Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in navolging van het ‘Clean power for transport’-plan van de Vlaamse Regering kan de Vlaming sinds 2016 een zero-emissiepremie krijgen voor de aanschaf van een zero-emissiewagen. De premie is specifiek bedoeld voor elektrische wagens en wagens op waterstof, waar we zeer blij mee zijn. Vorig jaar kende de premie 471 aanvragen en werd in totaal 2,165 miljoen euro aan premies uitbetaald. Op 28 april 2017 werd de premie nog verder uitgebreid naar privépersonen die een zero-emissiewagen leasen voor minimaal 3 jaar.
Momenteel komen enkel voertuigen in aanmerking van categorie ‘M1’, zijnde voertuigen die ontworpen en gebouwd zijn voor het vervoer van passagiers en die ten minste vier wielen hebben en maximaal acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend. Er bestaat echter ook een marktsegment van zero-emissiemotorfietsen. Dit heeft betrekking op tweewielers die worden aangedreven enkel door een elektrische motor en met een snelheid hoger dan 45 kilometer per uur. De belastingen voor een elektrische motorfiets zijn vandaag al betrekkelijk laag. Er zijn al heel wat fiscale voordelen voor elektrische motorfietsen en eigenlijk voor motorfietsen in het algemeen. De belasting op de inverkeerstelling bedraagt 61,5 euro en een elektrische motorfiets is vrijgesteld van de jaarlijkse verkeersbelasting.
Naast de voordelen van geen uitstoot en geen lawaaihinder, hebben elektrische motorfietsen nog als bijkomend voordeel – dat is ook de reden waarom ze extra fiscaal worden bevoordeeld – dat zij een antwoord bieden op de fileproblematiek. Een uitbreiding van de zero-emissiepremie naar deze voertuigen is vanuit deze standpunten verdedigbaar. Daarenboven werd het subsidiebudget van de premie vorig jaar niet opgebruikt, in tegenstelling tot wat soms werd aangenomen, waardoor de budgettaire ruimte voorhanden zou moeten zijn. Gelet op het beperkte marktsegment van elektrische motorfietsen, valt allicht ook geen grote hoeveelheid aan premieaanvragen te verwachten. Mijn vraag is in een voorwaardelijke wijs gesteld om uw idee daarover eens te horen.
Minister, hebt u een zicht op de grootte van het marktaandeel van elektrische motorfietsen in Vlaanderen? Wat zijn de verwachtingen voor de nabije toekomst?
Werd het invoeren van een zero-emissiepremie voor elektrische motorfietsen bij de opmaak van het ‘Clean power for transport’-plan en de opstart van de zero-emissiepremie reeds overwogen? Wat waren eventueel de conclusies ter zake?
Overweegt u de uitbreiding van de zero-emissiepremie naar elektrische motorfietsen? Indien ja, op welke tijdspanne en volgens welke modaliteiten zou dat realiseerbaar zijn? Indien nee, waarom niet?
Minister Tommelein heeft het woord.
Collega’s, er zijn maandelijks cijfers beschikbaar van de FOD Mobiliteit, maar die zijn binnen de L-categorie niet uitgesplitst. Alle soorten elektrische voertuigen die geen wagen of vrachtwagen zijn, worden hier samengenomen. Een precies idee van de omvang van de elektrische motorfietsen vraagt verdere analyse. Er bestaan geen potentieelinschattingen voor dit type voertuig. Ik denk wel dat er potentieel is.
Gelet op het milieupotentieel van deze voertuigen werd dit zeker overwogen bij de opstart van het ‘Clean power for transport’-plan. We stelden echter vast dat er hiervoor een federale belastingaftrek van 15 procent bestaat voor particulieren. Zoals u weet, hou ik er niet van om verschillende types ondersteuning en aansporingen naast elkaar te laten bestaan. Als je iets wilt doen ter motivatie dat krachtig en duidelijk moet zijn, moet dat voor korte tijd gelden en mag je zeker niet overdrijven. In oversubsidiëring ga ik zeker niet mee. Op basis daarvan werd beslist om geen dubbele subsidiëring in het leven te roepen.
De federale belastingaftrek bestaat dus nog steeds, en zoals u weet, mijnheer Diependaele, heb ik daar geen zeggenschap in. Ik zou er natuurlijk wel eens met mijn collega Van Overtveldt over kunnen praten, maar als we de federale belastingaftrek willen afschaffen om een Vlaamse premie in te voeren, dan nemen we budgettair natuurlijk iets op ons. Ik ben er wel van overtuigd dat een belastingaftrek voor zoiets minder effect heeft dan een onmiddellijke injectie met een beperkte premie, beperkt in duur en beperkt in enveloppe. Maar goed, we hebben momenteel nog zeker geen plannen in die richting.
Ik ben er ook van overtuigd dat de markt zich kan bewegen zonder subsidies. Ik zie dat gebeuren voor de elektrische fietsen. Ik denk dat de heer Rzoska daar al een vraag over heeft gesteld. De markt voor elektrische fietsen evolueert heel snel. Als ik op mijn fiets zonder elektrische aandrijving rijd, zie ik heel veel mensen – en steeds meer – op elektrische fietsen rijden. Twee op de vijf nieuwe fietsen zijn trouwens elektrisch. Je ziet het ook aan de aanbiedingen: er is op dit moment een ware prijzenslag bezig waarbij de concurrentie hevig wordt. Ik verwacht dan ook dat de prijzen nog zullen dalen. Ik denk dat het voor motorfietsen die omschakelen naar elektrische motorfietsen, niet anders zal zijn. Ik zie trouwens dat een bekend merk van Italiaanse oorsprong – en ik zal geen reclame maken – eind 2017 met een elektrisch model komt.
Het is zeker op te volgen. Het zou mij absoluut niet moeilijk liggen om te zeggen dat we dit versnellen zodat motorfietsen heel snel omschakelen naar elektrische aandrijving. We proberen dat in kaart te brengen. Mijn administratie heeft een studie besteld om de markt en het potentieel van lichte elektrische voertuigen, waaronder de motorfietsen, in kaart te brengen.
Het is de bedoeling om hierrond eventueel nieuw beleid te ontwikkelen. We zullen die studie in het najaar finaliseren.
Ik sta er dus niet afkerig tegenover om dat grondig te bekijken. Ik sta niet te springen om dingen te subsidiëren waar de markt zich waarschijnlijk zelf zal ontwikkelen. Ik verwacht dat eerlijk gezegd. Dat is mijn persoonlijke mening, het is niet gebaseerd op wetenschappelijke studies.
En als daar dan moet worden onderzocht of we dat eventueel tijdelijk ondersteunen, dan moeten we dat kort en krachtig doen, in een beperkte enveloppe, met een maximale ondersteuning. Maar nogmaals, op dit moment staat dat niet op de agenda.
De heer Diependaele heeft het woord.
Ik begrijp dat u er wel potentieel in ziet en dat het zal worden onderzocht. De optie blijft open, het is nog niet definitief.
Voor alle duidelijkheid: ik ben tevreden met dat antwoord, maar ik wil een paar zaken aanhalen. Eerst en vooral ben ik het er principieel volledig mee eens – we hebben het er al over gehad – dat je geen subsidies bovenop subsidies bovenop een fiscaal voordeel enzovoort moet geven. Dat klopt absoluut.
Ik wil daarbij iets opmerken. Ten eerste, als ik mij niet vergis, is die 15 procent aftrek voornamelijk voor woon-werkverkeer met de motorfiets. Ten tweede, er is niet alleen een milieuvoordeel – want tot daar lopen ze gelijk met de elektrische wagen – maar het extra voordeel is natuurlijk het fileprobleem. En die aftrek voor motorfietsen was er al omdat die naar fietsen toe een extra voordeel hebben. In die zin is het verdedigbaar. Principieel ben ik het ermee eens: we moeten bekijken of dat elkaar niet te veel zal overlappen. Maar een elektrische motorfiets heeft een dubbel voordeel: ze heeft geen uitstoot en zorgt dan ook nog eens voor het oplossen van files, in tegenstelling tot de elektrische wagen, die in principe geen oplossing is voor files.
Een ander element is de premie tegenover de fiscale maatregelen. In heel wat economische ondersteuning ben ik eerder voor fiscale maatregelen. Maar in dezen, als je effectief een onmiddellijk effect wilt op de markt, is een premie inderdaad beter. We zullen samen met u het onderzoek afwachten, en dan volgen we dat in de loop van het najaar verder op.
De vraag om uitleg is afgehandeld.