Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, mijn persoonlijke affiniteit met de IJzertoren zal waarschijnlijk groter zijn dan die van sommige collega’s hier.
Minister-president, ik moet eerlijk zeggen dat – en ik hoop u met mij – ik toch wel wat was geschrokken en zelfs verbolgen toen ik – intussen al enkele weken geleden – de krantenkoppen las: ‘Voor al uw babyborrels: hier de IJzertoren’, ‘Binnenkort babyborrels en huwelijksrecepties in de IJzertoren’, ‘IJzertoren wordt verhuurd als feestzaal’, ‘Nooit meer oorlog, wel cava en taart’.
Minister-president, u weet even goed als ik wat de symboliek van de IJzertoren is voor ons allemaal of toch voor een aantal mensen onder ons. Het is een vredesicoon, een wereldbefaamd vredesicoon. AVV/VVK staat niet voor niets helemaal bovenaan de toren. Het is ook een symbool van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. Het is een herdenkingsplaats, een dodenakker ook voor de gesneuvelde Vlaamse soldaten tijdens Wereldoorlog I. Ik denk dat we allemaal, u zeker en ik ook, jaarlijks naar de IJzerbedevaart trokken om gemotiveerd naar huis te komen met een pak Vlaamse eisen.
Nu blijkt dat de beheerders, het duo De Belder-Dumery, van plan zijn om de panoramazaal te verhuren. Als argument halen ze het teruglopend aantal bezoekers aan. Ik heb een gelijkaardige vraag gesteld aan minister Gatz die het teruglopend aantal bezoekers nuanceert. Ze stellen dat het verhuren van de panoramazaal zal leiden tot het aanboren van nieuwe financieringsbronnen.
Het verband tussen de IJzertoren en de Vlaamse overheid is gekend. Er is een beheersovereenkomst met de Vlaamse overheid waarin een omschrijving staat betreffende onroerendebeheersopdrachten en culturele opdrachten en het vastleggen van de subsidies. Ik moet er ook nog bij vermelden dat het memoriaal ook extra subsidies heeft gekregen in het kader van ‘100 Jaar Grote Oorlog’.
Minister-president, de crypte, het plein en de IJzertoren zijn voor mij één en ondeelbaar. Ik vraag mij of wat u denkt van het organiseren van festiviteiten allerhande in de panoramazaal, met het oog op erkenning als Unesco-Werelderfgoed.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega’s, een UNESCO-Werelderfgoedsite dient te getuigen van uitzonderlijke universele waarden. In het WO I-Werelderfgoeddossier draagt een selectie van militaire begraafplaatsen en monumenten voor de vermisten zo’n unieke betekenis uit. Ze zijn de getuigen – voor het eerst in de geschiedenis – van een nieuwe dodencultus: het is de eerste keer dat alle gesneuvelden, los van rang, stand of nationaliteit, individueel worden herdacht. Deze sites zijn ook uniek door de kwaliteit van hun architecturale vormgeving en landschappelijke inplanting. Ten slotte zijn ze uitgegroeid tot plaatsen voor reflectie.
De crypte van de IJzertoren in Diksmuide is een van de negentien sites die Vlaanderen voordraagt als UNESCO-Werelderfgoed. De IJzertoren en de Paxpoort maken geen deel uit van de selectie, maar ze zijn opgenomen in de bufferzone van de crypte die de kernzone van deze Werelderfgoedsite is.
De bredere exploitatie van de panoramazaal van de IJzertoren heeft geen impact op de uitzonderlijke waarden die de crypte uitdraagt. Tot dusver was de panoramazaal ook al opengesteld voor gebruik, aan groepen, die er na hun bezoek aan het museum een drankje en een hapje konden nuttigen. Het verschil zal zijn dat ook buiten de openingsuren van het museum kan worden geboekt, meestal in combinatie met het auditorium.
Het is niet uitzonderlijk dat dit gebeurt, zeker als daardoor een groter en nieuw doelpubliek naar het memoriaal komt. De kazerne Dossin in Mechelen biedt bijvoorbeeld ook formules aan met afsluitende receptie. Ik verwijs ook naar de voorwaarden die we hebben opgelegd in de Boekentoren om de panoramazaal open te stellen voor het publiek. De activiteiten dienen uiteraard verzoenbaar te zijn met de historische functie van het monument. De commerciële activiteiten mogen de sereniteit en de symboliek van het IJzertorenmemoriaal niet in gedrang brengen.
Het is dus zaak dat de vzw dat op een gepaste wijze doet. We verwachten ook ondernemerschap van die vzw – en ik heb dat ook in de commissie gezegd – en dat men dus zorgt voor inkomsten. Dat verwachten we ook van alle culturele instellingen. Dit kan een middel zijn om daaraan bij te dragen, nogmaals, met respect voor de historische waarde van het monument.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. U zult natuurlijk wel begrijpen dat ik ontgoocheld ben in uw antwoord. Het is voor een stuk een pragmatisch antwoord, maar het geeft helemaal geen antwoord op mijn bezwaren tegen het feit dat dergelijke activiteiten worden georganiseerd in de IJzertoren. Ik heb de symboliek van de IJzertoren samen met de crypte geschetst. De IJzertoren en de Paxpoort zitten in een soort bufferzone als UNESCO-Werelderfgoed.
Het gaat natuurlijk over meer dan over enkele groepen die daar komen: het gaat over babyborrels, over trouwpartijen, over bedrijfsfeesten, over gastronomische festijnen. Ik ben zelf al op een paar huwelijkspartijen en babyborrels en gastronomische festijnen geweest en ik weet waar het is geëindigd. Dit getuigt van weinig respect voor het symbool waarvoor de IJzertoren staat. Men spreekt zelfs van een springkasteel op de weide. Men gaat er misschien nog een zwembadje bijzetten. Misschien kunnen we ook verstoppertje spelen in de crypte. Dat zal allemaal kunnen. Ik denk dat we een stap te ver gaan.
Minister-president, stel u voor dat er wordt voorgesteld om recepties en babyborrels te organiseren op de Menenpoort in Ieper, op het Tyne Cot Cemetery in Passendaele of het Soldatenfriedhof in Langemark, of op het Amerikaans kerkhof in Waregem. Ik denk dat de verontwaardiging in die landen veel groter zou zijn dan hier het geval is.
U bent trouwens ook niet ingegaan op het feit dat het argument van de teruglopende cijfers van het aantal bezoekers werd genuanceerd door uw collega Gatz. Ik denk trouwens ook dat het organiseren van enkele activiteiten een druppel op een hete plaat zal zijn. Alles is terug te leiden tot een slecht beheer van het duo De Belder-Dumery. Ik wil er tot slot ook op wijzen dat uw antwoord een aantal partijgenoten ongetwijfeld niet zal plezieren.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik stel inderdaad vast dat dezelfde vraag aan minister Gatz is gesteld in de commissie Cultuur, maar dan met de culturele-erfgoedinsteek: hier gaat het over de onroerenderfgoedinsteek. Ik hoop dat collega Sintobin intussen heeft begrepen dat dezelfde ministers op dezelfde lijn zitten en dat ook de N-VA-fractie nog altijd uit één mond spreekt. U zult waarschijnlijk straks verwijzen naar de Facebookpost van mijn collega Cordy, maar ik kan u zeggen dat wij als N-VA-fractie nog altijd staan voor dat IJzertorenmemoriaal met de drie pijlers herdenking WO I, Vlaamse ontvoogding en de vredesgedachte. Wij hebben gewerkt aan een nieuwe beheersovereenkomst waarbij zowel inhoudelijke als zakelijke afspraken werden gemaakt. Ik zal nog eens herhalen dat we nu afwachten hoe men daar invulling aan geeft.
U spreekt over babyborrels en trouwfestijnen – dat is ook in de pers gekomen – en die voorbeelden zijn inderdaad niet zo goed gekozen, maar wij blijven absoluut staan achter het zoeken van aanvullende financiering in alle culturele-erfgoedorganisaties, dus ook in deze. Wij pleiten ook voor een brede publiekswerking. Een bedrijf of families die daar iets organiseren, zorgen er net voor dat we ons niet enkel beperken tot de ‘usual suspects’ maar dat we willen gaan voor een brede publiekswerking die net die boodschap van vrede, van Vlaamse ontvoogding en van de herdenking van WO I bij een breder publiek in de verf zet.
De heer Caron heeft het woord.
Minister-president, ik kan heel goed met uw antwoord leven, als ik het zo mag zeggen. Het is inderdaad zo dat we dezer dagen van culturele organisaties verwachten dat ze ook eigen interesten proberen te genereren. Het voorbeeld van de babyborrels en trouwpartijen is een beetje provocatief, in die zin dat men ook een signaal geeft aan de Vlaamse overheid dat men het met het bestaande budget, en zeker als er teruglopende bezoekerscijfers zijn, moeilijk heeft om de activiteiten en de vereisten die in de samenwerkingsovereenkomst zijn opgenomen, te realiseren. We hebben daar al eens over gediscussieerd en ik kom daar niet op terug. Ik vind dat je de kans moet geven aan de initiatiefnemers, aan de beheerders van de site, om met respect voor het UNESCO-Werelderfgoed voor de drieledigheid van hun taakstelling, zoals collega Coudyser zegt, extra eigen inkomsten te genereren. Mijnheer Sintobin, er is een tijd geweest dat babyborrels ook niet in kerken mochten, en nu maken we van kerken ook hotels. We moeten ook durven na te denken om kerken te ontsluiten en voor het bredere publiek toegankelijk te maken. In die zin heb ik er geen enkel, maar dan ook geen enkel, moreel probleem mee.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Het is een klassiek zinnetje van de heer Sintobin: ‘Ik ben ontgoocheld in uw antwoord’. U maakt er een karikatuur van natuurlijk, mijnheer Sintobin. U begint te verwijzen naar feesten waar u aan deelneemt en die dan blijkbaar ontspoord zijn. U zegt letterlijk: “Ik weet waar die geëindigd zijn.” Ik laat dit dus voor uw rekening. Ik ga ervan uit dat mensen die daar iets organiseren, verantwoordelijke mensen zijn en dat diegenen die het auditorium en de panoramazaal verhuren, ook verantwoordelijke mensen zijn en dat ze dit ook op een correcte manier, met de voorwaarden die ik heb geschetst, invullen.
U hebt het over het gebruik van de weide. Zoals u weet, is er vele jaren lang – nu niet meer – een festival geweest gedurende diverse periodes. Gaan vergelijken met een feest op Tyne Cot Cemetery of op het kerkhof in Waregem of op de Menenpoort, komaan, dat heeft absoluut geen enkele zin.
De crypte is WO I-erfgoed. Er zullen geen babyborrels of hoe u het ook mag noemen, plaatshebben. Het gaat over een memoriaal dat een museale invulling heeft gekregen, dat een museumfunctie heeft, waar een auditorium is, waar activiteiten kunnen plaatsvinden en waar de panoramazaal – waarom niet – ook kan worden gebruikt: het aangename aan het nuttige paren. Ik denk dat dit heel actueel is. We hebben het net gehad, in antwoord op de vraag van collega Van Werde en collega Keulen, over een nuttige bestemming voor kerkgebouwen waarbij ongeveer alle bestemmingen inderdaad de revue passeerden. Het gebeurt in de Dossinkazerne, het zal straks gebeuren in de vernieuwde Boekentoren in Gent. Het is ook zaak voor die eigenaars en voor de beheerders in dit geval om te zorgen voor voldoende inkomsten. Ze krijgen vanuit Erfgoed een hoge premie, 80 procent; de overige 20 procent moeten ze ook wel vinden om te zorgen dat het gebouw met zijn zeer dure onderhouds- en herstellingskosten in goede staat kan worden gehouden.
U hebt mijn antwoord gehoord toen ik hier werd ondervraagd over de beheersovereenkomst. Ik heb er inderdaad op gewezen dat de verantwoordelijkheid ligt bij de mensen van de vzw om in te staan, zoals andere mensen dat doen in vergelijkbare sectoren, voor voldoende inkomsten, op voorwaarde dat het gebeurt op een correcte en serene manier, verenigbaar met de historische en hedendaagse functie van het memoriaal.
Minister-president, ik maak er absoluut geen karikatuur van. We zullen van mening blijven verschillen. De toekomst zal uitwijzen waar dat toe leidt. U maakt er zelf een karikatuur van. Ik vraag niet dat er iets wordt georganiseerd in Waregem of in Tyne Cot Cemetery. Ik wil gewoon zeggen dat voor mij de IJzertoren en alles wat daar rondhangt een evenwaardig respect verdient als deze andere plaatsen. Omdat collega Coudyser erop aandringt en voor de volledigheid van het verslag: ze zegt dat ze uit één mond spreekt namens haar fractie, maar ik geef toch nog graag het citaat van de heer Cordy, N-VA-parlementslid. Ik citeer: “Het cateringbedrijf Dumery-De Belder heet u welkom voor al uw privéfeesten in wat ooit als bedevaartsoord is opgebouwd met bijdragen van gewone mensen uit de Vlaamse beweging. Zouden beiden niet eerder de eer aan zichzelf houden en het beheer van dit monument aan anderen overlaten?” Einde citaat, en dat is geen karikatuur.
De vraag om uitleg is afgehandeld.