Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, de wet op de patiëntenrechten bestaat intussen vijftien jaar. Patiënten die allerhande zorg nodig hebben, kunnen dankzij die wet hun rechten uitoefenen om documenten in te zien, een tweede opinie te vragen, een tweede advies te vragen enzovoort. Ik begrijp dat dat hoofdzakelijk een federale bevoegdheid is, maar toch wens ik u naar aanleiding van een onderzoek van het Vlaams Patiëntenplatform te wijzen op deze wetgeving en het Vlaamse belang en Vlaamse acties daarin.
Een groot deel blijkt volgens die bevraging geen benul te hebben van de patiëntenrechten. En degenen die ze wel kennen, zijn dan weer onvoldoende op de hoogte. Op de mondelinge vraag van collega Persyn in april 2016 verwees u naar de eerstelijnsconferentie, die plaatsvond in februari. U gaf toen in uw antwoord mee dat op basis van de gedragen voorstellen en intenties dit ook ter sprake zou worden gebracht op een Interministeriële Conferentie Volksgezondheid. Minister De Block heeft volgens de media in het verleden al aangegeven een betere definiëring van kwaliteit van zorg te willen hanteren.
Het is mijn mening dat de Vlaamse Gemeenschap ook meer haar gewicht zou moeten benutten om die kwaliteit van zorg ook in de praktijk te bieden binnen de gezondheidsdomeinen waarvoor we bevoegd zijn. Het is ons onduidelijk of dit intussen ook is geagendeerd op een interministeriële conferentie.
Minister, op welke manier wilt u de kennis van patiëntenrechten verbeteren in overleg met het federale niveau en minister De Block, zodat integrale kwalitatieve zorg gegarandeerd kan worden?
Is het item betreffende de gekendheid van de patiëntenrechten besproken? Is er een interministeriële conferentie geweest? Zo ja, wat waren de conclusies? Welke maatregelen zult u binnen uw bevoegdheden nemen om patiëntenrechten gekender te maken?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega, de wet op de rechten van de patiënt is uiteraard federale materie. Het is inderdaad zo dat de kennis van rechten deel uitmaakt van een kwaliteitsvol gezondheidsbeleid. In die zin is het niet alleen de wet die we moeten toepassen, maar moeten we uiteraard ook de patiënten informeren over het bestaan van de wet en is het informeren van patiënten ook een opdracht van elke zorgaanbieder en vele zorginstanties.
Sinds 2000 financiert de Vlaamse overheid het Vlaams Patiëntenplatform, de koepel van patiëntenverenigingen. Zij werken zeer nauw samen met de federale overheid en bekijken samen met hen hoe patiëntenrechten beter bekend kunnen worden gemaakt. In 2015 werden filmpjes over patiëntenrechten gemaakt door de federale ombudsdienst Rechten van de patiënt. Daarnaast kunnen patiëntenrechten geafficheerd worden in wachtzalen en in zorgvoorzieningen. In 2015 voerden we campagne in de sector van de woonzorgcentra via druk en verspreiding van folders omtrent het belang van het hebben van een vertegenwoordiger. We bekijken ook hoe we aspecten van de wet patiëntenrechten kunnen integreren in de huidige tools en websites. In de rechtenverkenner namen we bijvoorbeeld ook de rechten van de patiënt op.
In de visietekst van de eerstelijnsconferentie is ook opgenomen dat er een klachtrecht ontwikkeld wordt dat laagdrempeliger en toegankelijker is voor patiënten en burgers. Vlaanderen is bevoegd voor klachten in de samenwerking tussen zorgverleners, het federale niveau voor de individuele relatie tussen een zorgverlener en een patiënt. Voor patiënten is het niet duidelijk waar ze welke klacht kunnen indienen. Dat stroomlijnen is belangrijk in het kader van de toegankelijkheid. Daarover zullen we dus zeker overleggen met de federale overheid.
Daarnaast is het ook belangrijk om dit klachtrecht te kaderen binnen een kwaliteitsbeleid, zodat de klachten ook kunnen bijdragen tot kwaliteitsverbetering en zo in de toekomst ook meer vermeden kunnen worden.
De bekendheid van de patiëntenrechten is niet specifiek als thema aan bod gekomen op de interministeriële conferentie, maar ik zal met collega De Block nagaan hoe we die bekendheid kunnen verhogen. We gaan dat doen in nauwe samenwerking met onder andere het Vlaams Patiëntenplatform, de beroepsverenigingen en de koepels van voorzieningen, alsook de ziekenfondsen die hieromtrent een expliciete opdracht hebben, die ook opgenomen werd in het pact dat zij sloten met de federale overheid.
Het Vlaams Patiëntenplatform, dat, zoals ik al zei, door de Vlaamse overheid financieel wordt ondersteund, zet 2017 in het teken van het vijftienjarige bestaan van de patiëntenrechten. Zij hebben een enquête afgenomen bij 1400 patiënten, waaruit bleek dat patiëntenrechten na vijftien jaar nog steeds onvoldoende gekend zijn. In mei organiseren zij focusgroepen met patiëntenvertegenwoordigers om dieper te kunnen ingaan op de resultaten van die enquête, zodat ook verbetervoorstellen geformuleerd kunnen worden.
In het najaar zal het Vlaams Patiëntenplatform op een symposium de resultaten van deze focusgroepen voorstellen onder de vorm van adviezen. Hoe evalueren patiënten de wet patiëntenrechten na vijftien jaar? Volstaat de wet om tegemoet te komen aan de vereisten van een elektronisch patiëntendossier? Het Vlaams Patiëntenplatform zal dan ook voorstellen doen om de wet patiëntenrechten beter bekend te maken bij patiënten in Vlaanderen.
In het kader van het kwaliteitsbeleid dat Vlaanderen actief ondersteunt en verder zal uitbreiden via het nieuw op te richten Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg, ontwikkelde het Vlaams Patiëntenplatform als actieve partner een instrument dat ervaringen van patiënten in kaart brengt, zowel voor algemene ziekenhuizen als voor de sector geestelijke gezondheid.
Hierin worden een aantal patiëntenrechten bevraagd, zoals informed consent, informatie over de kostprijs, informatie over de ziekte of aandoening en het recht op privacy. De resultaten worden teruggekoppeld naar de ziekenhuizen die dit in de kwaliteitsverbetertrajecten van hun organisatie kunnen opnemen.
Een tweede instrument dat het Vlaams Patiëntenplatform heeft ontwikkeld, is de website-indicator voor ziekenhuizen. Hiermee wordt de patiëntgerichtheid van de websites van de ziekenhuizen onder de loep genomen. De ziekenhuizen moeten de patiëntenrechten op hun website vermelden. Ze moeten hierover informeren en ze moeten de gegevens van de ombudsman opnemen.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb vernomen dat het najaar een belangrijk moment wordt omdat dan de adviezen zullen worden geformuleerd. Hebt u met betrekking tot het klachtenrecht een timing? Wanneer zou dat worden ontwikkeld? Hebt u een idee van de timing voor de verdere ontwikkeling van het klachtenrecht? Zoals u hebt vermeld, zal het najaar in dit verband waarschijnlijk een belangrijke periode worden. Dan worden immers de adviezen geformuleerd.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Het plan betreffende de eerste lijn ligt op dit ogenblik voor advies bij de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid (SAR WGG). Als het terugkomt, moet het naar de Vlaamse Regering. Met betrekking tot dit specifiek punt zijn we echter in sterke mate afhankelijk van de samenwerking met de beroepsgroepen en met de federale overheid.
De federale ombudsman ziet toe op de toepassing van de wet betreffende de rechten van de patiënt, maar iedereen weet dat dit ver van de eerste lijn staat. Er bestaat tevens een ombudsfunctie op het niveau van het Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg in elke provincie. Eigenlijk is de vraag hoe we hiermee omgaan ten aanzien van de eerstelijnszorg.
We hebben hiermee rekening gehouden in de acties die tijdens de conferentie zijn voorgesteld. We hebben echter met twee woorden moeten spreken. Tijdens het voorbereidingstraject is dit natuurlijk ter sprake gebracht, niet het minst door het Vlaams Patiëntenplatform, maar natuurlijk zijn we hier stricto sensu niet voor bevoegd. We zullen nagaan hoe we dit met de stakeholders en met de bevoegde overheid kunnen opnemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.