Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, de geboorte van het Jeugd- en Kinderrechtenplan (JKP) 2015-2019 werd enthousiast onthaald. Het plan is het resultaat van een uitgebreid participatief proces en omvat duidelijk geformuleerde doelstellingen. Binnen hun bevoegdheidsdomeinen nemen alle Vlaamse ministers het engagement om beleidsdoelstellingen specifiek gericht op kinderen en jongeren te realiseren.
Als minister van Jeugd hebt u ook zelf goede voornemens gemaakt door aan te kondigen dat u erop toe zou zien dat uw collega’s hun voornemens ook effectief uitvoeren. Iedereen tevreden: zowel het parlement als de Vlaamse Jeugdraad, die intensief aan het plan heeft meegewerkt. Deze zomer volgt een tweejaarlijkse evaluatie van het JKP.
De voorbije twee jaar zijn er in het Vlaams Parlement heel wat vragen gesteld over de opvolging van verschillende van de strategische doelstellingen binnen het JKP. Uit de verschillende antwoorden blijkt dat er binnen het kader van het JKP weinig concrete initiatieven zijn gerealiseerd.
Bij de bespreking van de begroting 2017 werd gesproken over de mogelijke afschaffing of een integratie in andere plannen en was er twijfel over in hoeverre het JKP de evaluatie van 2017 zou overleven. Voor alle duidelijkheid: Groen is voorstander van het voortbestaan van het – eventueel bijgestuurde – JKP.
Bij nader toezien komt er momenteel heel wat ongenoegen en ongerustheid bovendrijven. In totaal tellen we 214 geplande projecten en processen om tot de verwezenlijking van de verschillende doelstellingen te komen. De volgende stap is een vertaling naar concrete plannen en een hieraan gekoppelde financiering. Die stap blijft evenwel tot nu toe dode letter.
Naar aanleiding van de komende evaluatie maak ik mij, samen met heel wat anderen, zorgen over de toekomst van het JKP. Misschien moet het een beperkter maar concreet gefinancierd instrument worden. Misschien is het zinvol om voor de komende twee jaar een beperkt aantal duidelijke prioriteiten te stellen.
Minister, ziet u nog een toekomst voor het JKP? En hoe ziet u die toekomst? Welke opportuniteiten ziet u om de effectiviteit van het JKP te versterken? Bent u voorstander van het downsizen van het JKP naar meer concrete, duidelijk financieel onderbouwde initiatieven? Waarom wel, waarom niet? Waar liggen uw prioriteiten binnen het huidige JKP? En hoe gaat u ervoor zorgen dat deze prioriteiten worden gehaald? Wanneer mogen we de tweejaarlijkse evaluatie van het JKP verwachten?
Minister Gatz heeft het woord.
Mijnheer Annouri, uw vraag komt net iets te vroeg. U hebt zelf aangegeven dat u weet dat de evaluatie op til is. Misschien is uw vraag net iets te pessimistisch. Ik zal proberen uit te leggen waarom ik u dat bij wijze van inleiding zeg.
Hoe zie ik de toekomst? Is er nog een toekomst voor het JKP?
Vanuit het geloof dat kinderen en jongeren mee een dragende kracht kunnen zijn voor de transities waar Vlaanderen voor staat, moet de Vlaamse overheid binnen een langetermijnvisie ook concrete doelstellingen voor het jeugd- én kinderrechtenbeleid verwezenlijken. Veel van de uitdagingen waar Vlaanderen mee geconfronteerd wordt, hebben een rechtstreekse impact op jongeren. Denk maar aan onderwijs, wonen of werkgelegenheid. Dat zijn maar enkele voorbeelden. Zeker in de grote steden – waar de genoemde uitdagingen nog veel dwingender zijn – is de bevolking bovendien heel wat jonger. Samenwerking tussen beleidsdomeinen en afstemming van beleid zijn dus noodzakelijk om aan deze brede uitdagingen, waar ook jongeren mee geconfronteerd worden, tegemoet te kunnen komen. Het leven is – om het met een vreemde zin te zeggen – per definitie een beetje cross-sectoraal. Kinderen en jongeren kunnen bovendien meer dan wij denken ‘agents of change’ zijn. Daarvoor zijn ze jong. En wij zijn dan wat ouder, zo gaat dat. Zij kunnen de zaken waarvoor we staan, vooruithelpen. Maar dat kan natuurlijk enkel als we jongeren het nodige vertrouwen geven, als we hen serieus nemen en als we hen ten volle betrekken bij het beleid dat hun aanbelangt.
Er is jaren hard aan gewerkt om te geraken waar we nu staan. Als ik me goed de bespreking herinner in deze commissie, dan denk ik dat toen ongeveer elke fractie voorstander is en was van het voortbestaan van het JKP. Het feit dat het JKP decretaal verankerd werd, biedt dus een stevige garantie dat opeenvolgende regeringen het niet zomaar naast zich neer kunnen leggen.
Het klopt mijns inziens niet dat de vertaling naar concrete plannen dode letter gebleven zou zijn. Het opzet was dat de doelstellingen van het JKP zo veel mogelijk beslag zouden krijgen in het structurele beleid van de verantwoordelijke ministers. Waar mogelijk kregen ze als eerste stap een plaats in de beleidsnota’s.
De collega’s van de Vlaamse Regering zijn de voorbije twee jaar wel degelijk aan de slag gegaan met de doelstellingen. Het tussentijdse rapport komt eraan. Hieruit zal blijken dat er al veel gebeurd is, terwijl we nog maar halfweg de uitvoeringstermijn zitten.
Ik hoor inderdaad signalen – en in die zin, mijnheer Annouri, is het goed dat u ze vandaag uit – dat er soms wat twijfels rijzen over het huidig concept van het Vlaams Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan. Een aantal dilemma’s stellen zich en blijven zich stellen.
Navigeren we op het Verdrag voor de Rechten van het Kind en de grote maatschappelijke doelen die decretaal werden bepaald, of moeten we veeleer focussen op een aantal prioritaire uitdagingen? Er was wat verwarring over de doelstellingen van het JKP: hoe verhoudt de vraag van het decreet naar de prioritaire doelstellingen van de Vlaamse Regering zich tot de decretaal voorgeschreven beleidsdoelstellingen?
Moeten we in de toekomst meer of minder prioriteiten bepalen? In het huidige JKP zijn het er 12. Dat is al een serieuze vermindering in vergelijking met de 24 in het plan daarvoor. Een aantal actoren vinden het jammer dat daardoor niet het hele jeugd- en kinderrechtenbeleid in beeld blijft. Anderen vinden dit nog steeds veel te veel. Dat is een tweede spanningsveld.
Moet er meer of minder concretisering in het plan zelf? Moeten we initieel tot op het actieniveau naar de Vlaamse Regering gaan? Een andere optie is om de gekozen doelen systematisch te concretiseren via beleidsbrieven, waardoor ook iets beter kan worden ingespeeld op de actualiteit.
Blijven we opteren voor een voorafname in het regulier beleid, namelijk een integratie in de beleidsnota’s? Voor dit JKP was het doelstellingenkader klaar voor de verkiezingen en kon hiermee het regeerakkoord beïnvloed worden. Andere mogelijkheid is natuurlijk dat het proces pas wordt opgestart na het regeerakkoord en de beleidsnota’s, wat kan leiden tot extra, nieuwe doelstellingen van ministers, die wel in de beleidsbrieven een beslag moeten kunnen krijgen. Dat heeft dus meer met de timing te maken.
Moet het JKP per definitie een transversaal plan zijn, of streven we naar een verzameling van alle beleid van de verschillende ministers ten aanzien van kinderen en jongeren?
Ik geef hier al die dilemma’s, maar ik heb daar ook niet zomaar de kant-en-klare antwoorden op.
Moet het JKP kortlopender zijn, een proces dat kort op de bal inspeelt op actualiteit? Of houden we vast aan de breedvoerige consultatie in alle fases, wat maakt dat het tweeënhalf jaar duurt van omgevingsanalyse tot goedkeuring?
Andere knelpunten hebben te maken met het feit dat we soms te weinig concreet kunnen meten of we de doelen halen, dat er te weinig expliciete budgetten kunnen worden toegewezen aan een specifieke actie in het kader van de uitvoering van het plan, enzovoort.
Ik ben met al deze dilemma’s al aan de slag gegaan en heb een traject gelopen met de reflectiegroep jeugd- en kinderrechtenbeleid. Hieruit resulteerden een aantal mogelijke scenario’s. Ik wil die eerst nog grondig aftoetsen, onder andere bij de Vlaamse Jeugdraad en de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC). Graag houd ik hierbij toch vast aan de grote maatschappelijke doelstellingen die zijn geformuleerd in het decreet houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid: het creëren en borgen van gelijke kansen voor alle kinderen en jongeren; het creëren en borgen van brede ontwikkelingskansen voor kinderen en jongeren; het creëren van ruimte voor kinderen en jongeren; het verhogen van de formele en informele betrokkenheid van kinderen en jongeren bij de samenleving.
Daarmee wordt immers ook goed tegemoetgekomen aan de grote principes in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind: non-discriminatie, het belang van het kind, participatie, recht op leven, overleven en ontwikkeling.
Welke opportuniteiten zie ik om de effectiviteit van het JKP te versterken? Voor een eventuele hervorming van het concept zie ik wel degelijk opportuniteiten in de algemene oefening naar een beter bestuurlijk beleid, zoals momenteel afgetoetst met het groenboek Bestuur. Hierin wordt gepleit voor een meer inclusieve overheid, waar het beleid ten aanzien van kwetsbare doelgroepen, waaronder kinderen en jongeren, beter afgestemd wordt. Anderzijds is er de Visienota 2050, die een kader schetst voor een geïntegreerd en afgestemd beleid voor de hele Vlaamse overheid. Zaak zal natuurlijk zijn om hierbij voldoende aandacht te vragen voor kinderen en jongeren. Er zijn dus zeker opportuniteiten om de effectiviteit te versterken, maar de dilemma’s die ik net gaf, zijn daarmee natuurlijk niet verdwenen.
Ben ik voorstander van het downsizen van het JKP naar meer concrete, duidelijke en financieel onderbouwde initiatieven? Persoonlijk ben ik inderdaad de idee genegen om het JKP sterker gefocust en meer actiegericht te maken. Ik heb deze regeerperiode al een eerste stap gezet door in te gaan op de vraag van onder andere de Vlaamse Jeugdraad, om een aantal acties extra in de kijker te zetten. Ik zou graag aan de slag gaan met scherpere indicatoren en duidelijke resultaten voor ogen hebben. Het nadeel van keuzes maken, is echter dat niet alle beleidsdomeinen betrokken zullen zijn. Als ik denk aan downsizen, dan heb ik een drie of vier grote projecten voor ogen. De consequentie is dat heel wat prioritaire uitdagingen tijdens die regeerperiode niet transversaal zullen worden aangepakt. Maar ik herhaal dat ik deze ideeën eerst wil aftoetsen en goed de voors en tegens wil afwegen.
Waar liggen mijn prioriteiten binnen het huidige JKP?
Voor het lopende JKP selecteerde ik al na de eerste bespreking in de commissie, op advies van de Vlaamse Jeugdraad, een lijst van 23 prioritaire acties, die we halfjaarlijks monitoren. Ik heb de commissieleden al tweemaal een rapport hierover bezorgd. Dit werden de facto de prioriteiten in dit plan. Ik wil niet nu gaan snoeien in de strategische doelen die de Vlaamse Regering bepaalde voor het jeugd- en kinderrechtenbeleid in deze regeerperiode, vooral omdat de taken werden verdeeld en de collega-ministers navigeren op de acties die ze vooropstelden. Zoals zal blijken uit het tussentijdse rapport, zijn er, met de strategische doelen voor ogen, zelfs een aantal nieuwe acties toegevoegd.
Het tussentijdse rapport zal, zoals decretaal vastgelegd, voor het reces aan het Vlaams Parlement worden bezorgd. Ondertussen ga ik verder aan de slag met de oefening over de eventuele hervorming van het JKP, zoals daarnet geschetst.
Mijnheer Annouri, ik had graag een antwoord op uw vraag gegeven, maar ik stel voor dat we de bespreking ten gronde doen wanneer de tussentijdse evaluatie voorligt. Als je met een tanker begint, is het heel moeilijk om halverwege de tanker in speedbootjes te snijden. We moeten nu bekijken hoe we het proces voortzetten. Ik begrijp het ongenoegen en de frustratie binnen de sector: wanneer zien we de resultaten? Maar dat is verbonden met alle dilemma’s die ik daarnet heb opgesomd. Nogmaals, ik stel voor om het resultaat te bespreken als het binnen is. Zonder het ten gronde te kennen, heb ik al wat elementen kunnen zien. U mag er mij dan gerust op aanspreken en mij erop afrekenen, om te zeggen of er wel concrete dingen in zitten die voel- en tastbaar zijn, of niet.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, dank u voor uw uitgebreide antwoord. De tussentijdse evaluatie zal er inderdaad aankomen. Dan zullen we daarop verder ingaan. Ik ben blij dat u duidelijk maakt wat uw ambities zijn met het JKP, dat u ermee wilt voortgaan en dat er geen twijfel over bestaat dat het een belangrijk instrument is. Dat is op zich al een heel duidelijk signaal.
Er bestaan inderdaad bezorgdheden en frustraties. U zegt dat het snel duidelijk zal worden welke acties er zullen worden ondernomen en hoe concreet die zullen zijn. We zullen dat debat op dat moment aangaan.
Ik heb nog een bijkomende vraag. U zegt dat u over die dilemma’s in overleg gaat met de Vlaamse Jeugdraad en met andere spelers, om te landen met voorstellen. Zullen die er komen op het moment dat de evaluatie wordt opgeleverd? Wanneer zult u daar duidelijkheid over hebben? Wanneer gaat u daarmee landen?
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Minister, het Vlaamse JKP herbergt zeker en vast mooie doelstellingen en waardevolle initiatieven. Maar ik begrijp toch ook de vrees van de heer Annouri, dat er te weinig concreets uit zou komen. Dat is zeker een aandachtspunt, waarbij alle ministers voor voldoende concrete plannen moeten zorgen. Veel initiatieven komen terug in de beleidsnota’s en beleidsbrieven. Dat is niet verwonderlijk. De geplande acties per beleidsdomein voor kinderen en jongeren worden daarin meegenomen. Maar het mag toch niet de bedoeling zijn dat het JKP een opsomming wordt van die beleidsbrieven. Er komt wel veel terug, maar het mag gerust verder gaan dan dat.
Ik denk ook dat er meer moet worden ingezet op enkele prioriteiten. Dat signaal is al een paar keer teruggekomen. Tijdens de bespreking van het JKP werd ook duidelijk dat in het verleden te weinig werd ingezet op die prioriteiten.
Door een downsizing kan er meer worden gefocust op enkele specifieke knelpunten. Daardoor behaalt men misschien meer resultaten. Die piste moet zeker en vast worden bekeken. Het is beter dat er minder stappen worden gezet dan totaal geen. Minister, ik heb van u gehoord dat er al een en ander wordt ondernomen. De Ambrassade is met haar vier kerndoelen een goed voorbeeld.
Minister, u moet waakzaam blijven bij de initiatieven die in de andere beleidsdomeinen worden genomen. U hebt daar een coördinerende rol.
Voor ons is de boodschap dat we echt zouden moeten focussen op enkele haalbare realisaties, waarmee jongeren echt het verschil voelen. Het mag geen eindeloze opsomming zijn. Er moeten echt concrete resultaten uit voortkomen. We moeten dus focussen op een kleinere kern, maar dan wel effectief het verschil maken.
Ik kijk zeker en vast ook uit naar het rapport en naar de tussentijdse evaluatie.
Minister Gatz heeft het woord.
Bedankt voor de bekommernis, op meerdere banken uitgesproken.
Mijnheer Annouri, ik stel voor dat ik eerst samen met u en het gezelschap hier bekijk, op het ogenblik dat de tussentijdse evaluatie er is, wat die ons brengt qua graad van concreetheid en graad van uitvoering. We zullen daar allemaal getuige van zijn en daar een debat over kunnen hebben. Op dat ogenblik wil ik het debat over die dilemma’s gerust hernemen. Maar maak u geen illusies, dat blijven dilemma’s waar we niet uit zullen geraken en waar op een gegeven moment iemand een beslissing over moet nemen: weinig maar duidelijke en concrete doelstellingen of veel en transversale. Er zijn voorstanders van beide. Er is met andere woorden niet zoiets als de beste methode. En dus wil ik daar ook uw en andere input over horen op het ogenblik dat we de tussentijdse evaluatie hebben, en de meningen van de stakeholders, onder meer de Jeugdraad, daarin verwerken.
Ik stel voor dat we dat debat op die manier vervolledigen. Maar of we dan op het einde van dat debat zullen zeggen dat we het zus of zo gaan doen, daar durf ik mij nu nog niet over uit te spreken. Mocht u mij daar persoonlijke volmachten toe geven, wil ik dat wel doen. Maar het is heel moeilijk. Sommigen zullen zeggen dat het echt wel te weinig doelstellingen zijn, anderen zullen zeggen: doen, want het is zeer concreet.
Laten we, in functie van de evaluatie, kijken of die ons ten minste een stukje kan bevredigen: is er voldoende gebeurd en zijn er een aantal dingen voldoende concreet gebeurd? Dat wil ik eerst even afwachten. Maar we koppelen het aan elkaar. Laten we die afspraak maken, als u dat wenst.
De heer Annouri heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Het is zoals u zegt: we zullen dan op het juiste moment met argumentatie elkaar proberen te overtuigen van de beste stappen die gezet moeten worden. Ik kijk er al naar uit.
De vraag om uitleg is afgehandeld.