Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Het is een traditie dat op de dag van het Vlaams Congres Verkeersveiligheid de verkeersveiligheidsbarometer van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) wordt bekendgemaakt en gepubliceerd. Het was aangenaam om te vernemen dat 2016 in relatieve termen een positief jaar was op het vlak van verkeersveiligheid in Vlaanderen. We zien dat het aantal verkeersdoden met 320 doden al een stuk lager lag dan het jaar voordien toen er nog 378 doden vielen op onze Vlaamse wegen. Dat is een daling met 15 procent en het is het tweede jaar op rij dat er een daling wordt opgetekend. Minister, ik hoop dat dit het begin is van een neerwaartse trend die we gedurende jaren al niet meer hebben waargenomen.
We moeten dit natuurlijk ook in Europees perspectief bekijken, en daar past dan wel enige bescheidenheid. Op het vlak van verkeersveiligheid zitten we nog altijd eerder achteraan in het peloton. De doelstelling om te komen tot 200 verkeersdoden tegen 2020 is nog ver van ons, die daling zal moeten worden voortgezet, en daarvoor is de uitvoering noodzakelijk van de maatregelen van uw Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen dat op kamerbrede waardering kon rekenen in deze commissie, minister.
Twee zaken vielen me op in de verkeersveiligheidsbarometer. De eerste is dat fietsers bijzonder kwetsbaar blijken. Dat is een belangrijke opmerking, gelet op het feit dat we een stevige boost willen geven aan de fiets als vervoersmiddel. Het tweede punt is dat het aantal dodelijke ongevallen waarbij vrachtwagens zijn betrokken, is toegenomen ten opzichte van vorig jaar. Kris Peeters, de alomtegenwoordige verkeersspecialist, stelde in De Standaard dat er misschien wel eens een link zou kunnen zijn met de kilometerheffing. Hij zei: “Tal van burgemeesters rapporteerden de afgelopen maanden een toename van het vrachtverkeer binnen de bebouwde kom.”
Minister, wat is uw beschouwing bij de cijfers van de jongste verkeersveiligheidsbarometer van het BIVV? Geven die aanleiding tot bijsturingen in uw verkeersveiligheidsbeleid?
Kunt u ons in grote lijnen de stand van zaken geven in de uitrol van de maatregelen die zijn opgenomen in het Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen?
Zijn er wat de ongevallen met vrachtwagens betreft cijfers beschikbaar over de uitsplitsing van die ongevallen tussen autosnelwegen en gewestwegen?
Minister Weyts heeft het woord.
Dit zijn natuurlijk hoopgevende cijfers. Een daling van 15 procent van het aantal doden ter plaatse is toch wel vrij ongezien. Het is vooral een aanmoediging om verder te gaan op de ingeslagen weg, met nog meer volharding.
Niettemin moeten we waakzaam blijven, gezien de slechts lichte daling van het aantal verkeersgewonden en de quasi stagnatie van het aantal letselongevallen. U ziet dat er dus effectief wel een impact is van de technologie op het vlak van verkeersveiligheid. We moeten vooral resoluut doorgaan met het uitwerken van de geformuleerde maatregelen inzake het verkeersveiligheidsplan.
Ik herhaal mezelf als ik zeg dat het laaghangend fruit is geplukt en dat we nu structurele en mogelijks ook onpopulaire maatregelen moeten durven nemen.
Daarnaast is het ook duidelijk dat misschien nog meer aandacht moet gaan naar kwetsbare weggebruikers en ongevallen met vrachtwagens. Als we dan toch een negatief element kunnen aanhalen, zijn het inderdaad de vrachtwagens. Het zou gaan over een toename met 11 procent in negatieve zin. Dat heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat men statistisch spreekt over een beperkte groep, en elk extreem zorgt natuurlijk een voor statistische vertekening.
Wanneer we kijken naar de verdeling van het aantal ongevallen met vrachtwagens naar wegtype merken we dat bijna 40 procent van de ongevallen – dat zijn er 550 – op autosnelwegen plaatsvindt en ongeveer 40 procent van de ongevallen – dat zijn er 600 – op andere gewestwegen. Dat is natuurlijk wars van het volume. Ik ga ervan uit dat er verhoudingsgewijs veel meer vrachtwagens rijden op autosnelwegen dan op gewestwegen.
We zijn momenteel bezig met de opmaak van een voortgangsrapport van het verkeersveiligheidsplan dat nog deze zomer in de commissie zal worden besproken. Ik wil daar nog niet op vooruitlopen met betrekking tot de andere cijfers die u vraagt.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik vind ook dat de cijfers hoopgevend zijn. Ik liet optekenen in uw reactie op het rapport dat u al eens wordt geconfronteerd met een shitload aan mails van mensen die inderdaad niet graag worden gecontroleerd via trajectcontroles en dergelijke meer. U zegt dat u doorgaat met structurele maatregelen, maatregelen die soms onpopulair zijn. Weet dat u hier niet alleen voor staat, minister, ik heb het ook benadrukt in mijn inleiding, deze commissie steunt u kamerbreed in de uitvoering van alle maatregelen die staan opgesomd in uw Verkeersveiligheidsplan.
Misschien nog een tweede bedenking. Ik weet het nog zo niet of het zo onpopulair is om bijvoorbeeld verder te gaan met trajectcontroles. De shitload die u krijgt, is natuurlijk van de roepers, van de mensen die altijd kwaad zijn wanneer ze worden geraakt in hun dagelijkse mobiliteit, controle enzovoort. Maar ik ben ervan overtuigd dat er een ‘silent majority’ is in Vlaanderen die niet liever wilt dan dat we verder gaan op de ingeslagen weg met verkeersveiligheid en met het nemen van stevige maatregelen.
De heer De Clercq heeft het woord.
Minister, u wenst een subsidiesysteem uit te werken voor de transportsector die u financieel wilt ondersteunen om verkeersveiligheidsbevorderende maatregelen te nemen bij vrachtwagens. Dat blijft een pijnpunt in uw antwoord op mijn laatste schriftelijke vraag. U zegt daarin dat u bezig bent met een systeem, dat u de laatste modaliteiten aan het vastleggen bent en dat u daarvoor 36 miljoen euro zou uittrekken. Dat is een goed initiatief, minister, maar wanneer zal dat systeem precies in werking treden? Op welke manier zult u ervoor zorgen dat zoveel mogelijk firma’s daaraan meedoen?
De heer Van Miert heeft het woord.
De cijfers dalen en dat is goed, maar ze zijn nog altijd ver verwijderd van het beoogde doel dat u zelf hebt gesteld, minister. Ik sluit me aan bij de heer Vandenbroucke wanneer het gaat over die structurele maatregelen en over de trajectcontroles. Er zijn nog tal van andere voordelen aan het lezen van nummerplaten en het aanleggen van ‘white and black lists’. Ik denk dat het draagvlak daarvoor groter is dan bij bijvoorbeeld flitspalen die toch een momentopname zijn en die dikwijls over een paar kilometer te snel rijden gaat. Ik denk dat dit systeem een groot draagvlak heeft bij de bevolking en voor meer resultaten kan zorgen, ook op andere vlakken dan verkeersveiligheid.
Minister, we zijn er allemaal van overtuigd dat het beleid dat u uitstippelt en de ondersteuning en de uitwerking door uw diensten niet nu al resulteren, maar zeker tegen het einde van deze legislatuur zullen resulteren in een gunstige evaluatie van uw beleid. We hopen dat we de target van 200 slachtoffers halen.
Minister, de cijfers zijn hoopgevend. Er is een trendbreuk.
Wat de letselongevallen betreft bij fietsers en zwakke weggebruikers, is er helaas een stijging van de cijfers. Bij letselongevallen bij fietsers is er een stijging van iets meer dan 2 procent. Ik denk dat het belangrijk is, zowel in het kader van het verkeersveiligheidsplan als in het kader van het fietsveiligheidsplan, dat we zeker die ongevallen goed analyseren. Dat was ook een van uw voorstellen in het fietsbeleidsplan om daadwerkelijk te meten en een diepteonderzoek te doen naar die ongevallen, zeker bij zwakke weggebruikers. Wanneer we nu kijken naar de cijfers, dan lijkt het me echt nodig om dat ten gronde te doen om ook daar een trendbreuk te realiseren.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik sluit me aan bij uw laatste stellingen. Wat de timing van de besluiten in verband met de subsidiemaatregelen voor de vrachtwagens betreft: die worden nu ongeveer afgewerkt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.