Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, onlangs beschermde u de Damse Vaart met de bijbehorende landschapsbepalende bomenrij als monument. Ik verwijs daarvoor naar onze discussie in deze commissie op 7 maart laatstleden. Dat is een goede zaak, ook natuurlijk erfgoed moet worden beschermd. Sommige landen gaan nog verder en kennen aan natuurlijk erfgoed zelfs rechtspersoonlijkheid toe. Ik verwijs naar de rivier Whanganui in Nieuw-Zeeland of het ecosysteem van het Himalayagebergte. Ongelooflijk, maar of we zover moeten gaan, weet ik niet. Ik laat het in het midden, maar misschien kunnen we er eens een denkoefening over maken. Als de 400-jarige lindeboom in Massemen, deelgemeente van Wetteren, de European Tree of the Year-award had gewonnen, hadden we misschien al een kandidaat. Hij heeft toch maar vlotjes de shortlist gehaald, met dank aan alle mensen die hem op die shortlist hebben gekregen.
Ik denk dat het belangrijk is dat solitaire bomen en bomenrijen de beschermde status krijgen die ze verdienen. Ze vertegenwoordigen niet alleen een natuurkundige en ruimtelijk structurerende waarde, maar ze hebben ook een esthetische en historische waarde. Dreven en bomenrijen zijn belangrijke lijnvormige elementen in het landschap en dragen bij aan de regionale identiteit. Het Agentschap Onroerend Erfgoed publiceerde trouwens recent een handleiding: ‘Beheer van historische dreven en wegbeplantingen’.
De bescherming van de Damse Vaart was een goed signaal. Maar ook in het verleden werden al bomenrijen en dreven beschermd. De Ooidonkdreef was – wás, helaas – ook zo’n karakteristieke bomenrijke weg: een kasteeldreef met aan beide kanten lindebomen, langs een kasseiweg. Vlaamser kan het niet. Het is dan ook terecht dat die beschermd werd. Het beschermingsbesluit van 10 november 1995 vermeldt expliciet de historische waarde van de Ooidonkdreef als imposante lindendreef. Die dreef is voor het eerst aangeplant rond 1567 als verbindingsdreef tussen het kasteel en de steenweg Deinze-Gent.
Maar dan komt het. Begin dit jaar startte Aquafin rioleringswerken in die Ooidonkdreef. Er kwamen graafwerken aan te pas en de historische kasseiweg werd opgebroken. Ook de bomenrij zou gekapt worden, in eerste instantie slechts gedeeltelijk.
Ik ben daar gaan kijken. Ik heb inderdaad gezien hoe het daar een puinhoop was. Dat is logisch, vanwege de werken. Maar toen stonden de bomen er nog. Buurtbewoners, wandelaars en erfgoedliefhebbers hebben in de aanloop naar de rioleringswerken meerdere keren gewezen op het risico dat die werken het karakteristieke uitzicht van de dreef onherroepelijk zouden beschadigen en dat dat zou leiden tot de kaalkap van die 150 jaar oude lindebomen. Die vrees was blijkbaar terecht. Want vorige maand stonden nog zestien bomen overeind, maar net voor het paasreces heeft de schepen van Openbare Werken gesteld dat ook die zestien bomen zullen verdwijnen. Volgens buurtbewoners was dat een truc. Volgens hen was het al van in het begin de bedoeling om alle bomen te kappen.
Minister-president, bestaat er een onroerenderfgoedbeheerplan voor het kasteel van Ooidonk en omgeving, in het bijzonder voor de Ooidonkdreef? Als er zo’n plan is, welke beheersmaatregelen zijn daarin opgenomen wat het beheer van de bomenrij en de kasseiweg betreft? Welk advies heeft uw administratie gegeven in het kader van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag? Welke voorwaarden zijn daarin opgenomen? Hoe komt het dat ook die laatste zestien lindebomen verdwijnen?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw Van Werde, er is geen beheersplan conform de huidige onroerenderfgoedregelgeving opgemaakt voor de beschermde Ooidonkdreef. Wel werd er in 2008 op vraag van mijn administratie en in opdracht van de stad Deinze een studie gemaakt over het beheer van de dreef, toen al in voorbereiding van geplande rioleringswerken.
De resultaten van deze beperkte studie waren: ten eerste, het eerste deel van de dreef gelegen tussen de Tweekoningenstraat en de Leernsesteenweg is in slechte toestand; twee, de bomen moeten worden heraangeplant en dit dient te gebeuren met historisch verantwoord plantmateriaal; drie, de kasseiweg zal worden heraangelegd, waarbij er aandacht wordt geschonken aan voldoende doorwortelbare ruimte voor de bomen, het verhinderen van bodemverdichting door het plaatsen van boomboxen en het tegengaan van parkeren tussen de bomen.
Acht jaar later formuleerde het agentschap Onroerend Erfgoed, op 1 april 2016, een voorwaardelijk gunstig advies voor de aangevraagde wegen- en rioleringswerken, met volgende voorwaarden – en ik bespaar u de details, want het advies dat werd verleend, was zeer gedetailleerd. Alle noodzakelijke maatregelen ter bescherming van de zestien te behouden linden moeten worden genomen, teneinde de standplaats en de conditie van de bomen maximaal te vrijwaren. Dan volgt een reeks maatregelen die daartoe moeten dienen.
In het kader van het behoud van de bomen is het ook belangrijk dat de werken gebeuren op een gepast tijdstip van het jaar. Dit moet gebeuren conform het advies dat moet worden ingewonnen bij een boomdeskundige. De beschermingsmaatregelen en voorwaarden in verband met de planning van de werken moeten in overleg met een gecertificeerde boomdeskundige en met Onroerend Erfgoed vóór de start van de werken worden voorgelegd. Na toelating door Onroerend Erfgoed moeten die voorwaarden strikt worden nageleefd. De werken moeten onder toezicht en begeleiding van een gecertificeerde boomdeskundige plaatsvinden. Er moet een bomenbank worden aangelegd die bestaat uit minimum zestien linden, namelijk dezelfde als de dreefbomen. De aan te leggen bomenbank dient voor latere vervangingen van de oudere bomen in de dreef. Die bomenbank moet tegelijk met de nieuwe bomen in de dreef worden aangeplant en uit voldoende plantgoed bestaan om deze vervangingen te kunnen doen. Als men de nieuwe bomen plant en die bomen – in dit geval per hypothese die zestien – worden later vervangen, dan moet je ervoor zorgen dat dat bomen zijn van gelijke grootte, omvang enzovoort.
Bij de heraanleg van het wegvak in de Ooidonkdreef moet het legverband van de kasseien behouden blijven.
Er was ook een alternatief ontwerpplan bij de aanvraag gevoegd. Daarvoor heeft mijn administratie geen toelating verleend. Het plan waarvoor toestemming is gegeven, ging uit van het behoud van de zestien lindebomen.
Hoe komt het dat die zestien lindebomen toch verdwenen zijn? Zoals ik al zei, gaven de studieresultaten uit 2008 aan dat het eerste deel van de dreef in slechte toestand was en dat de bomen heraangeplant moesten worden met historisch verantwoord plantmateriaal. Aangezien op dat moment de eerste zestien bomen een nog grotere vitaliteit vertoonden, werd ervoor gekozen om die te behouden, om ze dan op langere termijn te gaan vervangen.
Er moest een nieuw rioleringsstelsel worden aangelegd in de Ooidonkdreef, dat bestaat uit twee leidingen die boven elkaar worden aangelegd in een sleuf. Die werken hebben echter tot gevolg gehad dat bepaalde bomen stabiliteitswortels verloren. Als je tot tegen de bomen gaat werken, dan verlies je wortels die afgeknipt worden of verdwijnen tot tegen de stam. Zo verliest die boom stabiliteit. Ook zijn er wortels beschadigd bij het plaatsen van de huisaansluitingen. Uit onderzoek door de erkende boomverzorger bleek dat die worteling onder de kasseibestrating doorliep en dat het een zeer delicate zaak was. Zoals ik zei, moesten er wortels worden afgezet. Afzetten is de term die wordt gebruikt voor het verwijderen, wegnemen, doorknippen, amputeren tot tegen de stam. Dan is het zo dat finaal, op basis van wat gebeurd is, wegens het wortelverlies en de kwetsbaarheid die ontstaan was door dat alles, de boomverzorger heeft geadviseerd om die bomen niet te behouden.
Op een werfvergadering van 28 maart 2017 is, in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de stad, de aannemer, het studiebureau, de erkende boomverzorger en het agentschap Onroerend Erfgoed, beslist dat ook de eerste zestien bomen zouden worden gerooid. Er worden niet op langere termijn, maar nu voor het volledige eerste deel van de Ooidonkdreef, nieuwe bomen aangeplant, die meteen betere groeicondities zullen hebben. Zoals ik zei, diende die bank ook voor het later vervangen van die bomen die onvermijdelijk ook, stuk voor stuk, één voor één, zouden verdwijnen. Maar nu wordt de hele dreef in één keer vervangen.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord.
Ik ben natuurlijk geen specialist in rioleringen, ruimtelijke ordening of oude bomen. Het zal dan wel zo zijn dat die graafwerken in eerste instantie de wortels van die bomen hebben beschadigd en dat die bomenexpert dan heeft geconstateerd dat het onherroepelijk verloren was en dat het niet mogelijk was om ze te behouden. Maar ik begrijp dat er ook een verzoek tot vernietiging van de vergunning is ingediend bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Is het dan niet aangewezen, gelet op het beschermingsbesluit en het advies van uw administratie dat uitging van het behoud van de zestien bomen, om de uitspraak daarin af te wachten? Ik vraag me ook af in hoeverre het beschermingsbesluit dan voldoende is om het kappen van een bomenrij echt wel te beschermen? Is een beschermde dreef echt wel beschermd, als dit zomaar kan?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Ik heb geen weet van die procedure waaraan u refereert, dat er een procedure zou zijn bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Onroerend Erfgoed is natuurlijk niet de opdrachtgever, de bouwheer. Ik neem aan dat dat in dit geval de stad is of voor een stuk misschien ook de kasteelheer. Ik denk dat dit openbaar domein is. Aquafin voert de werken uit. Ik heb er dus geen weet van.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Ik woon al mijn hele leven in Deinze. Ik ken het dossier al een vierde van mijn leven, dus ongeveer twaalf jaar. Nu kunt u uitrekenen hoe oud ik ben.
Het is een dossier waarover in Deinze al heel veel inkt is gevloeid, met euforiemomenten omdat er bomen gespaard zouden blijven en dan met negatieve momenten omdat de bomenrij toch weg moest. Eind vorig jaar kwam er plots een ‘doorslag’ in het dossier. De eerste zestien bomen zouden inderdaad kunnen blijven bestaan en ook het beeldbepalend poorteffect in de dreef zou kunnen blijven bestaan. Op dat moment werden de rouwlinten zelfs van de bomen weggehaald omdat de bewoners zich daarin dan uiteindelijk konden vinden.
Opmerkelijk was dat, toen die aankondiging er was dat die eerste zestien bomen zouden kunnen blijven staan, dat was door middel van een proefsleuvenonderzoek, echter niet door het agentschap Onroerend Erfgoed, maar wel door Aquafin zelf. Zij deden dat niet om het behoud van de bomen te waarborgen, maar vooral om te kijken waar de nutsleidingen lagen en waar zij gemakkelijk konden graven of niet.
Ik begrijp dat er iets moest gebeuren aan toenemende grondverzakkingen. Dit dossier sleept al heel veel jaren aan en de grondverzakkingen werden echt ernstig, té ernstig om het zo te laten. Waarmee ik het persoonlijk wel moeilijk heb, is dat er voor dit dossier een erfgoedpremie werd toegekend als restauratiedossier via de bijzondere procedure. Als je in rekening neemt dat een dergelijke premie wordt toegekend voor werken die noodzakelijk zijn voor het behoud van de erfgoedelementen, valt het voor mij moeilijk te rijmen dat deze erfgoedpremie nu gebruikt werd voor het kappen van de bomen en voor het betalen van de boomdeskundige. Ik blijf het er moeilijk mee hebben. Het is geen zicht meer, de Ooidonkdreef in Deinze. Het is gewoon een opengebroken kasseiweg naar het kasteel van Ooidonk. Het blijft een zeer moeilijk verhaal. Er is inderdaad lange tijd een andere piste geweest om de rioleringen te maken. Maar dat bleek dan een te dure piste voor Aquafin. Het blijft een zeer jammer dossier en het blijft voor mij zeer moeilijk te rijmen dat daarvoor ook een erfgoedpremie werd uitgereikt.
De heer Caron heeft het woord.
Ik sluit kort aan bij de harde kreet die ik hoor.
Ik zetel al een aantal jaren in dit parlement. Het is niet de eerste keer dat ik met dit dossier word geconfronteerd. Ik woon niet in Deinze, maar naar het schijnt behoorden de originele bewoners van die site waar de dreef naartoe leidt, tot de familie Caron. Het was hun buitenverblijf. Ik heb dus ook een verband met dit dossier. (Opmerkingen. Gelach.)
Helaas kan ik de bronnen van die familie niet terugvinden. Het is in ieder geval geen familie van mij.
Ik vind het een belangrijk actiepunt voor de toekomst. Het is niet het eerste verhaal. Minister-president, zo hebben we onlangs in West-Vlaanderen, weliswaar niet langs een beschermde dreef, de lindebomen zien kappen langs de Oudenaardsesteenweg, tussen Avelgem en Kerkhove. Onze collega Bert Maertens heeft daarvoor trouwens in allerijl nog actie gevoerd, zodat er van de 117 lindebomen 26 konden blijven bestaan.
Maar de lichtzinnigheid – als ik het zo mag zeggen – waarmee sommige besturen – in het geval van Avelgem is dat bijvoorbeeld AWV – daarmee soms omgegaan... In het vlakke land waarin wij leven, zijn bomenrijen zo landschapstyperend dat we daarvoor extra zorg moeten hebben. Ik heb mij drie weken geleden hier heel positief uitgelaten over de Damse Vaart. Ik zou bijna durven te vragen dat er toch eens met het agentschap kan worden nagekeken of er toch niet, in plaats van curatief te moeten optreden zoals nu, preventief kan worden opgetreden om goed in kaart te brengen of er via de inventaris, niet alleen van bouwkundig, maar ook van natuurlijk erfgoed, iets meer zou kunnen worden gedaan. Het is een bekommernis die ik wil uiten om te vermijden dat dit soort dossiers hier in de toekomst nog moeten worden besproken.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Caron en andere collega’s, ik denk dat er in geen enkele periode zo veel beschermingen zijn gebeurd van bomen en houtige beplantingen als nu.
Dit is een dossier met een beschermde dreef. Ik ken die dreef niet. Maar mevrouw Vermeulen, u kent ze wel. U bent nog jong. Dus het is nog maar een korte periode – een vierde van uw leven – dat u de dreef zeer goed kent. Het gaat blijkbaar om prachtige lindebomen, waarvan in 2008 is vastgesteld dat ze allemaal, op zestien na, moesten verdwijnen bij de heraanleg van de dreef.
Ik lees in het dossier dat die dreef zelfs was afgesloten voor het verkeer omdat er verzakkingen waren. In 2015 moest die worden afgesloten omdat de weg niet meer kon worden gebruikt. Er moest dus worden ingegrepen. Er is een aanvraag ingediend bij hoogdringendheid. Er is in de toelating uitgegaan van het behoud van die zestien bomen, met toen al de wijze maatregel ‘Leg een bomenbank aan, want die zestien bomen zullen het niet meer lang uithouden’. De bomendeskundige zei: ‘Die hebben misschien nog een levensduur van een jaar of tien. Op het moment dat er daarvan bomen verdwijnen, moet je ervoor zorgen dat er ook weer bomen van dezelfde omvang, grootte, type, als deze die nu bij de werken worden geplant, kunnen worden ingebracht in die dreef.’
Tijdens de werken is gebleken dat de aard van de werken – nieuwe rioleringen, sleuven, huisaansluitingen en dergelijke – de boomwortels zo zouden hebben aangetast, afgekapt, dat de stabiliteit van een aantal bomen in het gedrang kwam. Ik ben geen bomenkenner, maar door het verdwijnen van die wortels zouden die bomen stabiliteitsproblemen vertonen, maar ook meer openstaan voor ziektes, omdat op dat moment de wortel is afgezet tot tegen de boomstam.
Na dat advies van die boomdeskundige is inderdaad beslist dat die zestien bomen ook mogen worden vervangen.
Ik ken de toestand ter plaatse niet. Het zal niet gaan over miniboompjes die daarvoor in de plaats zullen komen, en het zullen natuurlijk ook niet de prachtige bomen zijn van een paar eeuwen oud die er nu stonden. Maar het is wel degelijk de bedoeling om die prachtige dreef te behouden. Maar met een boom is het nu eenmaal zo dat, als er beschermingen zijn van dreven, er vroeg of laat een heraanplant moet gebeuren. Dat is natuurlijk niet hetzelfde als met een gebouw. Je kunt een boom goed onderhouden. Er zijn ook boomchirurgen, mensen die er zeer veel verstand van hebben om die in zo goed mogelijke staat te onderhouden – als we het mogen geloven, zou er in Lo een boom staan die dateert van toen Caesar in onze contreien was. Voor de rest denk ik dat de meeste bomen helaas niet voor de eeuwigheid bestemd zijn. Ik laat in het midden of er een procedure ingesteld was. Daarvan heb ik geen weet. Dat heeft natuurlijk onmiddellijk implicaties voor de bouwheer in dezen, die, naar ik verneem, Aquafin zou zijn.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Ik blijf het een spijtige zaak vinden. Ik kan er natuurlijk wel inkomen, met alle werken enzovoort die gebeurd zijn.
Ik wil er nog één ding aan toevoegen. Ik zal het zeggen met de woorden van de boomexpert: ‘Die bomen hadden gewoon dikke pech dat hun wortels zo goed ontwikkeld waren, dus dat het zulke stevige bomen waren.’
De vraag om uitleg is afgehandeld.