Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, het komt regelmatig voor dat overheden ter realisering van infrastructuurprojecten een garantie verlenen om op die manier publieke of private initiatiefnemers de toegang tot de financiële markt te begunstigen.
Uit cijfers van Assuralia blijkt dat de omvang van de overheidsgaranties die verstrekt worden door de Vlaamse overheid een stijgende trend vertonen. In 2011 was dat nog zo’n 8 miljard euro; in 2013 tot in 2015 liep dit bedrag al op tot 12 miljard euro.
Minister, wat zit er juist achter die 12 miljard euro? Voor welke projecten zijn er garanties verschaft? Vanwaar komt het de stijgende trend? Hoe schat u het risico in voor de belastingbetaler?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, ik dank u voor uw vraag. Ik wil er u op wijzen dat we als Vlaamse Regering jaarlijks tegen 15 mei aan het Vlaams Parlement rapporteren over de overheidsgaranties en dit via het kas, schuld- en waarborgrapport. Ingaand op uw vraag om een overzicht te krijgen aan wie de overheidsgaranties specifiek toekomen, heb ik een geüpdatet overzicht meegebracht voor de periode 2005-2015, dat kan worden rondgedeeld.
Dat overzicht deelt de waarborgen in vier categorieën in: waarborgen aan lokale overheden of overheden in het algemeen, waarborgen gedekt door activa, economische waarborgen en een restcategorie. De cijfers die u aanhaalt op basis van Assuralia, mijnheer Van Rompuy, komen overeen met de cijfers van de categorie ‘waarborgen gedekt door activa’. Binnen die categorie zijn het vooral de waarborgen in de sociale huisvestingssector – de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en het Vlaams Woningfonds (VWF) – en in de welzijnssector – het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) – die sterk gestegen zijn in deze periode. De stijging was voornamelijk het gevolg van het uitvoering geven aan de doelstellingen in het kader van het Grond- en Pandendecreet wat betreft de sociale huisvestingssector en het invoeren van een systeem van alternatieve financiering bij het VIPA, waardoor er veel beleidsruimte ontstond.
Belangrijk om in dit kader mee te geven, is het feit dat de waarborgen bij zowel het VMSW en het VWF als het VIPA gedekt zijn door activa, waardoor het risico op uitwinning uiteraard zeer beperkt is. Eind 2015 was 87 procent van de totale gewaarborgde schuld trouwens gedekt door activa, voornamelijk op basis van hypotheken.
Naar aanleiding van het verstrengde ESR-matige begrotingstoezicht dat vanaf 2014 in werking is getreden en waarbij veel van de gewaarborgde schulden tevens als geconsolideerde schuld worden beschouwd, zijn er in de loop van 2015 belangrijke wijzigingen in de diverse financieringsschema’s doorgevoerd. Zo heeft de Vlaamse Regering beslist om de schuldopnames bij de VMSW en het VWF niet langer te waarborgen, maar zelf in te staan voor de financiering van die twee entiteiten. Bij het VIPA werd enerzijds beslist om het kapitaalgedeelte dat vervat zit in de alternatief gefinancierde subsidies, vervroegd terug te betalen. Anderzijds werd zowel voor woonzorgcentra als voor ziekenhuizen een nieuw forfaitair subsidiesysteem uitgewerkt, waarbij er geen nieuwe waarborgverstrekking meer is toegestaan. Ook de langetermijnfinanciering van de DBFM Scholen van Morgen werd overgenomen. Er wordt in een rechtstreekse financiering van de nv BAM voorzien voor de bouw van de Oosterweelverbinding.
Als gevolg van die rechtstreekse financieringen en de forfaitarisering van de overheidssubsidiëring van deze belangrijkste drijvers in de evolutie van de waarborgen, is er sinds midden 2015 een beperktere stijging van de gewaarborgde schuld waarneembaar. Zoals eerder in deze commissie besproken, brengt de rechtstreekse financiering van de betrokken instellingen ook een substantiële rentebesparing met zich mee. De eerste opnames in 2015 en 2016 tonen dat de Vlaamse overheid zich effectief goedkoper op de kapitaalmarkt kan financieren dan wanneer de betrokken instellingen zelf de markt op gaan met een overheidswaarborg. Zoals eerder in deze commissie aangegeven naar aanleiding van een vraag om uitleg van onze goede collega Schiltz in het kader van het optimaliseren van het schuldbeheer, kan de Vlaamse Regering door dit actieve schuldbeheer op kruissnelheid dan ook zo’n 50 tot 110 miljoen euro per jaar uitsparen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Ik heb vroeger al dezelfde vraag gesteld, in de vorm van schriftelijke vragen. Zolang de stijging activa betreft, waarvan u terecht stelt dat die inwinbaar zijn, is dat geen problematische stijging. De omzetting naar directe financiering is wel degelijk een mooie besparing in het lagerenteklimaat. Ik ben op dit vlak meer dan gerustgesteld.
Minister Tommelein heeft het woord.
Het is geen besparing, mijnheer Van Rompuy. Het is een uitwinning. (Opmerkingen van Peter Van Rompuy)
De vraag om uitleg is afgehandeld.