Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Hendrickx heeft het woord.
Een tweetal weken geleden werden in Technopolis Mechelen zestien Nederlandse schoolmeisjes seksueel lastiggevallen door vier eveneens minderjarige Vlaamse leerlingen. De getuigen spreken over agressieve ongewenste intimiteiten, tot op de damestoiletten toe.
De reactie van een woordvoerder van Sensoa, het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid, aan VTM-Nieuws trok de aandacht. Hij verklaarde het volgende: “Als jongeren beginnen te experimenteren met relaties en seksualiteit, weten ze nog niet waar de grenzen liggen. Ook 'toestemming' is voor hen een relatief concept. Dus dan gebeurt het wel eens dat jongeren over de grenzen gaan, zonder dat ze het zelf beseffen. Dat is uiteraard een jammerlijke zaak. Het is belangrijk om in zo'n gevallen op een goede manier te reageren. De beste manier is om met die jongeren in gesprek te gaan. (…) Gepast reageren, is dan ook beter dan een strafrechtelijke vervolging.”
De manier waarop een centrum dat als autoriteit geldt in deze materie, manifest seksueel misbruik schijnt te vergoelijken en relativeren, roept vragen op. Jongeren van 14 die in groep zestien meisjes betasten tegen hun wil, tot in de damestoiletten toe, wordt voorgesteld als ‘experimenteren met relaties’, zonder dat men zou beseffen dat er een grens wordt overschreden.
U weet wellicht dat in Mechelen eind vorig jaar een actieplan seksuele intimidatie werd gelanceerd. Belangrijk onderdeel daarvan is een lik-op-stukbeleid, waarbij ook minderjarige daders meteen worden gesanctioneerd. Er is nultolerantie voor elke vorm van intimidatie of misbruik. De verklaringen van Sensoa gaan daar lijnrecht tegenin.
Sensoa is voor drie kwart van zijn financiering afhankelijk van de Vlaamse overheid. In ruil daarvoor dient het centrum als officiële partnerorganisatie onder meer te helpen om ‘seksueel grensoverschrijdend gedrag voorkomen’.
Minister, hoe staat u tegenover de uitspraken van Sensoa over de kwestie Technopolis? In hoeverre stroken die met de visie van de Vlaamse Regering ter zake? Bent u van mening dat een dergelijke houding strookt met de opdracht die Sensoa krijgt van de Vlaamse Regering om seksueel grensoverschrijdend gedrag te verhinderen, onder meer bij jongeren? Zo nee, plant u een initiatief?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik heb begrepen dat Sensoa zich ondertussen geëxcuseerd heeft, publiek en persoonlijk bij u als vraagsteller. Toch hou ik eraan om uw vragen te beantwoorden.
De uitspraken van de woordvoerder van Sensoa zijn in dezen niet correct geciteerd en vervolgens gemonteerd en uitgezonden na het verslag over de gebeurtenissen in Mechelen, en dat heeft tot verkeerde interpretaties geleid. Ik licht de feiten kort toe.
Naar aanleiding van een incident rond seksueel grensoverschrijdend gedrag op woensdag 10 mei 2017 in Technopolis, werd ook Sensoa gecontacteerd door het VTM-nieuws. Sensoa gaf daarbij meer bepaald antwoord op de vraag of dergelijke incidenten vaker voorkomen in scholen en hoe dat komt. Een aantal scholen worden hier inderdaad mee geconfronteerd. Een van de redenen daarvoor is dat jongeren aan het begin van hun seksuele carrière staan, en daarbij soms gedrag stellen dat de grenzen van anderen niet respecteert. Het is belangrijk om die feiten ernstig te nemen en hen daarop te wijzen, zodat zij zich bewust zijn van de impact van hun gedrag, en vooral ook om te vermijden dat zij dat in de toekomst herhalen.
Doordat deze reactie net na het verslag van de gebeurtenissen in Mechelen kwam en de vraag niet werd uitgezonden, leek het alsof de reactie van Sensoa rechtstreeks betrekking had op de gebeurtenissen in Technopolis. Dat was niet het geval. Daardoor werd de indruk gewekt dat Sensoa de gebeurtenissen zou ‘vergoelijken’. In de dagen daarop ontving Sensoa een tiental klachten via de website, die allen onmiddellijk individueel werden beantwoord.
Op vrijdagochtend 12 mei stelde Sensoa vast dat u als eerste schepen en Vlaams volksvertegenwoordiger de avond voordien een persbericht had verspreid met kritische bedenkingen over de uitspraken van Sensoa en waarin u een interventie aankondigde. Sensoa heeft daarop zelf het initiatief genomen om op vrijdag 12 mei ook via een persbericht te reageren, wat opgepikt werd door enkele kranten. Sensoa heeft u vervolgens onmiddellijk persoonlijk via mail gecontacteerd met de boodschap dat ze iets wilden rechtzetten, en zo hebt u ook het persbericht toegestuurd gekregen. Aangezien u uw parlementaire vraag op hetzelfde moment ingediend hebt als uw persbericht, heeft de snelle reactie van Sensoa op deze vraag geen invloed gehad.
Om volledig te zijn, wijs ik er nog op dat de woordvoerder van Sensoa niet helemaal correct wordt geciteerd. Hij zegt niet dat toestemming “een relatief concept is”, maar dat “toestemming een relatief abstract concept is”, een belangrijke nuance. En ook “dat een gepaste reactie nodig is eerder dan strafrechtelijke vervolging”, wat ook iets anders is dan “beter dan een strafrechtelijke vervolging”.
De uitspraken en de houding van Sensoa om dit publiek en ten aanzien van u persoonlijk recht te zetten getuigen wat mij betreft van inhoudelijke kwaliteit van geleverd werk, van empathische en wetenschappelijk gefundeerde manier van reageren op gebeurtenissen in de samenleving en van professionele omgang met de media en met vragen vanuit de bevolking. Ik plan dan ook geen andere initiatieven dan het gewoon verder goed samenwerken met deze organisatie. Ik ga ervan uit, en ik meen dat uit uw reactie te mogen begrijpen, dat met de excuses en de rechtzetting het ontstane misverstand met Sensoa is gecorrigeerd.
Minister, ik beaam dat ik die excuses ontvangen heb, weliswaar na mijn vraag, en misschien ingegeven door de ophef die was ontstaan, maar ik heb aan Sensoa toen laten weten dat ik het groots vond van hen, dat ik dat echt wel op prijs stelde. Ik liet hen weten dat ik vond dat het hen paste als organisatie die werkt rond deze problematiek en grotendeels wordt gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap. Een alert optreden heb ik zeker op prijs gesteld. Ik heb dat ook in de lokale pers meegedeeld.
Ik hoop dat in de toekomst dergelijke incidenten niet meer zullen gebeuren, zodat, zoals u zegt, geen verdere initiatieven nodig zullen zijn. Daarmee is, wat mij betreft, dat incident gesloten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.