Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, er is hier al een paar keer de vraag gesteld wat we doen met de mini-EBO’s (energiebeleidsovereenkomst), hoever u daarmee staat enzovoort, vooral ook omdat er vraag is vanuit de markt. Volgens UNIZO kunnen kmo’s nog gemiddeld 20 procent energie besparen, maar ze gaan dat ook niet altijd doen omdat dat niet hun corebusiness is enzovoort. Ook om ervoor te zorgen dat het niet enkel bij intenties blijft, dat er ook effectief tot actie wordt overgegaan, is in het regeerakkoord dus afgesproken dat niet enkel de EBO’s voor grote bedrijven zouden worden voortgezet, maar dat men ook zou werken met mini-EBO’s, maar dan sectorgebonden.
Ik was dan ook verheugd om via de media te vernemen dat u nu een akkoord hebt met Horeca Vlaanderen. Dat lijkt me een typische sector waar er nog wel wat kan worden gedaan als het gaat over energie-efficiëntie, waarbij het niet altijd grote, dure maatregelen moeten zijn, maar soms een verzameling van een aantal kleinere maatregelen. Ze hebben bijvoorbeeld veel warm water nodig: kunnen ze een zonneboiler plaatsen? Er is dus een soort mini-EBO afgesloten met Horeca Vlaanderen. Het Vlaams Energieagentschap (VEA) geeft daarbij ondersteuning aan de Vlaamse horecasector om gedurende 2 jaar 1000 horecazaken te begeleiden om energie-efficiënter te worden. Ermee rekening houdend dat er 30.000 horecazaken zijn, is het potentieel eigenlijk enorm.
Minister, welke concrete afspraken hebt u gemaakt met Horeca Vlaanderen? Hebt u ook resultaten vooropgesteld? Als dat zo is, hoe zal dan die monitoring gebeuren? Op welke manier zult u ook samenwerken met de andere sectoren? Welke andere sectoren komen volgens u ook in aanmerking voor een mini-EBO? U hebt een budget uitgetrokken voor Horeca Vlaanderen. Wat is dan het totaalbudget dat u eventueel zou uittrekken om ook nog andere sectoren hierin te betrekken?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, ik ben blij dat we opnieuw een stap hebben gezet in het sensibiliseren en aanzetten van een sector. Zoals u weet, en ook een beetje ziet, is dat een sector die me na aan het hart ligt. Er zullen nog sectoren volgen, want het potentieel is zeer groot. Daar ben ik me van bewust.
Horeca Vlaanderen zal een ontzorger aanstellen om bij kleine en middelgrote horecaondernemingen het potentieel aan rendabele energiebesparingsinvesteringen na te gaan. Die ontzorger zal de horecaondernemingen ook bijstaan bij het volledige proces, vanaf het aanvragen en vergelijken van offertes tot de opvolging van de installatie en de gerealiseerde energiebesparing. Via die ontzorging zal er dan worden tegemoetgekomen aan twee van de meest voorkomende belemmeringen voor investeringen in energie-efficiëntie bij kmo’s, namelijk het gebrek aan tijd en het gebrek aan kennis over de opportuniteiten van energie-efficiëntie.
Om zo veel mogelijk kmo’s uit de sector te bereiken en daar energiebesparende investeringen te realiseren, zal Horeca Vlaanderen raamcontracten opstellen met die installateurs die een goede dienstverlening leveren qua prijs en kwaliteit. Daardoor kan er een grote uitrol worden gerealiseerd binnen de horecasector van die maatregelen waarvan de terugverdientijd maximaal enkele jaren bedraagt. Die benadering zal ervoor zorgen dat binnen dit project de focus niet zal liggen op het uitvoeren van energiestudies en energiescans, maar op het onmiddellijk uitvoeren van energiebesparende investeringen om zo snel mogelijk tot reële besparingen te komen.
Horeca Vlaanderen heeft zichzelf als doel gesteld om tijdens de looptijd van het project, zijnde twee jaar, bij duizend kmo’s uit de sector energiebesparende investeringen te doen realiseren. De monitoring van de resultaten zal gebeuren via de zesmaandelijkse rapportage van Horeca Vlaanderen aan het VEA. En inderdaad, het zijn er duizend, terwijl we een veelvoud aan horecazaken hebben, ik herinner me dat ook nog vanuit mijn vorige functie, maar ik geloof nu eenmaal in het multiplicatoreffect, niet alleen voor zonnepanelen, maar ook voor dit dus.
Momenteel lopen er gesprekken met FEVIA, de sectorfederatie van de Belgische voedingsindustrie, maar ook met Agoria, de sectorfederatie voor de technologische industrie in België, om een soortgelijk proefproject voor een mini-EBO op te starten. Er is in de begroting van 2017 voor deze mini-EBO-proefprojecten in een budget van 500.000 euro voorzien.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Klopt het dat u nu een budget van 145.000 euro voor twee jaar hebt voor Horeca Vlaanderen? En is die 500.000 waarvan u spreekt een jaarlijks budget? Dat is dan recurrent. Dat komt terug. Dat betekent dus dat we nog 425.000 euro nuttig kunnen besteden aan mini-EBO’s binnen bepaalde sectoren.
Dat klopt.
In verband met de monitoring waarover u spreekt, gaat het dan veeleer over het aantal, over hoever men staat met het bereiken van die duizend horecazaken, of gaat u ook proberen te monitoren wat de daadwerkelijke besparing is geweest? Ik weet immers niet of u het weet, maar indertijd is er ook nog een EFRO-project (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) geweest om eventueel bepaalde modelverbeteringen inzake energie-efficiëntie te gaan toepassen, bijvoorbeeld bij de horeca, maar dat kan ook in andere sectoren zijn, met een bepaalde ondersteuning.
Dan moet er wel een monitoring gebeuren voor en na de installatie en moeten de resultaten op iCloud geplaatst worden. Daardoor krijg je ook de aanzet om te besparen. Iemand kan zeggen: ‘Men vertelt mij dat een zonneboiler plaatsen interessant zou zijn voor mij, ik heb hier een stapel offertes maar ik weet niet of dat klopt.’ Als de resultaten op iCloud of via de beroepsvereniging beschikbaar zijn, dan kunnen we niet enkel het aantal aanvragen monitoren, maar kunnen we ook het besparingspotentieel monitoren en hoeveel aanvragers effectief een investering hebben uitgevoerd.
Kortom, gaat de monitoring enkel over het aantal aanvragen of ook over de besparingsdoelstellingen?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, dat is een bijzonder goed idee. Ik zal dat opnemen met het Vlaams Energieagentschap om te kijken of ze dat in hun contacten met Horeca Vlaanderen kunnen meenemen. Wij maken afspraken met Horeca Vlaanderen om zo snel mogelijk bepaalde zaken te realiseren. Het is uiteraard een zeer goede zaak dat de data van de realisaties en energiebesparingen mee opgenomen worden in een database zodat we daar verder op kunnen werken en effectief materiaal hebben om de mensen te tonen wat de effectieve besparing is. Ik beaam uw ideeën daarover en zal dat met het VEA opnemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.