Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Minister, mijn vraag werd ingediend op 12 april. Dat is dus voor uw communicatie van afgelopen vrijdag over het project ‘Samen tegen de onbetaalde schoolfacturen’. Mijn laatste vraag, naar de stand van zaken, vervalt uiteraard, maar ik zal een andere vraag stellen.
Wanneer scholen geen andere manier meer zien om ouders de onbetaalde facturen te doen betalen, doen zij steeds vaker een beroep op incassobureaus. In 2012 waren er 600 incassobureaus onder de arm genomen door scholen, vorig jaar al 1400. Uit de cijfers blijkt dat die scholen in totaal 10.570 claims hebben ingediend, goed voor 4 procent van alle schoolfacturen. In totaal gaat het om bijna 2,3 miljoen aan onbetaalde schoolfacturen. Dat is een lichte daling tegenover het jaar voordien, maar het is toch nog wel een heel groot bedrag.
Met het project ‘Samen tegen onbetaalde schoolfacturen’ wilt u in eerste instantie een visie ontwikkelen in verband met armoede en het menswaardig innen van achterstallige facturen, om vervolgens concrete beleidsmaatregelen uit te werken op maat van de school.
Minister, scholen zijn steeds vaker genoodzaakt om een incassobureau in te schakelen. Ze hebben dat geld meer dan nodig om goed onderwijs te verstrekken aan al hun leerlingen. Welke bijkomende maatregelen wilt u nemen opdat scholen incassoveroderingen kunnen voorkomen?
In welke mate bestaan er samenwerkingen tussen scholen en lokale OCMW’s in het licht van budgetbeheer en het effectief betalen van de schoolfacturen? Hebt u er zicht op hoe die verlopen?
Wat waren de eerste reacties van de scholen op het project ‘Samen tegen onbetaalde schoolfacturen’? Lopen we met dit project niet het risico dat de verantwoordelijkheid te veel op de schouders van de scholen wordt gelegd en dat zij het maar moeten oplossen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, in het kader van het project ‘Samen tegen onbetaalde schoolfacturen’ werken we samen met MyTrustO. Die organisatie wil op een andere manier de schulden innen en stapt dus af van de klassieke methodes. Bij het Steunpunt voor Onderwijsonderzoek (SONO) loopt op dit ogenblik ook een onderzoek naar welk beleid en welke praktijken scholen toepassen om kosten te beheersen in de eerste graad van het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs. Naast een oplijsting en verspreiding van algemeen toepasbare praktijken, zal er ook een typologie van kostenbeheersende maatregelen opgesteld worden, waarmee we alle Vlaamse scholen willen sensibiliseren en inspireren.
Dat SONO-onderzoek vormt een voorbereiding op de eigenlijke afname van de studiekostenmonitor, die de studiekosten en de mogelijke discrepantie tussen studierichtingen in kaart wil brengen.
Het project ‘Samen tegen onbetaalde schoolfacturen’ wil een sterke hefboom zijn om tot een nog meer kostenbewust onderwijs te komen. Ik heb het project afgelopen vrijdag gelanceerd in Roeselare. Het project is voorgesteld en er werd een oproep gedaan naar geïnteresseerde scholen. In principe kunnen dertig scholen instappen. Scholen zijn dus zeker niet verplicht. Het gaat om een unieke samenwerking tussen de armoedesector en de onderwijswereld waar een vormingswerker, ervaringsdeskundige in de armoede en de pedagogische begeleidingsdiensten van de onderwijskoepels voor begeleiding zullen zorgen. De school zelf krijgt de kans om een geëngageerd armoedeteam samen te stellen. De intekenperiode is nu volop bezig.
U vraagt of de scholen niet te veel verantwoordelijkheid zullen krijgen, maar ik heb tot mijn niet geringe vreugde vastgesteld dat er in het weekend al diverse scholen ook mij persoonlijk hebben gecontacteerd, om te vragen of ze erop kunnen intekenen, omdat ze echt wel meer ervaring willen opdoen inzake het kostenbewust omgaan met schoolfacturen.
Het project zou effectief van start moeten kunnen gaan op 1 september. Het loopt het hele schooljaar. Als er meer dan dertig kandidaten zijn, zullen we moeten bekijken of we dat zien zitten om dat uit te breiden of niet. Mijn bedoeling is: ervaring opdoen en kijken hoe we scholen tools kunnen aanreiken om kostenbewuster dan vandaag te werken en ervaringen te delen.
Wat betreft de samenwerkingen tussen scholen en lokale OCMW’s: wij houden geen gegevens bij. Wij bieden enkel een tool aan aan scholen. Maar ik maak mij niet zoveel zorgen over de extra lasten op de schouders. Natuurlijk hebben wij regels in Vlaanderen. De vraag is in hoeverre scholen bereid zijn om dat kostenbewuste beleid meer in de verf te zetten. Dat heeft twee aspecten. Hoe kun je ervoor zorgen dat kosten beheerst worden? En hoe ga je om met de invordering van kosten? Maar het begint natuurlijk bij de start. Hoe herken je en kun je aan de hand van kleine dingen ervoor zorgen dat mensen die in armoede leven of die het financieel moeilijk hebben, niet onmiddellijk gestigmatiseerd zijn? Ik geef één voorbeeldje dat ik daar gehoord heb. Als je bij het begin van het schooljaar onmiddellijk al aan mensen laat weten: als er een schoolrekening is, we doen dat elke maand, en je kunt in schijven betalen, kies gewoon. Dat is helemaal anders dan dat je zelf naar de school moet telefoneren om te vragen of je alstublieft in schijven mag betalen. Je kunt er dus door kleine maatregelen voor zorgen dat facturen haalbaar worden, ook voor iedereen.
We zullen u op de hoogte houden van de resultaten.
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Minister, het is heel belangrijk dat we goed bewaken dat de scholen geen OCMW spelen. Ik zeg het misschien een beetje raar, maar ik vind dat heel belangrijk. Ik weet dat er heel wat projecten tussen OCMW’s en scholen goed lopen. Maar dat is één deel van de mensen die hun schoolrekeningen betalen. Er zijn er ook die gewoon moedwillig zijn, om het nu lelijk te zeggen, en dat is volgens mij een heel andere aanpak, waar het niet zo gemakkelijk zal zijn, terwijl ik vind dat de scholen echt wel recht hebben op dat geld. Ze hebben dat nodig om voor alle leerlingen goed te doen. Heel wat scholen krijgen dikwijls die verwijtende sfeer, van ‘je moet daar zeker je schoolrekening betalen, dus daar moeten we van af’.
Volgens mij is de samenwerking met de welzijnssector, verzorgd door het armoedeteam, heel belangrijk. We zullen de resultaten afwachten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.