zo is, want dan hebben we het niet. Dan kan het niet.
Als we niet 6, maar 21 procent moeten betalen, blijft mijn engagement hetzelfde in absolute waarde. Dus als ze het dan nog willen, zal het van ergens anders moeten komen. Meer kan ik niet. Ik kan daar niet in toveren. Ik hoop dat dat duidelijk is.
De heer Moyaers heeft het woord.
Ik wil om te besluiten mijn woorden graag nog eens herhalen. Ik ben absoluut voor 100 procent voorstander van meer topsportinfrastructuur in mijn provincie. Wij hebben daar ook absoluut nood aan. De heer Wynants zegt dan dat sp.a haar engagementen maar moet nakomen, maar LSM moet daar in dit geval over beslissen. En LSM is niet de sp.a. Daar zijn alle partijen in vertegenwoordigd. Zeggen dat sp.a haar engagementen niet gaat nakomen, is dus een beetje kort door de bocht.
Ik apprecieer absoluut het Vlaamse engagement dat de minister geeft. Ik denk dat LSM zich ook absoluut zullen engageren voor de bedragen die zij ter beschikking willen stellen. Maar ik blijf een beetje op mijn honger zitten als het erover gaat waar dat geld van derden van moet komen. We loeren eigenlijk toch ook op geld van die grote privésponsors. Het is inderdaad een grote opportuniteit dat die wielerpiste er kan komen, maar waarom is het dan toch zo moeilijk dat de privé hier met meer centen over de brug komt? Vorige week las ik in een column in Het Belang van Limburg dat onze goede vriend Roland Duchâtelet zelfs zei dat wij daar eigenlijk geen enkele euro in zouden mogen investeren. Maar goed, dat doet nu niet ter zake.
Als je de kostprijs van die wielerpiste eventjes gaat vergelijken met het jaarbudget van een van onze Belgische topwielerploegen, dan is dat ongeveer hetzelfde bedrag. Ik denk nog altijd dat onze topwielerploegen heel veel profijt zullen kunnen halen uit heel veel van die wielertalenten die daar zullen worden opgeleid. Dus misschien moeten we die topploegen, in de laatste rechte lijn en in het ontwikkelingstraject van jonge, talentvolle wielrenners, op een of andere manier extra engageren om daartoe bij te dragen. Het lijkt mij ontegensprekelijk een zeer interessante piste om dat ook te kunnen onderzoeken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.