Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
De Vlaamse Regering keurde twee weken geleden op vrijdag de nota over de Vlaamse Energievisie goed. De tekst is het resultaat van meer dan een jaar overleg tussen u als minister van Energie en een veertigtal stakeholders en betrokken burgers.
Ik heb de visie gelezen en dacht: ik zal er maar niet op reageren zoals ik vorig jaar gedaan heb vlak voor het zomerreces. Toen kreeg ik het persbericht van de Organisatie Duurzame Energie (ODE), en dat gaf mijn gevoel weer. ODE geeft aan dat het plan de juiste algemene insteek heeft, maar ze kijken uit naar de verdere concretisering.
Ze moeten zich meer concentreren op het identificeren van uitvoerbare doelstellingen en op het hervormen van de energiemarkt, zodat die klaar is voor de overgang naar – volgens hen – 100 procent hernieuwbare energie. Ik veronderstel dat zij een van de veertig stakeholders zijn.
In Zwitserland werd in een referendum de energievisie goedgekeurd voor 2050, samen met de concrete acties, uitvoeringen en uitvoerbare doelstellingen, in één plan verwerkt. Het viel mij op dat men er in dat Zwitserse referendum duidelijk voor uitkomt dat het niet gratis zal zijn.
De vraagt blijft voor mij welke concrete acties ervoor zullen zorgen dat deze visie ook werkelijkheid wordt? Minister, kunt u daar enkele voorbeelden van geven? De visienota zelf bevat ook niet zoveel getallen en cijfers. We hebben ook nood aan concreet becijferde doelstellingen. Wat moeten we in Vlaanderen de komende jaren investeren om deze doelstellingen te behalen? Waarin zullen we moeten investeren? Zullen onze ondersteuningssysteem voor groenestroomcertificaten en subsidies voor hernieuwbare energie de komende jaren evolueren of niet? Misschien kunt u hier niet op deze concrete vraag antwoorden. Misschien krijg ik dan de reactie dat dat voer is voor een schriftelijke vraag of een gedachtewisseling of een debat. Hoe gaat u de gemiddelde Vlaming over de drempel krijgen om te investeren in energie-efficiëntie en hernieuwbare energie? Ik mis de concrete uitwerking van uitvoerbare doelstellingen in deze visie. Ik verwijs dan naar wat men in Zwitserland heeft gedaan en naar het feit dat dat daar zeer goed onthaald werd door de Zwitserse bevolking.
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, de Vlaamse Energievisie is het resultaat van één jaar werk rond het project Stroomversnelling. Meer dan veertig stakeholders, waaronder de sociale partners, sectororganisaties en kennisinstellingen, hebben in vijf inhoudelijke werkgroepen gewerkt aan een energievisie op de lange termijn. Samen met u stel ik vast dat als men een visie heeft, er wordt gevraagd wat dan de concrete maatregelen zijn. Ik vind het belangrijk dat er eerst een visie wordt ontwikkeld, want de kritiek luidt nogal dikwijls dat ‘men geen visie heeft’. Je moet ervoor zorgen dat je weet waar je naartoe wilt, en dat je dan op het terrein maatregelen neemt of de maatregelen die al genomen werden nog versterkt. U vraagt hoe ik de gemiddelde Vlaming over de drempel zal krijgen naar energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. Er komen regelmatig berichten naar boven, deze ochtend nog, dat het aantal installaties van nieuwe zonnepanelen in Vlaanderen verdubbeld is. Dat bewijst dat er op dit moment al iets in gang is gezet.
Ik blijf een eresaluut gooien naar de burgers die werden geselecteerd om hier in het Vlaams Parlement op een zaterdag een volledige dag keihard als individuele burgers mee te werken aan dit project. Op de lange termijn stelt de tekst 53 acties voor om de energietransitie te bewerkstelligen. We hebben deze opgenomen in bijlage 7, zodat u een duidelijk overzicht hebt. Ik denk bijvoorbeeld aan het verlengen van de energiebeleidsovereenkomsten, het ondersteunen van bedrijfsgedreven piloot- en demonstratieprojecten of de uitrol van de digitale meter. Ik ben dus al volop bezig met de door heel wat mensen en met een zeer breed draagvlak goedgekeurde Energievisie uit te voeren. Deze visie geeft de krijtlijnen aan en de richting waar Vlaanderen naartoe moet werken: naar een CO2-arme samenleving en een CO2-arme energievoorziening. Als ik daarmee niet zou bezig zijn, zou ik waarschijnlijk geen goede minister zijn geweest en zou dit hier ook al duidelijk naar voren zijn gekomen.
De visie ligt er nu, en we nodigen ook de stakeholders uit om opnieuw rond de tafel te zitten en concrete actieplannen uit te werken per thema. De acties die worden opgesomd in de visietekst, zijn algemene principes. We zullen ze nu concreet maken. Het lijkt mij het best om dit bottom-up te doen. Het is goed om de verschillende sectoren opnieuw hierbij te betrekken.
Ik weet dit 100 procent zeker, en ik zie dit ook in andere dossiers van mijn collega’s in de verschillende overheden van dit land: als men probeert om van bovenaf iets op te leggen zonder dat het wordt gedragen door lokale besturen, door de burgers in de eerste plaats, maar ook door de sectoren en de bedrijven, dan lukt dat niet. Ze zien niet alles – en dat is ook de reden waarom je het samen moet doen – maar het is wel de richting die men moet uitgaan.
We kunnen ook stellen dat de kosten van de energietransitie over meerdere dragers zullen worden verdeeld. Daar is de discussie al begonnen, niet iedereen zit op dezelfde golflengte. Die beslissingen zullen moeten worden genomen.
Vandaag is het natuurlijk zo dat heel veel op de elektriciteitsfactuur terechtkomt. Iedereen weet dat. Er gaan stemmen op om dat te veranderen, en ik denk inderdaad ook dat dat moet gebeuren. Dat staat ook in de visietekst. De grote vraag is wanneer en hoe. Ik kan ze onmogelijk allemaal al uitvoeren tegen het einde van deze legislatuur. Een aantal van de zaken die in de visietekst staan, zullen onderdeel moeten zijn van volgende regeringsonderhandelingen, om ze concreet te maken en ze gedragen te maken door volgende regeringen. Een aantal zaken zullen uitgevoerd zijn. Ik heb de ambitie om de digitale meter uit te rollen vanaf 2019. Dat is dus nog voor het einde van deze legislatuur.
Het klopt dat we nood hebben aan becijferde doelstellingen. De Energievisie stelt dan ook dat we dit doen tegen het einde van het jaar. Investeren in energiebesparende investeringen en energie-efficiëntie is prominent aanwezig in de tekst. Een van de werkgroepen was trouwens gewijd aan energie-efficiëntie. Het is goed bekend dat wij zullen investeren in zon, wind en warmte, en als het over lokale, kleinschalige biomassa gaat, is dat vandaag het meest opportuun, en in de toekomst nog meer warmte en diepe geothermie.
Uiteraard zal het ondersteuningssysteem herbekeken moeten worden. Ik heb daar al discussies over gehad met u, over de tendering van windmolens. Ik heb gezegd dat we dat zullen moeten aanpassen en herbekijken. Maar ik ben nog altijd ambitieus om de doelstellingen 2020 te halen. De principes die u opsomt, mijnheer Gryffroy, worden ook behandeld in de visie.
Ik besluit door te stellen dat ik ervan overtuigd ben dat dit document zeer sterk gedragen is en een zeer goede basis is. Weliswaar worden hier en daar wat accentverschillen gelegd door de verschillende participanten aan het geheel. Het lijkt mij logisch dat bepaalde sectoren andere accenten leggen dan de milieuorganisaties. Ik heb daar ook allemaal geen problemen mee. Maar het is wel een zeer goede en brede basis voor een toekomstig energiebeleid en – niet onbelangrijk – een belangrijke input en een belangrijk document voor het federale energiepact dat eraan komt in het najaar.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Dank u, minister. Ik noteer in elk geval dat de becijferde doelstellingen tegen eind dit jaar komen, maar eigenlijk hadden we ze eind vorig jaar ook al beloofd gekregen. De subdoelstellingen rond hernieuwbare energie hebben we niet. Zeker met het vooruitzicht van wat zal gebeuren met Langerlo en wat eventueel zal gebeuren met Max Green, denk ik dat dat zeer belangrijk is.
Ik vond het spijtig dat u met deze tekst met moeite de media gehaald hebt. Dat komt volgens mij doordat de tekst weinig afwijkt van de klimaatresolutie die kamerbreed goedgekeurd is in het Vlaams Parlement, behalve op één punt dat zeer sterk is opgevallen. Dat gaat over de verkoop van nieuwe wagens. Die moeten elektrisch zijn vanaf 2035, of voor 50 procent vanaf 2030. Dat is een aanscherping van de klimaatresolutie. Maar voor de rest zitten de concretere doelstellingen die in de klimaatresolutie staan, ongeveer op dezelfde lijn. Het was dus niets wereldschokkends.
U zegt dan dat deze tekst de basis is voor het federale energiepact, maar dat is wat voor mij juist ontbreekt. Dit is volgens mij niet de basis, want om een basis te hebben, moet je becijferde doelstellingen hebben, moet je weten waar je nu staat, waar je over vijf of tien jaar staat qua verbruik. Dat zijn becijferde doelstellingen. En daarmee ga je naar een federaal energiepact. Ik heb u dat ook al gezegd in de plenaire vergadering. Het federale energiepact moet ondersteunend werken voor het Vlaamse energiebeleid, maar daarvoor hebben ze op federaal niveau cijfers vanuit Vlaanderen nodig, om te kijken wat er effectief nodig is. Wat hebben we nu nodig in piek, gemiddeld in terawattuur op jaarbasis enzovoort? Waar kunnen we het halen? En dan moet het federale niveau gaan kijken hoe je dat kunt ondersteunen.
Ik beschouw deze tekst dus niet als een ondersteuning voor uw federale energiepact. Deze tekst is een visienota, en daar moeten becijferde doelstellingen bij komen, want het is met die becijferde doelstellingen dat u uw federale energiepact moet opmaken. Dat is mijn mening. En die is niet nieuw. Die is al twee, drie jaar oud. Ik heb dat hier in het Vlaams Parlement telkenmale op deze manier aangekondigd. En op die manier hebben we ook de resolutie kamerbreed goedgekeurd, als het gaat over de aanpak van Energievisie en energiepact.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik vond het ook jammer dat er niet zo veel aandacht in de pers was voor dit dossier, maar er waren andere dossiers die dat weekend net speelden. Dat is een beetje jammer, natuurlijk. Maar het is wel belangrijk dat er een visie is. En binnen die visie moet je je maatregelen uitrollen. Zo werkt het nu eenmaal.
Het is goed dat er nagedacht wordt over de lange termijn en dat meer energie-efficiëntie vooraan in de etalage werd gezet, ook in die visie. Op zich vinden wij dat als fractie belangrijk, want daar valt nog heel wat winst te halen, zo blijkt elke week wel uit mededelingen van deze of gene. De kmo’s onder andere zeiden recent nog dat zij nog heel wat energiewinst kunnen halen door in te zetten op energie-efficiëntie.
Een van de allergrootste uitdagingen is een groenere mobiliteit en de energierenovatie van gebouwen. De visie maakt daar ook melding van, maar geeft er volgens ons iets te weinig een antwoord op. Maar als dat pact dan wel veel concreter zal zijn, wil ik gerust nog wel eventjes wachten, als daar tenminste een degelijk antwoord op is.
Die concrete doelstellingen voor hernieuwbare energie tegen 2030 moeten er natuurlijk ook wel komen. Iedereen weet dat we er bij gelijkblijvend beleid niet zullen komen. Maar ik heb begrepen, minister, dat u voluntaristisch bent en nog meer wilt inzetten op hernieuwbare energie, en dat we de doelstellingen tegen 2030, die nu nog niet gezet zijn, wel kunnen halen.
De grote uitdaging zal inderdaad zijn om die visie geconcretiseerd te krijgen, want hoe concreter het wordt, hoe moeilijker het vaak wordt, zeker als we zien dat u heel vaak de ambitie hebt om plannen en acties budgetneutraal te laten zijn.
Ik ben er ook geen voorstander van om het geld door ramen en deuren te gooien, maar als de doelstelling budgetneutraliteit is, is het vaak heel moeilijk om concrete acties in de markt te zetten.
Ik wil met een positieve noot eindigen. Het is positief dat er geen taboes uit de weg worden gegaan. Zo stelt de visie ook dat op korte termijn het debat moet worden gevoerd over de alternatieve financiering van de openbaredienstverplichtingen en ook de wijze van aanrekening, met onder andere de suggestie om de openbaredienstverplichtingen en de netkosten afzonderlijk aan te rekenen of deels op te nemen in de begroting. Dat was tot vandaag de dag toch wel een taboe. Zoals bekend wordt nu werkelijk alles in de energiefactuur doorgerekend zodat energiezuinige toepassingen zoals warmtepompen, de concurrentie met gas en stookolie niet meer aankunnen. Ik wil graag op een ander moment hierover nog eens met u in debat gaan.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik denk dat uw Energievisie een goede stap is en dat er heel wat positieve elementen in zitten. Zoals collega Gryffroy ook zei, herkennen we heel wat elementen uit onze klimaatresolutie. Ik steun de oproep om een en ander concreet te maken en te laten becijferen zodat we met cijfers in de hand naar de federale onderhandelingstafel kunnen gaan en ervoor zorgen dat er federaal en ook in overleg met de andere deelstaten een echt complementair energiebeleid wordt gevoerd, dat de keuze die we hier in Vlaanderen maken mee ondersteunt.
We hebben ondertussen twee jaar geleden een resolutie kamerbreed goedgekeurd, waar de collega's naar verwezen. We hebben toen afgesproken dat er een Energievisie zou moeten komen die ter bespreking aan het parlement moet worden voorgelegd. Ik denk dat we, los van deze vraag, er eens een moment voor moeten uittrekken om daar dieper op in te gaan en dus iets meer tijd moeten uittrekken om dit belangrijke document te bespreken, het liefst ondersteund door wat cijfermatige evidenties.
De heer Beenders heeft het woord.
Ik sluit me aan bij alles wat gezegd is. Elke stap die we zetten om die Energievisie concreter te maken, moeten we ondersteunen. Ik ga niet in herhaling vallen, maar er is al veel gebeurd in de commissie en op het kabinet. Misschien moeten we vanuit de commissie eens nadenken hoe we kunnen helpen om die concretisering van de Energievisie nog meer vorm te geven. We moeten misschien eens tijdens de regeling van de werkzaamheden bekijken of we dat kunnen doen met hoorzittingen of met een apart, ander instrument. Ik denk dat we op alle mogelijke niveaus moeten proberen om die concretisering zo snel mogelijk rond te krijgen en dat we moeten aangeven dat het ons menens is met die Energievisie en dat we ze niet meer loslaten. Het is een document dat een goede startbasis is, maar als dat nu gewoon blijft liggen en we doen er niets concreets mee, dan verliezen we heel wat kostbare tijd. Het voorstel is dus om zo meteen tijdens de regeling van de werkzaamheden te bekijken hoe we dat mee kunnen ondersteunen, concretiseren en er desnoods met hoorzittingen mee vorm aan kunnen geven.
Minister Tommelein heeft het woord.
Collega's, ik vind ook dat, als je een brede visie uitdraagt, die wel wat meer aandacht zou mogen krijgen. Ik wil u daarin niet ontgoochelen: een visie die niet concreet is, die wel nodig is, daar schrijft men constant over en zegt en orakelt men dat ze er moet zijn, maar op het moment dat je er mee komt, schrijft men er niet over, hé. Men schrijft over concrete zaken, dingen die gebeuren, dingen die vooruit gaan. Dat weet ik ook, daarvoor ben ik ook iemand die communicatie redelijk bewust gebruikt.
Mijnheer Gryffroy, we hebben geluk dat het spoort met de resolutie die in het Vlaams Parlement is goedgekeurd. Mocht dat niet het geval zijn, dan heeft de groep die de stroomversnelling heeft begeleid, zijnde al die sectororganisaties, die individuele burgers en de organisaties die dat mee hebben ondertekend, inclusief de experten, een enorme afstand met het parlement. Gelukkig stel ik vast dat men in staat is om een jaar na te denken over de Energievisie en dat dit op het einde van de rit toch redelijk goed spoort met de resolutie die het Vlaams Parlement naar voren heeft gebracht, weliswaar met hier en daar wat aanpassingen. Mijn conclusie is alvast dat dit geen wereldvreemde visie is en dat het parlement, gelukkig maar, ook niet wereldvreemd is – maar daar was ik mij al langer van bewust, hoewel sommigen dat durven beweren.
Mijnheer Gryffroy, het is altijd een verhaal van de kip en het ei. Er zijn doelstellingen op korte termijn, op 2020, u weet dat zeer goed. Er is een energieplan, becijferd zelfs. Ik zal straks waarschijnlijk moeten overgaan tot een nieuwe berekening als Langerlo effectief niet doorgaat. Het zal niet anders kunnen. Ik heb er ook al een nieuwe gemaakt op het moment dat BEE niet is doorgegaan. Dus op 2020, op korte termijn, zijn de doelstellingen heel klaar en duidelijk. Er is een zonneplan, er is een windplan, er komt waarschijnlijk een van de volgende dagen een warmteplan. We hebben dus voor al die individuele zaken zeker becijferde maatregelen.
Mijnheer Gryffroy, ik moet u eerlijk zeggen dat ik daar een andere mening over heb dan u, en ook een ander aanvoelen. Een plan met cijfers is een zaak. Het uitvoeren van het plan op het terrein, mensen overtuigen om mee te werken, mensen overtuigen om effectief te isoleren, mensen overtuigen om energie-efficiënt te gaan werken, mensen overtuigen om zonnepanelen te plaatsen, mensen overtuigen om hun verzet tegen windmolens te stoppen, ook de lokale besturen, die nog altijd de nummer 1 zijn op het vlak van protest tegen inplantingen van windmolens, op het terrein gaan en zorgen dat het gebeurt, lijkt me nog veel belangrijker dan plannen maken met cijfers.
Trouwens, ik ben ervan overtuigd dat ook in de visie nu duidelijk staat dat we becijferingen gaan doen, en dat we dat uiteraard ook binnen het federale energiepact moeten inbrengen. Als het echter gaat over energie-efficiëntie en doelstellingen qua hernieuwbare energie, zijn het wel de gewesten die verantwoordelijk zijn, niet de federale overheid. Bij mijn weten is de federale overheid nog verantwoordelijk voor één ding: de windmolens op de Noordzee. Dat ken ik vrij goed, vanuit mijn vorige functie.
Als het echter gaat over hernieuwbare energie, dan gaat het over Vlaanderen: wij zeggen duidelijk wat we willen en waar we naartoe gaan. Ondertussen moeten we concretiseren en ik denk dat we dat ook doen. Nog maar vorige week is de vergroening van de verkeersbelasting voor de bedrijfsvoertuigen hier in de commissie goedgekeurd. Dat wordt waarschijnlijk volgende week al behandeld in de plenaire vergadering. Wij sturen op het vlak van groene fiscaliteit. De gemeenten, de lokale besturen zijn bezig met het ontwikkelen van lage-emissiezones. Dus het gebeurt. We zien de verkoop van dieselwagens kelderen op dit moment.
We zijn die visie dus al aan het implementeren. Niet alleen ik. Ik kan niks alleen. Ik ben de persoon die toevallig op deze stoel zit en moet proberen zo veel mogelijk te coördineren, maar of een tabel met cijfers maken alleenzaligmakend is... Een tabel met cijfers zegt niks. Ik ben jarenlang commercieel directeur geweest in een bank. Voor mij was het belangrijk om op het terrein resultaten te boeken, niet om met een tabel te zwaaien.
Mijnheer Danen, het doorrekenen van alle kosten in een energiefactuur heeft inderdaad zijn limieten bereikt. Ik denk dat iedereen daar een aantal meningen over heeft. Ik heb de heer Gryffroy daar ook al bepaalde voorstellen over horen formuleren. Ik denk niet dat iedereen het altijd met elkaar eens is, maar we zijn het wel eens over één ding, namelijk dat het doorrekenen van al die kosten via de gewone energiefactuur – lees: de elektriciteitsfactuur – zijn grenzen heeft en die limieten heeft bereikt. Daarvoor zullen er dus sowieso andere oplossingen moeten worden gevonden.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Dat we niet wereldvreemd zijn, klopt, want onze klimaatresolutie is zes maanden eerder goedgekeurd in het Vlaams Parlement. U hebt dus een goed basisstuk gehad om uw energievisie samen met uw stakeholders en uw burgerpanel te kunnen uitwerken.
Ik ben het er echter niet mee eens als u stelt dat het maar een tabel is. U spreekt enkel over energie-efficiëntie en hernieuwbare energie, maar een energievisie is meer dan dat. Dat gaat ook over de vraag hoeveel we in totaal nodig hebben, hoe we onze netten gaan uitbouwen. Niet alles zal immers door hernieuwbare energie gebeuren en niet alles kan nog energie-efficiënter worden gemaakt. Op een bepaald moment heb je dus een bepaalde basis aan energievoorzieningen nodig, die wel in het Vlaamse land zullen staan, maar waarover federaal wordt beslist. Het federale energiepact gaat inderdaad over de bevoorradingszekerheid en over de productie die nodig is. Hoe kunnen zij weten hoeveel productie er nodig is als wij dat niet weten, als wij niet met een tabelletje, zoals u het wat pejoratief noemt, kunnen aangeven hoeveel we nu nodig hebben, hoeveel we nog kunnen aftrekken via onze energiebesparing of via hernieuwbare energie en hoeveel we in de toekomst dan nog nodig zullen hebben via een andere manier, rekening houdend met de diverse visies die u hebt gemaakt en die dus wel moeten geconcretiseerd in concrete doelstellingen? U noemt dat dan wel pejoratief een tabelletje, maar dit is voor mij nog altijd de basis.
De vraag om uitleg is afgehandeld.