Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Minister, de minimummaat voor tong wordt verhoogd van 24 naar 25 centimeter. Dat besliste het Departement Landbouw en Visserij bij ministerieel besluit. Vanaf 11 maart tot 31 december 2017 geldt 25 centimeter als de minimuminstandhoudingsreferentiemaat voor tong. Het vissen, het aan boord houden en de aanvoer in de havens van de Europese Unie van tong van minder dan 25 centimeter door vissers onder Belgische vlag is daarmee verboden. Door krappe tongquota wordt de Belgische overheid door Europa gevraagd om maatregelen te nemen. Het past in het in evenwicht brengen van de vangstmogelijkheden en de visserijcapaciteit van de Belgische zeevisserijvloot.
Op zee wordt er negatief gereageerd op het besluit en vreest men dat er nog meer ondermaatse vis zal worden opgevist die niet mag worden teruggegooid.
Minister, is de vrees van de vissers volgens u terecht? Geldt de nieuwe minimummaat ook voor de sportvisserij? Wordt het gelijke speelveld tussen Vlaamse en buitenlandse vissers behouden? Geldt deze nieuwe minimummaat met andere woorden ook voor de buitenlandse visserij? Zijn er nog bijkomende maatregelen in het actieplan dat België diende voor te leggen bij de Europese Commissie om een evenwicht tussen de vangstmogelijkheden en de visserijcapaciteit te bewerkstelligen? Werden die maatregelen genomen op basis van adviezen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik zal eerst het kader en de maatregel een beetje toelichten. De Europese lidstaten zijn verplicht, zo hebben we afgesproken, om te zorgen voor een stabiel en duurzaam evenwicht tussen wat er gevangen wordt en de vangstmogelijkheden. In het geval van een vloot met overcapaciteit moeten we dus, terecht, maatregelen nemen en moet een actieplan uitgewerkt worden om dat evenwicht te herstellen. Een verregaande actie hierin zou bijvoorbeeld kunnen zijn om schepen te slopen. Indien een actieplan niet uitgevoerd wordt, kan dat leiden tot schorsing of onderbreking van de financiering door de Europese Unie, want het vlootevenwicht is een basisvoorwaarde om steun te krijgen van Europa voor een aantal acties uit ons operationeel programma in het kader van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Zeevisserij.
Het optrekken van de minimuminstandhoudingsreferentiemaat behoort dus tot het actieplan dat Vlaanderen heeft opgemaakt. Het bijkomende voordeel is dat daarmee ook een incentive gegeven wordt om selectiever te vissen. Dat kan door technische maatregelen, bijvoorbeeld het vergroten van de maaswijdte, maar ook door gebieden waar de aanwezigheid van kleine tong te groot is, te vermijden. Op die manier vermijden we dat de kleine tong in de netten wordt weerhouden. Tezelfdertijd wordt de bekoring om niet reglementair tuig met kleinere maaswijdte te gebruiken, ontmoedigd. Dat heeft dus ook een heel duurzaam karakter.
De tong valt sinds 2016 onder de aanlandingsplicht. Tong is een platvis, heeft geen zwemblaas en heeft bij teruggooi dus een flinke overlevingskans. In de regionale lidstaatgroepen werd het gebruik van selectief vistuig ook aangemoedigd via het toekennen van bepaalde teruggooimogelijkheden, de zogenaamde ‘de minimis’. Ik heb ervoor gekozen het selectieve tuig in de boomkorvisserij, het driemeterstuk met 120 millimeter netmazen voor de kuil, verplicht te stellen voor de Belgische vaartuigen. Daarbij moet ondermaatse tong terug in zee worden gezet. Als de bijvangsten te hoog worden, moeten de vaartuigen hun activiteiten een tiental zeemijl verplaatsen, want ook voor de de-minimisregel gelden er voorwaarden en kan men niet zomaar teruggooien. De stelling dat er meer ondermaatse vis zal worden gevist die niet mag worden teruggegooid, is dus niet juist. Ik geef ook mee dat de minimummaat ook geldt voor de sportvisserij.
De Europese minimummaat voor tong blijft 24 centimeter. Lidstaten kunnen dat optrekken. Zo heeft Frankrijk regionaal een verhoogde minimummaat ingesteld. Binnen de groep van de Vlaamse vissers heb ik vorige week op basis van de adviezen van de quotacommissie nog de problematiek heroverwogen en een besluit bekrachtigd met één versoepeling. Daarmee blijft de aanvoermaat van tong 24 centimeter voor de kustvissersvaartuigen met een motorvermogen van maximaal 221 kilowatt en een bruto tonnenmaat van niet meer dan 70, die uitsluitend visreizen doen in de Noordzee. De reden waarom ik voor die vaartuigen een uitzondering heb toegestaan, is dat een seizoenale tongvisserij een substantieel deel van het inkomen is van deze vissers, maar ze qua mobiliteit beperkt zijn en dus geen alternatieven hebben om naar andere zones te gaan.
Er zijn ook andere maatregelen genomen in het actieplan, zoals het selectief tuig met het Vlaamse paneel, waarover we hier al vaak gesproken hebben. Verder onderzoeken we of de visserij-inspanning in het oostelijke deel van het Engelse Kanaal kan worden verbeterd door te werken met een restrictieve lijst van vaartuigen of door het aantal vaardagen daar te verminderen. Dit alles zal uiteraard ook worden gemonitord en gecontroleerd. De problematiek wordt ook besproken met de betrokken regionale lidstaatgroepen.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Bedankt, minister, voor uw duidelijkheid. U zegt dat de maat ook zal gelden voor de sportvisserij. Dat was me niet helemaal duidelijk. Er was daar heel veel miscommunicatie over. Ik had een aantal persberichten gelezen. De sportvisserij zei van wel, dan was het weer niet. Maar het geldt dus effectief ook voor de sportvisserij. Die mogen dus geen vis meer bovenhalen die kleiner is dan 25 centimeter.
Het was mij nog niet duidelijk dat er een heroverweging was gebeurd met de versoepeling voor bepaalde boten naar 24 centimeter. U zegt dat als het actieplan niet gevolgd wordt, we steun van Europa kunnen verliezen. Er is mij nu ter ore gekomen dat er op dit moment nog niets zou zijn uitbetaald aan de projecten die zijn goedgekeurd. Klopt dat? En wanneer zullen die uitbetalingen dan volgen? Er zijn eind december een aantal projecten goedgekeurd, maar er zou blijkbaar nog niets zijn uitbetaald.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Ik heb een eerder technische vraag. De nieuwe maatregel, het verschil in lengte, is misschien een detail, maar ik denk dat dit op het terrein bij de visvangst toch wel een verschil zal maken. Werd er ook gekeken naar de concrete geschatte impact van deze maatregel? Hoeveel kleiner zal het tongbestand voor de vissers zijn? Werd er gekeken naar de impact op het aandeel van ondermaatse vis die zou worden opgevist? Hebt u een zicht op de hoeveelheden?
Minister, dit zal worden gecontroleerd. Hoe en door wie? Hebt u zicht op de controle in andere lidstaten?
Collega’s, er wordt vaak overlegd met de sector. Als er zaken worden aangebracht, doen we bijsturingen. We moeten dat doen binnen de Europese context en afspraken, dat is logisch. Het is altijd zoeken naar een evenwicht tussen de economische leefbaarheid van onze visserijsector en de instandhouding van het visbestand. We slagen daar goed in.
Die projecten zijn inderdaad goedgekeurd, maar u weet dat we procedures en regels moeten volgen voor de uitbetaling. We zijn daar volop mee bezig, dat komt in orde. Het is niet zo dat die middelen worden achtergehouden, het gaat hem puur om de praktische uitvoering.
De quota blijven dezelfde. Het aandeel opgeviste tong blijft gelijk. We volgen die impact op.
Het zijn onze diensten die de controle doen. Hoe dat exact gebeurt, zal ik eens navragen. Ik zal daar een verslag van vragen. Het antwoord op uw vraag over de controle in andere lidstaten moet ik u schuldig blijven, ik vraag dat na en laat de informatie aan het secretariaat bezorgen.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Minister, uit uw laatste antwoord kan ik opmaken dat door de heroverweging om bepaalde vloten toch te laten terugkeren naar 24 centimeter bepaalde strubbelingen die ontstaan waren vanuit de rederscentrale, opgelost zijn. Voor hen was dit de druppel die de emmer deed overlopen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.