Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Vraag om uitleg over financiële gevolgen van de ophokplicht voor houders van kippen met vrije uitloop
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Eind vorig jaar werd zowat heel Europa opnieuw in de ban gehouden door de vogelgriep. Het is een moeilijk te bestrijden probleem dat een wederkerig karakter kent en de hele pluimveesector treft. Een van de preventieve maatregelen hiertegen is de befaamde ophokplicht.
Minister, deze problematiek werd op 18 januari 2017 ook al in de commissie Landbouw besproken naar aanleiding van de vragen van de heren Engelbosch en Vanderjeugd.
Het nadeel van deze maatregel voor bedrijven met vrije uitloop is u wel bekend. Indien de ophokplicht langer loopt dan 12 weken, verliezen deze bedrijven hun status van ‘vrije uitloop’ en mogen de eieren niet meer in de handel worden gebracht als vrije-uitloopeieren.
Aangezien de hele Europese sector met dit probleem verveeld zit, worden er her en der creatieve oplossingen bedacht. Zo trachtte de Duitse deelstaat Baden-Württemberg de Europese regels te slim af te zijn door de ophokplicht tijdelijk stop te zetten zodat er geen aaneengesloten periode van 12 weken is. Eurocommissaris Hogan maakte in zijn antwoord op een schriftelijke vraag echter duidelijk dat dergelijke trucs niet aanvaard worden in de Europese Unie.
De sectorgroep pluimvee van de Boerenbond zelf komt nu met een nieuw voorstel voor de problematiek. Hij stelt voor om de 12-wekenregel uit de handelsnormen te halen en een eenderderegeling in te voeren. Leghennen moeten hierbij minstens een derde van hun leven toegang hebben tot vrije uitloop. Zo kan de pluimveehouder ook tegemoetkomen aan het dierenwelzijn door de dieren binnen te houden bij extreme weersomstandigheden zoals regen, storm en extreme koude. In het geval van ophokplicht kan het pluimvee vervolgens worden binnengehouden zonder verlies van status als vrije uitloop.
Minister, gezien de nieuwe inzichten die worden aangereikt vanuit de sectorvakgroep wil ik u graag een aantal vragen stellen.
Bent u op de hoogte van het voorstel van de sectorgroep? Wat is uw standpunt hierover?
Is het wenselijk om een nieuwe regeling in te voeren op Europees niveau? Kan de regelgeving die geldt voor bio-eieren in het kader van overmacht niet geëxtrapoleerd worden naar vrije uitloop?
Volgens de sectorvakgroep blijkt ook Europa open te staan om te spreken over een aangepaste regeling, nochtans werd hier in een vorige commissievergadering gesteld dat er op korte termijn geen oplossingen te verwachten vielen. Welk voorstel zult u formuleren op Europees niveau? Verwacht u vervolgens dan ook een snelle oplossing, wat te wensen valt gezien het grillig karakter van de vogelgriep en de kans in de volgende jaren op een mogelijke herhaling?
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de vraag van de heer De Meyer die de situatie al uitvoerig heeft geschetst.
Minister, u bevestigde in een antwoord op mijn vraag om uitleg dat er op Europees niveau actie ondernomen werd, maar dat het Directoraat-Generaal Landbouw van de Europese Commissie niet de intentie had om een uitzondering toe te staan. Dat is hier ook besproken in de commissie.
Sinds 20 april is de ophokplicht, die terecht was en die we ook nooit in vraag hebben gesteld, gelukkig opgeheven. De financiële gevolgen voor de pluimveehouders van kippen met vrije uitloop zullen echter aanzienlijk zijn.
Minister, kunt u de schade schatten? Is er voor de getroffen pluimveehouders geen enkele mogelijkheid om hun geleden schade te verhalen?
Bent u intussen op Europees niveau blijven aandringen op een uitzonderingsregeling? Zult u dat ook in de toekomst blijven doen? Zult u eventueel steun zoeken bij andere lidstaten met een grote pluimveehouderij?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, het goede nieuws is dat de ophokplicht intussen is opgeheven.
We hebben dit probleem aangekaart bij Europa waarop de Europese Commissie zei geen mogelijkheden te zien om de geldende regels voor vrije-uitloopeieren op korte termijn te wijzigen. We zijn blijven aandringen, we stonden niet alleen, we hadden compagnons zoals de Nederlandse collega. We hebben Eurocommissaris Hogan kunnen bewegen om een opening te laten om te onderzoeken of er in de toekomst eventueel kan worden bijgestuurd. Het is immers niet denkbeeldig dat ook de volgende winters nog vogelgriep zal worden vastgesteld. De suggesties die vanuit onze Vlaamse leghennensector werden geformuleerd, moeten in dat kader worden bekeken.
Welke richting het zal uitgaan, is vandaag nog niet duidelijk. Misschien komt er een gelijkaardige regeling zoals dat nu ook geldt voor de biolandbouw. Dit is echter gissen, ik geef enkel een piste die mogelijks kan worden bewandeld.
Wij hebben geen zicht op de schade. Daarvoor moeten bedrijfstechnische en boekhoudkundige gegevens van de individuele bedrijven worden samengebracht. Dat is niet evident, want de eierprijs is vaak strikt vertrouwelijk en contractueel overeengekomen tussen de producent en de afnemer van de eieren. Ik vernam bijvoorbeeld ook dat er afnemers zijn die de toeslag voor vrije uitloop gewoon zijn blijven doorbetalen tijdens de ophokplicht. Ik heb er geen zicht op hoe ruim dat is gebeurd, maar er zijn dus wel een aantal initiatieven in die richting geweest.
Het feit dat men dergelijke overmachtssituaties binnen de keten solidair tracht op te lossen, vind ik in elk geval een zeer positief signaal. Dat sluit perfect aan bij mijn eigen visie dat dit in nog veel meer sectoren zou moeten gebeuren. Ik denk dan aan de producenten- en brancheorganisaties waar we het al vaker over hadden in deze commissie. Het is een teken van respect voor elkaar en van het besef dat alle schakels op elkaar zijn aangewezen, ook als een van de schakels in de problemen komt.
Tot op heden heeft geen enkele sectororganisatie of individuele pluimveehouder een concrete vraag voor compensatie gesteld of een economisch schadedossier ingediend. De Europese Commissie beschikt in theorie over de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden uitzonderlijk crisissteun vrij te maken die dan door de lidstaten mee kan worden gefinancierd. Vandaag is er echter nog geen enkele aanvraag in die zin en is dit niet aan de orde. Wij blijven wel opvolgen welke piste de Europese Commissie verder zal bewandelen.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, wij moeten in de eerste plaats hopen dat we de komende jaren niet onmiddellijk opnieuw worden geconfronteerd met vogelgriep.
Het goede nieuws in uw antwoord is toch dat u stelt dat Europa een opening laat om de huidige regeling eventueel te versoepelen maar dat daarover verdere dialoog noodzakelijk is. Wij hopen uiteraard verder te worden geïnformeerd wanneer hier belangrijke stappen worden gezet.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw positieve antwoord. Het is positief dat er in de toekomst misschien iets mogelijk zal zijn. Situaties die we hebben gekend waarbij bepaalde lidstaten hun kippen even buiten laten om ze daarna opnieuw op te hokken zijn niet echt eerlijk ten aanzien van lidstaten die de ophokplicht nauwgezet opvolgen.
U zegt verder dat er op dit moment nog geen dossiers zijn ingediend. Vraag is natuurlijk of de instanties die de landbouwers helpen, voldoende op de hoogte zijn van het feit dat eventueel crisissteun vanuit Europa mogelijk is.
Minister, zult u overleg plegen met federaal minister van Landbouw Willy Borsus? Hij heeft immers de mogelijkheid om betalingen van sociale bijdragen en de vork die daarop wordt toegepast, te faciliteren.
Er blijkt ook nood te zijn aan de invoering van een fiscaal stelsel dat we op federaal niveau al meermaals hebben bepleit, zijnde het fiscaal ‘carry back’- of ‘carry forward’-principe. Zult u de invoering van dat stelsel eventueel met uw federale collega bepleiten?
De heer Engelbosch heeft het woord.
Ik wil nog iets zeggen over de verschillende pistes die worden bewandeld en wat de sector zelf voorstelt. Ik wil de minister graag het standpunt van de N-VA meegeven zodat ze het ook in overweging kan nemen. We zijn absoluut geen voorstander van de versoepeling die wordt voorgesteld door de sector zelf, namelijk dat ze maar een derde van hun leven toegang zouden moeten hebben tot vrije uitloop. Die versoepeling holt het principe van een vrije-uitloopkip uit. Momenteel mag zo’n dier maximaal 12 weken worden opgesloten. Ze zou dan eigenlijk twee derde van haar leven mogen worden opgesloten. Die piste mogen we niet bewandelen. Er is het argument van de slechte weersomstandigheden, bovenop de vogelgriep, maar dat duurt nooit 12 weken aan een stuk. Dat zou trouwens in de praktijk betekenen dat men naar een stelsel kan evolueren waarbij men drie stallen heeft en maar voor één stal voldoende buitenruimte of vrije-uitloopruimte. Op die manier wordt het huidige systeem helemaal onderuitgehaald.
We zijn wel voorstander van – ik hoop dat u daarvoor een pleidooi kunt houden op Europees niveau – eenzelfde behandeling als bij de bio-eieren. Dit zijn uitzonderlijke omstandigheden, dit is overmacht, maar we staan toch toe dat ze de naam ‘bio-eieren’ blijven behouden. We hopen echt dat u voor die piste kiest.
De heer De Croo heeft het woord.
Ik zou zeggen in het Latijn: ‘experientia omnia docet’ of de ervaring laat ons veel leren. Minister, misschien kan er een kleine debriefing gebeuren van de voorbije situatie? Dat kan bijzonder nuttig zijn voor toekomstige situaties. Als dat niet te veel werk vraagt, kan dat door een bevoegde dienst gebeuren.
Er zijn ook omstandigheden van bijna onmogelijkheid tot ophokking. Ik beken, mea culpa, mea maxima culpa: ik heb de mijne niet kunnen ophokken, want ik kan ze niet pakken. Als ik daar heel brutaal in zou schieten, zijn mijn pauwen en eenden weg. ‘A l’impossible nul n’est tenu’, maar we moeten toch eens nakijken of het wel realistisch is. De wilde dieren voegen zich, desondanks Europa, niet naar die ophokplicht.
Minister Schauvliege heeft het woord.
De evaluatie over het al dan niet ophokken en over de maatregelen om vogelgriep tegen te gaan, moet op het federale niveau gebeuren. We moeten hun die verantwoordelijkheid laten, ook wat betreft de sociale maatregelen. Ik wil dit gerust wel aankaarten bij minister Borsus, maar week na week wordt hier gevraagd dat ik bij minister Borsus over iets zou aandringen. Ik veronderstel dat er ook in het federale parlement vragen kunnen worden gesteld en zaken onder de aandacht gebracht. Ik zie de minister vaak en we komen goed overeen. Ik zal het dus vragen, maar ik veronderstel dat in de Kamer het werk wordt verricht dat er verricht moet worden.
De economische schade is moeilijk in kaart te brengen als er geen aanvragen zijn. We kunnen wel een rondvraag doen in de sector, maar zal iedereen alles op de tafel leggen als er geen officiële aanvragen zijn?
Het standpunt van de N-VA verwondert me een beetje “omdat het al bestaat bij de biolandbouw”. Dat is dan weer met twee maten en gewichten: bij biolandbouw kan het wel, en bij de traditionele landbouw zou het niet kunnen. Pleit u er dan ook voor om het voor de biolandbouw op een andere manier toe te passen? Het is me niet zo duidelijk waarom het bij het ene wel kan en bij het andere niet. Dat is met twee maten en gewichten. Dat is jammer. Ik vind het ook niet echt fundamenteel onderbouwd, maar als het zo is, hoor ik graag welke reden daar eventueel achter kan zitten om het voor bio toe te laten en voor de traditionele landbouw niet.
De heer De Meyer heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid, als we spreken over de eenderderegeling, dan betekent dit niet per definitie dat het pluimvee twee derde van de tijd binnen blijft maar wel dat in noodsituaties, zoals uitzonderlijk slecht weer, storm of vorst, om redenen van dierenwelzijn deze dieren worden binnengehouden.
Bij calamiteiten zoals vogelgriep is er reeds een regeling die het achteraf naar Europa makkelijker maakt om wel verder het statuut van vrije uitloop te behouden. Men moet het voorstel op de juiste manier interpreteren.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Minister, we hebben een heel goede lijn met onze federale collega’s-parlementsleden. Daar worden ook heel wat vragen gesteld. Aangezien u af en toe met uw collega-minister samenzit, denk ik dat het handig is dat u daar eens over spreekt.
Ik volg dit verder op en kijk uit naar wat er vanuit Europa in de toekomst mogelijk zal zijn.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.