Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, gezond leven is in de media een thema dat niet meer weg te denken is. Boeken over gezonde voeding, met recepten die passen in een of ander dieet, zijn de best verkochte boeken op de Boekenbeurs.
In onze strijd tegen obesitas hebben we ook vanuit de overheid gezondheidsdoelstellingen en acties, in uitvoering van het Actieplan Voeding en Beweging, gestimuleerd. Hoewel we als overheid een gezonde levensstijl promoten, is het slank zijn toch nog altijd het beeld dat de meeste mensen zich herinneren van al die campagnes.
Nu doet zich een nieuw fenomeen voor bij jongeren: orthorexia. Dat betekent op het ongezonde af bezig zijn met gezonde voeding, soms een voorbode van anorexia. Waar anorexiapatiënten hun porties reduceren, focussen orthorexiapatiënten zich op eenzijdige en hypergezonde voeding. Ze schrappen veelal voedingswaren zoals vlees, koolhydraten, granen, suikers en melkproducten. Maar eenzijdige voeding leidt ook tot voedingstekorten en soms ondergewicht.
Net zoals bij anorexia is er een link met psychisch onwelzijn. Ook bij patiënten met orthorexia vinden we vooral patiënten die perfectionistisch zijn, een laag zelfbeeld hebben en niet weten hoe ze moeten omgaan met negatieve gevoelens.
Minister, hoe kan de communicatie rond gezonde voeding zo worden opgevat dat de overdreven aandacht voor gezonde voeding, het bijna obsessief bezig zijn met voeding en beweging, minstens niet extra worden aangewakkerd? We leggen ook zeer sterk de nadruk op de negatieve effecten van vlees, suikers en vetten, maar we benadrukken te weinig dat er voor elk voedingsproduct een plaats is in de voedingsdriehoek, maar wel in de juiste hoeveelheden. Zult u die boodschap meer benadrukken?
Dat lage zelfbeeld van jongeren komt ook geregeld terug in verschillende studies, in het bijzonder voor meisjes. Daarover zijn er ook al heel wat vragen gesteld in deze commissie. Hebt u daaromtrent al beleidsmaatregelen genomen met andere collega’s in de regering om daaraan te remediëren? En in welke mate kunnen we invloed uitoefenen op sociale media? Zij geven jongeren immers een vertekend beeld van de realiteit.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega, Eetexpert is onze partnerorganisatie voor de preventie, vroegdetectie en vroeginterventie van eet- en gewichtsproblemen. Zij ontwikkelden aanbevelingen voor communicatie voor de overheid en de partnerorganisaties, gebaseerd op internationale aanbevelingen en onderzoek. Die aanbevelingen geven aan hoe op een gepaste manier gecommuniceerd kan worden. Niet eenzijdig focussen op de inname van voedingsmiddelen, maar ook de gezonde levensstijl voldoende aan bod laten komen, is een van de elementen die daarin aan bod komen. Daarenboven werkt Eetexpert aan gelijkaardige aanbevelingen voor de media en journalisten. Die aanbevelingen zullen beschikbaar zijn tegen de zomer.
De informatie die vanuit het preventieve gezondheidsbeleid verzonden wordt, is mijns inziens voldoende genuanceerd in die zin. Zoals u zelf al aanhaalde in uw vraagstelling, is er een overaanbod aan informatie over gezonde voeding, wat maakt dat er veel spelers zijn die elk vrij hun mening uiten. Ook door middel van de aanbevelingen voor de media en de journalisten hopen we meer genuanceerde, correcte boodschappen te krijgen.
Tevens zullen we in het kader van de nieuwe gezondheidsdoelstelling ‘Gezond leven’ en het bijhorende strategisch plan werk maken van een coherente communicatie vanuit de verschillende beleidsactoren, zodat één boodschap gebracht en verstrekt wordt. Dat past uiteraard ook in het facettenbeleid dat we daarrond zullen voeren.
Recent onderzoek wijst aan dat er het best versterkend gewerkt wordt aan een positief zelfbeeld. Let wel, dit geldt voor alle jongeren, en niet alleen voor meisjes. Hoewel die recente inzichten nog in volle evolutie zijn, zetten ze ons toch al aan om na te denken over hoe we dit verder in het beleid kunnen implementeren. Ook binnen dit domein is Eetexpert expert ter zake.
Idealiter wordt dit niet alleen vanuit het preventieve gezondheidsbeleid opgenomen, maar ook door de geestelijke gezondheidszorg. Daarom zou dit verder onderwerp kunnen worden van het Vlaams Actieplan Geestelijke Gezondheid. Die optie moeten we nog bekijken, maar het lijkt me dat dit element zeker zal moeten worden meegenomen in het programma ‘Vroegdetectie en -interventie’. Ook binnen de toekomstige eerstelijnspsychologische functie voor kinderen en jongeren zal daar aandacht aan moeten worden besteed.
Rechtstreeks ingrijpen op en via sociale media is niet eenvoudig en wordt zelfs afgeraden. Wel staat vast dat jongeren en hun omstaanders weerbaar moeten worden om met sociale media om te gaan. Ook in het kader van doordachte preventie van psychische problemen blijkt dit namelijk een belangrijke factor te zijn om versterkend in te grijpen. Daarom zal dit verder uitgewerkt worden door de partnerorganisaties. Hier is het allicht ook aangewezen om dit verder te bespreken in kader van het ‘Health in all Policies’-principe.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat dit fenomeen toch echt wel moet worden meegenomen. Orthorexia is echt een opkomend probleem. Psychiaters zien het op dit moment niet als een stoornis, maar mij lijkt het toch wel een afwijking. Die mensen zijn constant bezig met wat ze eten en voelen zich schuldig als ze iets in hun mond stoppen dat niet met hun logica strookt. Daardoor hebben ze natuurlijk ook bepaalde voedingstekorten, en ze zijn natuurlijk niet gelukkiger. Het is absoluut nodig dat daar meer aandacht aan wordt besteed, ook door Eetexpert.
Mevrouw Godderis heeft het woord.
Voorzitter, minister, in feite is dat fenomeen niet zo nieuw. Het bestaat al twintig jaar, van 1997. Zoals collega Saeys zegt, is het echter nog altijd niet erkend als ziektebeeld. Er is ook sprake van specifieke groepen die met die stoornis te kampen hebben: diëtisten, studenten, balletdansers en leden van een fitnessclub. Vorige week stond er in Humo een reportage, waarin dokter Hendrik Cammu stelde dat 6 procent van de westerse bevolking aan orthorexia nervosa lijdt. Met gezond eten is er in feite niets mis, maar voor mensen kan op hun eten letten echt een obsessie worden, en dan is het echt gevaarlijk.
Minister, ik had nog twee vragen aan u, maar ondertussen hebt u die al beantwoord. Dank u.
Collega’s, we hebben in de vorige legislatuur met dit parlement een resolutie goedgekeurd met betrekking tot een sensibiliserend en ondersteunend beleid inzake eetstoornissen. Men zou wel gauw kunnen denken dat die resolutie focuste op anorexia, maar dat was eigenlijk absoluut niet waar. Die ging heel ruim, omdat we er ons inderdaad ook al wel van bewust waren dat, hoewel we natuurlijk allemaal achter het promoten van gezond eten staan, de mogelijkheid altijd bestaat dat iets op een bepaald moment té wordt. Dat is ook zo met betrekking tot gezonde voeding.
Het fenomeen van orthorexia bestaat inderdaad al langer. Onze resolutie doelde ook zeker op het sensibiliseren inzake wat gezond eten is, inzake een positief zelfbeeld. De media hebben inderdaad een belangrijke taak ter zake. Minister, ik hoor u zeggen dat Eetexpert, dat inderdaad de partner is ter zake, momenteel ook bezig is met aanbevelingen voor de media. Weet u of daar een timing op staat, of kunt u daar misschien meer uitleg over geven?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik heb de timing in mijn antwoord gegeven: tegen de zomer.
De vraag om uitleg is afgehandeld.