Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer De Potter heeft het woord.
Minister, in het regeerakkoord en in de beleidsbrief werd opgenomen dat er vanuit het departement Financiën zou worden gewerkt aan een subsidiedatabank.
Op 18 oktober 2016 bevestigde u in deze commissie op een vraag van de heer Diependaele dat in 2017 een subsidiedatabank wordt gepland. We zijn bijna zeven maanden later en ik heb daar intussen niets meer over gehoord en ik ben nogal nieuwsgierig, vandaar dat ik het opportuun vond om een opvolgingsvraag te stellen.
U hebt toen gezegd dat een subsidiedatabank volgens u nodig is omdat het een essentieel hulpmiddel is ter vermijding van dubbele subsidiëring, maar ook om de kwaliteit van de subsidieprocessen te optimaliseren. U gaf aan dat het wenselijk is dat uw departement Financiën en Begroting zijn volle medewerking zou verlenen aan dit project.
Aanvankelijk werd onderzocht of Oracle e-Business Suite-release (OraFin) geschikt zou zijn als databank. OraFin is het financiële systeem dat de boekhouding van de Vlaamse overheid ondersteunt, maar zoals u aangaf, heeft dat systeem niet de finaliteit om informatie te verstrekken over subsidiestromen, en dus is het geen geschikt platform.
Ondertussen werd het project ‘Slimme subsidies’ opgestart door het Agentschap Informatie Vlaanderen. Dit project heeft een overheidsbreed karakter: alle subsidieverstrekkende entiteiten zijn erbij betrokken. De uiteindelijke doelstellingen van dit project zijn: vereenvoudiging, stroomlijning en digitalisering van de Vlaamse subsidiestromen. Hierbij zullen stapsgewijs bestaande sjablonen, procedures en systemen op elkaar worden afgestemd na een analyse uiteraard van de bestaande situatie. De uitbouw van een subsidiedatabank wordt in dit project in het vooruitzicht gesteld.
Minister-president, wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitbouw van een subsidiedatabank? Wat is de concrete timing? Wanneer mogen we de concrete uitrol op het terrein verwachten?
Wat is de finaliteit van deze subsidiedatabank voor de administratie enerzijds en eventueel voor de burger anderzijds? Wat is de kostprijs van dit project waarvoor het hefboombudget Radicaal Digitaal zou worden aangesproken?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer De Potter, het is inderdaad een feit dat ik hier op 18 oktober 2016 naar aanleiding van een vraag van collega Diependaele heb aangegeven dat ik wat betreft de uitbouw van een subsidiedatabank vertrek van wat wordt opgezet in het project ‘Slimme subsidies’ zoals opgestart door het Agentschap Informatie Vlaanderen. Vooreerst wens ik aan te geven dat in het kader van dit project, we nu eerder dienen te spreken over een ‘subsidieregister’ in plaats van over een ‘subsidiedatabank’. Door deze gewijzigde woordkeuze zorgen we ervoor dat we technisch geen voorafname doen omtrent de drager van de informatie die we beogen.
Het subsidieregister heeft verschillende doelstellingen. In het kader van staatssteun moet de Vlaamse overheid op een transparante wijze aan Europa kunnen rapporteren over de financiële stromen die als steun aan derden kunnen worden beschouwd. Het subsidieregister moet hierop een antwoord kunnen bieden. Het subsidieregister moet samenwerking binnen de Vlaamse overheid en dus tussen de verschillende entiteiten faciliteren. Indien entiteiten van elkaar weten welke entiteiten aan welke aanvragers steun verlenen, kan er op een slimme manier een samenwerking worden opgezet, een complementair beleid worden ontwikkeld en kunnen bepaalde subsidiemaatregelen eventueel samen worden behandeld.
Ook voor budgettaire controle- of adviesinstanties zoals de Inspectie van Financiën kan het register een waardevol instrument zijn, bijvoorbeeld voor het detecteren van dubbele subsidiëring. Het register moet het op termijn mogelijk maken inzicht te geven in de evolutie van subsidiemaatregelen: geografisch, in de tijd en naargelang de aard van subsidieontvangers. Ook kan een subsidieaanvrager op termijn een historisch overzicht krijgen van de toegekende subsidies. Tot slot kan het register voor de potentiële aanvrager een interessante bron zijn om de mogelijkheden van subsidiëring beter en overzichtelijker in beeld te krijgen.
De doelstellingen van het subsidieregister zijn beslist op de vergadering van de stuurgroep van ‘Slimme subsidies’ in maart 2017. Op de vergadering van het voorzitterscollege van april 2017 werden deze doelstellingen toegelicht.
Informatie Vlaanderen neemt de trekkersrol op zich bij het opzetten van het subsidieregister. Er lopen gesprekken met Financiën en Begroting over de rol die OraFin kan opnemen. Er is afstemming bezig met de andere basisregisters binnen de Vlaamse overheid, zodat het subsidieregister op een geïntegreerde manier wordt opgezet. Op die manier kan het subsidieregister op lange termijn als instrument nog beter ondersteunend werken op het vlak van beleidsinformatie en gegevensdeling. Omgekeerd kan het subsidieregister een zinvolle bijdrage leveren aan andere basisregisters.
Midden mei – volgende week dus – start het traject om een datamodel uit te werken om vervolgens naar functionele analyse en ontwikkeling te gaan. U stelt uw vraag dus met een perfecte timing.
Informatie Vlaanderen wil een eerste versie in het voorjaar van 2018 opleveren. De effectieve timing van de ontwikkeling zal natuurlijk afhankelijk zijn van de mate waarin er middelen inzake Vlaanderen Radicaal Digitaal voorhanden zijn.
Momenteel is er voor de projectkost 300.000 euro aan budget gevraagd bij het programma Vlaanderen Radicaal Digitaal 2017.
De heer De Potter heeft het woord.
Ik dank u voor uw antwoord, minister, en voor de verduidelijking dat we niet meer spreken over subsidiedatabank maar over subsidieregister.
Ik ben blij dat u een aantal finaliteiten van het register hebt aangestipt. Er zijn een aantal belangrijke bij, uiteraard de rapportering aan Europa en de budgettaire controle, maar ook voor de burger de mogelijkheid om eventueel te gaan zoeken welke subsidies er bestaan en om een historisch overzicht te krijgen. Ik heb nu wel begrepen dat de ambitieuze timing die vooropgesteld wordt, wel wat wordt opgeschoven en dat we nu mikken op het voorjaar van 2018. Ik kan dat begrijpen, want het zijn vaak zeer complexe en moeilijke oefeningen, waarbij, als ze eenmaal lopen, vaak een aantal problemen opduiken. Het is een goed project dat nog verder zal moeten worden aangestuurd en opgevolgd. Ik hoop dat we dan volgend voorjaar een eerste resultaat mogen zien.
De vraag om uitleg is afgehandeld.