Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de gezondheidszorgsector is een sterk gereglementeerde sector. Momenteel wordt op het federale niveau de structuur van de zorg- en welzijnsberoepen hertekend in het kader van de herziening van KB nummer 78. Dit vormt een kans om elders verworven competenties (EVC) mee in rekening te brengen. De verdere uitrol van een goed EVC-beleid is daartoe noodzakelijk. In het verleden zijn daarover al vragen gesteld. De nood aan handen in de zorg is hoog en zal in de toekomst, in het licht van de vergrijzing en de toename van het aantal chronisch zieken, verder toenemen.
Dankzij EVC kunnen mensen met een hart voor de zorg warm worden gemaakt voor een loopbaan in hun interesseveld. Op 15 september 2015 keurde de Vlaamse Regering de conceptnota ‘Geïntegreerd beleid voor erkenning van competenties (EVC)’ goed. De beleidsbrief Onderwijs 2016-2017 vermeldt het volgende: “Samen met mijn collega bevoegd voor Werk leg ik een voorontwerp van decreet EVC voor aan de Vlaamse Regering. Hierin zal ik de nodige aspecten voor de formele erkenning van competenties binnen de onderwijs- en beroepskwalificaties regelen. Tevens worden afspraken gemaakt inzake de kwaliteitszorg van EVC-trajecten. Ik werk scenario’s uit voor de organisatie en financiering van EVC. Op gefaseerde wijze zullen EVC-standaarden worden ontwikkeld door de betrokken sectoren en de onderwijs- en opleidingsverstrekkers. Mijn administratie neemt de procesbegeleiding en kwaliteitsbewaking op.”
Naar aanleiding van de gedachtewisseling met Zorgambassadeur Lon Holtzer over de uitvoering van ‘Actieplan 3.0. Werk maken van werk in de zorg- en welzijnssector’ in de commissie Welzijn polste ik naar de stand van zaken met betrekking tot het erkennen en inzetten van elders verworven competenties in de zorgsector. Zijn er meer mensen aan het werk in de zorgsector? Ze zei dat dit een grote uitdaging vormt, maar dat het een moeilijke opdracht zal worden om de EVC in rekening te brengen.
Ik wil u daarover enkele vragen voorleggen. Wat is de stand van zaken betreffende de realisatie van het voorontwerp van decreet, zoals opgenomen in de beleidsbrief? Welke stappen zijn reeds gezet? Welke timing hebt u voor ogen? Wat is de stand van zaken betreffende het ontwikkelen van EVC-standaarden voor de zorgsector? Voor welke opleidingen in de welzijns- en zorgsector kan men vandaag ervaringsbewijzen inbrengen? Hebt u reeds nagegaan welke mogelijkheden er zijn om het werken met ervaringsbewijzen naar andere welzijnsberoepen uit te breiden? Het project ZOrg COmpetent – het ZOCO-project – had tot doel om een gestandaardiseerde EVC-procedure voor de opleidingen logistiek assistent, verzorgende en zorgkundige te ontwikkelen. Het proefproject liep af op 31 augustus 2015. Wat zijn de resultaten van dit project? Krijgt het navolging? In welke mate worden elders verworven competenties vandaag in rekening gebracht om bijvoorbeeld mantelzorgers toe te leiden naar knelpuntberoepen in de zorgsector? In welke mate wordt het werken met ervaringsbewijzen meegenomen in de hervorming van KB nummer 78 en het overleg tussen minister Maggie De Block en uzelf?
Minister Crevits heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, samen met minister Muyters werk ik volop aan het decreet betreffende een geïntegreerd beleid inzake de erkenning van competenties. Dat gebeurt in uitvoering van de conceptnota EVC die in de zomer van 2015 werd goedgekeurd. Met dit decreet wil ik een antwoord bieden op het huidige versnipperde EVC-beleid over beleidsdomeinen heen en de kwalificering via het erkennen van competenties mogelijk maken. We streven naar de inwerkingtreding van dit decreet in september 2018. De opdracht is dubbel: de afstemming van het Vlaamsbrede geïntegreerde EVC-beleid in de verschillende beleidsdomeinen en de opmaak van het voorontwerp van decreet.
Wat is de stand van zaken? De werkgroepen met vertegenwoordigers uit de betrokken sectoren zullen van start gaan met de ontwikkeling van EVC-standaarden zodra het ontwerpdecreet is goedgekeurd. Het vertrekpunt is uiteraard steeds de erkende beroepskwalificatie. In de zorgsector zijn momenteel slechts een beperkt aantal beroepskwalificaties die het volledige proces tot erkenning hebben, doorlopen. In de zuivere gezondheidszorgberoepen gaat het over de ‘zorgkundige’ en de ‘tandartsassistent’. Het tweede deel van deze vraag behoort tot de bevoegdheid van collega Muyters. Momenteel kan men in de welzijns- en zorgsector werken met het ervaringsbewijs ‘begeleider buitenschoolse kinderopvang’ en ‘monitor/begeleider in beschutte en sociale werkplaatsen’. Voor tandartsassistent en sociaal tolk waren er vroeger ook al ervaringsbewijzen. Vanwege de onduidelijkheid over de voortzetting van de ervaringsbewijzen en de financiering van de testcentra werden deze ervaringsbewijzen echter gestopt, zo heeft het beleidsdomein me laten weten. Eerst moeten we de beroepskwalificatie en het ontwerp van decreet hebben. Pas nadien kunnen we omzetten.
Welke mogelijkheden zijn er om het werken met ervaringsbewijzen in de zorg naar andere welzijnsberoepen uit te breiden? Zodra de contouren van het EVC-decreet definitief vastliggen, zullen minister Muyters, minister Vandeurzen en ikzelf kunnen nagaan welke zorgberoepen kunnen worden opgenomen in het kader van EVC. Wat de ervaringsbewijzen betreft, begrijp ik uit informatie van de diensten van minister Muyters dat er niet in een uitbreiding is voorzien voor de ervaringsbewijzen zelf.
In het ZOCO-project werkten vier – en in de laatste fase zelfs vijf – centra voor volwassenenonderwijs (CVO’s) samen aan een uniforme manier om competenties die kandidaat-cursisten opdeden via praktijkervaring in een job, vrijwilligerswerk of mantelzorg, te herkennen en te erkennen. Het resultaat is een uitgewerkte EVC-procedure, bestaande uit een assessmentmethodiek, een handleiding voor de assessor en de begeleider en een portfoliomethodiek. Verschillende cursisten die een ZOCO-traject doorliepen, hebben hun opleiding aanzienlijk kunnen verkorten, waardoor ze sneller op de arbeidsmarkt kwamen. Dat is een zeer goede zaak. Daarnaast werd met VDAB een toeleidings- en begeleidingsmethodiek ontwikkeld. Deze methodiek, Optizorg, is bedoeld voor de VDAB-klantenconsulenten in hun contact met voltijdse en deeltijdse werkzoekenden met beroepsaspiraties in de zorgsector en interesse in een opleiding tot zorgkundige. VDAB heeft het screeningsinstrument stapsgewijs verspreid en gebruikt die in zijn klantenwerking. Ook voor andere sectoren dan de zorg zijn vergelijkbare screeningsinstrumenten ontwikkeld.
Specifiek aan het ZOCO-project is dat het ging om het uitwerken van een instrument om reeds ingeschreven cursisten vrijstelling te kunnen geven. Succesvolle EVC-trajecten leidden dikwijls tot vrijstellingen. Het ZOCO-project heeft dus een andere finaliteit dan het geïntegreerde EVC-traject. Het toekennen van EVC in functie van het vrijstellingenbeleid van de CVO’s en eventueel van de centra voor basiseducatie (CBE’s) zal ik verder uitwerken in het vernieuwde financieringsdecreet voor het volwassenenonderwijs. Een van de belangrijke resultaten was een verstevigde samenwerking met de sector – VIVO in dit geval – die het nut van de EVC-procedure voor zorgkundige inzag. Het Fonds Ouderenzorg was bereid om een financiële tegemoetkoming te doen voor de kosten die CVO’s hebben bij de assessments van werknemers uit de ouderenzorg die zich willen omscholen tot zorgkundige. Recent is hierrond een samenwerking opgestart tussen de vijf betrokken CVO’s en VIVO. De ervaringen met dit project en met vergelijkbare projecten neem ik mee in de verdere uitwerking van het EVC-decreet en -beleid. Organisaties kunnen momenteel via projectfinanciering van het Europees Sociaal Fonds (ESF) financiële steun verkrijgen voor het aanbieden van EVC-trajecten, en dit nog tot eind maart 2018. Het betreft Oproep 353, EVC II.
Wat de vraag over de mantelzorgers betreft, gaf ik ten dele al een antwoord. De opleidingen van het volwassenenonderwijs hebben veel ervaring met kandidaat-cursisten die reeds eerder of buiten het formele onderwijs relevante competenties hebben verworven – onder meer als mantelzorger. Ze bieden bijvoorbeeld verkorte trajecten tot zorgkundige aan, waardoor cursisten op basis van vroegere opleiding en werkervaring een deel van de opleiding niet meer moeten volgen. Alle CVO’s kunnen cursisten vrijstellen voor bepaalde modules, op basis van een onderzoek naar verworven competenties. Enkele CVO’s hebben hiervoor gestandaardiseerde assessments uitgewerkt – denk aan wat ik zo-even over ZOCO heb gezegd. Mantelzorgers worden uiteraard aangemoedigd om deel te nemen, om op die manier sneller het diploma of certificaat te behalen en zo versneld aan het werk te kunnen gaan.
De website www.ikgaervoor.be, opgezet op initiatief van minister Vandeurzen, geeft informatie over de zorgberoepen en stimuleert de toeleiding naar de zorg. VDAB neemt een aanzienlijk deel van die toeleiding voor zijn rekening. In de servicepunten Zorg van de lokale werkwinkels geven VDAB-experten advies op maat over opleidings- en jobmogelijkheden in de zorgsector. In de zorgopleidingen opgezet in samenwerking met VDAB en in de onderwijskwalificerende opleidingstrajecten – dat zijn de zogenaamde OKOT-trajecten – wordt steeds geïnformeerd naar eerder en elders verworven competenties. Onze CVO’s hebben dus echt wel veel ervaring om de EVC van mensen te kunnen honoreren en hen dus vrij te stellen van een aantal modules.
Momenteel wordt het werken met ervaringsbewijzen nog niet meegenomen in de hervorming van KB nummer 78. Het lijkt me zeker aangewezen om de koppeling met EVC te bekijken, op het moment dat het decreet definitief is. Dit kan dan meegenomen worden in het interministeriële overleg over de zorg.
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is heel belangrijk dat eerst het ontwerp van decreet, gepland voor september 2018, af zal zijn, en dat daarop voortbouwend ervaringsbewijzen zullen kunnen worden besproken op basis van KB 78. U hebt inderdaad heel veel gezegd. Ik zal de vraag nog eens nalezen.
Er zijn heel veel mensen ingelicht via de website, VDAB, maar mevrouw Lon Holtzer was wel niet op de hoogte. Dat is heel spijtig omdat zij wel heel veel in contact komt met mensen die willen werken in de zorg. Ik denk dat daar nog een opdracht ligt.
De regering heeft heel veel aandacht nu voor mensen die elders verworven competenties hebben en die zouden kunnen worden toegeleid naar werken in de zorg, omdat we in de toekomst alle handen nodig zullen hebben. Tot nu toe is het dus een positief verhaal, en we hopen dat het ontwerp van decreet er zeker komt tegen september 2018 om dan nog verdere stappen in de goede richting te kunnen zetten.
Ik zal navragen of Lon Holtzer niet op de hoogte was, want zij heeft eigenlijk niet de reputatie om van een aantal dingen niet op de hoogte te zijn.
Er is natuurlijk een verschil tussen EVC die je zo hebt of EVC waarmee rekening wordt gehouden als je in het onderwijs een diploma wilt behalen. We zullen met haar contact opnemen om na te gaan wat er niet oké was.
De vraag om uitleg is afgehandeld.