Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, een paar weken geleden maakte De Tijd melding van de stopzetting van het Media ID-project. Ik denk niet dat dat voor de rest sterk aan bod is gekomen in de media. Het is een vrij technische, maar wel belangrijke kwestie. Het was een onderzoeks- en innovatieproject dat onder impuls van uw voorganger Ingrid Lieten op gang getrokken werd door wijlen het MiX, het media-innovatiecentrum dat in het begin van deze legislatuur jammer genoeg een tragische dood is gestorven, wat we allemaal betreuren.
Dat Media ID was dan toch een interessant iets dat daaruit is voortgekomen. Het moest een antwoord bieden op de toegenomen vraag van adverteerders om meer gepersonaliseerd te kunnen adverteren. Ik heb ook liever dat de reclames die ik binnenkrijg echt op mijn lijf geschreven zijn. En mijn echtgenoot zal misschien liever reclame hebben over auto’s. Ik ben nu zeer seksistisch bezig, maar het is nu eenmaal zo. Ik heb liever de bons van een of andere winkel met schoonheidsproducten die 20 procent korting geeft. Daar ga ik op af. En ik denk niet dat bepaalde andere mensen daarin geïnteresseerd zijn. Je kunt tegen of voor dat gepersonaliseerd adverteren zijn, maar ik skip zoveel mogelijk advertenties, tenzij ze me echt aanspreken. En ik denk dat adverteerders dat ook heel goed weten. Vooral giganten zoals Facebook en Google doen dat al, dat zie je elke dag.
Maar de Belgische media-uitgeverijen konden minder goed preciseren wie zich op hun nieuwssite bevond. Het idee van dat hele Media ID was dat, als een bezoeker op een van de deelnemende sites kwam, en dat was crossmediaal, hij zich slechts eenmaal moest registreren, door een aantal voorkeuren op te geven in zijn Media ID. Daarna kon hij gemakkelijk inloggen op alle deelnemende nieuwssites. Je had dus ook het voordeel dat je gemakkelijk aan allerlei nieuws zou kunnen geraken. Begin 2015 was Media ID operationeel, maar er werd nooit heel veel reclame voor gemaakt door de deelnemende nieuwssites. Dat werkte dus blijkbaar toch niet echt zoals het hoort.
De belangrijkste mediahuizen en uitgeverijen – Mediahuis, Roularta, de Persgroep en VRT – hadden nochtans meegewerkt, en dat maakte dat dit project tot het eerste grote samenwerkingsproject in de mediasector mocht worden gerekend. Maar wie nu inlogt op een van die nieuwssites met zijn Media ID-account, botst op de mededeling ‘Media ID houdt op te bestaan’. De ontmanteling is dus al aan de gang.
De Tijd is daarop uitgekomen en vroeg aan Christian Van Thillo van De Persgroep naar de reden voor de stopzetting. Hij heeft daar niet zo heel veel uitleg bij gegeven. Hij zei: ‘Er was solidariteit nodig van alle uitgevers. Eén uitgever deed niet goed mee.’ Hij wou daarbij niet zeggen over welke uitgever het precies ging.
Er blijven dus toch wel wat vragen. Ik stel die vragen dus maar aan u. Ik hoop dat u er meer over weet.
Minister, wie nam de regie van het Media ID-project over na de stopzetting van MiX? Want als MiX, dat zowat de regisseur van het hele ding was, wegvalt, dan is het misschien vanzelf in het water gevallen? Met andere woorden: was er geen regie meer?
Hoeveel overheidsmiddelen werden er uiteindelijk geïnvesteerd? U mag daarvoor gerust enkele jaren teruggaan. Het hoeft met andere woorden niet van deze legislatuur te zijn. Hoeveel werd er indertijd via het MiX in geïnvesteerd?
Welke mediahuizen en uitgeverijen hebben uiteindelijk deelgenomen aan het project? Wie heeft de samenwerking stopgezet en wat was hiervoor de reden? Ik hoor daarover dingen, maar ik zou het interessant vinden mocht dat hier worden bevestigd.
Wat zijn de concrete realisaties, toepassingen of conclusies van het project ?
Wat zal er gebeuren met alle gegevens van de mensen die zich reeds geregistreerd hebben? Misschien is er een privacy-aspect aan verbonden? Wat gebeurt daarmee?
In het regeerakkoord werd afgesproken dat het mediabeleid zowel de verschillende spelers als de mediagebruiker ten goede moet komen en dat daartoe een beleid wordt gevoerd dat onder andere technologische innovaties en nieuwe mediatoepassingen stimuleert en integreert. In de beheersovereenkomst met de VRT werd de nadruk gelegd op samenwerking met particuliere mediabedrijven ter versterking van het media-ecosysteem. Hoe evalueert u de realisatie van die beide doelstellingen met betrekking tot dit specifieke Media ID-project?
In ieder geval – en het komt straks terug in mijn volgende vraag – is er grote vraag naar een crossmediaal meetsysteem. De regionale tv’s vragen dat. Ik denk dat iedereen in de mediasector daarbij baat heeft. De vraag is hoe we als overheid daarin de draad kunnen opnemen. Doet de VRT daar wat ze moet doen? Dat is toch wel een beetje de kern van de zaak.
Minister Gatz heeft het woord.
Wie nam de regie van het Media ID-project over na de stopzetting van MiX? Ik breng even in herinnering dat begin 2013 een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (cvba) Media ID werd opgericht met als oprichters: de Persgroep Publishing, Corelio Publishing, Concentra Uitgeversmaatschappij, Mediafin, Sanoma Magazines Belgium, Roularta Media Group, IPM, Rossel & cie en Mediargus.
Het doel van de vennootschap was het voeren van een digitaal platform voor alle transacties tussen consumenten en bedrijven in de mediasector in de brede zin, alsmede de organisatie van een aanverwante dienstverlening ten behoeve van de eigen leden en derden.
Mevrouw Brouwers, innovatie valt onder de bevoegdheid van minister Muyters. Ik zal u die informatie schriftelijk bezorgen. Ik heb de informatie nog niet. In dat geval zou ik ze u nu al geven. Ik zal daarover duidelijkheid kunnen verschaffen. We zijn er ons in elk geval van bewust dat de middelen die in innovatie worden geïnvesteerd, soms wel en soms niet tot resultaten leiden. Dat is natuurlijk de essentie van een innovatiebeleid.
De persgroepen, vennootschappen of mediagroepen die ik net heb opgesomd, hebben allen aan het project deelgenomen. De VRT en RTL zijn er ook bij gekomen. Hen heb ik daarnet niet vermeld.
Hoewel we allemaal weten hoe het systeem in elkaar zit, zal ik het nog even aanstippen. Het ging om een zogenaamde single sign-on (SSO), waarmee de gebruiker met een enkele login en paswoord op de meest bezochte nieuwssites kon inloggen. Dit was een gezamenlijk initiatief van de grootste Vlaamse nieuwsmedia. De bedoeling van Media ID was tweeledig. In de eerste plaats bood Media ID de bezoeker gebruiksgemak. Er was slechts een sleutel voor al het nieuws. In de tweede plaats konden de nieuwsbedrijven hun bezoekers herkennen en het nieuws beter op hen afstemmen of personaliseren.
Voor de lancering is Media ID binnen verschillende doelgroepen uitgebreid getest. Dit heeft tot relevante opmerkingen geleid. De belangrijkste opmerking was dat de gebruiker onvoldoende meerwaarde zag in een login voor verschillende nieuwssites. Het was dan ook moeilijk het inloggen om nieuws te lezen staande te houden en geen rekening te houden met de verzuchtingen van de bezoekers.
Aangezien het registreerd gebruik bij de Vlaamse consumenten een ingeburgerd gebruik is, zullen de nieuwsmedia in Vlaanderen zich op individuele basis blijven inzetten om gebruikers beter te herkennen en om de content, de diensten beter op de noden van de gebruikers af te stemmen. Op verschillende sociale media, videoplatformen en muziekstreams kan iemand weinig doen zonder zich eerst kenbaar te maken. Dit zal niet met een SSO gebeuren, maar met behulp van de merkeigen login. Jammer genoeg is het niet aan mij om mee te delen om welke redenen welke privébedrijven een samenwerking niet wensen voort te zetten.
Wat de concrete realisaties, toepassingen en conclusies van het project betreft, zijn toch wel een aantal zaken tot stand gebracht. Dit project heeft een aantal jaren gelopen, weliswaar niet met de verhoopte impact.
Op het vlak van de geregistreerde gebruikerservaring heeft Media ID de lat significant hoger gelegd. Het project heeft innovatie gestimuleerd in de interne systemen van alle deelnemende mediabedrijven en heeft geleid tot een sterke toename van de gemeenschappelijke knowhow over het gebruikersgedrag en de mogelijke toekomstige zakelijke modellen die hierop inspelen.
Media ID heeft alle participerende mediabedrijven verplicht te investeren in een eigen SSO-technologie om met het centrale platform van Media ID te interageren. Nu Media ID is weggevallen, blijft deze investering voor elk bedrijf vruchten afwerpen. Het gaat dan om de optimalisatie van de registratie- en loginsystemen, om de centrale verwerking van de gebruikersdata, om een significante verhoging van het gebruiksgemak en om de performantie voor de geregistreerde gebruikers.
Het Media ID-project heeft de Vlaamse mediabedrijven ertoe gebracht samen zeer waardevolle conclusies te trekken over de risico’s van een afhankelijkheid van technologiereuzen als Facebook of Google. Wat het respect voor de privacy betreft, heeft het alle spelers in het ecosysteem bewuster gemaakt. Dat is ook niet onbelangrijk. Dankzij de gedeelde knowhow in het Media ID-project is de gebruikersflow voor de registratie en de login voor alle participerende websites en applicaties op een veel hoger niveau getild. Het concrete resultaat is een hoge standaard van gebruiksgemak voor de Vlaamse digitale nieuwslezer.
Ten gevolge van het Media ID-project weten alle deelnemende bedrijven momenteel veel beter waartoe een gebruiker met betrekking tot registratie en login bereid is. Ze weten nu welke verplichte velden acceptabel zijn en na hoeveel stappen in een registratieproces een gebruiker afhaakt. Dit zijn basiselementen geworden voor elk digitaal nieuwsmodel. Ze weten nu ook hoe de frictie bij het inloggen te minimaliseren en hoe de gebruiker van een anonieme naar een geïdentificeerde gebruiker kan worden geconverteerd. Dit zijn cruciale vragen geworden in het nieuw zakelijk model van alle nieuwsuitgevers.
Tot slot heeft Media ID als consortium de verdienste gehad de individuele spelers in contact te brengen met de internationale state-of-the-art-SSO-toepassingen. Dit heeft hen in staat gesteld deze toepassingen voor eigen rekening te implementeren. Ze hebben de hulp gekregen van de beste academische en zakelijke experts die Vlaanderen rijk is.
Er is me tevens gevraagd wat zal gebeuren met de gegevens van de mensen die zich inmiddels al op het centrale platform hadden geregistreerd. De cvba Media ID houdt op te bestaan. Volgens de betrokkenen zullen de centrale gegevens wel degelijk zonder meer worden gewist.
Ik zal nog even ingaan op de rol die de VRT in het geheel heeft gespeeld ten gevolge van de beheersovereenkomst die met de VRT is afgesloten. In uitvoering van de beheersovereenkomst, in het bijzonder strategische doelstelling 6, ‘Versterking van het media-ecosysteem’, voert de VRT verschillende acties uit om als hefboom te fungeren voor een sterke audiovisuele sector en voor een opkomende digitale creatieve sector in Vlaanderen. Een van die acties is ‘het zoeken naar samenwerking met andere Vlaamse mediabedrijven tegen het lokaal verlies van digitale inkomsten’.
De performantiemaatstaf voor de doelstelling inzake versterking luidt als volgt: “De openbare omroep laat haar samenwerkingsinitiatieven met de mediasector tweejaarlijks evalueren door een onafhankelijke deskundige, gekozen door zowel de VRT als de minister van Media”. Deze evaluatie focust op de bijdrage van de samenwerking aan drie elementen.
Het eerste element is de maatschappelijke opdracht van de VRT, namelijk de vraag of een of meerdere van de strategische doelstellingen 1 tot en met 5 beter worden vervuld. Het tweede element is een kwalitatief sterke, diverse en economisch duurzame ontwikkeling van het media-ecosysteem. Het derde element is de concrete meerwaarde of kostenreductie voor de betrokken partners in de samenwerking.
Dit is in 2016 ingegaan. De eerste rapportering volgt in 2019. Met betrekking tot de evaluatie stipuleert de beheersovereenkomst een specifieke bepaling. De eerste rapportering is niet voor meteen. Om de evaluatie te kunnen uitvoeren, zullen uiteraard de nodige voorbereidende stappen worden gezet.
Ik wil afsluiten met een persoonlijke noot over Media ID. Deze grotere operatie is niet geslaagd. We zouden ook kunnen stellen dat het is mislukt. Desondanks hoor ik positieve signalen uit de sector. Op tal van vlakken heeft het project een meerwaarde gecreëerd. Het gaat dan onder meer om de knowhow, de innovatie en de internationale uitstraling.
Mevrouw Brouwers, u hebt daarnet gevraagd wat er nu zal gebeuren. Dat is een terechte vraag. Ik heb vernomen dat dit project de weg heeft geëffend voor toekomstige samenwerkingen. Nu lijkt het misschien veeleer alsof een aantal stappen terug zijn gezet. Een aantal grote mediabedrijven hebben elkaar met betrekking tot dit project echter uitvoerig kunnen besnuffelen. Hierdoor zullen in de toekomst een aantal samenwerkingen in het algemeen of tussen een aantal in het bijzonder mogelijk kunnen worden. De toekomst zal dit verder uitwijzen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is me opgevallen dat bij de oprichting van de cvba hoofdzakelijk printmedia betrokken waren. Volgens mij staan zij op het vlak van reclame-inkomsten het meest onder druk. Ze hebben hier echt voordeel bij. Het gaat er niet enkel om het juiste nieuws bij de juiste mensen te brengen. We weten allemaal dat hier een heel kostenmodel met reclame-inkomsten en dergelijke aan verbonden is.
U hebt dit nadien bijgesteld en vermeld dat de VRT en RTL erbij zijn gekomen. Het zou natuurlijk sterk zijn geweest indien de VRT op die manier echt een samenwerking met andere mediaspelers, onder meer de printmedia, had kunnen uitbouwen. Kwatongen beweren echter dat de VRT in feite op de rem is gaan staan, vooral wat betreft het doorgeven van de gegevens van de mensen die deredactie.be bezoeken. Ik weet niet of dat klopt. U bent daar zelf niet op ingegaan. Misschien is dat enkel roddel in het medialandschap. Het zou goed zijn indien u daar nog op zou antwoorden.
Het blijft relevant over een meetsysteem te beschikken. We hebben hieruit geleerd dat een toekomstige samenwerking, waarbij de valkuilen kunnen worden vermeden, mogelijk is. Dat is natuurlijk afwachten.
Minister, ik heb in elk geval nog een andere vraag. U hebt Medialaan niet vernoemd. Dat is toch ook een andere sterke speler. Is Medialaan hier dan nooit bij betrokken geweest? Weet u dit?
De heer Vandaele heeft het woord.
Er is al veel gezegd. De vraag van collega Brouwers was vrij uitvoerig en het antwoord van de minister ook, maar ik wil er toch een paar punten nog eens uitlichten.
Destijds werd het project als zeer ambitieus naar voren geschoven. De Vlaming zou er heel veel aan hebben, de consument zou qua gebruiksgemak echt een stap vooruit kunnen zetten. De verwachtingen waren erg hooggespannen. Het was ook een voorbeeld van de samenwerking die wij ook vanuit deze commissie en vanuit de regering altijd aanmoedigen. Zeker richting openbare omroep raden wij altijd aan te proberen het mediaweefsel te versterken en samen te werken. Op dat vlak is dit natuurlijk wel een mislukking. De verschillende privéspelers trekken zich terug en doen dergelijke dingen blijkbaar liever op eigen houtje. Ze verzamelen de gegevens liever voor zichzelf dan dat ze dat in een gezamenlijk platform moeten doen. Dat is een vaststelling. Dat is natuurlijk een deuk voor de gedachte van samenwerking die wij er altijd proberen in te hameren. Zijn daar nu gevolgen van? U zegt wel, minister, dat er nog zal worden samengewerkt, maar dit lijkt me toch een heel concreet voorbeeld waarbij het niet is gelukt. We kennen het dossier van de online reclame. Ook daar hopen we op samenwerking. Dit is dus wel een deuk in de samenwerking die we zo graag zien.
Dan is er het financiële. Ik hoor waaien dat er ergens een financiële put zou zijn of zou kunnen zijn. Als dat zo is, hoe moet die dan worden gevuld? Worden de schulden onder de deelnemers verdeeld en welk aandeel moet de openbare omroep voor zijn rekening nemen? Hebt u daar al zicht op?
Minister Gatz heeft het woord.
Medialaan was wel degelijk bij het project betrokken en zeer intens. Dat wil ik duidelijk zeggen. Ik heb u alleen de oprichtende vennootschappen van de cvba gegeven, maar meer spelers zijn wel degelijk bij de hele operatie betrokken. Ook de openbare omroep is betrokken en ik wil met klem ontkennen dat daar de aanleiding zat om de stekker eruit te trekken. Er waren op een bepaald ogenblik moeilijkheden, maar die waren voor een deel normaal gezien de rol die de openbare omroep in het gehele platform had. De openbare omroep wilde op zich wel meewerken, dat was niet het punt. De openbare omroep beseft dat hij zelf nood heeft aan bepaalde big data, ook al is dat minder advertentiegerelateerd dan voor de privéspelers. Ik erken echter wel dat de openbare omroep met een specifiek juridisch probleem zat. Volgens de Europese standaarden moet de openbare omroep bepaalde informatie en nieuwselementen sowieso ter beschikking stellen zonder single sign-on. De single sign-on is altijd een soort drempel. Er werd naar een evenwicht gezocht en op een bepaald ogenblik was die zoektocht ver gevorderd. Niet de openbare omroep was het eerste dominosteentje dat gevallen is, wel een van de privéspelers. Nogmaals, het is niet mijn taak de naam daarvan te onthullen en ik wil ook niemand de zwartepiet toespelen. Mijnheer Vandaele, wij zitten natuurlijk zo in elkaar vanuit onze panoramische beleidsblik. Wij willen de samenwerking zo groot mogelijk maken, en dat zullen we ook blijven proberen. Alleen zitten we met een reeks privéspelers met andere businessmodellen. Alle spelers samen moesten de big data, de bulk aan gegevens op een of andere manier zo groot mogelijk maken om ze dan over al die spelers te verdelen. Bepaalde spelers waren echter heel fel gericht op abonnementen. Dat is een ander, legitiem businessmodel, maar voor deze spelers was de drang om mee te blijven doen kleiner. Dat zullen we altijd hebben, daar is niets aan te doen.
Dat betekent niet dat grotere spelers – en ook die namen kan ik niet noemen – geen commerciële afspraken met elkaar kunnen maken om big data te delen. Op die manier creëren ze dan niet het grote platform waarop we allemaal hadden gehoopt, maar wel een platform dat ook groot is en waarmee ze elkaar voor een stuk helpen, al dan niet met gesloten beurs, zodat ze niet in het andere uiterste vervallen en ieder hun eigen weg gaan. Dat laatste is ook niet gebeurd. Wat de komende maanden en jaren daarvoor zullen betekenen, kan ik niet voorspellen, maar ik ben gematigd optimistisch.
Ook de openbare omroep heeft net zoals elk bedrijf zeker nood aan data en dataverzameling. Die uitdaging blijft sowieso bestaan en misschien zijn er wel samenwerkingsmodellen. De regionale televisies zitten met dezelfde uitdaging en ik kom daarop nog terug.
De financiële input zal ik u nog bezorgen. Op de financiële output – of moeten we zeggen ‘out-put’ – heb ik geen zicht, mijnheer Vandaele. Ik zal dat navragen. In elk geval is het een private afwikkeling van een private cvba. Als er een put is, dan zal die onder de deelnemers worden verdeeld. Dat behoort tot het normale zakendoen. Sometimes you win, sometimes you lose. Openstaande rekeningen worden vereffend. Tegelijkertijd heeft men veel bijgeleerd en is de samenwerking tussen bepaalde spelers verstevigd. Het is een beetje vervelend dat ik niet dieper kan ingaan op al die private spelers, maar dat is niet mijn rol. Ik mag de kroon niet ontbloten, dat zijn bedrijfsgeheimen waar de bedrijven recht op hebben. Er zijn wel degelijk bepaalde samenwerkingen ontstaan die een vorm van duurzaamheid kunnen hebben. Ik betreur samen met u dat het grote geheel door de verschillen in economische belangen tussen de grote spelers net niet gelukt is.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik deel uw conclusie, minister. Uit het mislukken, als we dat zo mogen zeggen, van dit grote project moeten we lessen trekken. Er zijn inderdaad tegenstrijdige belangen, niet enkel tussen de commerciële spelers onderling, al schijnen ze elkaar hier en daar toch gevonden te hebben, maar ook met de VRT, die niet zozeer belangen, als wel een opdracht heeft. In de toekomst zullen we moeten zien hoe een verdere, crossmediale samenwerking dan toch mogelijk is om ons sterk te maken tegenover de rest van de wereld. We willen in Vlaanderen een sterk medialandschap behouden, en daarvoor moeten we blijven samenwerken. Wij hopen met u dat we niet verder uit elkaar gaan. Anders kunnen we ook gewoon niet overleven. Maar ik heb ook begrepen dat dat niet alleen van de overheid afhangt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.